Geen geloof in duurzame naoorlogse vernieuwing ,De Hitler in onszeif is nog niet vermoord' 25 Jaar 23 MR E. N. VAN KLEFFENS: DR J. A. H. J. S. BRUINS SLOT: Miüiiiu ■■iiiiiiiii bevrijding van zijn leven: als minister van buitenlandse zaken van de twee naar Londen uitgeweken oorlogskabi netten was hij verantwoordelijk voor onze buiten landse politiek. In die hoedanigheid leerde hij staats lieden als Winston Churchill, Eden, De Gaulle, Roo sevelt en Truman van nabij kennen. Tijdens en na de oorlog speelde mr Van Klef/ens een grote rol bij 't tot stand komen van de Europese organisaties tenoijl hij namens ons land ook enige tijd zithtng had in de Veiligheidsraad van de Verenig de Naties. Mr Eeleo Nicolaas van Klef/ens verteltdat hij ei genlijk weinig geïnteresseerd is i» de Nederlandse binnenlandse politiek. Zijn belangstelling gaat dan ook uit naar de geschiedenis en het volkenrecht. Na zijn studie in Leiden volkenrechtwas hij een jaar werkzaam in Londen, maakte de eerste moeilijke ja ren van de volkenbond mee ©n trad vervolgens in dienst van de olie. Nauwelijlcs dertig jaar oud trad mr Van Klef fens als diplomatiek ambtenaar in dienst xm buitenlandse zaken, waaraan hij tot zijn pensio>ie- ring min of meer verbonden bleef. Met het uitbreken van de oorlog begon een van de belangrijkste fasen LONDEN (april) Wie de Britten kent weet dat hoe argwtnend de ingeboren vrees van een eilandvolk zij soms nog altijd tegenover buitenianders staan, de Nederlanders een streepje bij hen voor hebben. Dat komt niet alleen omdat De Rnyter en ,Van' Tromp de Engelsen ontzag hebben Ingeboezemd een trauma dat nog steeds doorwerkt maar ook omdat zij zich in vele opzichten met ons verwant voelen en onze be langen vaak parallel lopen. Ook tijdens de oorlog heeft onze uitgeweken regering dat menigmaal kunnen vast stellen. .Dat was', zo zegt mr E. N. van KI effens, die minister van buitenlandse zaken in de twee oorlogskabinetten was, ,in zekere zin een negatieve waardering. Verschei dene ballingenregeringen in Londen die hun interne po litieke strijd in Engeland voortzetten, lagen onderling overhoop Zij slaagden er lang niet altijd in, die ruzies onder elkaar te beslechten. Van ons hadden ze geen last', vertelt de oud-minister lachend. .Natuurlijk had den we onze meningsverschillen, maar wij bestookten elkaar niet'. De 75-jarige staatsman, die in jaren welke behoren tot de moeilijkste die ons nationale bestaan heeft gekend, tegenover de buitenwereld zulk een centrale rol heeft gespeeld, woont tegenwoordig in een afgelegen landhuis bij Lissabon, waar hij ook enkele jaren gezant is ge weest. Hij is echter gelukkig nog vitaal, en het was voor hem dan ook geen bezwaar om even over te wip pen naar Londen, waar hij ons na zijn lange reis een autorit naar het vliegveld van Lissabon van vijf kwartier, een overtocht van meer dan drie uur per vligtuig en nogmaals een autorit van een uur naar Londen fris en wel in de huiselijke sfeer van de Dutch Club te woord stond. Het beeld van sommigen, dat de Nederlandse regering in Londen bij de Britse autoriteiten niet of weinig zou hebben meegeteld verwierp hi] als beslist onjuist. Dat zal, zo kwam het ons voor, niet in de laatste plaats te da uiten zijn geweest aan de gezaghebbende per soonlijkheid van Van Kleffens. Hij is een nuchter man, met een scherp oog voor de realiteit, een lange ervaring, tevens kennis van en begrip voor onze Britse bondgeno ten. ,Neen', bekent hij openhartig, ,ik geloofde niet aan wer kelijke duurzame naoorlogse vernieuwing, en ook niet aan het nut van al te veel plannenmakerij op binnen lands gebied. Ik vond dat wat er na de oorlog in ons land moest gebeuren, best aan de Nederlanders thuis kon worden overgelaten. Maar dat betekent allerminst dat we in Londen moesten stilzitten'. INITIATIEVEN Mr Van Kleffens, die vooral de waarde begreep van zoveel mogelijk persoonlijke contacten zowel met de Engelsen als met zijn collega's uit de andere uitgewe ken regeringen, was daardoor in staat belangrijke initia tieven te ontwikkelen. Zo vormde zich bij hem al spoedig het denkbeeld van een Europese Staal- en Stikstofgemeenschap. Een eer ste nota in die zin Ls, met goedkeuring van koningin en kabinet, in de zomer van 1943 aan een aantal ge allieerde leiders overhandigd. ,Het is jammer dat daar niets van is gekomen. Het zou een pracht'g begin zijn geweest vau een regeling of or ganisatie ter beperking van de bewapening, omdat hier door de produktie van staal (een hoofdbestanddeel vazi alle conventionele wapens) en stikstof (onmisbaar voor alle conventionele explosieven) zou kunnen worden ge controleerd. zonder dat enig land zich daarvoor in zijn prestige aangetast zou behoeven te gevoelen'. Op 28 december 1943 werd voor het eers: en wel van Nederlandse zijde de oprichting voorgesteld van een Atlantisch Pact. Dit gebeurde in het Nederlands in een door mr Van Kleffens voor radio Oranje uitge sproken rede Dat zij ook elders, en met name in Enge land, de aandacht trok, blijkt onder meer uit de opne ming vam een volledige Engelse vertaling in een in 1944 verschenen boek van Sir Edward Grigg, getiteld .Bri tish Foreign Policy'. Ook in de Verenigde Staten vond de idee van mr Van Kleffens weerklank. Iedereen weet dat op die grondslag in 1947 het Noord Atlantisch Verdrag tot stand kwam. In deel II van zijn memoires vermeldt Harry Truman dat het Van Kleffens ls geweest, die de gedachte heeft geopperd dat de naoorlogse milita.re samenwerking de vorm zou krijgen van een .Noord-Atlantisch Pact' de oceaan als een verbindend, niet als een scheidend element. Truman gewaagde in dezelfde passage van mr Van Klef fens' .opmerkelijke greep op de dingen die van werke lijke betekenis waren', eraan toevoegend dat deze .altijd ui staat was hot juiste woord op het juiste moment te laten horen'. ,Het Noord Atlantisch Pact', zegt mr Van Kleffens, .heeft de tand des tijds doorstaan en is soepel genoeg gebleken, zodat tot dusver nooit de behoefte is gevoeld het te wijzigen. Maar het beste apparaat werkt niet wanneer de wil ontbreekt om het op de juiste wijze te gebruiken. Inderdaad mag men zich afvragen wat er met het westen zou zijn gebeurd indien dit ver drag niet was gesloten'. De Verenigde Naties zijn een teleurstelling gebleken door het misbruik dat de Sowjet-Ume van het veto recht heeft gemaakt en ook doordat wat hij de minder rijpe landen noemde, hun handelen vaak laten ingeven door de gevoelens van wrok of naijver, bovendien haast zonder een cent tot de organisatie bij te dragen. VN Deze tekortkomingen zaten ook wat betreft Indonesië de Nederlandse negering dwars, die ten onrechte werd verweten t.i de verenigde naties niet krachtig genoeg te zijn opgetreden. Als vertegenwoordiger in de Veilig heidsraad droeg de heer Van Kleffens een klem blauw boekje bij zich dat het handvest van de Verenigde Naties bevat. Hij haalt het verweerde exemplaar dan ook te voorschijn om het artikel 27, lid 3 over het stemmen in de Veiligheidsraad te citeren en eraan te herinneren dat geen Nederlands voorstel daar kans op aanneming had, omdal daarvoor zeven van de elf stemmen vereist waren. Die zeven stemmen konden wij nooit halen door tegenstand van de kant van de Sowjet-Unie, Polen, de Witrussen (of de Oekraïne), Syrië en de om niet geheel begrijpelijke redenen anti-Nederlands stemmen de gedelegeerde van Columbia. ,Het was geen gemakkelijke tijd daar in de Veiligheids raad. Maar ik heb het overleefd...', verzucht mr Van Kleffens In de oorlogsperiode was zijn voornaamste taak het buitenlands beleid in nationale geest uit te stippelen. Zijn eerder genoemde radiotoespraak was vooral een reactie op een suggestie, in het openbaar gedaan door de Zuidafrlkaanse premier Jam Smuts dat Nederland na de oorlog lid zou moeten worden van het Britse Ge- manebest: Smuts was In het Britse oorlogskabinet een creatieve geest. Wanneer hij in Engeland was, had de heer Van Kleffens altijd een lang gesprek met hem. .Hij was een wijs man en altijd interessant. Ik sprak Nederlands tegen hem en hij Afrikaans tegen mij. Natuurlijk voel de ik er niets voor dat Nederland een sloepje zou wor den, varend achter het Britse fregat. Daarom wilde ik die gedachten van Smuts niet onweersproken laten. Op gaan in een buitenlands staatslichaam zou het. eind hebben betekend van de Nederlandse souvereiniteit, en ik was niri in Engeland gekomen om zoiets te bevor deren. Wel bepleitte ik samenwerking, maar een die zich ook tol de Verenigde Staten zou moeten uitstrek ken, juist om niet helemaal van één groot land afhan kelijk te zijn'. Van Kleffens' visie was op het gehele wereldbeeld ge richt. Maar dat belette hem niet zich. samen met an deren evengoed bezig te houden met dingen die dichter bij huis lagen. Wie zal m dit verband niet direct den- iten aan Benelux? Het lnltaltetf daarl/>e ia genomen door de minister van finanaclën van Nederland en Bel gië, beiden in Londen aanwezig, de heren Van den Broek en Gutt. Maar In een geval als dit was natuurlijke en hartelijke medewerkmg van de ministers van buitenlandse zaken (Spaak, Bech en Van Kleffens) onontbeerlijk. Die hulp is ten volle gegeven. Afgezien van het onmiddellijke belang voor Benelux voor de naastbetrokken landen, moet hier worden herinnerd aan de grote betekenis die de met Benelux opgedane ervaring heeft gehad bij op richting en eerste uitwerking van de latere Gemeen schappelijke Markt. VOLKENBOND Een Nederlandse nota over een Gereviseerde Volkenbond werd in de zomer van 1943 door koningin Wiihelmlna aan president Roosevelt ,ter overpeinzing' overhandigd. Deze kwam ter sprake in een Amerikaanse commissie voor de naoorlogse internationale organisatie. Hoofdpun ten waren de controle op de bewapening en voorkomen dat wrat Duitsland aangaat een atmosfeer van vernede ring zou worden geschapen, die zou neerkomen op een tweede verdrag van Versailles. Want we hebben leer geld genoeg betaald .Ik heb ook alle collega's uit de be zette lander. bijeengeroepen voor een gedachteawlsse- ling over een ontwerp-v. apenstilstandsconventie. Dit ontwerp was noodzakelijk, omdat er anders tussen de groten een conventie zou worden opgesteld waarin de nelangen van de kleinere Landen onvoldoende tot hun recht zouden kunnen komen.' Mr Van Kleffens heeft na de oorlog nog slechts enkele maanden in Nederland gewoond, namelijk toen hij nog steeds als minister van buitenlandse zaken deel uit maakte var. het overgangskabinet-Schermerhora. Van de vrees dat er onder de Nederlanders In Londen de gedachte zou hebben geheerst van een .Oranje-autoritair naoorlogse regering.' heeft hij niets gemerkt. ,Wie met koningin Wilhelmina over die dingen grondig heeft ge sproken zal zeker nooit tot deze conclusie gekomen zijn.' Op de vraag of het waar is dat de regering in Londen hang was voor een linkse machtsgreep direct na de be vrijding, antwoordde mr tan Kleffens met verbazing: ,Dat is de eerste keer dat ik «Ut hel) gehoord!' ARN. LISSATJER. békend werd gemaakt dat dr Bruins Slotde frac tievoorzitter van de ARP, op medisch advies had be sloten de tweede-kamer te verlaten. Voor dr Bruins Slot gingen dat jaar prof. Romme (kvp) en mr Bur ger (pvda) al heen en kondigden dr Tilanus (chu) en prof. Oud (wd) hun aftreden aan. Op medische gronden moest dr Bruins Slot kiezen tussen het kamerlidmaatschap of het hoofdredacteur schap van het dagblad Trouw. Hij koos voor het laatste. Tot op heden is hij dit blad, dat hij zelf in de illegaliteit van de oorlogsjaren had opgericht, als hoofdredacteur trouw gebleven. Twee jaar geleden kwam de heer Bruins Slot in het nieuws omdat de Zuidafrikaanse regering hem een inreisvisum wei gerde. Dr Bruins Slot is een felle tegenstander van de apartheidspolitiek en heeft dat in zijn blad dan ook niet onder stoelen of banken gestolcen. yDeee maand is het twee jaar geleden' zo schreef Henri Faas, de parlementair redacteur vam De Volks krant in december 1962, ,dat voor de eerste maal een grootscheepse rebellie in de Anti-Revolutionaire Par tij uitbrak tegen fractieleider Bruins Slot. Hij was toen verantwoordelijk voor de val van het kabinet- De Quay maar na dramatische vergaderingen in de ARP werd hij gedwongen zijn koers te wijzigen en de terugkeer vun het kabinet-De Quay te aanvaarden. Later werd hef. dr Bruins Slot ook binnen de ARP kwalijk genomen dat hij de Nieuw-Guinea- politiek ondermijnde door te pleiten voor een ge sprek met Indonesië. Velen zien in hem'de mam die door zijn acties het meest verantwoordelijk is voor de overdracht van Nieuw-Guinea zonder goede waar borgen'. De heer Faas schreef dit op de dag dat Het interview met dr J. A. H. J. S. Bruins Slot heeft plaats in het sobere vertrek van de hoofdredacteur van het dagblad Trouw, de voortzetting van het illegale Trouw. Ten aanzien van sommige vragen valt enige terughoudendheid in de beantwoording te bemerken. Dat blijkt echter niet te berusten op onwil Iets te zeggen, doch op het feit, dat dr Bruins Slot voor het herdenkingsnummer van zijn dagblad ook een artikel klaar heeft Hij is de Laatste, die het gras voor zijn eigen voeten wil wegmaaien. Uiteindelijk bUjkt, dat de onderwerpen van dit interview en het verhaal van de heer Bruins Slot elkaar slechts zeer gedeelteUjk over lappen. U hebt in februari '45 in Trouw geschreven, dat AR en OHU een grote partij zouden moeten vormen. De terugkeer var Schouten uit het concentratiekamp aldus prof. Manning in ,De Confessionelen' heeft dit samengaan verhinderd. Dat is volstrekt onjuist. Toen Schouten bij de ko ningin kwam heeft hij gezegd: ik ben niet veranderd en ik ben niet vernieuwd. De koningin heeft dat ook aan mij gevraagd. Wij vonden dat eerlijk gezegd een beetje een morele herbewapeningsvraag. En aangezien we niet voor morele herbewapening waren en boven dien zagen, dat Schermerhorn, wiens gedachten de on zen niet zozeer waren, wel aan vernieuwing deed, zei den wiji Nee, wij zijn. onszelf gebleven. Maar er is na de oorlog wel degelijk overleg geweest met de CHU over wat ik noemde de tweespalt in de protes tantse politiek. U dacht niet verder dan de protestantse wereld De gedachten/wereld van nu een grote ohristelijke partij bestond toen helemaal niet. NoCh in de ka tholieke, noch in het protestantse kamp. Dat was in de christelijke partijen eenvoudig weg niet aan de orde. Het is niet de schuld van Schouten geweest, dat we niet met de CHU zijn gaan optrekken na de oorlog. Er zijn wel besprekingen gevoerd. En Tilanus van de CHiU heeft een rondreis gemaakt om de mening van zijn partijleden te peilen. Hij kwam terug met de boodschap, het gaat niet. Buiten uw gedachten over dit typisch protestants poli tieke probleem had u toch ook wel een conceptie van het reilen en zeilen van de maatschappij na de oorlog? Bij mijn gedachten over het samengaan van de grote protestantse partijen had ik ook een idee voor het programma van die partij. Het moest een radicaal progressief programma zijn. Met welk moaern programma zou dat het best te ver gelijken zijn Het is moeilijk om zaken van 25 jaar geleden té vergelijken met iets van nu. We zijn allemaal enorm geëvolueerd. Je moet het eigenlijk vergelijken met iets van voor de oorlog. En dan was het doodeenvoudig een breken met het christelijk conservatisme van de christelijke partijen van voor '40. Was die idee mede ontstaan als gevolg van de bezet ting, of gelooft u, dat die zich onafhankelijk daarvan ook wel ontwikkeld Zou hebben? Het is er in ieder geval door versneld. Het was er in potentie wel, want ik herinner me, dat ik voor de oor log in het blad van de ARJA nu ARJOS geschre ven heb, dat liet idioot was, dat de SDAP eeuwig en altijd buiten de regering werd gehouden. Die oorlog maakte wel wat bij je los. Je leerde de relativiteit van dingen die je voor de oorlog door traditie en zo voor absoluut had gehouden. Meende u, dat er een kans was, dat de plannen zoals u ze in Trouw beschreef gerealiseerd zouden worden? Ik heb het wel gehoopt, maar ik heb weinig ver wacht. U moet zich goed realiseren, dat de verzets kring waarin vk verkeerde niet bestond uit de klassieke traditionele politici. Ik heb mij ook zeer goed gereali seerd, dat het verzet niet representatief was voor het Nederlandse volk. Ik herinner mij, dat mijn schoonva der, de vroegere minister van onderwijs, prof. Rutgers, tegen mij zei, toen het ging over de zuivering van de tweede kamer: Als je een representatieve kamer wilt hebben moet je niet zuiveren. Zag u in de contactcommissie mogelijkheden om na de oorlog uw plannen gerealiseerd te krijgen? Daarin ben ik het met Drees eens geweest. Ik was zeer de mening toegedaan, dat het verzet na de oor log geen politieke rol mocht spelen. Overigens had die contactcommissie geen politieke rol: het was een zuivere verzetsorganisatie, die zich bezig hield met de problemen van een overgangsperiode na de bevrijding. Daarover werd gecorrespondeerd met de regering, die een veel te grootse voorstelling van dat verzet had. U was enerzijds voorstander van een radicaal progres sief programma en anderzijds zat u voor de rechter vleugel in de contactcommissie? Het staat wat paradoxaal, maar in die linkersector zaten De Waarheid, Het Parool en Vrij Nederland en dat was ons allemaal te socialistisch. Wij waren voor standers van een radicalisering van de christelijke politiek. Dus een soort intern radicalisme? Nee dat niet, maar wij waren eenvoudig met bereid socialist te worden, of communist. Wij wilden geen volksfront. Wat aan de andere kant weer niet inhield, dat wij niet met de socialisten in de regering wil den. Dat is direct na de oorlog om verschillende rede nen niet doorgegaan. Drees en Schermerhorn kwamen mij vragen als minister van binnenlandse zaken. Toen heb ik gezegd, dat ik weten wilde wat er met de om roep zij wilden die ationaliseren zou gebeuren. Bovendien wilde ik op de korts! mogelijke termijn verkiezingen en daarbij nog twee AR's in het kabinet, waarvan 1 op onderwijs. Scheimerhorn heeft direct gezegd, dat het laatste niet mogelijk was. Over die omroepgeschiedenis werd geen duidelijke verklaring af gelegd, en ook niet over de verkiezingen. Ze zeiden, dat de bevolkingsregisters allemaal in het ongerede waren geraakt en daarom konden er geen verkiez.n- gen worden uitgeschreven. Als je nou z:et. dat ze in alle mogelijke Afrikaanse landen en zelfs Vietnam naar ik aanneem zonder bevolkingsregisters verkie zingen houden, dan zie ik niet m waarom dat hier destijds ook niet had gekund. Maar daar zat achter, dat men in de kringen van de Nederlandse Volksbewe ging bezig was met een politieke heroriëntatie en die wilde men niet met verkiezingen doorkruisen. Dat vond ik fundamenteel fout. Ilc meende, iat wanneer je on der die nazi's uit was, je moest zorgen voor een de mocratisch bewind Enfin, op geen van de drie door mij gestelde eisen werd ingegaan, en daarop is die samenwerking met de socialisten afgestuit. Hoe stond u tegemover de Nederlandse Volksbeweging? Ik ging daar lijnrecht tegenin, want ik vond die NVB min of meer een voortzetting van de Nederlandse Unie. Het is natuurlijk merkwaardig, dat in die NVB mensen zaten als De Quay, guurhoff en Buskes. Een zeer verrassende combinatie. U sluit toch niet uit, dat de leden van de Nederlandse Unie in de oorlog een evolutie hadden doorgemaakt? Natuurlijk waren zij geëvolueerd. Ik wil beslist geen kwaad spreken. Schermerhorn had hele andere ideeën dan ik. Dat sloot niet uit, dar wij daar samen over spreken konden. En ik wil ook zeer wel toegeven, dat hij het op een aantal punten veel meer bij het rechte eind had dan ik. Bijvoorbeeld in de kwestie Indone sië, die heeft hij veel beter doorgehad dan ik. Mijn kernbezwaar tegen de NVB school echter in hun op vatting van het begrip nationaal, Die opvatting kon ik niet delen. Zij werkten met een .nationale' ideolo gie. Daar ben ik tegen. Ik ben ook niet uit nationa listische overwegingen in het verzet gegaan en heb ook niet op die gronden tegen de Duitsers gestreden. Je ontdekt dat, wanneer je het illegale Trouw leest. Wij vonden de strijd tegen de Duitsers veel meer een reli gie-strijd dan een nationale strijd. Het Nazisme is een vorm van heidendom en daartegen verzetten wij ons zeer fel.' U was tegen de onderhandelingen van de vertrouwens mannen met Seyss Inquart Ja; ik heb met Meijer bij de vertrouwensmannel heftig geopponeerd tegen die voedseldroppings, omdat wij vreesden, dat die de oorlog alleen maar verlengen zouden. Bovendien stonden wij op het standpunt, dat de Duitsers er alleen waren om te vechten; met om mee te praten. Ek geef toe. dat je daar nu wel anders over kunt denken. Maar naar ons besef toen maakte Je de volksgeest kapot door te onderhandelen met de Duitsers. En dat op een moment, dat je met je krant voortdurend alles deed om de strijdbare mentaliteit van het volk wakker te houden. Wij wisten heel goed, dat wij onszelf niet konden bevrijden, doch dat de ge allieerden dat moesten doen. Maar wij wilden wel een volk presenteren zonder gebroken ruggegraat. Achter af moet je zeggen, dat die droppings helemaal geen kwaad hebben gedaan, maar dat kon je toen niet we ten. De ordedienst had ook wel een eigen idee over hoe het na de oorlog zou moeten gaan. Is men in de Trouw- groep bang geweest, dat het ooit zover zou komen? Ik moet zeggen, dat er over de ideeën van de OD tot op de dag '.an vandaag geen duidelijkheid bestaat. Dat de OD er op uit was een militair bewind te vestigen, wordt door allerlei OD-figiuren ontkend. In ieder geval hadden ze wel anti-parlementaire trek jes. Wij stonden erg sceptisch tegenover de OD. Uit eindelijk heeft het door Londen ingestelde militair ge zag alle taken overgenomen, die de OD zich had ge steld. Dat de regering een militair gezag instelde, daar heb ik overigens nooit moeite mee gehad. Dat vond ik volkomen begrijpelijk. Of dat militair gezag het nu zo goed gedaan heeft, is een andere kwestie. Het is een vraag, die je achteraf wel kunt stellen, maar die toen niet relevant was. Hebt u het idee, dat d:e radicaal-progressieve ideeën van vlak na de oorlog nu door de AR gerealiseerd worden Door een gedeelte van de AR wel ja; namelijk door de radicalen. Is dat de eerste keer sinds de oorlog, dat het gepro beerd wordt Nee. Het Europees federalisme was voor de oorlog in AR-kringen een volstrekt krankzinnige en onaan vaardbare zaak. De-AR's hebben het vlak na de oor log wel klaar gekregen om de partij rijp te krijgen voor het Europees federalisme. Dat vind ,k een belang rijke progressieve ontwikkeling. Wij zijn in onze In- donesië-politiek zeer conservatief geweest, maar we zijn dan ook helemaal omgekeerd voor er spijtstem- mers en radicalen waren in de AR. Dan gaat het om concrete punten, maar naar de geest? Ik vind, dat de AR zich sinds de oorlog steeds mo derner heeft opgesteld. Het taboe, dat door de oorlog onder Colljn lag op het. principe van 'de plan economie is na de oorlog door Zijlstra volkomen door broken. Maar je hoort nog steeds klachten Sn de geest van: wat we ons in de oorlog hebben voorgesteld; daar is helemaal niets van terecht gekomen. ,Wij hebben in de oorlog gevochten tegen de Hitier uit Duitsland. Nu na 25 jaar ontdekken we, dat we de Hitler in onszelf nog niet vermoord hebben. Dat is het probleem. Hitier dat is: eigenwaan, rassenwaan, hoogmoed, onbarmhartigheid, egoïsme en recht van de sterkste. Als je de politiek van na '54 nu eens ont doet van de christelijke en humanistische humaniseren de verhalen, waarmee we het voor de kiezers zelf aan trekkelijk proberen te maken; blijft er dan nog iets goeds over? Is het zoveel meer en beter dan onbarm hartig egoïsme en recht van de sterkste. Dat heeft de generatie van nu door en dat verwijt ze ons terecht. Idealisme van toen en van de contesterende van nu is dus te vergelijken? Ja. Ik vind ze'.f, dat ik In de jaren '62 !n Trouw praktisch hetzelfde doe, als wat ik in de oorlog heb gedaan. Trouw is strijden tegen ongerechtigheid in al zijn vormen; dat is het willen doorbreken van structu ren, die hun rechten alleen maar ontlenen aan het zui vere feit dat ze bestaan. Het samengaan van AR-fractievoorzitterschap in de tweede kamer en het hoofdredacteurschap van Trouw was niet gelukkig Je was niet formeel, maar praktisch enorm poli tiek gebonden, door de vereniging van deze twee func ties ;n een persoon. Het is een zegen voor een krant, dat een hoofdredacteur die andere baan kan laten schieten. Ik moest kiezen omdat het fysiek niet meer ging. Bovendien kreeg iik moeilijkheden binnen de par tij over mijn Nietiw-Guinea-politiek. En van de zijde van de krant wilde men een hoofdredacteur, die zich helemaal aan die taak kon wijden. Op dat moment was Trouiw nogal marginaal en dat moest men te boven komen, maar daarvoor was naast een goede directie een full time hoofdredacteur nodig, die iets van die krant kon maken. Ik meen, dat we daar ook aardig in zijn geslaagd. De sfeer van de krant is sinds die t-jd helemaal ver anderd. Ja, ik was helemaal vrij en kon doen wat mijn overtuiging was. Hebt u voor '62 daar nooit conflicten over gehad Die loste je dan op met een compromis. Eedenk u wel; als je met Van Eibergen van het CNV m de kamer zat en je moest iets schrijven over woningbouw, dan paste je wel op, dat Van Eibergen niet in moei lijkheden kwam. Zo ging het in alle sectoren. Je kon nooit echt kritisch zijn ten opzichte van je eigen mensen. Dat ïs één voor de politiek één voor de krant verkeerd. De maatschappelijke ontwikkeling, zoals we die nu zien en waarvan u zegt een voorstander te zijn, is die in '45 begonnen Nee het gekke is. dat wat je na de oorlog verwacht te nu pas begint. De ontwikkeling komt nu op gang. Ik ben bijvoorbeeld ook blij dat nu de raad van ker ken een evangelisch politiek beraad gaat organiseren. Ik wil mijn verwachtingen niet te hoog spannen, wed vind ik het goed dat er van een andere kant dan van het partij establishment eens over politiek gesproken wordt. Bisschoppelijke brieven en een mandement z.et u dat in dezelfde sfeer Het mandement heb ik destijds toegejuicht, maas- dat zou ik nu niet meer doen. We zijn een stuk op geschoten. Kardinaal Alfr.hk geeft zulk soort zaken niet meer uit. Het is wel goed. dat die kerken, die nooit politieke partijen zullen worden iets organiseren, waardoor je in zekere zin vrijblijvend over politiek kunt praten. Het gaat.hier over mensen, die vinden, dat christenen uit D 'è6. uit de PvdA, uit de KVP, uit de gelie ook over politiek .e:s ie zeggen heeft. Laten de christenen uit D '66 uit de PvdA. uit de KVP. uit de VVD. uit de AR en de christenen die helemaal niet bij een partij zijn eens bij elkaar gaan zitten en de problemen evalueren aan de hand van het evangelie. Begrijp mij goed: ik denk helemaal niet in catego rieën van doorbraak. Ik denk gewoon dat de christen mensen eens bij elkaar moeten gaan zitten en over politiek .moeten praten ongeacht m welke partij ze zitten. SANTÉ BR UN EN URIAS NOOTENBOOM.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 23