,een grens is
geen grens,
was een grens'
ABEL J. HERZBERG: ,PR0 DEO', HERINNERINGEN
AAN EEN VOOROORDEEL
CULTURELE INTEGRATIE EN GRENSVERVAGING
provinciale
zeeuwse
courant
19
TïïrmrïïfrirüiiiiruirnnrnrnifrnimiTnmrïïrriiiiiiiiminiiiïïirTmimrïïiTniïïiirdiiiirtiiiiiüriïi
lllllllllllllllllllllIlllllllllillllllillllllllullllU
ZATE ROACKRANT
Het is echter nodig in het Europa van van
daag en zeker nog in kleiner en directer
verband, je buren te kennen. De tekenen van
tegenspraken horen tot de lang niet schone
schijn.
Waar zaken als het Cultureel Akkoord voor
de grote lijnen nog graag huisvesting zoeken
in Brussel en Den Haag is men voor de directe
vormen van grensoverschrijding en grensver
vaging aangewezen op de activiteiten die al
lerlei instellingen en commissies, werkgroepen
en organisaties onder de vlag van de culturele
Integratie aan de dag leggen.
Ze opereren in de brede grensstrook, afzon
derlijk en met elkaar. Wie voorbeelden wil,
kijke in Limburg naar de .Maasketen', in Bra
bant naar het actief optreden van de Benego
en in Zeeland naar het grensoverleg tussen
Zeeurwsch-, West- en Oost-Vlaanderen. Een
belangrijk deel van het werk komt voor reke
ning van et Noord-Zuid contactcentrum:
vclksontwikkelingswerk in verenigingsverband,
waarin 19 organisaties hun krachten bunde
len.
TRAGISCH
Voor Zeeland zitter er in de Stichting Cul
tuurspreiding Zeeland en de werkgroep West-
Zeeuwsch-Vlaamderen van de ZVTJ. Een van de
promotors is de heer E. H. P. Meerkamp-van
Hmbden, directeur van de SCZ.
De heer Meerkamp: ,Dle grens is zo langza
merhand een tragische zaak geworden. Ze
bestaat officieel alleen nog voor Brussel,
Den Haag en de douane. De mensen die in de
grensstrook wanen weten, op een sporadische
smokkelaar na, van t bestaan allang niet meer.
Wat wij proberen te doen is mede gestalte
te geven aan een logische zaak met nu nog
ongelukkig veel onlogische aspecten. Een voor
beeld: Als het Groot Limburgs Toneel, dat
zijn eerste speelgebied vindt in Belgisch- en
Nederlands Limburg, bij ons in Terneuzen een
voorstelling komt geven, is het haast gedwon
gen om de grote omweg over Nederlands grond
gebied te maken. De acteurs zitten uren lan
ger in de bus, om de doodeenvoudige reden
dat de rekwisieten aan de grens in Limburg
en later nog eens aan de grens in Zeeland ln-
en uitgeklaard moeten worden. Als je op die
manier over culturele Integratie moet praten,
ben je voorlopig nog niet uitgesproken.
BARSE BORDEN
Als de heer Meerkamp verder kijkt dan zijn
culturele neus lang is, komt hij bij andere
onlogische zaken die om verdelging vragen.
.Hoeveel mensen In Zeeland dat steeds druk
ker en drukker wordt, zouden weten dat er
vlak over de .grens* een prachtig stuk Vlaams
land ligt? Op nog geen uur. Erg weinig.
Als je dan bij Aardenburg de grens overgaat
en je komt in het Belg^-sche Middelburg,
een lief plaatsje met rond de 600 Inwoners,
clan vindt je daar op je rustige middag een
bars bord met .Verboden behoudens toelating
vanwege de douane'. Je denkt dat je dam aan
illegale grensoverschrijding doet, maar dat is
niet waar. Zo'n afschrikwekkend bord ls
lang uit de mode. Het had ook verwijderd
moeten worden al was het alleen maar om
het feit dat het geen rechtsgeldigheid meer
heeft
Maar er zijn nu nog mensen die daar rechts
omkeer maken. Ze missen dan een prachtig
stukje Vlaanderen, de aamgewezen weg naar
het hart ervan, het kasteel van Male en om
geving.'
WENSEN
Wensen van de heer Meerkamp die op het
gebied van de cultuur der schone kunsten
inet zijn medestrijders al een en ander heeft
bijgeschreven op het lijstje van verrichtingen:
Een gerichter contact tussen de grensge
meenten;
éénmaklng van de zogenaamde toeristische
routes:
uitbreiding van de uitwisseling op het ge
bied van de kunst;
een samengaan van het werk van de volks
universiteiten boven en beneden de grens';
een groter aandeel van de Belgische ge
westelijke omroep in Zeeuwse zaken.
Voor het beter contact tussen de grensge
meenten verwijst de directeur van de SZC
graag naar hetgeen de Benego rood Putte-
Capellen bere-kte. De brandweer kwam er voor
gezamenlijk gebruik; de ziekenfondsen maak
ten behandeling over en weer mogelijk; ge
meentelijke accommodatie voor sport en an
dersoortige vrije tijdsbesteding wordt geza
menlijk gebruikt en de illegale grensover
schrijding werd uiterst legaal. Een Zeeuv.n-
Vlaamse samenwerking van dit formaat ls
nog ver te zoeken.
Voor de verlenging en sluiting van de toeris
tische routes zijn er bepaald mogelijkheden
in de (Belgische) route van de riante pol
ders (rond het Damsei en de (Nederlandse)
VVesterschelderoute. Beide lopen nu dood op
de grens.
PROGRAMMATIE
De uitbreiding van de uitwisseling op het ge
bied van de kunst krijgt al gestalte in de
op handen zijnde concertentreeks op het be
roemde kasteel van Male, de concerten in Wa
terlandkerkje, Groede en Cadzand en verder
bijvoorbeeld het optreden van de KNS
in Terneuzen.
Het werk van de volksuniversiteiten zou ge
baat zijn met een verdergaande samenwer
king. Er zijn zoveel gemeenschappelijke pro
blemen en dusonderwerpen voor lezingen
en congressen die vamuit een grote hand ge
regeld zouden kunnen worden.
Een algemeen culturele agenda voor beide ge
bieden zon een passend overzicht van het aan
bod op kunnen leveren, terwijl juist daar
door een juist afgestemde programmatic ln
de hand gewerkt kan worden.
Voorts kunnen de Zeeuwse contacten die er
ook al vanwege de scholenquiz met de
BRT bestaan, niet aüeeïi bestendigd maar
ten faveure van Zeeland en het verzorgings
gebied van de BRT uitgebreid worden.
Het zou al bij al maar een kleine Belgisch-
Zeeuwse druppel op de grote gloeiende plaat
zijn, een druppel met een gunstig huppclrf-
fect, overigens. Het zal namelijk duidelijk
zijn dat al deze activiteitjes, opgeteld bij het
geen ook in breder verband werd bereikt, een
beweging van onderaf vormen. De Noord-
Zuld-lntegratie, waarover het laatste woord
nog niet is uitgesproken, zal het voorname
lijk van die klimmende beweging moeten heb
ben.
AXDKÊ OOSTHOEK
Het vooralsnog geweldloze papieren
monstrum dat het .Belgisch-Nederlands
Cultureel Akkoord' heet, krijgt in het
vijfentwintigste jaar van zijn bestaan
eindelijk de tanden die nodig zijn om wat
gedegenereerd oud grenswerk weg te
werken. Nadat op papier de wederzijdse
banden zo nauw zijn aangehaald dat
Zuid nog Noord' er zonder knellingen
af kon komen, nadat even na 1960
getrokken culturele éénmaking groeit
naar een algemeen als noodzakelijk ge
ziene culturele éénwording. Dit duidt be
halve op een versnellingsproces op een
bewustwording ,die haar oorsprong en
aanleiding vindt in verschillende vor
men van bewustmaking.
De stichting voor culturele Integratie van
Noord en Zuid heeft de tijd meegehad. Er
wordt over cultuur niet langer meer gespro
ken als over de wereld der schone kunsten,
dat uiterst kleine pars pro toto dat de markt
danig heeft beheerst.
Het brede begrip cultuur houdt in zich 'n ver
scheidenheid van vormen van leven en spelen
de grote en kleine lijnen van een volkseigen,
een gewortelde en groeiende manier van zijn,
die om in dit verband maar eens iets delicaats
te noemen géén gekunstelde zaken als
opervlaktegrenzen verdraagt.
de kreet .culturele integratie' ook
werkelijk een begrip met inhoud werd,
is men nu inmiddels zover dat een aan-
Nu die grenzen er dan toch zijn, moet de tijd
in de goede richting teruggedraaid wor
den. We moeten spreken over integratie door
middel van vooral wederzijdse waardering,
Noord en Zuid, vroeger en in de aard nog één,
moeten elkaar opnieuw leren kennen en voor
gebieden waarvan het begrip .wederzijds' zeer
vreemd zou moeten zijn, doet dat geforceerd
aan.
DIT JAAR, deze maand in het bijzonder, herdenken we het feit dat vijfentwintig jaar geleden
de tweede wereldoorlog eindigde. Met het woord .bevrijding' zijn we allen wat zuinig geworden,
en vrede durven we helemaal niet meer in de mond nemen. Toch: ,dat we werden bevrijd',
want dat was het, ook al is er van die uitzinnige vreugde, vermengd met zoveel verdriet niet
veel over gebleven, en heerst er alom een groot onbehagen omdat we zo weinig hebben geleerd,
omdat alles weer min of meer op de oude voet doorgaat. De mens is geschrokken van de af
grond in zichzelf, maar blijkbaar toch nog niet genoeg, hij blijkt een onverbeterlijk recidivist.
Vandaar dat het nu nodig is, hem dagelijks zijn wandaden via foto, film en beeldscherm onder
de neus te duwen.
Wie herinnert zich niet de eerste foto's uit de con
centratiekampen. Vroeger, voor de oorlog, zag men
alleen foto's van lijken, doden, vermoorden in het po
litieblad of in een enkel sensatieblad, of in weten
schappelijke uitgaven. Er lag een taboe op, men
toonde zoiets niet. Zoals men een laken legt over
een gestorvene, of bij gebrek daaraan een jasje, een
zakdoek over het gezicht. Het is niet enkel tegen de
vliegen, die kruipen er wel onder, het is uit deernis
en uit eerbied tegenover de dode, de volkomen weer
loos gewordene. Men mag hem niet zomaar bekijken
met nieuwsgierige, onbescheiden blikken. Tegenwoor
dig wordt men dagelijks geconfronteerd met afbeel
dingen van onder de meest gruwelijke omstandig
heden gedode of stervende mensen. Hoewel er zelfs
hier gevaar dreigt voor afstomping, menen we toch
dat het goed is en dat het niet anders kan. De mens
moet blijven beseffen wat hij zijn medemens dage
lijks aandoet: de meest gruwelijke, de monsterlijk-
ste dood.
Daar Ls tot onze mateloze schande niets aan ver
anderd. Doch laten we niet gaan uitweiden, niet op
eigen houtje gaan afdwalen over dit onderwerp.
Vele publicaties en boeken, die dit jaar verschijnen
houden zich met het onderwerp ,vajf en twintig jaar
bevrijding' bezig. Een der meest wijze en' fijnzinni
ge daarvan is wel het boek met een achttiental op
stellen, .Pro Deo' van de thans bijna 77-jarige mr.
Abel J. Herzberg, dat als ondertitel .herinneringen
aan een vooroordeel' draagt. De artikelen handelen
voor het merendeeel over de jodenvervolgingen en
de joodse problema/tiek. Reeds in zijn inleiding stelt
Herzberg de vraag, wie er ziek is, de joden of de
maatschappij?' Men vergisse zich vooral niet in de
patiënt. Het antisemitisme bijvoorbeeld, hoe belang
rijk de gevolgen voor de joden ook mogen zijn,
is nog altijd geen joods, maar een cultuurprobleem.
De joden lijden er onder, maar anderen lijden er
aan, en dat is genoeg om het probleem te besten
digen. Het ls wel meer gezegd, maar kan nog wei
eens worden herhaald: wie een antisemiet wil zijn,
moet daarvoor met zichzelf te rade gaan. Voor de jo
den hoeft hij het niet te laten. Die zullen hun eigen
boontjes wel doppen. Wie zijn standpunt dus uit
consideratie met hen bepaalt, is al op de verkeer
de wég". En:
,Hlj (de bundel opstellen) verschijnt terwijl wij ons
opmaken om het vijfde lustrum te herdenken van
de bevrijding. Daarmee was ook een bevrijding be
oogd van vooroordeel en discriminatie jegens groe
pen. Dat zij bereikt is, zal niemand durven bewe
ren. Het kan derhalve geen kwaad, dat oude herinne
ringen nog eens worden opgehaald aan de verwoe
sting, die zij aanbrengen zowel onder de vervolgden
als onder de vervolgers, en onder deze laatsten voor
al. Vooroordeel havent de mensen', (pag. 8)
Op de inleiding volgt, zoals gezegd, een achttien
tal opstellen van zeer verschillende inhoud en
datum, er zijn zeer recente bij, en ook stukken van
twintig jaar her. In het titelgevende stuk, ,Pro Deo',
verhaalt Herzberg op aangrijpende wijze over zijn
terugkeer, na ruim twee jaar afwezigheid, in Am
sterdam, uit Bergen-Belsen. Door de buitengewone
ingehoudendheid is dit verhaal juist de meest schrij
nende aanklacht. Herzberg werkt nooit met het vaak
juist zo hinderlijke .understatement'. In tegendeel,
hj laat alles in volle afschuwelijkheid doorsche
meren, maar hij doet dat met veel milde wijsheid,
begrip en vergevensgezindheid, en volkomen vrij
van een beschuldigende of verwijtende toon. Hel
effect van zijn mededelingen ls daardoor des te schok
kender. Bijvoorbeeld:
.Vlektyfus is een hersenziekte. Misschien is het me
disch font om dit zo te zeggen en zullen de artsen
mij hiervoor ter verantwoording roepen, maar dan
alleen op grond van hun theoretische kennis. In de
praktijk hebben zij wellicht met een enkele uit
zondering de ziekte nooit gezien, tenminste niet
in West-Europa. De symptomen zijn ze nooit tegen
gekomen, want vlektyfus is gemakkelijk uit te roei
en en dan ook een zeer zeldzaam verschijnsel. Wie
aan de ziekte geleden heeft, weet beter, aangeno
men dandal hij genezen is. Maar zo erg veel
komt dal niet voor. De mortaliteit is hoog, voor pa
tiënten boven de 50 jaar volgens de Russische dok
toren, die ons behandelden en het weten konden,
zelfs honderd procent. Ik heb hem verlakt; ik was
52. En zo loeet ik, dat je van vlektyfus of mis
schien van de wekenlange zeer hoge koorts, waar
mee hij gepaard gaat, stapelgek wordt. Ik heb dat
ook bij andere patiënten, met wie ik samen op de
stromatrassen heb gelegen, met, afkeer geconsta
teerd-
De een verbeeldde zich, dat hij een boom gewor
den was. waar het hars uit wegvloeide en hij piste
op de grond, 's Nachts kroop een ander over me
heen, we sloegen, trapten en beten elkaar, we voch
ten op leven en dood. Maar ook dat kom je teboven,
en jaren later, als je elkaar in je vaderstad op
straat ontmoet, neem je, als beleefde burgers, met
een glimlach van verstandhouding de hoed voor elk
aar af'.
We hebben zelden een fragment gelezen, dat ons di
recter in de mensonterende ellende betrok dan dit.
We laten mensen als beesten verkommeren en
ziek met elkaar vechten dat daaronder de edel-
sten van de natie behoren zij slechts terloops opge
merkt en als deze mensen, je zou het met een
hoofdletter willen schrijven, als door een wonder dit
alles overleefden, nemen ze later weer ,als beleefde
burgers met een glimlach van verstandhouding de
hoed voor elkaar af'. En in welke maatschappij
lopen deze beleefde burgers, loopt burger Herz
berg? In een maatschappij waarin uitgerekend h:j
er op wijzen moet (in .Volksempfinden') dat het
standpunt tegenover de oorlogsmisdadigers uit Bre
da niet te strak moet zijn: .Gratiebeleid is geen
rechtspraak. Het is echter, evenals de rechtspraak,
een intellectuele werkzaamheden en geen emotionele.
Het is zelfs meer dan een intellectuele werkzaam
heid, namelijk een post-emotionele. Dat betekent in
dit gevai, dat wij ons, bij het bepalen van ons
standpunt ten aanzien van de gratie aan de oor
logsmisdadigers, dienen af te vragen, hoe wij ons
het verst verwijderen van alles wat aan hun mis
drijf ten grondslag lag. En dit, wel te verstaan, in
ons eigen belang en niet in het hunne, dat ons
zelfs onverslhillig kan laten. Is het nu juist, dat
zij de ware anti-nazi's zijn, wie onwrikbaar vast
houden aan de eis ener eindeloze vergelding Er zijn
er, die dat beweren. Maar wat is de werkelijke te
genstelling, de diepste, de meest principiële tot het
nationaal -social isme Men hoeft niet met grote woor
den aan te komen als .humaniteit', vooral niet, om
dat deze hun glans allang hebben verloren. Men
kan volstaan met eraan te herinneren, dat recht
spraak zonder clementie geen recht schept, maar
onrecht, en dat hetzelfde geldt als bij het tenuitvoer
leggen van straf geen uitricht geboden wordt op
uiteindelijke kwijtschelding daarvan. Dit zijn on
aantastbare beginselen, die daarom en juist daarom,
moeten worden toegepast als het erom gaat tegen
gestelde beginselen te wraken. Het zijn zelfs deze
en dergelijke beginselen, die tot de inzet hebben be
hoord van de hele tweede wereldoorlog. En daarom
kon het wel eens zijn, dat hij, die met volledige ken
nis van zaken, en zonder iets te verdoezelen of iets
te vergeten en te vergeven, zich uit hoofde van deze
beginselen op het standpunt plaatst dat gratie ge
boden is, zich daardoor een principiëler vijand der
nazi' en hun ideologie betoont, dan hij die er niet
toe komen kan zulk een woord over zijn lippen te
brengen' (pag. 77)
Zo buitengewoon genuanceerd wys, vrij en van enig
vooroordeel of wrok, schrijft Herzberg over allerlei
problemen, vooral die het jodendom, het antisemetis-
me en Israël betreffen. Het aantal facetten dat
hij daarbij, als terloops, toont, is zo menigvoud dat
het ondoenlijk is er in een korte bespreking enig
overzicht van te geven. En toch maakt hij zich
geen enkele illusie: ,Ik weet alleen en dit op
grond van een, niet zo heel erg korte, ervaring
dat schrijven over joden en het joodse vraagstuk
tamelijk overbodig is* Je schrijft en je
spreekt als je het over joden hebt. allereerst
alleen maar voor lezers en hoorders cüe het wat
de hoofdzaken aangaat bjj voorbaat al met je
eens zijn Voor je tegenpartij, voor de antise
mieten, schrijf je en spreek je nooit. Want je kunt
schrijven en zeggen wat je wilt, ze lezen niet en luis
teren niet Want antisemitisme is leven bij de
gratie van een vooroordeel, gelukkig zijn met dat
vooroordeel (pag. 54). Reeds eerder in het boek, bij
de bespreking van een studie van Gordon Allport,
,The nature of Prejudice' had Herzberg het .vooroor
deel' als zodanig grondig behandeld. Een vooroor
deel is een oordeel dat de mensen, zowel individu
eel als in groepsverband, zich vormen over andere
mensen of over dingen, zonder dat aan dat oordeel
enige, laat staan voldoende, rechtvaardiging ten
grondslag ligt. Een bevooroordeelde duldt geen weer-
belegging. geen tegenspraak, hij reageert enkel emo
tioneel. Alle kuituren zijn er mee behept, vooroor
delen bepalen mede de gedragingen van de mensen
in hun maatschappelijk verkeer en in hun interna
tionale betrekkingen. Doch laten we ophouden met
citeren, men zou dit belangrijke boek eigenlijk van
a tot z willen aanhalen. Het is dus beter dat ieder
het leest.
Laten we daarom besluiten met een edele oplossing
die Herzberg aan de hand doet, een oplossing, te
edel helaas voor onze verdorven wereld, en die toch
zo s-.mpel, zo waar lijkt.
,Als we er nu eens van uit zouden gaan, dat er iets
in de mensen veranderen moest, willen zij er in sla
gen iets te veranderen m de werkelijkheid, iets, dat
op grond van onze ervaring niet bestendigd mag
wordenT Als wij aangewezen als wij zijn op
ons zelf afstand konden doen van die vervloek
te behoefte aan macht over anderen, van die dwaze
allure van autoriteit, die in allerlei mate en vorm
aan de dag treedt, en zouden beginnen te begrijpen
dat wij onszelf niet te kort doen, maar ons eigen be
lang juist dienen, door het te bedden in de stroom van
een uit duizend tegenstellingen tesamengevloeide
Eenheid? Om zo te zeggen: leven Pro Deo. Pro
Deo als program. Zou het baten? Het is niet een
voudig. De wereld te banderen, zoals wij ons voor
stellen, dat God dit doet, deze meest belanghebben
de partij bij een absolute onpartijdigheid, daar u
tijd voor nodig, onderzoek naar de menselijke aard,
inzicht in zijn mogelijkheden geduld en bovenal
een beetje zelfoveruAnning. Waar halen toij dit. al
les vandaan?'
Abel J. Herzberg: Pro Deo, herinneringen aan een voor-
aorde'el, Bert Bakker, Den Haag.