VAN PANDJESJAS NAAR COLTRUI ER VALT GEEN SNEEUW IN DE RIMBOE VAN SURINAME provinciate zeeuwse courant DE MENS RECHTOP 25 ZATERDAGKRANT 23 MEI -Ï970 i de »t«ek dat u liet pak dat hij droeg. Ann het begin van deen n vrij normaal verschijnsel, rooi* c-n eeuw te- I Lonwtje Boone van otnt-PhlflpoHind iirp tot het einde van zijn leven ln dit kostuum en hij was er heilig van overtuigd dat een dienaar s= des Woord» ZO gekleed moest gaan. Via het jacket en het zwarte jasje Is het al verder - afgezakt tot het donker-grijze pak en nu zijn we zover gevorderd dat predikanten aan hun kleding in vele gevallen niet meer te onderscheiden zijn van hun leeftijdsgenoten. De r= pastoors hadden zo ook hun eigen kostuum en de kapelaans eveneons. B(j hen heeft zich die aanpassing In nog veel korter t(|d voltrokken. We moeten erkennen dat het beeld van de straat armer ia geworden door het ver dwijnen van die specifieke kleding, waar aan Je een beroep kon herkennen. Ook ande re beroepen hadden vroeger zo hum eigen pak. En sinds ook monniken, paters en non. netjes hun habijt niet of weinig meer dra gen. is het beeld van de straat nog meer verarmd. Die kleding doet het 'm tenslotte niet bij een predikant of pastoor. Zij zijn tenslotte ook maar gewone mensen en waarom zouden ze dan anders gekleed moe ten gaan? Toch Is er met die kleding iets veranderd. Dat komt natuurlijk niet door diie kleren, maar toch Is er wel een zekere samenhang. Er is Iets veranderd ln de ata- tus van de predikant en bij de pastoor zal het wel evenzo zjjn. Vroeger werden deze lieden toch min of meer beschouwd als le vende op een ander niveau. Toen kende mem hen nog een zekere ambtelijke waardigheid toe. Dit had op zich zelf nog niets te ma ken met hetgeen zij deden. Die toegekende waardigheid hing samen met het ambt dat zij bekleedden. Dat was op grond van htm positie, hun opleiding, htm beroep. Die tijd is voorbij. Daaraan hebben een heleboel factoren meegewerkt, maar een feit dat er ligt is, dat die ambtelijke waardigheid steeds meer tot het verleden gaat behoren. Wat een predikant vroeger op een presen teerblaadje aangeboden kreeg, zonder dat hij er om vroeg, is nu iets dat hij en bij de pastoor zal het wel evenzo liggen) zlcli moet verwerven door hetgeen hij doet. De achtergrond van opleiding en ambtsaan vaarding, zegt het gemiddelde gemeentelid nu niet zo heel veel meer. Zeker ls het ont zag voor een opleiding aan een universiteit er nu niet meer bij. Die status van de pre dikant stamt nog uit de middeleeuwen en bij de pastoor is het natuurlijk evenzo. De parochies waren zelfstandige grootheden. Het lag wel unlet zo dat ze helemaal zelf standig hun weg konden gaan, maar de bisschop had er betrekkelijk weinig te zeg. gen. HIJ die het zgn patronaatsrecht bezat (dit kon ook een geestelijke Instelling zijn) had er heel wat meer te zeggen. Deze droeg de pastoor voor tot een benoeming. Na de re formatie waren er ook allerlei mogelijkhe den (het collatierecfat bijv.) dat de een of andere Instantie bepaalde rechten kon la ten gelden, maar er is toen toch meer de na druk gelegd op de zelfstandigheid, de au tonomie, van de plaatselijke gemeente. Dat vloeide voort uit het ontstaan van die ge meenten. De predikant, wanneer hij een maal beroepen was. had een vrij beroep. Hij had eigenlijk geen werkgever. Hij hing, wat dat betreft, ergens in tussen de kerk in haar geheel, die hem beroepbaar had verklaard en de gemeente die hem beroepen had. Meestal ging dit wel goed. Dit mede door die ambtelijke waardigheid. Als er echter klachten kwamen dat het niet zo goed góng, was het niet gemakkelijk, zo niet onmoge lijk daarvoor een oplossing te vinden. De kerkvisitatie heeft maar al te veel gestaan voor problemen die onoplosbaar waren, juist door die tussenpositie van de predi kant. Een gmeente is wel autonoom wan neer het gaat om het beroepen van een predikant, maar als men van hem af wiü, moet de kerk in haar geheel worden inge schakeld en dan zit men in menig geval grotelijks verlegen. In deze tijd wordt er veel gesproken en geschreven over .schaal vergroting.' Ze wordt noodzakelijk geoor deeld. Zo wooden burgerlijke gemeenten sa mengevoegd, zo worden bedrijven gefu seerd, zo smelten kranten Ineen. Schaalver groting ls altijd ergens een verarming. Er wordt iets omgevormd. Een burgemeester die ln onze provincie een andere gemeente krijgt, moet zich inleven in een gemeente die vele malen groter is dan dat vroeger het geval was. Doch daarmee is ook zijn positie veranderd. Vroeger sprak men van de .burgervader' en in vele gevallen ver diende hij die naam ook wel. Hij kende zijn gemeenteleden persoonlijk. Nu is dat niet meer mogelijk. Heel zijn functie is ook een andere geworden. Schaalvergroting be tekent altijd dat wij met grotere eenhe den te maken krijgen. Ook in de kerk zal men aan schaalvergroting moeten denken. Deze is eigenlijk reeds lang aan de gang, maar hier wil het zich nog niet doorzet ten, omdat men in de gemeenten blijft vasthouden aan hetgeen er vroeger altijd geweest is. In een artikel in het maand blad vein de vereniging van kerkvoogdijen ln de NH Kerk over de rechtspositie van de predikant, heeft smr B. Plomp ook dit pun/t aangeroerd. In het nummer ven 13 maart van dit dagblad is er enige aan dacht besteed aan dit artikel. Het gaat hem voornamelijk om de predikantstrakte menten en, verbonden daarmee, de pensl- Hlj ziet de toekomst van het kerkelijk bedrijf allesbehalve rooskleurig in. Wan neer hij aan die toekomst denkt ziet hjj slechts twee mogelijkheden: ,Of we gaan verder op het heilloze pad van loven en bieden en de vercommercialisering van het ambt van predikant, waarbij de volstrekte autonomie van de gemeenten in het nog middeleeuws parochiaal patroon als een heilig huls wordt bewaard'. De regeling van de predikantstraktementen wordt, vol gens hem. volkomen uit z'n voegen gelicht door de persoonlijke toelagen boven het minimum traktement. Door een tekort aan predikanten wordt dit bovendien nog zeer ln de hand gewerkt ook. De tweede mo gelijkheid die hij ziet: ,Of wij aanvaar den de noodzaak heft ambt predikant te .verambtedijken', ln de zin van het geven aan de predikant van een werknemerssta- tus in dienst van ae NH Kerk met een rechtspositieregeling, overeenkomened met die ven andere kerkelijke mede-werkers.' De gemeente kan dan een pred-kant be roepen, zij kan hem ook betalen. Doch de kerk ln haar geheel is zijn werkgever ge worden. De wtjze waarop in de kerk tot nu toe met de vrijgestelde krachten wordt omgesprongen, is niet meer verantwoord. .Wanneer een predikant in dienst staat van de kerk in haar geheet, kan het ook gemakkelijker komen tot wijziging van het onlosmakelijk geachte verband tussen gemeente en predikant.' Nu is dit alleen maar mogelijk wanneer een predikant een beroep naar 'n andere gemeente aanneemt, met emeritaat wordt heengezonden, of hij zeif ontheffing uit het ambt vraagt- De enkele gevallen waarin de kerkelijke tucht ingreep, kunnen we wel achteloos voorbij gaan. We kunnen a LI een maar hopen dat q mr Plomp doorwerken. Wie iets weet van de moeilijkheden, de strubbelingen, de twist, om maar geen er ger woord te gebruiken, waarbij de kerk machteloo6 staat en waarbij het evangelie geen geringe schade lijdt, moet ook wel met zijn gedachten in deze richting gaan. Bovendien zal de kerk, volgens mr Plomp, zó meer zeggenschap kunnen krijgen op het werk van de predikant em dat is des te meer noodzakelijk wanneer we te ma ken krijgen met die schaalvergroting. Het getal van de predikantsplaatsen zal nog verder gaan afnemen. Noodzakelijkerwijs zai de kerk moeten overgaan tot .een doel matiger indeling in wijken en gemeenten.' .■Van streekgemeenten zal verder moeten worden gedacht en gewerkt. Het gevolg zal zijn: de status van de predikant is reeds veranderd en hij zal door die schoolvergro- ting nog meer veranderen. Datgene waarop mr Plomp wijst is ook aan de gang in an dere protestantse kerken, waar men even eens zit met dezelfde moeilijkheden. Ze Is ook aan de gang in de R-K Kerk, waar een nieuwe decanale indeling gekomen is en waar men eveneens doende is stxeek- gemeeaten te vormen. Maar ln zo'n srreek- gemeente zal de status van een predikant en eveneens van een pastoor of kapelaan een andere zijn. Zij zullen zich moeten kunnen invoegen, wat voor de ouderen niet altijd even gemakkelijk zal zijn. Het oude vertrouwde verband met alles wat daarbij behoorde, is er niet meer, althans het werkt niet meer zoals dat vroeger het ge val was. De jongeren zullen in een veran derde situatie beginnen. Ze zullen in team verband moeten kunnen werken, wat ook weer niet zonder moeilijkheden is. Ze ko men niet meer in de gemeenten en pa rochies als dragers van een vanzelfspre kende waardigheid. Het zal hen, bij" de schaalvergroting niet gemakkelijk zijn om de juiste weg te vinden, want de kans is groot dat ieder dan gaat doen wat hij hee liefst wil doen en dat kan niet in team verband. H. Dat de mens rechtop door het leven gaat (verticaal dusen praktisch alle die- Ten horizontaal, is een feit waar wij wellicht zelden of nooit bij stil staan. Het is er niet mmder waar om. Ik zie hier een stuk sym boliek in: het dier kijkt niet verder dan zijn neus lang is", het dier komt niet ver der dan de aarde en de stof. Met de mens rechtop is het iets anders. Zeker ook hij is van deze aarde en moet van deze aarde iets moois proberen te makendat is een duidelijke bijbelse op dracht en niet nakomen van deze opdracht is ontrouw aan de Schepper. Maar toch is zijn rechtop lichaamshou ding ook een symbool van die andere verbondenheid t-on de band met God. Men zou kunnen zeggen: de mens is helemaal van en voor de aarde horizonfa- hsmeen tegelijk helemaal van en voor God (vertica- 'ismej. Sommige mensen hebben moeite met deze combinatie ofwel zijn ze bang dat het horizontalis- me de doodsteek is voor de echte godsdienstigheid, of- oel vrezen ze dat vertica ls me de mens tot een schijn godsdienst igheid voert, die. door Christus duidelijk is af gewezen. Jammer dat beide groepen (vooral in hun extreme vor men zich in loopgraven verschansen terwijl Chris tus toch zo'n schitterend voorbeeld is van het volle dig op God en tegelijk vol ledig op de mens gericht zijn. Hij is steeds met bei de polen tegelijk bezig zonder er een absolute en totale eenheid van te ma ken. Zoals boven reeds werd op gemerkt ervaren wij dis combinatie heel dikwijls als sen moeilijke zaak en ligt steeds de bekoring op de loer om in extreme stand punten te vluchten. Toch denk ik dat wij de spanning tussen de beide polen niet moeten ontlopen. Iedere christen zal geduren de geheel zijn leven zoeken en tasten, rallen en op staan, grijpen en mistasten. Zo zou men de woorden van Paulus kunnen verstaan als hij zegt: .Nu kijken wij nog in een donkere spiegel, maar eenmaal zien wij oog in oog. Nu ken ik slechts ten dele, maar dan zal ik (en volle kennen.' (1 Kor. 13). Terneuzen J. Segers. illinium Het misbezoek daalde vaat ruim 6.) pet in 1966 tot 58 pet in januari en 56 pet in oktober 1968; een steekproef een jaar luier, ln oktober 1969, gaf een percentage van 51,5 te sten. Uitgaande van de noodzakelijke geachte capacitiet van 35 pel van het aantal geregistreerde kerkleden was er een jaar geleden een overcapacitiet van ongeveer 395.000 (zit.) plaatsen. In vier jaar tijds kwamen omstreeks 30.000 plaatsen in rk-kerken vrij, wat gelijk staat aan 60 kerken van gemiddeld 500 plaatsen. Het Kaski constateert vit het dalend kerkbezoek een groeiende onverschilligheid tegen over het. lid zijn van een kerk (-organisatieen tegenover het officiële leven binnen die kerk. Overigens is ook in rk kring kerkgang geen doorslaggevende maat meer voor het gelovig of meelevend kerklid- zijn. In de rk parochiële registers zijn overigens vrijwel alle doopleden opgenomen, ook zij die zichzelf niet. meer als rooms-lcatholiek beschou wen. (Van 12-11 september) komen 200 van 's werelds be faamd s te theologen (20 niet-, de overigen wel rooms-ka- tlwliék) naar Brussel voor een congres dat als motto ,De toelcomst van de kerk' heeft meegekregen. Dit congres, waarvan de Belgische kardinaal Suenens het ere-voorzit- terschap heeft, wordt geleid door prof. dr E. SchiUebeeckx hoogleraar aan de katholieke universiteit van Nijme gen. De stichting Concilium, die bij de Nederlandse uitge ver Paul Brand een internationaal tijdschrift met dezelfde naam laat. uitgeven en die organisatrice van het. congres is, wil het congres ,een nieuwe theologie laten uitwerken en doorwerken die gevoelig is voor de concrete problemen van kerk en wereld.' Hel congres dat besloten vergaderin gen i;i elf werkgroepen zal afioisselen met openbare ver gaderingen waar veie honderden waarnemers, ook van an dere kerken dan de rooms-katholieke worden verwacht, zal voornamelijk vier onderwerpen behandelen Deze zijn: ,/le functi6 van de theologie in de kerk', ,wat is de christelij ke boodschap', ,de tegenwoordigheid van de kerk in de maatschappij van morgen' en structuren van de kerk van de toekomst.' dertehuizen, sociaal-maatschappelijk werk. De Surinaamse overheid en ontwikkelings hulp van buitenlandse zaken ln ons land geven de laatste Jaren belangrijke steun. Maar van de totale begroting van het werk in Suriname moet het Zeister Zendings genootschap toch altijd nog 25 procent op brengen. Zeventig procent van de Surina- mers woont ln onbewoonbare hokken en krotjes, dertig proeent van bevolking mins tens is betrokken bij een structurele wer. keloosheid. In 1968 had nog maar acht pro cent van de bevolking het voorrecht om belasting te betalen. In Suriname is dat een voorrecht. Dat betekent namelijk dat je meer dan tweeduizend Surinaamse gul dens per jaar verdient. Maar het gemiddel de inkomen is niet meer dan ruim zes honderd Surinaamse guldens. Een gegaran deerd minimum-inkomen as er niet, 92 pro cent van de mensen leeft aan de rand van het minimum bestaan of er onder. Dat bestaansminimum geldt ook voor het internaat Karmel. Het ligt niet aan Wil fred Sumter en nog minder aan de evan- gelistische broedergemeente. Voor de 74 kinderen krijgt Sumter van de post Albi- na, waar alles wordt geregeld, anderhalf tot twee kilo vlees per dag. Tussen de zestig en tachtig kilo per maand voor de hele postbezettlng van Karmel. ,Als ik om honderd kilo vraag krijg dk te horen dat er geen geld is', zegt Sumter. Daarom gaat hij als er tijd voor is af en toe zelf op jacht naar een tapir of op de visvangst. Het vlees is gezouten, ook kan er wel eens een varkensstaart af, dat kost alle maal minder dan rundvlees. Verder horen by het rantsoen voor Karmel honlngbüok- jes, twee zakken meel per maand en twaalf Liter spijsolie en achttien halve zakken rijst Uit het lnternaatsgeld moeten bij voorbeeld worden betaald klassepapier, pe troleum, hoofdpijntabletten, landbouwmate- riaal, een enkele schop, een kapmes, 's Morgens krijgen de kinderen rijst met soms wat zout, 's middags groente en zout vlees, 's avonds weer rijst of rijst met wat vis erbij. 's Zondags is er alleen brood en afwisse lend pap. Maar eassavebroden zijn duur, zes tot zeven gulden per stuk, m Albina kosten ze zelfs elf gulden. En de zelf ver bouwde cassave wordt meestal door het wild opgegeten. .De mensen zijn vaak on dervoed', zegt Sumter, ,voor de kinderen hebben we beter eten, beter onderwijs en verdere studie nodig. Onze oude werkster heeft al gezegd dat ze niet meer wil ko ken voor vijftien gulden per maand. Onze bootsman verdient er honderd, daarvan ko men er 25 voor rekening van het inter naat. Hij is onze technische man, hij leert onze kinderen ook houtsnijwerk maken.' De bootsman weet om te gaan met de motorboot die vanuit Middelburg werd ge financierd voor de post Karmel. In Mid delburg werd eerst een buitenboordmotor betaald. Die was te zwaar voor de zelf gemaakte bootjes. Daardoor kwam er daar na een steviger exemplaar, ook ln Zeeland betaald. Kleren zijn eveneens overgezonden naar Suriname en er is een drukke cor respondentie ontstaan. Rond de post Karmel is een kerkgemeente van zo'n 35 tot 45 leden, de mensen leven ln groepen. Motleven om hun kinderen naar school en lnternaats-posten te sturen .er zijn er een paar die komen omdat ze wat beter te eten krijgen, maar de grote groep komt echt voor onderwijs.' Het probleem is dat er geen geld is om kinderen die na dit soort basisonderwijs verder willen in Paramaribo te laten leren. Ze moeten terug naar de groepen waartoe hun ouders behoren, die leven van wat visvangst, jacht, een klein beetje primitieve landbouw. .Wij komen niet aan de volwassenen toe, we hebben zelfs geen tijd om op evangelisati- rels naar de dorpen te gaan', zegt Sumter. Bovendien: ,er is te weinig brandstof voor de motorboot. Men moet zuinig zijn met de vier tot vijf vaten gasolie die het rant soen is voor een héél jaar. De olie moet worden bewaard voor ernstige zieken die dan twee uur varen de rivier op naar Stoelmanseiland worden gebracht, en dat kost dan tegen de twintig gulden. De trots van Sumter: twee jongens die na hun vor ming in Karmel nu dokter Van Voorthui zen op Stoelmanseiland assisteren. Het valt in het Surinaamse binnenland niet mee om aan .persoonlijkheidsvorming' te doen. Maar Sumter geeft de moed niet op. ,Het is de bedoeling dat de kinderen in het binnenland zoveel mogelijk als waardige burgers worden behandeld', aldus zijn dog ma van de Karmel. Zo gaat dat binnen één koninkrijk. WILL. VERKERK GEEN KANS Amerikaanse toeristen sturen fraaie kleurenfoto's naar huis: .Greetings from Suriname, the land of hospitality and laughter'. En de affiches bejube len Suriname als ,an explorer's paradise'. De gastvrijheid is er wel, maar la chen vergaat je als je even praat met evangelist-onderwijzer Wilfred Sumter (27). Dan kom je tot ontdekkingen die niets met een paradijs hebben te ma ken. Wel beroerd, maar nog niet het ergste is het feit dat de 74 kinderen in zijn school te Karmel, diep in het Suri naamse binnenland aan de Tapanaho- ny-rivier, leren uit Nederlandse taal boeken. Puur Nederlands, en verou derd. Ze leren over sneeuw, wild vreemd, en rekenen: één peer kost drie cent, vier peren kosten twaalf cent. Maar peren bestaan niet in Su riname. Ze leren over snoeken, maar ze kennen alleen de .pierings' die je finaal opeten als je uit je korjaal overboord valt in de diepe rivier. De leesboeken zijn iets meer aangepast, re zijn van Anne de Vries. De sfeer is wel Surinaams gemaakt; ze zijn wel te gebruiken voor de kinderen in het binnenland, maar toch ook niet Alles. HANDEN VOL Wilfred Sumter ls momenteel in Middel burg. Hij is daar op uitnodiging van de jongerenkapel 't Zand en centrum, houdt lezingen en preekt in kerkdiensten. Joli gere mensen die al enige jaren contact hebben met Sumter, die in het Surinaamse binnenland samen met zijn vrouw de lei ding heeft over een school met Internaat. Ze staan er samen helemaal alleen voor. ,Je bent oppasser (verpleger) en adviseur op allerlei gebied, behalve politiek' zegt Wilfred Sumter. Hij waagt zich niet aan politieke bespiegelingen. Hij weet er te wei nig van. ,De informatie bij ons in Karmel is echt niet genoeg om er een oordeel over te hebben. Ik zit alleen maar bij de. radio ln het binnenland. Wat in Paramari bo gebeurt weet je niet, je raakt wel ach ter', zegt hij. En trouwens: ,ik heb mijn handen vol aan het werk, we zijn nooit klaar.' Desondanks weet Sumter natuur lijk wel dat de economie van Suriname niet best ls, dat Pengel eruit is (geen verlies), en in Middelburg hoort hij van de activi teiten rond de Zeeuwse vestiging van het Franse aluminiumconcern Pechlney en het aangrijpen van de fundamentele ongerech tigheid dat Surinaamse bodemvondsten naar Europa worden getransporteerd. In plaats van direct in Suriname onder eigen lei ding niet van buitenlanders te wor den verwerkt tot eigen produkt. Theore tische economische problemen van winst maken, de problematiek van de ontwikke lingssamenwerking in een kapitalistisch gestructureerde wereld (vla theorie en poli tiek moet de prakrijk veranderen) worden bij hem in het Surinaamse binnenland puur praktisch. Ze zijn niet alleen een illustra tie van het systeem, ze zijn veel meer duidelijke menselijke ellende in een stukje .Koninkrijk der Nederlanden.' Wilfred Sumter werkt nu al drie jaar ln Karmel. Hij zou best weer eens naar Para maribo willen om verder te studeren, mid delbaar theologie, maar hij heeft zich voor genomen in ieder geval zijn standplaats Karmel aan een nieuw internaat te helpen. Er zal geld komen van de actie .Kom over de brug". Maar met alleen zo'n nieuw inter naat ben je er niet. Karmel is een stuk weggekapt rimboe met één bouwvallig oud gebouw, een hut op palen. Beneden is de school (en de kerk), boven zijn de twee kamertjes voor de jongens en meisjes. Het zijn Aukaners en Djoeka's bosnegers. De Aukaners hebben eigenlijk nog nooit de kans op ontwikkeling gekregen. Er zijn groepen die tenminste nog wel eens een doctorandus hebben voortgebracht, uit het midden van de Aukaners is één onder wijzer voortgekomen. Voor de rest moet ge. woon nog alles worden gedaan, onderwijs, medische zorg, landbouw. Heit Zeister zen dingsgenootschap der evangelistische broe dergemeente (de oudste protestantse kerk: meer dan 500 jaar) is al meer dan 230 jaar met Woord en daad in Suriname werkzaam. Men telt er nu zo'n 43 christe lijke gemeenten met meer dan 50.000 be lijdende lidmaten. De evangelistische broe dergemeente heeft de verantwoordelijkheid voor 4 ulo's, 3 muio's, 65 lagere en 32 kleuterscholen. Daaraan zijn ruim 600 leer. krachten verbonden en ze worden bezocht door zo'n 25.000 leerlingen. Samen met an dere kerken is een diaconessehuis ln Pa ramaribo opgericht, er zijn drie hospita len en dertien poliklinieken in het oer woud. Men kan zo wel doorgaan met het opsommeD van cijfers voor jeugdwerk, kin-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 25