ONDERZOEK NAAR LEESMOGELIJK- HEDEN BIJ EERSTE KLASSERTJES provinciale zeeuwse courant 25 OP DERTIG ZEEUWSE SCHOLEN HJWfW! A ■iiiiini 30 MEI 1970 ZATE RDAGKRANT (Van onze onderwijsmedewerkster) VLISSINGEN Het Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland gaat een tweede daad stellen bij de werkzaamheden rond de aansluiting tussen kleuter- en basisonderwijs. Na als eerste in Ne derland te zijn gestart met een uitwisselingsprogramma tussen de leerkrachten van beide onder wijsvormen, is men nu gekomen met richtlijnen om de mogelijkheden en voorwaarden te toet sen, waaraan de leerlingen van de eerste klas van de basisschool moeten voldoen om met goed gevolg het leerproces van het lezen te kunnen doormaken. Op een beperkt aantal scholen ongeveer dertig in totaal verspreid over geheel Zeeland zal met ingang van het nieuwe cursusjaar 1970-1971 de zogeheten leesvoorwaardentoets worden ingevoerd, als eerste aanzet om te komen tot een volledige differentiatie van het leesonderwijs, gedurende de gehele pe riode dat het kind de basisschool bezoekt. De eerste stap op weg naar een flexibele school zal daarmee in Zeeland een feit zijn. Het schoolbegeleidingswerk dat het Regionaal Peda gogisch Centrum tot nu toe als zijn belangrijkste taak ziet, heeft zich in de eerste plaats gericht op het invoeren van vernieuwingen vanaf de basis van «Ha onderwijs: de kleuterschool en daaruit voort vloeiend de aansluiting van deze onderwijsvorm bij het basisonderwijs. Het uitwisselingsprogramma, waarbij leerkrachten en leerlingen van beide scho len dichter bij elkaar komen en beter kunnen samen werken is daartoe een belangrijke stap geweest. Reeds nu blijkt dat deze activiteit ln geheel Zeeland in een grote belangstelling staat. De heer A. G. C. Kappenburg, coördinator van het RPC Zeeland,- zegt hierover: .Wij zoeken naar een verdere systema tiek in het kleuteronderwijs, die leidt tot een we zenlijke voorbereiding op het aanvankelijk lees- en rekenonderwijs'. Een systeem waar het Zeeuwse onderwijs volkomen achter staat, gezien het feit dat reeds 75 pet van alle kleuter- en basisscholen zich voor het uitwisselingsprogramma heeft uitgespro ken, met als voornaamste doel te komen tot een verti cale leerstofplanning en het op de voet volgen van de nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. VOORWAARDEN Als algemene voorwaarden kunnen worden genoemd: Een normale intelligentie. Goed functionerende zintuigen (oren en ogen). Plezier hebben in het leren. Een goed concentratievermogen. Gegeven opdrachten kunnen uitvoeren. In een groep kunnen samenwerken. Naast het voorgaande zijn er ten aanzien van het leesonderwijs nog speciale voorwaarden te noemen Een kind, dat op zesjarige leeftijd de grote school binnenstapt, heeft al heel veel geleerd, zowel thuis als op de kleuterschool, ondanks het feit dat de ouder er vaak van uitgaat, dat het kinderleven tot dan al leen maar uit spelen heeft bestaan. Vooral op het gebied van aanvankelijk lezen en tekenen Is het kind op de kleuterschool al heel wat wijzer geworden. Het moet dan ook weten, dat een gedrukte tekst is om te worden gelezen en Inhoud heeft zodat men er iets uit te weten kan komen. Bovendien moeten de woorden los van het onderwerp kunnen worden ge zien; dat wil zeggen het kind moet de klanken her kennen. Voorts is een voldoende taalontwikkeling en een bepaalde woordenschat noodzakelijk, naast het kunnen zien van kleine verschillen ln woorden: bijvoorbeeld tom-mot (dezelfde letters, maar ln een andere volgorde). Als vervolg op de C-cursus die is gehouden aan de rijks pedagogische academie te Middelburg in het kader van dè aansluiting tussen kleuter- en basison^ derwijs (PZC 28 feb.) is men thans gekomen tot het Invoeren van een leesvoorwaardentoets. Naast een aantal scholen op Walcheren die hebben deelgenomen aan de C-cursus bestond ook in overig Zeeland grote belangstelling voor deze toets, zodat nog een be perkt aantal andere scholen ln de gelegenheid Ls ge steld met dit onderzoek te gaan werken. Dit aantal zal in de toekomst ieder jaar worden uitgebreid, zodat men bij de aanvang van het basisonderwijs zal kunnen beschikken over een groot aantal nuttige ge gevens over de leerlingen om daardoor nog beter te kunnen komen tot doelgerichter onderwijs. De heer Kappenburg, die deze materie zeer na aan 't hart ligt zegt hierover: ,Als de kinderen in de eerste klas van de basisschool komen, kunnen zij soms bij na een leeftijdsverschil van één jaar hebben, om nog maar niet te spreken van het grote onderlinge ver schil in mogelijkheden en interessen van deze leer lingen. Toch moeten al deze verschillend geaarde kinderen vanaf de eerste dag dat ze op de basis school komen op dezelfde manier gaan werken met voor allen dezelfde leerstof. Een gevolg is, dat lan delijk gezien ongeveer 10 pet van de eersteklas sers blijft zitten. De oorzaak hiervan ligt voorname lijk bij het lees- en taalonderwijs. Om bij de leerling tot hert beste rendement van de aangeboden leerstof te komen, heeft men nu gezien dat een kind wil het leren lezen, aan bepaalde ei- aen moet voldoen. De algemene voorwaarden, die ln dit opzichf aan het kind moeten worden gesteld, ble ken tot nu toe pas. wanneer het kind reeds geruime tijd op school was. Kwam dan uit dat hert kind niet aan deze voorwaarden voldeed dan was het vaak te laat om in te grijpen, met als resultaat: de leerling kreeg een hekel aan de school, het werk interesseer de hem niet meer en vaak gebeurde het. dat hij het gehele jaar dan nog maar eens over moest doen. WAT IS LEZEN Uit deze speciale voorwaarden komt duidelijk naar voren, dat een eersteklasser ln spé moet weten wat lezen is, hetgeen betekent dat hij zelf moet kunnen lezen. ,De ouders hebben hierbfl een belangrijke taak', zegt de heer Kappenburg. ,Zlj moeten ervan doordron gen worden hoe belangrijk het ls het kind ver trouwd te maken met de inhoud van de gedrukte tekst. Het belangrijkste middel hiertoe ls het voor lezen. De woordenschat wordt uitgebreid, de kinde ren leren zich conoenitreren. Tevens leert het kind, dat de letters, die het nog niet kan lezen, Iets duide lijk maken. Daarom moet de ouder bij het voorlezen het Jonge kind op schoot nemen en af en toe met de vinger een regel bijwijzen, zodat het kind ziet dat dit voorlezen meer is, dan luisteren naar een ver haaltje'. Zoals uit de voorwaarden blijkt, kan de belang stelling van de ouder vooral wat de taalontwikke ling betreft het kind ln zijn verdere leven alleen maar ten goede komen. Om nu te weten komen of de kinderen aan het begin van de basisschool aan deze voorwaarden vol doen en ln welke mate, is de leesvoorwaardentoets ingevoerd. De onderwijzeres, die met de toets gaat werken en daarvoor een speciale begeleiding heeft gehad, neemt ln het begin van het schooljaar ieder kind gedurende drie kwartier apart. Zij praat met hert kind en laat het zelf wat vertellen. Verder wor den vragen gesteld, waarop het kind moet antwoor den. Als hulpmiddel heeft zij onder meer een boekje met plaatjes, woorden, letters enz. aan de hand waarvan het kind moet vertellen, letters en verschillen in woorden aanwijzen enz Uit de gegeven antwoorden en de wijze waarop het gesprekje verloopt kan de leerkracht dan tal van gegevens putten, hetgeen bij het huidige klassikale systeem tot nu toe volkomen onmogelijk was. zeker gedurende de eerste tijd op school. De onderwijze res krijgt inzicht in cle ontwikkeling van het kind, zijn mogelijkheden, belangstelling, concentratie enz., terwijl ook bepaalde afwijkingen aan het licht ko men, zoals niet goed kunnen zien of horen, lispelen of erg verlegen zijn. Al deze gegevens zijn uitermate belangrijk voor de verdere positieve begeleiding van het kind, want op deze wijze kunnen de kinderen ln groepjes ingedeeld worden, waardoor een begin wordt gemaakt met het werken ln niveaus. Blijkt mu dat er kinderen zijn, die niet aan de gestelde voorwaar den kunnen voldoen, «ten is hiervoor een speciaal uit gewerkt programma met doelgerichte en doelmati ge oefeningen en spelletjes, waarmee kan worden gewerkt. Merkt de leerkracht na verloop van tijd ver betering, dan kan ook hier mert lenen worden be gonnen. Het persoonlijk contact dat op deze wijze tot stand komt tussen leerling en onderwijzeres kan veel bij dragen tot de goede wederzijdse verstandhouding in de klas, terwijl het kind direct op de juiste plaats terechtkomt en volgens eigen aanleg en tempo kan werken De kans op tegenzin ln de school, door niet mee kunnen wordt daardoor bij de leerling zeker voor wat betreft het lezen voor een groot gedeelte weggenomen. STUK GEREEDSCHAP De heer Kappenburg zegt over de leesvoorwaarden toets: ,Het is een nieuw stuk gereedschap in de handen van de vakman, om tot nog bewuster onder wijs te komen. Het is het eerste begin voor het werkem in niveaus, maar het onderzoek ls een momentopname. Nog belangrijker is, dat naast de ze informatie gericht op aanvankelijk Lezen, de kleu terleidster zeer uitvoerige inlichtingen geeft over de kleuter aan de onderwijzeres (bijvoorbeeld door een rapport). Daartoe wordt ook voor de kleuterleidster een programma uitgewerkt. Het kennen van de voor waarden is van groot belang voor de voorbereidende taak van de kleuterleidster', aldus deze pedagoog didacticus, die het dan ook uitermate noodzakelijk vindt, dat de kleuterleidster de bevoegdheid krijgt tot lesgeven voor de eerste leerjaren van het basis onderwijs, Wat hem ln dit opzicht wel bevreemdt ls het feit, dat in het voorontwerp op de nieuwe wet voor het basisonderwijs niet wordt gesproken van een bevoegdheid van de onderwijzeres voor de oudste kleuters op de kleuterschool. Omdat de leesvoorwaardentoets een eerste aanzet ls tot een volledig doorgevoerde differentiatie van het leesonderwijs (het werken in niveaugroepen) komt hierbij tevens de noodzaak van verdere bijscholing van de leerkrachten en inrichting van de schoolge bouwen aan de orde. Wat de begeleiding betreft: hiervoor bestaan tests die aansluiten bij iedere ge bruikte leermethode, omdat men aan de hand van een heel klein onderzoekje in ieder leerjaar steeds de niveaus kan indelen. De Inrichting van de scholen blijven een probleem. Er zou met flexibele wanden moeten kunnen worden gewerkt om de leer lingen makkelijk van de ene groep naar de andere te kunnen laten overgaan. Dit blijkt ln veie gevallen onmogelijk. Toch is ln de praktijk gebleken, dat de ontkoppeling van leerstof en het leerjaar niet aan een lokaal gebonden is (zie PZC 11 april '70). In de toekomst zal met deze nieuwe wijze van onder wijs toch rekening moeten worden gehouden bij de bouw van nieuwe scholen. Het Regionaal Pedago gisch Centrum Zeeland heeft dan ook veelvuldig contact met verschillende architecten om op deze wijze te komen tot een zo doelmatig mogelijke bouw en inrichting van nieuwe schoolgebouwen en schoolgemeenschappen (basis, en kleuterschool on der één dak!. De gehele begeleiding van het hulpprogramma en het onderzoek van de leesvoorwaardentoets berust bjj het Regionaal Pedagogisch Centrum Zee land i!werking inet het Pedagogisch Insti tuut van dc rijksuniversiteit te Utrecht, dat als researchinstituut landelijk gezien al veel ervaring heeft opgedaan niet deze werkwijze. O. J. Dteleman-van de Eeepe Plakboeken en werken met waardeloos materiaal als uitgangspunt voor leeavourtoaarOeii. Oeevlutven i-ksC Snit Muni «o» taart, MWH, krijg*. tnMcmn. - i.ui De basis van alle kennis begint bij het lezen. Bet is aan tijd noch plaats gebonden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 25