VAN PANDJESJAS
NAAR COLTRUI
ER VALT
GEEN
SNEEUW IN
DE RIMBOE
VAN
SURINAME
provinciate
zeeuwse
courant
DE MENS RECHTOP
25
ZATERDAGKRANT
23 MEI -Ï970
i de »t«ek dat
u liet pak dat hij droeg. Ann het begin van deen
n vrij normaal verschijnsel, rooi* c-n eeuw te-
I Lonwtje Boone van otnt-PhlflpoHind iirp tot
het einde van zijn leven ln dit kostuum en hij was er heilig van overtuigd dat een dienaar
s= des Woord» ZO gekleed moest gaan. Via het jacket en het zwarte jasje Is het al verder
- afgezakt tot het donker-grijze pak en nu zijn we zover gevorderd dat predikanten aan
hun kleding in vele gevallen niet meer te onderscheiden zijn van hun leeftijdsgenoten. De
r= pastoors hadden zo ook hun eigen kostuum en de kapelaans eveneons. B(j hen heeft zich
die aanpassing In nog veel korter t(|d voltrokken.
We moeten erkennen dat het beeld van de
straat armer ia geworden door het ver
dwijnen van die specifieke kleding, waar
aan Je een beroep kon herkennen. Ook ande
re beroepen hadden vroeger zo hum eigen
pak. En sinds ook monniken, paters en non.
netjes hun habijt niet of weinig meer dra
gen. is het beeld van de straat nog meer
verarmd. Die kleding doet het 'm tenslotte
niet bij een predikant of pastoor. Zij zijn
tenslotte ook maar gewone mensen en
waarom zouden ze dan anders gekleed moe
ten gaan? Toch Is er met die kleding iets
veranderd. Dat komt natuurlijk niet door
diie kleren, maar toch Is er wel een zekere
samenhang. Er is Iets veranderd ln de ata-
tus van de predikant en bij de pastoor zal
het wel evenzo zjjn. Vroeger werden deze
lieden toch min of meer beschouwd als le
vende op een ander niveau. Toen kende mem
hen nog een zekere ambtelijke waardigheid
toe. Dit had op zich zelf nog niets te ma
ken met hetgeen zij deden. Die toegekende
waardigheid hing samen met het ambt dat
zij bekleedden. Dat was op grond van htm
positie, hun opleiding, htm beroep. Die tijd
is voorbij. Daaraan hebben een heleboel
factoren meegewerkt, maar een feit dat er
ligt is, dat die ambtelijke waardigheid
steeds meer tot het verleden gaat behoren.
Wat een predikant vroeger op een presen
teerblaadje aangeboden kreeg, zonder dat
hij er om vroeg, is nu iets dat hij en bij de
pastoor zal het wel evenzo liggen) zlcli
moet verwerven door hetgeen hij doet. De
achtergrond van opleiding en ambtsaan
vaarding, zegt het gemiddelde gemeentelid
nu niet zo heel veel meer. Zeker ls het ont
zag voor een opleiding aan een universiteit
er nu niet meer bij. Die status van de pre
dikant stamt nog uit de middeleeuwen en
bij de pastoor is het natuurlijk evenzo. De
parochies waren zelfstandige grootheden.
Het lag wel unlet zo dat ze helemaal zelf
standig hun weg konden gaan, maar de
bisschop had er betrekkelijk weinig te zeg.
gen.
HIJ die het zgn patronaatsrecht bezat (dit
kon ook een geestelijke Instelling zijn) had
er heel wat meer te zeggen. Deze droeg de
pastoor voor tot een benoeming. Na de re
formatie waren er ook allerlei mogelijkhe
den (het collatierecfat bijv.) dat de een of
andere Instantie bepaalde rechten kon la
ten gelden, maar er is toen toch meer de na
druk gelegd op de zelfstandigheid, de au
tonomie, van de plaatselijke gemeente. Dat
vloeide voort uit het ontstaan van die ge
meenten. De predikant, wanneer hij een
maal beroepen was. had een vrij beroep. Hij
had eigenlijk geen werkgever. Hij hing, wat
dat betreft, ergens in tussen de kerk in haar
geheel, die hem beroepbaar had verklaard
en de gemeente die hem beroepen had.
Meestal ging dit wel goed. Dit mede door
die ambtelijke waardigheid. Als er echter
klachten kwamen dat het niet zo goed góng,
was het niet gemakkelijk, zo niet onmoge
lijk daarvoor een oplossing te vinden. De
kerkvisitatie heeft maar al te veel gestaan
voor problemen die onoplosbaar waren,
juist door die tussenpositie van de predi
kant. Een gmeente is wel autonoom wan
neer het gaat om het beroepen van een
predikant, maar als men van hem af wiü,
moet de kerk in haar geheel worden inge
schakeld en dan zit men in menig geval
grotelijks verlegen. In deze tijd wordt er
veel gesproken en geschreven over .schaal
vergroting.' Ze wordt noodzakelijk geoor
deeld. Zo wooden burgerlijke gemeenten sa
mengevoegd, zo worden bedrijven gefu
seerd, zo smelten kranten Ineen. Schaalver
groting ls altijd ergens een verarming. Er
wordt iets omgevormd. Een burgemeester
die ln onze provincie een andere gemeente
krijgt, moet zich inleven in een gemeente
die vele malen groter is dan dat vroeger
het geval was. Doch daarmee is ook zijn
positie veranderd. Vroeger sprak men van
de .burgervader' en in vele gevallen ver
diende hij die naam ook wel. Hij kende
zijn gemeenteleden persoonlijk. Nu is dat
niet meer mogelijk. Heel zijn functie is ook
een andere geworden. Schaalvergroting be
tekent altijd dat wij met grotere eenhe
den te maken krijgen. Ook in de kerk zal
men aan schaalvergroting moeten denken.
Deze is eigenlijk reeds lang aan de gang,
maar hier wil het zich nog niet doorzet
ten, omdat men in de gemeenten blijft
vasthouden aan hetgeen er vroeger altijd
geweest is. In een artikel in het maand
blad vein de vereniging van kerkvoogdijen
ln de NH Kerk over de rechtspositie van
de predikant, heeft smr B. Plomp ook dit
pun/t aangeroerd. In het nummer ven 13
maart van dit dagblad is er enige aan
dacht besteed aan dit artikel. Het gaat
hem voornamelijk om de predikantstrakte
menten en, verbonden daarmee, de pensl-
Hlj ziet de toekomst van het kerkelijk
bedrijf allesbehalve rooskleurig in. Wan
neer hij aan die toekomst denkt ziet hjj
slechts twee mogelijkheden: ,Of we gaan
verder op het heilloze pad van loven en
bieden en de vercommercialisering van het
ambt van predikant, waarbij de volstrekte
autonomie van de gemeenten in het nog
middeleeuws parochiaal patroon als een
heilig huls wordt bewaard'. De regeling
van de predikantstraktementen wordt, vol
gens hem. volkomen uit z'n voegen gelicht
door de persoonlijke toelagen boven het
minimum traktement. Door een tekort aan
predikanten wordt dit bovendien nog zeer
ln de hand gewerkt ook. De tweede mo
gelijkheid die hij ziet: ,Of wij aanvaar
den de noodzaak heft ambt predikant te
.verambtedijken', ln de zin van het geven
aan de predikant van een werknemerssta-
tus in dienst van ae NH Kerk met een
rechtspositieregeling, overeenkomened met
die ven andere kerkelijke mede-werkers.'
De gemeente kan dan een pred-kant be
roepen, zij kan hem ook betalen. Doch de
kerk ln haar geheel is zijn werkgever ge
worden. De wtjze waarop in de kerk tot
nu toe met de vrijgestelde krachten wordt
omgesprongen, is niet meer verantwoord.
.Wanneer een predikant in dienst staat
van de kerk in haar geheet, kan het ook
gemakkelijker komen tot wijziging van
het onlosmakelijk geachte verband tussen
gemeente en predikant.' Nu is dit alleen
maar mogelijk wanneer een predikant een
beroep naar 'n andere gemeente aanneemt,
met emeritaat wordt heengezonden, of hij
zeif ontheffing uit het ambt vraagt- De
enkele gevallen waarin de kerkelijke tucht
ingreep, kunnen we wel achteloos voorbij
gaan. We kunnen a LI een maar hopen dat
q mr Plomp doorwerken.
Wie iets weet van de moeilijkheden, de
strubbelingen, de twist, om maar geen er
ger woord te gebruiken, waarbij de kerk
machteloo6 staat en waarbij het evangelie
geen geringe schade lijdt, moet ook wel met
zijn gedachten in deze richting gaan.
Bovendien zal de kerk, volgens mr Plomp,
zó meer zeggenschap kunnen krijgen op
het werk van de predikant em dat is des
te meer noodzakelijk wanneer we te ma
ken krijgen met die schaalvergroting. Het
getal van de predikantsplaatsen zal nog
verder gaan afnemen. Noodzakelijkerwijs
zai de kerk moeten overgaan tot .een doel
matiger indeling in wijken en gemeenten.'
.■Van streekgemeenten zal verder moeten
worden gedacht en gewerkt. Het gevolg zal
zijn: de status van de predikant is reeds
veranderd en hij zal door die schoolvergro-
ting nog meer veranderen. Datgene waarop
mr Plomp wijst is ook aan de gang in an
dere protestantse kerken, waar men even
eens zit met dezelfde moeilijkheden. Ze
Is ook aan de gang in de R-K Kerk, waar
een nieuwe decanale indeling gekomen is
en waar men eveneens doende is stxeek-
gemeeaten te vormen. Maar ln zo'n srreek-
gemeente zal de status van een predikant
en eveneens van een pastoor of kapelaan
een andere zijn. Zij zullen zich moeten
kunnen invoegen, wat voor de ouderen niet
altijd even gemakkelijk zal zijn. Het oude
vertrouwde verband met alles wat daarbij
behoorde, is er niet meer, althans het
werkt niet meer zoals dat vroeger het ge
val was. De jongeren zullen in een veran
derde situatie beginnen. Ze zullen in team
verband moeten kunnen werken, wat ook
weer niet zonder moeilijkheden is. Ze ko
men niet meer in de gemeenten en pa
rochies als dragers van een vanzelfspre
kende waardigheid. Het zal hen, bij" de
schaalvergroting niet gemakkelijk zijn om
de juiste weg te vinden, want de kans is
groot dat ieder dan gaat doen wat hij hee
liefst wil doen en dat kan niet in team
verband. H.
Dat de mens rechtop door
het leven gaat (verticaal
dusen praktisch alle die-
Ten horizontaal, is een feit
waar wij wellicht zelden of
nooit bij stil staan. Het is
er niet mmder waar om.
Ik zie hier een stuk sym
boliek in: het dier kijkt niet
verder dan zijn neus lang
is", het dier komt niet ver
der dan de aarde en de stof.
Met de mens rechtop is het
iets anders. Zeker ook hij
is van deze aarde en moet
van deze aarde iets moois
proberen te makendat
is een duidelijke bijbelse op
dracht en niet nakomen van
deze opdracht is ontrouw
aan de Schepper. Maar toch
is zijn rechtop lichaamshou
ding ook een symbool van
die andere verbondenheid
t-on de band met God. Men
zou kunnen zeggen: de
mens is helemaal van en
voor de aarde horizonfa-
hsmeen tegelijk helemaal
van en voor God (vertica-
'ismej. Sommige mensen
hebben moeite met deze
combinatie ofwel zijn ze
bang dat het horizontalis-
me de doodsteek is voor de
echte godsdienstigheid, of-
oel vrezen ze dat vertica
ls me de mens tot een schijn
godsdienst igheid voert, die.
door Christus duidelijk is af
gewezen.
Jammer dat beide groepen
(vooral in hun extreme vor
men zich in loopgraven
verschansen terwijl Chris
tus toch zo'n schitterend
voorbeeld is van het volle
dig op God en tegelijk vol
ledig op de mens gericht
zijn. Hij is steeds met bei
de polen tegelijk bezig
zonder er een absolute en
totale eenheid van te ma
ken.
Zoals boven reeds werd op
gemerkt ervaren wij dis
combinatie heel dikwijls als
sen moeilijke zaak en ligt
steeds de bekoring op de
loer om in extreme stand
punten te vluchten. Toch
denk ik dat wij de spanning
tussen de beide polen niet
moeten ontlopen.
Iedere christen zal geduren
de geheel zijn leven zoeken
en tasten, rallen en op
staan, grijpen en mistasten.
Zo zou men de woorden van
Paulus kunnen verstaan als
hij zegt: .Nu kijken wij nog
in een donkere spiegel, maar
eenmaal zien wij oog in oog.
Nu ken ik slechts ten dele,
maar dan zal ik (en volle
kennen.' (1 Kor. 13).
Terneuzen J. Segers.
illinium
Het misbezoek daalde vaat ruim 6.) pet in 1966 tot 58 pet
in januari en 56 pet in oktober 1968; een steekproef een
jaar luier, ln oktober 1969, gaf een percentage van 51,5 te
sten. Uitgaande van de noodzakelijke geachte capacitiet van
35 pel van het aantal geregistreerde kerkleden was er een
jaar geleden een overcapacitiet van ongeveer 395.000 (zit.)
plaatsen. In vier jaar tijds kwamen omstreeks 30.000
plaatsen in rk-kerken vrij, wat gelijk staat aan 60 kerken
van gemiddeld 500 plaatsen. Het Kaski constateert vit het
dalend kerkbezoek een groeiende onverschilligheid tegen
over het. lid zijn van een kerk (-organisatieen tegenover
het officiële leven binnen die kerk. Overigens is ook in
rk kring kerkgang geen doorslaggevende maat meer voor
het gelovig of meelevend kerklid- zijn. In de rk parochiële
registers zijn overigens vrijwel alle doopleden opgenomen,
ook zij die zichzelf niet. meer als rooms-lcatholiek beschou
wen. (Van 12-11 september) komen 200 van 's werelds be
faamd s te theologen (20 niet-, de overigen wel rooms-ka-
tlwliék) naar Brussel voor een congres dat als motto ,De
toelcomst van de kerk' heeft meegekregen. Dit congres,
waarvan de Belgische kardinaal Suenens het ere-voorzit-
terschap heeft, wordt geleid door prof. dr E. SchiUebeeckx
hoogleraar aan de katholieke universiteit van Nijme
gen. De stichting Concilium, die bij de Nederlandse uitge
ver Paul Brand een internationaal tijdschrift met dezelfde
naam laat. uitgeven en die organisatrice van het. congres
is, wil het congres ,een nieuwe theologie laten uitwerken
en doorwerken die gevoelig is voor de concrete problemen
van kerk en wereld.' Hel congres dat besloten vergaderin
gen i;i elf werkgroepen zal afioisselen met openbare ver
gaderingen waar veie honderden waarnemers, ook van an
dere kerken dan de rooms-katholieke worden verwacht, zal
voornamelijk vier onderwerpen behandelen Deze zijn: ,/le
functi6 van de theologie in de kerk', ,wat is de christelij
ke boodschap', ,de tegenwoordigheid van de kerk in de
maatschappij van morgen' en structuren van de kerk van
de toekomst.'
dertehuizen, sociaal-maatschappelijk werk.
De Surinaamse overheid en ontwikkelings
hulp van buitenlandse zaken ln ons land
geven de laatste Jaren belangrijke steun.
Maar van de totale begroting van het werk
in Suriname moet het Zeister Zendings
genootschap toch altijd nog 25 procent op
brengen. Zeventig procent van de Surina-
mers woont ln onbewoonbare hokken en
krotjes, dertig proeent van bevolking mins
tens is betrokken bij een structurele wer.
keloosheid. In 1968 had nog maar acht pro
cent van de bevolking het voorrecht om
belasting te betalen. In Suriname is dat
een voorrecht. Dat betekent namelijk dat
je meer dan tweeduizend Surinaamse gul
dens per jaar verdient. Maar het gemiddel
de inkomen is niet meer dan ruim zes
honderd Surinaamse guldens. Een gegaran
deerd minimum-inkomen as er niet, 92 pro
cent van de mensen leeft aan de rand van
het minimum bestaan of er onder.
Dat bestaansminimum geldt ook voor het
internaat Karmel. Het ligt niet aan Wil
fred Sumter en nog minder aan de evan-
gelistische broedergemeente. Voor de 74
kinderen krijgt Sumter van de post Albi-
na, waar alles wordt geregeld, anderhalf
tot twee kilo vlees per dag. Tussen de
zestig en tachtig kilo per maand voor de
hele postbezettlng van Karmel. ,Als ik om
honderd kilo vraag krijg dk te horen dat
er geen geld is', zegt Sumter. Daarom
gaat hij als er tijd voor is af en toe zelf
op jacht naar een tapir of op de visvangst.
Het vlees is gezouten, ook kan er wel
eens een varkensstaart af, dat kost alle
maal minder dan rundvlees. Verder horen
by het rantsoen voor Karmel honlngbüok-
jes, twee zakken meel per maand en twaalf
Liter spijsolie en achttien halve zakken
rijst Uit het lnternaatsgeld moeten bij
voorbeeld worden betaald klassepapier, pe
troleum, hoofdpijntabletten, landbouwmate-
riaal, een enkele schop, een kapmes,
's Morgens krijgen de kinderen rijst met
soms wat zout, 's middags groente en zout
vlees, 's avonds weer rijst of rijst met
wat vis erbij.
's Zondags is er alleen brood en afwisse
lend pap. Maar eassavebroden zijn duur,
zes tot zeven gulden per stuk, m Albina
kosten ze zelfs elf gulden. En de zelf ver
bouwde cassave wordt meestal door het
wild opgegeten. .De mensen zijn vaak on
dervoed', zegt Sumter, ,voor de kinderen
hebben we beter eten, beter onderwijs en
verdere studie nodig. Onze oude werkster
heeft al gezegd dat ze niet meer wil ko
ken voor vijftien gulden per maand. Onze
bootsman verdient er honderd, daarvan ko
men er 25 voor rekening van het inter
naat. Hij is onze technische man, hij leert
onze kinderen ook houtsnijwerk maken.'
De bootsman weet om te gaan met de
motorboot die vanuit Middelburg werd ge
financierd voor de post Karmel. In Mid
delburg werd eerst een buitenboordmotor
betaald. Die was te zwaar voor de zelf
gemaakte bootjes. Daardoor kwam er daar
na een steviger exemplaar, ook ln Zeeland
betaald. Kleren zijn eveneens overgezonden
naar Suriname en er is een drukke cor
respondentie ontstaan.
Rond de post Karmel is een kerkgemeente
van zo'n 35 tot 45 leden, de mensen leven
ln groepen. Motleven om hun kinderen
naar school en lnternaats-posten te sturen
.er zijn er een paar die komen omdat ze wat
beter te eten krijgen, maar de grote groep
komt echt voor onderwijs.' Het probleem
is dat er geen geld is om kinderen die
na dit soort basisonderwijs verder willen
in Paramaribo te laten leren. Ze moeten
terug naar de groepen waartoe hun ouders
behoren, die leven van wat visvangst, jacht,
een klein beetje primitieve landbouw. .Wij
komen niet aan de volwassenen toe, we
hebben zelfs geen tijd om op evangelisati-
rels naar de dorpen te gaan', zegt Sumter.
Bovendien: ,er is te weinig brandstof voor
de motorboot. Men moet zuinig zijn met
de vier tot vijf vaten gasolie die het rant
soen is voor een héél jaar. De olie moet
worden bewaard voor ernstige zieken die
dan twee uur varen de rivier op naar
Stoelmanseiland worden gebracht, en dat
kost dan tegen de twintig gulden. De trots
van Sumter: twee jongens die na hun vor
ming in Karmel nu dokter Van Voorthui
zen op Stoelmanseiland assisteren.
Het valt in het Surinaamse binnenland niet
mee om aan .persoonlijkheidsvorming' te
doen. Maar Sumter geeft de moed niet op.
,Het is de bedoeling dat de kinderen in het
binnenland zoveel mogelijk als waardige
burgers worden behandeld', aldus zijn dog
ma van de Karmel. Zo gaat dat binnen
één koninkrijk.
WILL. VERKERK
GEEN KANS
Amerikaanse toeristen sturen fraaie kleurenfoto's naar huis: .Greetings
from Suriname, the land of hospitality and laughter'. En de affiches bejube
len Suriname als ,an explorer's paradise'. De gastvrijheid is er wel, maar la
chen vergaat je als je even praat met evangelist-onderwijzer Wilfred Sumter
(27). Dan kom je tot ontdekkingen die niets met een paradijs hebben te ma
ken.
Wel beroerd, maar nog niet het ergste
is het feit dat de 74 kinderen in zijn
school te Karmel, diep in het Suri
naamse binnenland aan de Tapanaho-
ny-rivier, leren uit Nederlandse taal
boeken. Puur Nederlands, en verou
derd. Ze leren over sneeuw, wild
vreemd, en rekenen: één peer kost
drie cent, vier peren kosten twaalf
cent. Maar peren bestaan niet in Su
riname. Ze leren over snoeken, maar
ze kennen alleen de .pierings' die je
finaal opeten als je uit je korjaal
overboord valt in de diepe rivier. De
leesboeken zijn iets meer aangepast,
re zijn van Anne de Vries. De sfeer is
wel Surinaams gemaakt; ze zijn wel
te gebruiken voor de kinderen in het
binnenland, maar toch ook niet Alles.
HANDEN VOL
Wilfred Sumter ls momenteel in Middel
burg. Hij is daar op uitnodiging van de
jongerenkapel 't Zand en centrum, houdt
lezingen en preekt in kerkdiensten. Joli
gere mensen die al enige jaren contact
hebben met Sumter, die in het Surinaamse
binnenland samen met zijn vrouw de lei
ding heeft over een school met Internaat.
Ze staan er samen helemaal alleen voor.
,Je bent oppasser (verpleger) en adviseur
op allerlei gebied, behalve politiek' zegt
Wilfred Sumter. Hij waagt zich niet aan
politieke bespiegelingen. Hij weet er te wei
nig van. ,De informatie bij ons in Karmel
is echt niet genoeg om er een oordeel
over te hebben. Ik zit alleen maar bij de.
radio ln het binnenland. Wat in Paramari
bo gebeurt weet je niet, je raakt wel ach
ter', zegt hij. En trouwens: ,ik heb mijn
handen vol aan het werk, we zijn nooit
klaar.' Desondanks weet Sumter natuur
lijk wel dat de economie van Suriname niet
best ls, dat Pengel eruit is (geen verlies),
en in Middelburg hoort hij van de activi
teiten rond de Zeeuwse vestiging van het
Franse aluminiumconcern Pechlney en het
aangrijpen van de fundamentele ongerech
tigheid dat Surinaamse bodemvondsten naar
Europa worden getransporteerd. In plaats
van direct in Suriname onder eigen lei
ding niet van buitenlanders te wor
den verwerkt tot eigen produkt. Theore
tische economische problemen van winst
maken, de problematiek van de ontwikke
lingssamenwerking in een kapitalistisch
gestructureerde wereld (vla theorie en poli
tiek moet de prakrijk veranderen) worden
bij hem in het Surinaamse binnenland puur
praktisch. Ze zijn niet alleen een illustra
tie van het systeem, ze zijn veel meer
duidelijke menselijke ellende in een stukje
.Koninkrijk der Nederlanden.'
Wilfred Sumter werkt nu al drie jaar ln
Karmel. Hij zou best weer eens naar Para
maribo willen om verder te studeren, mid
delbaar theologie, maar hij heeft zich voor
genomen in ieder geval zijn standplaats
Karmel aan een nieuw internaat te helpen.
Er zal geld komen van de actie .Kom over
de brug". Maar met alleen zo'n nieuw inter
naat ben je er niet. Karmel is een stuk
weggekapt rimboe met één bouwvallig oud
gebouw, een hut op palen. Beneden is de
school (en de kerk), boven zijn de twee
kamertjes voor de jongens en meisjes. Het
zijn Aukaners en Djoeka's bosnegers. De
Aukaners hebben eigenlijk nog nooit de
kans op ontwikkeling gekregen. Er zijn
groepen die tenminste nog wel eens een
doctorandus hebben voortgebracht, uit het
midden van de Aukaners is één onder
wijzer voortgekomen. Voor de rest moet ge.
woon nog alles worden gedaan, onderwijs,
medische zorg, landbouw. Heit Zeister zen
dingsgenootschap der evangelistische broe
dergemeente (de oudste protestantse kerk:
meer dan 500 jaar) is al meer dan 230
jaar met Woord en daad in Suriname
werkzaam. Men telt er nu zo'n 43 christe
lijke gemeenten met meer dan 50.000 be
lijdende lidmaten. De evangelistische broe
dergemeente heeft de verantwoordelijkheid
voor 4 ulo's, 3 muio's, 65 lagere en 32
kleuterscholen. Daaraan zijn ruim 600 leer.
krachten verbonden en ze worden bezocht
door zo'n 25.000 leerlingen. Samen met an
dere kerken is een diaconessehuis ln Pa
ramaribo opgericht, er zijn drie hospita
len en dertien poliklinieken in het oer
woud. Men kan zo wel doorgaan met het
opsommeD van cijfers voor jeugdwerk, kin-