,We zeiden ,nee' tegen de Duitsers, maar aan Ja' op andere gebieden kwamen we niet toe' Leider van de 0 D 25 jaar PROF. DR IR W. SCHERMERHORN: JONKHEER P. J. SIX: bevrijding 18 ZATERDAGKRANT De emeritus hoogleraar dr ir W. Schermerhomais politicus geprezen en verguisd, heeft ale wetenschaps man internationale faam vertccrrven. Hij maakte de Délftse technische hogeschool tot een internationaal begrip met name in de bichtkartering door middel van fotografie. In 1920 werd de toen S2-jarige ir Schermerhom hoog leraar in Delft in landmeten, waterpassen en geode sie. Onlangs is besloten ,zijn' instituut voor lucht kar tering te verplaatsen van Delft naar Enschede. Als eerste minister-president van na de oorlog be gon het practisch politieke leven van deze boeren zoon uit Noord-Holland, hoewel hij reeds voor de oorlog voorzitter was van JSenheid door democratie', een vereniging die al vroeg het gevaar van het na- tionaal-socialisme inzag. Schermerhom was toen voorts lid van de Vrijzinnig Democratische Bond, waaruit onder meer na de oorlog de Partij van de Arbeid ontstond. Het eerste na-oorlogse kabinet-Schermerhom richtte zich op herstel en vernieuwing. Voor vele Nederlan ders is de naam Schermerhorn echter gebonden aan Lmggadjati. voor Schermerhorn zelf, toen voorzitter van de- Commissie-Generaal, de verschrikkelijkste tijd van zijn leven. rPolitieke achterlijkheid van de leidende laag', noemde Schermerhorn het, ,het hin dert me dat de mensen so dom zijn te menen dat het beleid van een enkele man de loop van de ge schiedenis zou kunnen beïnvloeden'. Enige maanden geleden werd aangekondigd dat ir Schermerhorn zijn memoires over de oorlogsjaren zal laten publi ceren. De verschijning van deze memoires wordt in het najaar verwacht. HAARLEM Prof. Schermerhorn zegt nu, 23 jaar na de bevrijding, over de teleurstellende politieke erva ringen van na 1945: .De zwakte van de naoorlogse poli tiek is geweest dat we ons niet gerealiseerd hebben dat het sterke verband In ons volk tijdens de oorlogsjaren er één was met een negatief karakter. De grote massa neeft ,nee' gezegd tegen de Duitsers, maar is aan het ,ja* op andere gebieden niet toegekomen. Wat we wel voor ogen hadden, daar hebben bepaalde groepen men sen, zoals in het gijzelaarskamp Sïnt-Michelsgestel, zich mee beziggehouden. Maar de positieve kracht die daar van uitging is toen eenvoudig ontoereikend geweest. Xa 1945 viel er een sterk verband compleet weg. En daar voor In de plaats kwam een vacuum. Dat heeft nie mand toen ais zodanig gezien.' ,In 1946. aldus prof. Schermerhorn, ,heb ik dat andere grote voorbeeld hiervan meegemaakt, waarbij de kracht van het negatieve verband en de onvoldoende kracht van het positieve een beslissende rol speelden: de kwes- tie-Indonesië. Voor de grote massa in Nederland was dat ook weer niet met een negatief aspect: men wilde die ontbinding met Indië niet, zonder er iets positiefs tegen over te kunnen stellen. Ook daar gold de strijd om de vormgeving. Dat was niet alleen aan onze kant, maar ook aan Indonesische zijde. Daar zeiden ze: weg met de Nederlanders, maar hoe het dan wel moest, daar maak ten ze intern de grootst mogelijke ruzie ave r.' U probeerde na de oorlog op te treden overeenkomstig de denkwijze zoals die in Sint-Michelsgestel was ont wikkeld ,Ja, wat Ik bijvoorbeeld voor Indonesië in het hoofd had, dat lag volstrekt in het verlengde van het denken tij dens de bezetting. Dat met Indonesië kon naar mijn in zichten alleen maar slagen in een federatieve opbouw, intern en extern. Dat was een van de grondslagen van de denkwereld die we er in de Gestelse groep op na hielden. Om een binding tot stand te brengen, hebben we geprobeerd, zo zou je kunnen zeggen, om tot mis kenning van de krachten van het instinctleven van de mens (ieder voor zich en de duivel hale de achterste) te komen.' Nu even terug naar de oorlogsjaren. Over de Neder landse Unie is veel lelijks gezegd, maar zij verbrak in elk geval, zoals het Parool schreef, de voogdij van de oude partijen en bracht voor het eerst katholieken, pro testanten, ongelovigen en socialisten tezamen Wat is daarvan aan inspiratie gebleven voor na de oorlog ,Ik ben zelf nooit in dat Unie-rijtuig gestapt, ik had er niet veel vertrouwen in. Als die partij goed was dan zou zij door de Duitsers worden geëlimineerd. Dat is uitgekomen. Bn voorzover zij de verkeerde kant op zou gaan, lustte ik het niet. De mensen van de Unie hebben eerlijk gemeend een nieuw gezicht aan ons volk te kunnen geven. Maar het was ook hier een verband met een negatieve inslag. Nee zeggen tegen de Duitsers en nee tegen het vooroorlogse Nederland, zonder dat ze de consequentie konden trekken in positieve zin. Er zat niets tastbaars in om mee te werken. In dat opzicht stond de Unie veeü zwakker dan de Gestelse groep. Wij nadden tenminste een democratisch maatschappijk- beeld en dat zat er bij hen niet ln. Tegen de tijd dat ze daarmee wilden beginnen, werden ze door de Duitsers overboord gezet. GEEN INSPIRATIEBRON In die ttfd van ontreddering heeft de Unie wel even een functie gehad, maar als inspiratiebron voor na de oorlog heeft het niet veel betekend. Wat wij voorston den, de doorbraakgedachte, daarmee waren we in 1945 kennelijk nog te vroeg. Maar ik heb toen gezegd: het zal 20, 80 jaar duren, maar komen doet het. Dat hele confessionele partijwezen was een van de strijd punten van na de oorlog. Zat daar nu een stukje erfe nis van do Nederlandse Unie mee ln? Misschien, maar dan toch minder positief dan ln de Gestelse groep.' Wat hebben naar uw mening Politiek Convent en Va derlands Comité (groeperingen van politici behorend tot verschillende partijen) betekend voor de naoorlogse po litieke gedragslijn? ,Niet veeL De Duitsers hebben dat lang als onschuldige gezelschappen beschouwd. Het daar besprokene was ook wel op de naoorlogse politiek gericht, maar die co- mité's hebben alles bij elkaar toch weer te kort bestaan om tot Iets conoreets te kunnen komen. Ik meen dat op den duur het hele stel pilitici dat er mee te maken had, is opgepakt.' Vorrink heeft vlak na de oorlog gezegd dat hij de groep officieren rond prins Bernhard niet vertrouwde. Vorm den zij toen een bedreiging van de democratie? In .Lon den' leefde immers al de gedachte dat men zich na de oorlog maar los moesten maken van de oude wijze van samenstellen van volksvertegenwoordiging, provinciale staten en gemeenteraden .Dat gevaar zat eigenlijk in wat wij de Orde Dienst noemden. Los van de groep rondom prins Bernhard was dat zo'n club die we helemaal niet vertrouwden. Er waren van dat soort krachten. Het hele Militair Ge zag was trouwens iets waarbij je je onbehaaglijk voelde. Vandaar dat toen Drees en ik optraden een van onze eerste activiteiten was om per 1 september 1945 het Militair Gezag de nek om te draaien. Dat heeft wel wat langer geduurd, maar het Is in elk geval gelukt. In het zuiden heeft zich dat met die militairen duide lijker gemanifesteerd dan op andere plaatsen. In Bra bant bijvoorbeeld gingen figuren uit de grote Indu strieën met een militair pak aan op de stoel van het civiele bestuur zitten. Dat gaf een wat angstig idee. Het ging hier inderdaad om een concentratie van lie den waarvan het mij nooit is gelukt de geestelijke stro ming vast te stellen. Maar een wezenlijke bedreiging van de democratie? Dat is er van links noch van rechts geweest. Er waren wel figuren die het nodig vonden een eigen spionage dienst tegen de communisten op touw te zetten. Ik heb eens een generaal bij me gehad die vreselijk boos werd omdat hij geen benzine meer kreeg voor zijn pri- vérecherche, maar dat was toch ook iets dat weinig om de hakken had.' Zag u bij dat eerste naoorlogse kabinet dè oude tegen stellingen al vlug terugkeren Is er toen nog tijd gevon den om over maatschappijvernieuwing te spreken .Zo'n kabinet als dat eerste hebben we later met meer gehad. Daar zaten in een Meynen, een Van Royen, een bieftinck, een Van der Leeuw en anderen. Dit waren mensen die wat te betekenen hadden. Ik zag de oude te genstellingen niet zó vlug terugkomen. De katholieken bijvoorbeeld hadden nog helemaal geen kleur. Dat is pas eind 1945 gekomen, na de uitspraak van de commissie- De Quay. Bovendien is het Indonesische vraagstuk gauw gaan spoken. Je kunt de Nederlandse politiek van die jaren ni9t begrijpen zonder dat probleem er mee in te betrekken. Dat heeft de oude tegenstellingen ook doen nerleven. Wat de maatschappijvernieuwing bebreft: de maatregelen die genomen werden, zoals: de nationali satie van de Nederlandsche Bank, de geldzuivering, de wijze waarop we toen met het elgndom in het algemeen omsprongen, die klopten toen nog vrij aardig met de ge- daöhtengang ontworpen in de oorlogsjaren zoals die bij vnj veel mensen leefde. Het kabinet nam die maatregelen ook zander moeite. Als je nu vraagt of ie dereen precies wist waar het met de samenleving naar toe moest, dan zou ik daar geen antwoord op durven geven. Want tot Kerstmis-1945 was het in Nederland een chaos. Maar het was toch wel zo dat de ingrijpende maatregelen die als noodzakelijk werden beschouwd, bij velen van ons tegen een zekere achtergrond werden ge zien en ervaren. Mensen als Lieftinck en Van der Leeuw waren toen geen uitgesproken socialist, maar re presenteerden wel een daarop gebaseerde denkwijze. En ook een katholiek als Kolfsahoten was positief in zijn reactie op de maatregelen. In dat kabinet is maar één «eer gestemd. Dat ging toen om de annexatie.' De Quay behoorde vlak na de oorlog tot de linker vleugel van de katholieke politici. Is er toen, met het oog op de doorbraakgedachte, met hem nauw contact geweest? Contact dus, zeg maar, van de PvdA in wor ding en de KVP in wording het gevoel van wel, maar wat daar toen besproken Is,... (Prof. Schermerhorn denkt er even over na). .Er is kort na de oorlog een erepromotie geweest van kadinaal De •long ia Utrecht. Ik ben daar als minister bij geweest. Toen zei mijn vrouw: .Toen jij binnenkwam waren er in de bank van de bisschoppen verscheidene figuren die vies naar je keken.' Daar was ik dus toen al geen perso na grata. Ik heb het idee dat op dat moment de kaarten al geschud waren. In die tijd hadden wij meer contact niet een andere katholiek. Sassen. De Quay zat in die periode in Beers, hij was niet vaak bij de hand. Maar Sassen was getrouwd met een nicht van Romme en had dus nauw contact met hem. Misschien hebben we toen al de verkeerde bij de kop gehad. Aan de andere kant: het contact niet de katholieken liep in 1945 voor een be langrijk deel over de ministers in het kabinet, name lijk Kolfschoten en Beel.' Die eerste verkiezingen waren een teleurstelling voor de mensen van de doorbraakgedachte. Geloofde u er toen nog in? ,Vlak voor de verkiezingen van 1946 gaven de bisschop pen aan de katholieken hun bekende advies uit. Toen werd het al moeilijk om te geloven dat de doorbraak zou slagen. De verkiezingen brachten een zekere teleur stelling, maar ik geloofde er toch nog wel in. En dat doe ik vandaag nóg. Want in de grond van de zaak zit er bij de katholieken iets achter dat vroeger wel maar vandaag niet meer wezenlijk van betekenis is. Kijk, die hele situatie zoals die in 1945 was, daar zat iets vreemds aan Vlak na de oorlog waren er vooral aan prot.-christelijke kant, en juist bij de orthodoxen, nog al wat doorbraakfiguren. Die volgden het spoor van een Lieftinck en Van der Leeuw. En aan roomse zijde werd de zaak geblokkeerd. Kardinaal De Jong zei in 1945 tegen mij: ,In wezen heeft u gelijk met wat u voorstaat, maar uit het oog punt van zielszorg kan ik het niet aanvaarden.' En wat zie je nu vandaag? Het omgekeerde. Beweging aan katholieke kant en bij prot.-christelijken lijkt het wel «lood te zijn.' Na uw premierschap en uw deelneming aan de Com missie-Generaal voor Indië bent u feitelijk van het grote politieke toneel verdwenen. Waa dat uw eigen keuze, of werd u weggerangeerd EINDE KAARTEN GESCHUD ,Ik durf dat niet goed te zeggen. Voor mezelf heb ik .Beide. Het kamerlidmaatschap heeft mij nooit hele maal bevredigd. In de tweede kamer had ik wel de ge- .egenheid in te gaan op interessante dingen als de bui tenlandse politiek en het wetenschappelijk onderwijs, maar ja... ik heb het alt\jd een beetje gevoeld als pra ten over hel werk van anderen zonder dat je zelf werkt. Ik wilde wel graag terug naar de wetenschap. Aan de andere kant was ik na mijn Indonesische periode poli tiek .verbruikt'. Ik weet nog best dat ik ernaar toe ging en in een particulier dagboekje schreef: .Deze missie betekent het einde van mijn politieke carrière, want het resultaat zal door het Nederlandse volk niet geac cepteerd worden.' Ik wist het dus zelf donders goed.' Heeft u in de jaren '46-'48 vaak bloot gestaan aan zwa re kritiek. Hoe heeft u die verwerkt .Wat een Elsevier schreef in die jaren hinderde me niet. Ik heb maar één keer geprobeerd daar Iets recht te zet ten. Maar onder sommige gebeurtenissen heb ik wel eens geleden. Zo bleven er op een senaatsdiner in Delft, waar ik a's oud-seaiaatslld wilde aanzitten, mensen om mij weg. En ik heb eens een bootreis gemaakt, waar een collega-hoogleraar mij de hele reis straal heeft gene geerd. Dat deed me wel wat. Van Invloed op mijn han delwijze is het nooit geweest. Wamt ik was er rotsvast van overtuigd dat wat ik deed én in Nederland én in Indonesië goed was. Als de kritiek eens erg hard was dan had ik in laatste instantie de beschikking over een religieuze' ondergrond ik ben remonstrant waar door ik de emoties opving.' Als u nu terugkijkt op wat 25 jaar geleden is gebeurd, zegt u dan: die-en-die dingen, heb ik verkeerd gedaan? ,Er zijn twee dingen waarvan ik spijt heb. Ik had er na de oorlog naar moeten streven dat er direct verkiezin gen waren gekomen. Dan hadden de oude verbanden zich nog niet kunnen manifesteren en dan had het In donesische probleem de verhoudingen nog niet vertroe beld. Ten tweede: ik had later in Indië. toen de eersta politionele actie uitbrak, uit de commissie-generaal moeten stappen en daardoor het kabinet moeten laten springen. Ik hen toen op verzoek van Vorrink aange bleven, want hij was bang dat de socialisten dan niet meer in do regering zouden terugkeren. Ik had me daar niets van aan moeten trekken. Ik heb nog altijd berouw dat ik toen niet gedaan heb, wat ik me had voorgeno men.' Wat geeft op dit moment leiding aan uw gedachteo- gamg over politiek en maatschappijvernieuwing? ANDERE SAMENLEVING ,Dat is de zekerheid dat we naar een andere samenle ving gaan, gedwongen door de techniek en wetenschap- Het is onzin om te geloven dat wat ons in wezen be dreigt van de kant van de wetenschap weerstaan of ingepast kan worden in een samenleving zoals die nu Wat mij somber maakt is het besef dat al deze bravo mensen en politici ook ten aanzien van dit vraagstuk vijf minuten over twaalf zullen arriveren in plaats van om twaalf uur. Dat hebben zij tot nu toe altijd gedaan. Achteraanlopen in plaats van leiding geven. Al die po litici zitten zo duidelijk in de kleine nesten dat ze geen tijd hebben om te overwegen waar het eigenlijk om gaat: het begrip dat de wereld onder onze voeten ver schuift. Laat ik een voorbeeld noemen: het komt er straks op neer dat van overheidswege bepaalde maatre gelen worden genomen om de hoeveelheid werk die er nog is en de investering die nodig is om het te laten draaien te beïnvloeden. Dat betekent dat je een appa raat nodig hebt dat er vandaag niet is. Dit alles overlaten aan het vrije spel van de maatschap pelijke krachten ls een riskante zaak. Ik geloof niet dat dat zal worden gedaan. Ne een een groot bedrijf als Phi lips. Ik ber. ervan overtuigd dat dergelijke concerns wel in die richting denken en werken, want dat moeten ze wel vanuit him eigen doelstelling. Veel moeilijker ligt het brj de vakbeweging: hebben die een plan uitge werkt dat daarvan de tegenhanger is Zo lang die de vrije loonpolitiek als hoofdthema hou den. zie ik dat niet. Nu kan men daarin de werkelijk heid van de klassenstrijd herkennen- Hier ligt een tegenstelling van ons naoorlogs idealisme met als kern de zogenaamde rechtsorde van de arbeid, die meer in hield dan de SER en de medezeggenschap waar de strijd nu om gaat. We dachten met het ingrijpen in het hele mechanisme van de prijzen een zeker evenwicht te kun nen scheppen. Dat is blijkbaar te moeilijk. Het ging goed van '45-'56, toen werd het donderen. Dat was de consequentie. Toen had je het oude kapitalistische stel sel met de klassenstrijd inbegrepen weer terug. Toch ziet men, dat met uitzondering van Oost-Groningen de klassenstrijd zich vandaag andera manifesteert, namelijk om de groeme tafel en niet meer door grote stakingen. Waarom? Er is dus kennelijk toch lets van een geestelijk proces aan de gamg. Aan weerskanten van die groene tafel is een ander en duidelijker begrip van goed en kwaad ontstaan. Bovendien heeft het grote* worden van de te verdelen taart ook verzachtend ga- iverkt. Toch meen Ik dat het hele mechanisme zoals het nu be staat de problemen van de rtnictuur van de samenle ving niet kan oplossen. Ook ln de politieke partijen durft men deze vraagstukken niet aan. Gebrek aan be grip of angst voor stemmen Zie als voorbeeld de land bouw. Zijn de socialisten hierin altijd beter? Vaak wel, en is er begrip voor de komende veranderingen, maar vaak, vooral bij het establishment overheersen ook de zorgen van de politieke dag van morgen. Ik vind de aoiv ook belangrijk, maar toch gaat het daar niet al leen om. Of gaat het ook in deze structurele vragen, zo als in Indonesië, om het feit dat de regering niet ver der springen kan dan de stok lang is, die het volk haar door middel van de politieke partijen aanbiedt DRS J. SOETENHORST. EN RUUD PAUW s-GRAVELAXD - april - Op 5 april werd jonkheer P. J. Six vijfenzeventig jaar. De hoeven van de ruiters van de Koninklijke Nederlandse Jachtvereni- ging en dr martiale schreden van een militaire kapel vertrapten de krokussen in het grasgazon voor de «vitte, zeskantige thé-koepel naast het bakstenen land huis ln 's-Graveland in Het Gooi. Tegenover de koe bel een wit miniatuurhuis, waarin kinderen de droom, -ens een groot mens te zullen worden, kunnen beleven. Voor de eigenaar van dit landhuis is na vijfenze ventig jaar die droom al voorbij. ,Dat huisje hebben mijn broers en ik, op de dakpannen na, helemaal zelf gebouwd. Ook het loodgieters- en metselwerk. Vanaf jns twaalfde jaar moesten wij in de vakanties twee ichtenden in de week bij een timmerman werken. Va der zei: als jullie groot zjjn, krjjg je met huizen te maken en dan moet je precies weten hoe ze in elkaar zitten'. Jonkheer Six, die in 1942 als zevenenveertig-jarige reserveritmeester van de huzaren de leiding van de door de Duitse bezetter gevreesde militaire verzets organisatie, de Orde Dienst, is nu een frêle man met dun wit haar, die niemand enige vrees zal inboe zemen. Zelf ongehuwd, bewoont hij met twee onge huwde zusters het landgoed .Jagtlust'. Wat heeft deze man bewogen aan het verzet te gaan deelnemen? Waar om is hij voor het politieke verzet in Nederland een van de meest omstreden mensen geworden Op de linkerrevers van het blauwe pak prijkt het knoopsgatinsigne van de Militaire Willemsorde, hoog ste onderscheiding voor betoonde dapperheid in dienst van de natie. ,Wie aan het verzet begint, realiseert zich eigenlijk niet welke risico's hij accepteert. Als je op een gegeven moment .ja' zegt, zit je erin. Toen ik de leiding van de Orde Dienst op mij nam, besefte ik Jat mijn voorgangers het niet langer dan drie maan den hadden uitgehouden. Wij waren onervaren in de technieken van het verzet en wilden misschien teveel doen. Bovendien dachten wij dat de oorlog snel zou zijn afgelopen'. DRIEMANSCHAP De Orde Dienst werd onmiddellijk na de capitulatie opgericht door jhr J. Schimmelpenninck. Hij richtte een driemanschap op met jhr Willem Rooll on jhr mr B. C. de Jonge, de oud-gouverneur-generaal van Oost-Indië, die voor de oorlog tot tweemaal toe Mussert had ont vangen. Doel van de OD was actief verzet te plegen legen het bezettende Duitse leger en spionnage te bedrij ven ten behoeve van de geallieerden. De OD was geor ganiseerd als ondergronds leger, waarbij het gezags- en regionale patroon van het Nederlandse leger was aan gehouden. Volgens cijfers die tijdens de oorlog zijn op gesteld, maar waarin ook jhr Six met helemaal ge looft, waren er ruim honderdduizend leden. .De OD had onderafdelingen over het geheie land. die georganiseerd waren in 22 secties ter behartiging van de talrijke taken op het gebied van spionage van de Duitse troepenbewegingen en verdedigingswerken, sa botage daartegen, waterbeheersing, medische verzor ging van de troepen, wapendroppings, bestrijding van de SD. onder meer door de verspreiding van een signal e- inentenblan, verbindingen door koeriers en ondergronds# telefoon- en telegraaflijnen met Londen en de beveili ging van deze diensten, voorbereiding van een militair apparaat en milttarir gezag, dat beschikbaar moest zijn bij het beëindigen van de oorlog en zoveel meer, in dit kader bijvoorbeeld de voorbereiding van de rehabili tatie der geïnundeerde gebieden, de voorbereiding van de arrestatie der NSB'ers, de voorbereiding van de spoor wegstaking, vam de geldsanering, de voedseldropping en zoveel meer. In het voorjaar van 1942 werd de Orde Dienst, waar schijnlijk door intern verraad dat nooit precies bewezen Ls, gedecimeerd. Jhr Schimmelpenninck werd in maart 1941 en de luitenant-generaal Roëll in augustus 194t gearresteerd. Toen alle militaire beroepspersoneel zich In mei 194? moest melden, viel de leiding vrijwel over al uit, behoudens dan de .burgeropvolgers', die voor dat geval waren aangewezen, doch veelal nauwelijks op iet werk waren ingeschoten' VOORTZETTING LEGER Beschouwde u zich als een particuliere organisatie van voornamelijk militairen, of als de officiële voortzetting van het Nederlandse leger? ,Een verlengstuk van het leger. Of er bij de legerlel- VOOR VERVOLG ZIE PAGINA 1».

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 18