BOTWINNIK: NOG ALTIJD
GROOTMEESTER
SLAG OM DE VROUW
PAVEL
KADERABEK
LAATSTE
PRIISSTEEN
lééfinjehuis!
s
1
"A
•1
m
8
m |p
9
as
A
m
m
m
Wiï\
m
m 9 MjR
ij Ut
p W W.
in a n 1
%,M a a
VISSEN AAN HET STRAND
23
provinciale
zeeuwse
courant
van schaken is hetzelfde als vroeger, maar achter het bord zie ik het allemaal niet meer
w gauw', verklaarde Botwinnik na afloop van de grootmeestervierkamp te Oegstgeest, waar hij sa
men met Larsen op een gedeelde 3de en 4de plaats eindigde.
De 59-jarige oud-wereldkampioen, die van 1948 tot 1963 (met on
derbrekingen door Smyslov en Tal) een klasse apart aan de top
vormde, wil kappen met het wedstrijdschaak en zich uitsluitend
nog wijden aan zijn wetenschappelijke arbeid. Zojuist is er een boek
van hem verschenen, dat een nieuwe stap betekent op de moeiza
me en ingewikkelde weg naar het construeren van een schakende
computer. Elektronisch ingenieur Botwinnik is ervan overtuigd dat
het nu nog lage peil van zo'n computer binnen enkele decennia op
zijn minst tot meester-niveau kan worden opgevoerd.
51. Ke2-fS
52. Kf8-g2
53. Kg2.f8
54. Kf3.e2
55. LcS-el!
Lh4.d8
Ld8.h4
Tc8-d8
Td8.c8
Lh4.d8
Na enig heen en weer spelen vindt
wuit de juiste opstelling: veld h4
wordt aan zwart s loper ontnomen.
55.
R-fB
Het gaat er vooral om, het evalua
tieproces (het beoordelen van schaak,
stellagen °P specifieke kenmerken)
te vereenvoudigen en te verfijnen',
licht hij vriendelijk toe, verwijzend
naar zijn nieuwe boek.
Botwinndlc's grote kwaliteiten van
systematicus en analyticus kwamen
in de vierkamp te Oegstgeest ook in
de praktijk nog weer eens goed tot
uitdrukking. Voor zijn subtiale be
handeling van het eindspel tegen
Larsen kreeg hij de helft van een
honderd dollar premie, door een be
middelde schaakminnaar uit de USA
uitgeloofd voor de beste prestatie(s).
Oegstgeest 1970, 5de ronde
Stelling na 4L Da6xc8 Tb8xc8
ken. Hij sluit zich in zulke gevallen
niet urenlang in zijn hotelkamer op,
maar houdt ae geest fris door tevens
flinke wandelingen te maken. (In
Noord wijk waar hij logeerde ge.
woon!ijk langs het strand, hij houdt
van zee en wind). Wel heeft hij al
tijd een zakschaakspelletje bij zich
voor het geval hij een of andere in
geving krijgt.
Larsen wil niet passief blijven met
het oog op wit's plan de koning naar
a4 te brengen om met b4.b5 door
te breken. Botwinnik was van oor.
deel, dat zwart had moeten afwach
ten door met de koning tussen g6
en g7 heen en weer te gaan. De winst
zou dan lang nog niet gemakkelijk
zijn geweest, in ieder geval veel
meer tijd hebben gevergd. Tengevol
ge van het opspelen f7_f6 wordt pion
e6 zwak, hetgeen wit weer extra
moeilijkheden blijkt te verechaffen.
42. Kgl-f2
43. Kf2_fS
Kg8-f8
1
i
1
1
1
1
1
M
4
A
1.'
J
Wit wil in principe met zijn koning
naar de damevleugel lopen, hl) doet
dit echter doelbewust via f3 om op
de koningsvleugel g2.g4 aan de orde
te stellen. Aangezien wit na f5xg4
kf3xg4 benevens f4.f5 te veel ruimte
zou winnen, moet zwart de concessie
h6.h5 doen. De verhoogde kwetsbaar,
heid van de zwarte h.pion betekent
een latent tweede front, zodra zwart
op de verdediging van beide vleugels
moet letten.
56. Ke2-f3
57. f4xe5
58. Ta7.a8
59. Ta8-g8f
60. hS.h4
61. Tg8-h8
62. h4_höf
63. Th8_a8
64. Ta8.a6
f6xe5
Tc8-c7
Ld8.g5
Kg6-h5
Lg5.h6
KhS.gB
Kg6-g7
Lh6.g5
Hier staat de witte toren optimaal:
hij ondersteunt na b4.b5 c6xb5 de
opmars c5.c6 en bedreigt dan tevens
pion e6.
43
44. KfS.e2
45. Ld2.el
46. Ta3-a7
47. Lel-cS
48. Ke2.d3
65. b4.b5
66. Ta6xe6
67. Lel.b4
Tc7.c8
c6xb5
Lh6.cl
h6.h5
Kf8.g7
Kg7.g6
Le7.d8
h5.h4
De slotfase wordt door Botwinnik
zeer precies g
c6 zou zwart r
Zwart: B. Larsen
Wit: M. Botwinnik
Nauwkeuriger was eerst 48. Lel om
zwart geen gelegenheid te geven tot
aotivering van zijn dameloper. Bot
winnik gaf ronduit toe Larsen's voL
gende vindingrijke pionoffer niet te
nebben gezien.
68. Te6.g6t
69. Tg6.d6
70. Td6-d7+
d5.d4
Rg7.h7
Lcl.b2
Kh7-g8
Kh6 wint 71.
Gedwongen, op 70.
Ld2f, Kh5: 72. Td61, Th8 (er dreigde
Th6 mat) 73. c6
heeft met zijn afgegeven
zet de dames geruild, zodat hjj het
eindspel in alle rust kon onderzoe-
49. g2xhS
50. KdS.e2
h4.h3!
Ld8.h4
Tl. e5.e8
72. e6.e7
73. Td7.d8
74. Td8xe8
75. c5-c6
Lb2.cS
Tc8.e8
Kg8.f7
Kf7xe8
Wlt's koning moet terug om zwart's
plotselinge tegenspel op de konings
vleugel aan banden te leggen.
Zwart capituleerde, na 75Lb4:
76. c7 promoveert een van wlt's bei.
(ADVERTENTIE)
47-41 36x38; 26-21 22x31; 49-44
38x40 29-24; 16x38; 34-30
20x29; 45x3 35x24; 3x26
Iff
GABRIËlsÉ middelburg
goes vlissingen
C speelt In een paren wedstrijd, west (uw partner) was
gever en paste - noord paste - als oost bood u op on
derstaand spel drio schoppen zuid doubleerde - west
paste - noord ging even ,in trance' en paste ook. U moet
dus drie gedoubleerde schoppen spelen, zuid komt met
klaverheer uit en u kijkt tegen de volgende OW-spellen
WEST
«f862
V 8 4
H B 7
A 7 5 l
OOST
H B 10 9 7 3
A 10 5
9 4
•J» B 2
Oost drie schappen - zuid start klaverheer en de tafel
wint met klaveraas. In slag 2 speelt west schoppen zes
na, noord volgt met schoppen vier en thans is de vraag:
snijden op de vrouw, of schoppenheer 1
Indien u zo verstandig bent geweest reeds tijdens het
bieden aan NZ te vragen, wat of zuids doublet' op drie
schoppen betekende, kreeg u van noord te horen dat
dit een .informatiedoublet' (optioneel doublet) was. U
mag dus veronderstellen dat noord, die het doublet toch
inliet, enige kracht in schoppen heeft en dé&rom met
bood. Aan de andere kant, stelt u vast, kan noord onmo
gelijk véél hebben zodat hij wellicht uit wanhoop gezwe
gen heeft.
De zal u niet lang in onzekerheid laten: in deze situatie
waarin u 50 procent kans heeft het ,goed' te doen, moet
u om drie schoppen te winnen de schoppenheer leg.
gen. Noord heeft namelijk schoppen A4 harten B72 rui
ten 10653 en klaver 10984. Ik betwijfel, of u het goed
gedaan zoudt hebben ik geloof niet, dat elke expert
aan de bridgetafel de winnende manoeuvre zou vinden.
zelfs verre van dat, ik meen dat zeker 90 procent het
fout zou doen of, zoals dat bij experts heet .minder ge
lukkig'.
U zult zich wellicht afvragen, of noord nou zo nodig
moest passen dat was toch wel erg gewaagd?! In de
praktijk (jeugdkampioenschappen) bood noord éénmaal
wéll: hij koos een zijner twee .beste' kleuren en kwam
met ,vier klaver1 op de markt. Die mocht hij dan onge.
doubleerd spélen, waarbij hij de volgende zuidhand
op tafel vond: schoppen V5, harten H963, ruiten AV82,
klaver HV6. Na rultenstart door oost en schoppen
na door west werd de gang naar het schavot voor
noord Ingeleid. Hij probeerde lets van het wrak te red
den door onder andere driemaal troef te spelen: west
deed het goed en weigerde tweemaal het aas te nemen.
Deze west, de Amsterdammer Bomhof, werd dan ook na
tionaal Jeugdkampioen, samen met zijn partner Jacobs.
Noord kreeg twee troefslagen, twee azen en een harten:
vijf down. voor een verlies van 500, uiteraard een droe
vige score. Waar ik echter met u heen wil is dit: het is
de vraag of zuid wel moet doubleren. Zeker, hij .heeft'
16 punten, maar noord paste al en zuid heeft geen enkele
goede speelkleur. Indien zuid toch doubleert, moet noord
maar passen alles wat hij gaat doen rust op drijf
zand en NZ hebben zeker meer kans vijf slagen in de
verdediging te maken, dan 10 in de aanval! Waarschijn
lijk is het pas'-advies door mij aan zuid gegeven, in jon
ge ogen belachelijk. Laten wij er over een jaar of tien
nóg maar eens over spreken
BRIDGE VRAAG VAN DE WEEK:
West Is gever, "NZ staan kwetsbaar, parenwedstrijd.
De zuidspeler heeft;
4» V 8 3 *B74 4.952 4. A 7 4
West één harten noord doublet oost twee klaver.
Wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze pagina.
Aan het kampioenschap van Tsjecho-Slowakjje namen slechts vier
spelers deel, welk aantal een afspiegeling vormt van de geringe be
langstelling in dat land voor het damspel. Des te meer waardering
moeten wij dan ook hebben voor dat handjevol getrouwen met
Reimann en Kaderabek als exponenten dat zich met niet afla
tend enthousiasme aan het spel wijdt, ook al levert dat bij deelna-
name aan internationale toernooien in de regel niet meer dan een
serie nullen op. Gemeten naar een partij van de winnaar Kaderabek
(Reimann nam niet deel) uit het recente toernooi kan echter de
voorzichtige conclusie worden getrokken, dat het spelpeil zich in
opgaande lijn beweegt.
Wit: Kaderabek
Zwart: Bolleek
Gespeeld te Praag 12 april 1970
1. 32.28 19.23
2. 28x19 14x23
3. 37.32 10.14
4. 41.37 14.19
5. 33.28 17.22
Een aanbevolen voort ze tUng is deze.
5. 46.41 5.10; 6. 35.30 waarna 20.24
wordt belet wegens 33-28.22 en 34.29.
terwijl op 20.25 uitstekend 33.29 kan
volgen.
6. 28x17 11x32
7. 39.33 6.11
8. 44.39 11.17
9. 46.41 5.10
10. 50.44 10.14
11. 35.30 20.24
onze voorkeur gaat uit naar 20.25;
de zwarte stelling wordt na de tekst
zet ahw overontwïkkeld, hetgeen tot
een wat moeilijke verdere zettenkeus
leidt.
12. 30.25 14.20
13. 25x14 9x20
14. 32.28 23x32
15. 37x28 3.9
Het spel van de witspeler is veel
evenwichtiger; indien 3.9 is bedoeld
als inleiding op 18.23 dan zou 4.9
meer voor de hand hebben gelegen.
16. 41.37 18-23
17. 37.32 12.18
18. 47.41 zie diagram
25. 40.34 9.14
26. 34.29 25.30
Zie diagram
9 9
9
f' 9
3 9
9
9
e
n
I
i 0
-
lp
Op fraaie wyze weet Kaderabek een
schijf te winnen door:
27. 39.34 30x50
28. 29.23 18x29
29. 27x9 14x3
30. 49.44 50x39
31. 43x25
waarna het spel na nog 10 zetten
voor zwart verloren ging.
PROBLEEM VAN DE WEEK.
In deze stelling laat zwart de vol
gende wellicht beslissende com
binatie achterwege: 24.29 83x24;
22x33 88x29; 19x30 34x21; 16x47
89.33; 23x34 40x29; 18.23 29.9;
47.3!.'
187.12
19. 41.37 9.14
20. 34.29 23x34
21. 40x29 4.9
22. 45.40 20.25
Wits voordeel gaat zich duidelijk af.
tekenen. Met 32.27 had zij zijn te.
genstander direct in een ketting,
stelling kunnen sluiten.
23. 29x20 15x24
24. 32.27 14.20
Dit maal weer eens een vraagstuk
van de vindingrijke Brabantse nes.
tor A. de Graag. Oplossing elders op
deze pagina.
In een Zweeds bridgeblad. werd de
stelling verdedigd, dat zuid thans
twee harten moet bieden om aan te
geven dat hij zowel in schoppen als
111 ruiten kan spelen. De klassieke
theorie echter zegt, dat zuid óf ge
woon twee ruiten moet zeggen of,
als hij meer wa doen, de kleur der
vijand moet bieden die het laatst ge
boden werd, dus drie klaver. In die-
oude school geldt ,thvee harten' veel
meer als een spel met een zeer lange
hartenkleur zelfs nadat west die
kleur opende. Want wat moet zuid
bieden met:
V 8 3 4> VB 10 987S 5S 4, AST
Ofschoon west harten bood, wil zuid
die kleur best spelen. In de gegeven
vraagstelling voel ik het meest voor
.gewoon' twee ruiten, en zegt noord
dan ticee schoppen, dan heeft ruid
voldoende een zetje naar drie schop
pen te geven. Noord had 4, AH B 9 4
V 65 AH B S 4,9 2 ener waren
problemen om op vier schoppen te
komen. Noord bood namelijk, over
twee ruiten, het z.i. normale bod van
drie ruiten en zuid paste. Toch had
noord zijn zeer goede schoppens niet
mogen verzwijgen men moet bij
het. bieden niet alles aan de partner
overlaten!
Over het vissen aan het strand us meer te vertellen dan menig hengelaar zou
vermoeden. Het strand is geen zandvlakte waar de vis geen voedsel kan
vinden, nee hét ls een zandmassa die steeds ln beweging is en waar de vis
op vele plaatsen een rijke voedingsbodem vindt. Een verkenning van het
strand bij laag water, kan de hengelaar een goede indruk geven waar hij
eventueel met hoog water he: beste kan vissen. Het zijn vooral de muien
en geultjes langs het strand, waar de vis meestal aanwezig ls om voedsel te
zoeken. De muien en geultjes worden echter sterk beïnvloed door de wind.
Zo heeft men land. en zeewinden. De landwmden waaien vanuit de kust en
stuwen het oppervlaktewater- de zee in. Nu ontstaat er van zee uit een
tegendruk, die een onderstroom ir de richting van het strand veroorzaakt en
waardoor het weggestuwde water door deze onderstroom wordt aangevuld.
Deze onderstroom brengt behalve een grote hoeveelheid water en zand. ook
kwallen, zeesterren, zeeëgels, schelpdieren en wieren op het strand. Een land
wind of een wind uit oostelij'kc richting, gaat in de zomer meestal samen
met mooi zomerweer Dit zomerweer zorgt er dan tevens voor dat de brij
van aangevoerde stoffen gaat rotten en ontbinden. De vis, die voor deze vieze
pap weinig belangstelling heeft, komt n:et te dicht onder de kust. De vis
blijft nu liever in diep en helde: water en de hengelaars kunnen, ondanks
de steum van rugwmd en zwembroek, helaas niet ver genoeg met hun aas
gooien, om bij de vis te komen.
De zeewind geeft het strand een geheel ander beeld. De wind stuwt het water
soms met grote rollers het strand op, waardoor een tegengesteld effect
ontstaat aan dat van een landwind. Een onderstroom die nu vanaf het strand
naar zee trekt, zorgt voor de afvoer van het door de wind aangevoerde zee
water. Deze afvoer van zeewater gaaf samen met de afvoer van zand en
allerlei voedingstoffen voor de vis. Er ontstaan nieuwe geulen en muien,
terwijl de oude geulen verdiepen Het zuurstofrijke water lokt nu de vis naar
het strand. Als gevolg van het zeer wisselvallig Nederlandse klimaat zijn
ook de vangsten aan het strand zeer verschillend. Voor de zeehengelaar
biedt het strand behalve de ruimte, ook de kans op het vangen van een grote
variatie aam zeevis en nergens is de kans zo groot om een bijzondere vis
soort te vangen als aan het strand.
De theorie dat men voor het strand een lange hengel nodig heeft, is al vele
malen een verkeerde stelling gebleken. Vooral ln voor- en najaar kan men
met een worp van vijfentwintig merer al mooie platvis vangen, ter.
wijl de verre werpers veel minde, resultaat boeken. Dit komt veelal doordat,
bij wat zonnesch-.jn. de platvis zich behaaglijker voelt tegen het warme strand
aan dan in het wat koudere diepe water.'Op het strand zal men moeten uit
proberen waar de vis zit, dichtbij of veraf.
23 MEI 1970
De voorraad prijsstenen in Zeeland is uitgeput -Vorige week
drukten we de laatste af. Het laatste prijssteentientje gaat naar
de heer P. Daniëlse (Schalklaan 1 te Kloetinge), die wist dat de
vorige week afgebeelde steen zich bevindt in de Stadsmolen te
Hulst
Concordia res parvae crescwnt (Eendracht maakt macht), de zinspreuk
dar Verenigde Nederlanden staat te lezen onder de fraai gebeitelde af
beelding van het Genêraliteitswapen boven de ingang van de stadsmolen
te Hulst.
Deze molen werd in 179S in opdracht van het stadsbestuur gebouwd op
één van de bolwerken van Hulst. Tot 1954 was de molen particulier eigen
dom. In dat jaar werd hij door de gemeente aangekocht en werd een begin
gemaakt met de restauratie ervan/lie noodzakelijk was omdat de molen
tn de tweede wereldoorlog was beschadigd.
Over de steen zelf het volgende: Hij stelt voor fiet wapen van de Genera
liteit of de 8taten-Generaal der Verenigde Nederlanden. Op het schild,
gedekt met een kroon, de bekende leeuw met pijlenbundel en zwaard.
Onder het schild een Unt met de al genoemde spreuk. Daaronder Is nog
juist het bovenste reap, onderste gedeelte van een kanon te zien, met aan
de ene kant een stapel kogels en aan de andere kant een mortier. Unke
en rechts steken een tweetal vlaggen, een speer en het gevest van een
zwaard achter het wapen uit.
Horizontaal: 1 Vrachtwagen (Z.Ned); 6 van elpenbeen; 10 bestanddeel
van koffie; 13 op dit moment; 14 zuivere; 15 tijding; 17 voorzetsel; 18 to
verheks; 19 tijdperk; 21 verzwaard zijden weefsel; 23 klein zeilvaartnlg;
25 kenteken; 28 vod; 30 wild zwijn; 32 deeltje v. scheik. element; S3 ge
lijk, gelijke stand; 34 Arab, hoofd; 36 ellland 1. d. MiddelL Zee; 38 voor.
zetsel; 39 ln; 40 gelofte; 41 zie 39 hor.; 42 loswal; 43 godin der eeuwige
jeugd (Germ. Mythol)46 ongemotiveerde vrees; 48 Egypt, godin; 49 vrij
de; 52 als enige zanger; 54 bruto, afk.; 55 vragend voorn.woord; 57 voor
malige politieke bond, afk.; 58 meisjesnaam; 60 in geheime zitting afk.;
61 Internat, organisatie, afk.; 63 mozieknoot; 64 gewricht; 66 Ierland;
68 muzieknoot; 70 afbeelden; 73 beschadiging, overlast; 74 landstreek.
Verticaal: 1 aatje voor bep. vis; 2 muzieknoot; 3 3e zondag van de vas
ten (R.K.); 4 grappenmaker; 5 lidwoord; 6 meisjesnaam; 7 afstand van
plaats; 8 muzieknoot; 9 boek van Mozes; 11 viering; 12 volkomen ont
wikkeld insekt; 14 rivier ln Italië; 16 en anderen, afk.; 18 nadruk; 20 stel
sel van afvoerkanalen; 22 woning; 24 iemand die ln een brood- of aarde
werkfabriek werkt; 26 zie 4 vertic.; 27 naar mijn mening afk.; 29 gods
spraken; 81 kerkelijke ceremoniën; 33 gepeupel; 35 lidwoord; 37 Alg.
Transp. Ondern., afk.; 44 modehuis ln Parijs; 45 papegaal; 46 sprook.
jeswezen; 47 -sfeer: luchtlaag boven stratosfeer; 48 terzelfder plaatse
(Lat.); 50 onvergelijkelijk; 51 zangvogeltjes; 53 voorwerp; 55 insekt;
56 vervallen gebouw; 59 persoonL voorn, woord; 62 een ongenoemde afk.;
65 iets; 67 regiment, afk.; 69 reeds; 71 Voegwoord; 72 lidwoord.