een economie vol
onnatuurlijkheden
BIJ SHELL OP CURAQA0 MOETEN NOG HONDERDEN
WERKNEMERS VERDWIJNEN
WAARHEEN MET DE ANTILLEN? (II)
I
APRIL 1970
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
Een onzer medewerkers, drs M. L. Snijders bracht enkele weken op de Antillen door om zich in de achter
gronden van de nieuwe verschijnselen op politiek, sociaal en economisch gebied te verdiepen. Hieronder een
tweetal artikelen over de economie en de Shell. De eerste twee artikelen uit deze serie over de Antillen ver
schenen in de I'ZC van maandag 20 april.
Amerikaans kooptoerisme in Willemstad.
De jschoenenmarkt' van Willemstad: groente en fruit worden geïmporteerd.
(Door drs M. L. Snijders)
(VILLEMSTAD-CURAQAO De economie van de
Nederlandse Antillen is een economie vol onnatuurlijk
heden. Als er vandaag een beslissing over zou moeten
worden genomen, zouden de grote olieraffinaderijen er
niet meer worden neergezet; het toerisme dat een
steeds belangrijker bron van inkomsten wordt, komt
niet om liet mooie weer of de boeiende stadjes; als bui
tenlandse industrieën er zich vestigen is dat niet om
dat de lonen laag zijn, de arbeidsproduktivitelt hoog,
of de lokale markt een goed afzetgebied.
Beleggingsmaatschappijen en trustkantoren vestigen er
zich alleen vanwege fiscale voordelen. De eilanden heb
ben vrijwel geen bodemschatten. In de etalages staan
meer Volendammer poppen dan Antilliaanse, wamt er
Is geen eigen souvenirindustrde. Er is ook nauwelijks
landbouwveeteelt of visserij. Van de beroepsbevol
king van de twee grote eilanden is twintig tot vijfen
twintig procent werkeloos, maar voor allerlei werk
moeten arbeiders uit Trinidad, Colombia en zelfs Duits
land en Italië komen. Van de begroting wordt bijna
de helft gebruikt voor personeelskosten.
Dat zijn een paar van de sombere feiten die de econo
mie van de Nederlandse Antillen bepalen.
.De economie van de Nederlandse Antillen' is overigens
en groot woord: van de zes eilanden hebben er twee
(Saba en St-Eustatius) net iets meer dan duizend in
woners. Samen met de bijna 5000 zielen van St-Maar-
ten liggen ze meer dan 900 kilometer bij de drie andere
vandaag, dat is ongeveer zover als van Utrecht naar
Praag. Het grootste van de drie, het Nederlandse ge
deelte van St-Maarten, heeft ongeveer de oppervlakte
ran Vlieland Er is dus geen sprake van één economie.
WALCHEREN PLUS HELFT
VAN ZUID-BEVELAND
De belangrijkste problemen doen zich voor op Curasao,
met zijn 140.000 inwoners zo groot als Walcheren plus
Zuid-Beveland en op het half zo grote Aruba met 59.000
inwoners, al is op het laatste eiland door de bouw van
een ontzwavelingsfabriek op het ogenblik geen werk
loosheid. Wel worden daarvoor een 700 arbeiders aan
getrokken uit Italië en Duitsland, omdat het eiland
zelf de vaklui niet heeft die nodiig zijn voor dit pro
ject. Zoals op Curasao de dokmaatschappij, dochteron
derneming van Nederhorst< vaklieden per chartervlieg
tuig uit Colombia moet laten komen en er bij de bouw
van het Hiltonhotel op het eiland onvoldoende stuca-
doors en schilders waren. Daarvoor is toen de am-
Voor het overige lijken de economieën van beide eilan
den sprekend op elkaar: de grootste werkgever is in
beide gevallen een olieraffinaderij, die op Curacao op
het hoogtepunt 12.000 arbeiders in dienst had en nu
nog maar 3500 en op Aruba op de top 8400 en nu
nog 1600. Het directe aandeel van de oliebedrijven in
het nationaal inkomen daalde van 40 procent in 1957
tot 23 in 1967.
Door die ontwikkeling, één van de belangrijkste oorza
ken van de huidige economische malaise, zijn beide ei
landen steeds afhankelijker geworden van het toerisme.
Voor wat Curasao betreft is dat toerisme aanvankelijk
vooral .kooptoerisme' geweest uit Venezuela, dat aan de
overkant van een smalle zeestraat ligt. Curasao heeft
namelijk geen of heel lage invoerrechten en wordt al
dus een koopjesparadijs voor kleedjes uit Hongkong, sie
raden uit India en horloges uit Zwitserland, porcelein
uit Frankrijk, kant uit België en camera's uit Japan.
Venezolaanse vrouwen stropen dagelijks met grote
boodschappenlijsten de winkels in de zeventiende-eeuw-
se straatjes van Willemstads binnenstad af: een vorm
van gelegaliseerde smokkel.
Bij hen hebben zich na 1960, toen Cuba voor de Amen-
kanen niet meer bereisbaar was, de toeristen uit de
Verenigde Staten gevoegd_ die de Venezolanen nu zelfs
overtreffen. Zij zijn óók 'uit op koopjes en in de
toeristische folders wordt ze haarfijn uit de doeken ge
daan op welke wijze ze het meeste voordeel kunnen heb
ben van het verschil in invoerrechten tussen Curacao en
Amerika. Bovendien worden ze aangetrokken door de
casino's, waarmee alle grote hotels zijn uitgerust. Ver
der is het natuurlijk op de Benedenwindse eilanden ei
genlijk altijd mooi weer, heerlijk warm, van 26 tot 29
graden, met een verkoelende
STRAND
Daarom is ook het strand een aittractie, vooral dat van
Aruba dat breed en helwit Is. De .chains' van Ameri
kaanse hotels hebben zich stevig genesteld. Het moei
lijkste is, zeggen mensen die er mee te maken hebben,
de eerste te krijgen. Maar als Intercontinental er een
maal zit denkt Hiilton: .Er moet geld te verdienen zijn
op Curasao, anders zouden zij er niet gaan zitten'.
En na Hilton komt Holiday Inn en de rest volgt van
zelf. Dat er de eerste 10 jaar belastingvrijdom wordt
gegeven evenals voor de nieuwe Industrieën helpt
daarbij natuurlijk wel.
Hotelbouw is goed voor de. werkgelegenheid: per kamer
komt er voor 1J£ man werk. Terwijl in een hoogwaardige
Industrie een investering van honderd miljoen dollar
werk creëert voor misschien 25 Oman kan investering
van een miljoen of twaalf in een hotel al aan een 400
mensen werk geven-
Met dat alles is de stijging van het toerisme spectacu
lair: Aruba had in 1959 nog nauwelijks 800 bezoekers,
vorig jaar al 59.000; Curasao kreeg ruim 38.000 bezoe
kers in 1961 en meer dan 101.000 in 1968; Sint-Maarten
is hard bezig een duur hoteledand te worden.
Maar: de toeristenindustrie is uiterst conjunctuurge
voelig. De onlusten van vorig jaar hebben de stroom
van cruisers en chartervliegtuigen naar Curasao tij
delijk sterk afgeremd. De toenemende neiging van Ame
rikanen om naar Europa te gaan is een ernstige con
currentie; Jamaica, Trinidad en andere Caraïbische ei
landen doen eveneens hun uiterste best de Amerikanen
naar zich toe te lokken. En wat gaat er gebeuren als
het weer eens .goed' wordt tussen de Verenigde Staten
en Cuba
stig zijn voor de vestiging van beleg gin
laatschap-
LANDBOUW
Een normale economische activiteit als de landbouw
heeft op de Benedenwindse eilanden nooit veel bete
kend en de kans om daarin werkgelegenheid te schep
pen, is vrijwel afwezig. Een pas openbaar gemaakt,
maar ai twee jaar oud rapport van de Grontmij en de
Zwitserse maatschappij Sogreah geeft daarover sombe
re feiten: zeer weinig regenval (gemiddeld 497 mm per
jaar, tegen 765 voor Nederland)grondwater dat (door
de grote wateronttrekkring van de oliemaatschappijen)
pas op 30 meter diep zit en vaak nog brak is, sterke
erosie. Daarbij komt dat de Antilliaan niet op het land
wil werken, naar men zegt omdat hij daardoor herin
neringen krijgt aan de slavernij. Die la da» wel ruim
honderd jaar geleden afgeschaft, maar nog altijd niet
verder weg is dan het verhaal van de grootvaders van
nu nog levende mensen. Tuinlieden zijn daarom op de
Antillen vrijwel zonder uitzondering Portugezen, af
komstig van Madedra. die eveneens de stand van de
ijscomannen uitmaken. Groente, fruit en zelfs vis moet
merendeels van overzee worden aangevoerd.
Eeai heel merkwaardige bron van inkomsten wordt ge
vormd door de belastingregels die in het bijzonder gun
pijen. Doordat namelijk Nederland en de Verenigde
Staten een verdrag tot uitsluiting van het heffen van
dubbele belasting hébben, dat ook voor de Antillen
geldt, wordt in de Verenigde Staten geen belasting
meer geheven van de dividenden en andere inkomsten
die beleggingsmaatschappijen uit de Verenigde Staten
op de Antillen ontvangen. En omdat het verschil tot
zes procent over die inkomsten kan oplopen, hebben
vele honderden beleggingsmaatschappijen hun zetel in
Willemstad gevestigd.
Bovendien wordt, als het inkomen van een beleggings
maatschappij niet uit de Verenigde Staten of Engeland
komt, over dividend en rente maar 2,4 tot 3 procent
belasting betaald, terwijl in de Verenigde Staten daar
over de gewone .withholdings tax' van 30 procent geldt.
Notaris G. C. A. Smeets aan de drukke Handelskade
is de eerste geweest die de contracten opstelde, waar
door van deze mogelijkheid gebruik kon worden ge
maakt. Banken en trustmaatschappijen doen goede za
ken door het beheer van dergelijke fondsen voor hun
rekening te nemen. In 1969 kwam een tien procent van
de begroting van de Antillen uit deze bron en het aan
tal mensen dat er werk in vindt ligt boven de 300.
Een nieuwe bron van inkomsten is sinds begin 1969,
het plaatsen van dollarleningen op de Euromarkt door
op Curasao gevestigde filialen van buiten de EEG. Ze
telende firma's, die dat niet rechtstreeks kunnen of
mogen doen. In 1970 kan er in totaal voor een miljard
dollar langs die weg op de Burodollarmarkt worden ge
leend.
Tenslotte levert ook de vestiging van industriële on
dernemingen voordeel op: behalve de al genoemde vrij
stelling van belasting in de eerste tien jaar, kan in be
ginsel een bedrag dat zijn goederen in de Antillen pro
duceert, zonder Invoerrechten naar de EEG-landen ex
porteren. Van belang voor de vestiging van industrie-
en is natuurlijk ook de verhouding tussen produktlvi-
teit van de arbeid en de hoogte van de lonen.
ELECTR0NICA
Tol nog toe liggen die in vergelijking tot de omliggen
de landen niet ongunstig. Texas Instruments, enkele
jaren geleden op Curasao gevestigd voor het maken
van elektronische onderdelen, is begonnen met 400
meisjes en heeft dai aantal intussen uitgebreid tot
1600. Maar een Ander Amerikaans elektronisch bedrijf,
Solitron, waarvoor de fabriekshal al was gebouwd,
heeft vorige maand besloten niet te komen, omdat het
minimumloon in de Antillen dreigde te worden vastge
steld op tachtig Antilliaanse guldens per week 148,
in Nederlands geld) ongeacht leeftijd en geschooldheid.
Die beslissing over het minimumloon Is genomen in
december onder de dreiging van nieuwe stakingen. Na
dat eerst het eilandbestuur door de knieën was gegaan^
meenden de staten van de hele Antillen niet te kun
nen achterblijven. Intussen is iedereen, inclusief de ra
dicale F ren te Obrero, ervan overtuigd geraakt, dat
met een dergelijk minimumloon de Antillen zich uit de
Caraïbische markt zouden prijzen, zodat de partijen
eind maart gezamenlijk en in vereniging niet erg sier
lijk zijn teruggekrabbeld. Er komt wel een minimum
loon maar de hoogte ervan moet nog worden vastge
steld.
De vakbeweging heeft zich bij deze gang van zaken min
of meer stilzwijgend neergelegd- Het is ook niet een
voudig een vuist te maken op een eiland waar, van de
35.000 werknemers, er 5000 geregistreerd werkloos zijn
en volgens goede informanten nog eens 3000 ongere
gistreerd.
Daarbij is dan nog niet gerekend de verborgen werk
loosheid die bestaat uit het feit dat met name bij de
overheid een veel te groot aantal mensen tewerk is ge
steld van de totale begrotingsuitgaven van de Antil
len van 75 miljoen, zal In 1970 bijna de helft, namelijk
31,8 miljoen, worden uitgegeven aam personeelskosten.
Ook het geboortecijfer helpt niet om het werkloos
heidsprobleem te verminderen: 23,3 per 1000 (Neder
land 19 per 1000). Samen met een zeer laag sterfte
cijfer leven, dat een jaarlijks geboorte-overschot van
30 per duizend op (Nederland 11 per duizend). Gevolg:
41 procent van de bevolking ls jonger dan 14 jaar.
Dat hoge geboortecijfer wordt voor een deel veroor
zaakt door de zeer tolerante houding ten opzichte van
buitenechtelijke geboorten, een houding die diep ln het
maatschappelijk patroon lijkt te zijn verankerd. Inte
ressant is daarbij, dat ondanks de moeilijke afdwing
baarheid van alimentatieverplichtingen, er toch door
familieleden altijd voor de kinderen wordt gezorgd.
Spreken over geboorteregeling was tot voor enkele ja
ren taboe. Met Nederlandse hulp wordt er nu echter aan
gewerkt, ook al omdat de Antilliaanse katholieke kerk
(waartoe ruim 80 procent van de bevolking behoort)
zich daartegen niet meer verzet.
- i:; vv' ri;i:
(Door drs M. L. Snijders)
WILLEMSTAD - CURACAO Het is allemaal begonnen bij de Shell.
Ook helemaal in hel begin, in 1915, toen er op het eiland Curasao maar
30.000 mensen woonden. Aan «ie overkant, in 't Venezolaanse meer van
Maracaibo, werd olie gevonden. Maar een zandbank op de drempel van
de baai verhinderde grote schepen de toegang. Schepen met geringe
diepgang konden naar de overkant varen, waar dan. vóór het transport
verder overzee, de olie meteen kon worden geraffineerd aan de prach
tige natuurlijke haven van Willemstad, waardoor zeeschepen vrijwel
naar het midden van het eiland kunnen varen. Er waren geen huizen
voor de stafleden uit Europa: Shell bouwde ze met een hek er om
heen. Er waren geen winkels: Shell richtte ze in. Er waren geen hui-
zeu voor de arbeiders: ook zij kregen hun eigen wijk, ooit met een hek.
Er waren geen wegen: ze werden aangelegd door Shell, zoals de ijsfa
briek door Shell werd gebouwd het droogdok en de ambachtsschool.
Er waren zoveel mensen nodig, «lat het eiland ze niet eens kon leveren.
Shell importeerde uit Suriname en van andere Caribische eilanden een
6000 man en de 1000 stalleden kwamen uit Europa en zo omstreeks
1950 werkten er 12.000 mensen alleen voor Shell.
Toen was het mogelijk geworden de drempel voor de baai van Mara
caibo weg te baggeren en ook met zeeschepen tot aan de Venezolaanse
wal te varen. De Venezolanen eisten ln hun volgende concessieafspraak
dat er een grens zou worden gesteld aan de produktievergroting van de
raffinaderij op Curacao en aan die van Standard Oil op Aruba. De Ve
nezolaanse raffinaderij van Cardon is nu bijna zo groot als die van
Willemstad.
In de loop van de laatste tien. vijftien jaar, ls Shell gaan inkrimpen.
Op twee manieren. In de eerste plaats door activiteiten die niet recht
streeks met olieraffinage te maken hadden, af te stoten. De woningen
werden verkocht, de keukens, de ijsfabriek, de garages en het droogdok
overgedaan aan anderen. En in de twee plaats door te automatiseren,
zodat ook bij de raffinage zelf minder mensen no«iig waren. Het eerst
liet men de buitenlanders gaan: er zijn er nog maar een 150 over
Verder kromp men ook hei- aantal van overzee gehaalde stafleden sterk
in: van de 793 van 1 januari 1959 waren er nog 218 aan het begin van
vorig jaar. Maar ook 't aantal Antilliaanse werknemers moest vermin
deren: in de afgelopen 10 jaar zijn het er 1400 minder geworden, bij
een sterk gegroeide bevolking.
OORZAAK
Misschien zou ook dat allemaal nog geen problemen hebben opgele-
verd_ als Shell niet een deel van het. afgestoten werk had uitbesteed
aan onderaannemers. In een markt met een zo overvloe«iig aanbod aan
arbeiders en een nog zeer weinig ontwikkeld vakbondswezen konden
die uiterst lage lonen betalen. En wie de laagste lonen betaalde, kon
de laagste contractprijs aanbieden aan Shell. Zo kon het gebeuren dat
wie gisteren nog olietanks schoonmaakte in dienst van Shell, morgen
in dienst van Wesr.ar precies hetzelfde werk kon doen tegen de helft
van zijn vroegere loon. Dat is de onmiddellijke oorzaak geweest van
de uitbarsting van 30 mei 1969. En het is belangwekkend om nu. bijna
een jaar later, deze kwestie nog eens te bepraten met zo direct be
trokkenen als ir J. J. Isphording, general manager van Shell (50) en
zijn opvolger per 1 juli aanstaande, zijn huidige plaatsvervanger ir
W. H. Brouwer (40).
Hoe is het mogelijk dat een bedrijf dat zó volledig voor zijn mensen
zorgde dat woningen voor ze bouwde en scholen en wegen voor ze
aanlegde een situatie kon laten ontstaan waarbij hun loon zo sterk
achteruitging
Het afstoten van activiteit en die vroeger door Shell werden gedaan,
betekent op zichzelf geen vermindering van werkgelegenheid. De auto
matisering natuurlijk wel, stelt ir Isphording.
Heeft Shell dan ooit iets gedaan aan het stichten van additionele
werkgelegenheid 7
.Wij zitten in een commissie «lie industriële projecten stimuleert. Wij
hebben een bedrijfsschool. En we zijn heel ver gegaan in toezeggingen
om een aluminiumsmelterij van Kaiser van de grond te krijgen. We
hebben ook overleg gepleegd met de Antilliaanse en de Nederlandse
regering over het overnemen van een elektrische centrale'.
Maar hebt u ooit zelf terwille van dergelijke projecten geïnvesteerd
Wij hebben meegedaan aan de ontwikkeling van een consortium daar
voor. maar «lat is mislukt. Als grootbedrijf ben je er mentaal niet op
ingesteld om je met kleinbedrijf bezig te houden. Wij hebben wel ge
probeerd een positieve bijdrage te leveren aan nieuwe ontwikkelingen.
Maar liet gebied van de Nederlandse Antillen is ontzettend versnip
perd, dc economie is zeer zwak. er is een bijzonder kleine markt. Het
soort van industrie waarin wij kunnen meehelpen en meedenken, heeft
hier weinig kans.
.Wij hebben wed', voegt ir Brouwer daaraan toe, .contracten gesloten
met vroegere werknemers die op basis daarvan een bedrijfje konden
opbouwen.'
Maar waarom hebt u toegestaan dat Wescar en andere onderaan
nemers zoveel lagere lonen betaalden dan u zelf gewend was te doen?
,Hoe had je dit kunnen voorkomen? De historie is, dat er twee loon
systemen zijn geweest: het hoge SheIJsysteem em het veel lagere van
.de stad'. De kleine ondernemers aan wie wij het werk overdeden had-
clen nu eenmaal de loonschalen van de stad. De regering was erop
uit de lonen niet te veel te laten stijgen. Ter wille van de industrie
vestiging adverteerden ze met de stabiliteit van de lonen.
Kunt u zich voorstellen dat wij hadden gestipuleerd dat de onderaan
nemers dezelfde lonen betaalden als wij. U moet zich eens voorstellen,
dat ik of mijn voorganger dat had verlangd. Er was ook geen aanmoe
diging om dat te doen. Kunt u zich ons dilemma voorstellen? De vak
bonden overlegden met. ons over cao's en de loonontwikkeling bleef bin
nen de perken: 3 tot 4 procent omhoog per contractperiode van ander
half jaar. Alternatieven zijn in de publiciteit nooit aan de orde ge
weest. De onderhandelingen over een nieuwe cao bij Shell waren voor
30 mei praktisch rond met een verhoging van tien procent. Daarna
kwam de eis van veertig procent verhoging en toen barstte de bom'.
Is er door de gebeurtenissen van 30 mei iets veranderd?
Ja, w. 'nebben nu als conditie gesteld dat onderaannemers die voor
ons werken, voor vergelijkbare activiteiten hetzelfde loon betalen Ver
der heeft vorig jaar augustus de overheid opeens de minimumlonen al
gemeen vastgesteld op ons minimum van 66 gulden per week. Dat
was een verhoging met twintig procent. Vier maanden later is «laar
nog eens 20 procent bijgedaan. Daarna is nog de motie in de staten
gekomen om het minimunJoon te verhogen tot 80 gulden een motie
die inmiddels weer is afgezwakt. Wij zijn jarenlang de kurk
waarop de economie «ireef en wij krijgen nu «ie schuld
Dat hangt dan wel samen met uw dominerende positie in de econo
mie van het eiland. Zijn er nog verdere inkrimpingen te verwanten?
,Wij hebben een kapitaalsinvestering onder handen van meer dan hon
derd miljoen Antilliaanse guldens en we overwegen de mogelijkheid van
een nog groter bedrag. Internationaal gezien hebben we nog een grote
bezetting. Er zullen zeker nog honderden werknemers moeien ver
dwijnen. Maar er zullen praktisch geen mensen worden ontslagen:
wel mensen met vervroegd pensioen worden gestuurd. Wij leiden zelfs
weer mensen op. Daarbij streven we naar verdere Antillianisering, in
het bijzonder voor de hogere functies. Dat is een enorm probleem, om
dat men te weinig technische opleiding heeft en als men die opleiding
krijgt, blijft men in Nederland. Dit jaar gaan we naar de hbs om te
vragen wie er in aanmerking komt om te worden opgeleid. Maar er
zijn in totaal maar 20 eindexamenkandidaten. Wie geschikt is sturen
Amerika voor een opleiding.'
we naar Londen of n
BETER
Is inderdaad de ontwikkeling bij de Shell zo vrijwel onvermijdelijk
geweest als algemeen directeur Isphording het voorstelt? Op Aruba
bestond bij de Lago-raffinaderij van Standard Oil een vrijwel overeen
komstige situatie; en daar zijn geen uitbarstingen geweest De rationa
lisering en de automatisering zijn daar zelfs "eerder begonnen: de af
stoting van niet tot de raffinage behorende activiteiten als m 1951, de
automatisering in 1956 Maar de lonen van Lago hebben altijd twintig
procent hoger geleden dan die van Shell, zegt Frans Lodewijk (in de
wandeling Wijkie) Maduro (31)_ leider van de Independent Oil Wor
kers Union of Aruba, die met 1100 leden 91 procent van de Lago-werk-
nemers omvat. Weliswaar zijn bij Shell de sociale maatregelen altijd
wat beter geweest, maar niet zoveel dat daarmee het verschil werd
weggewerkt. Ook hier, zegt hij. werden voor onderhoudswerk bij onder
aannemers iagere lonen betaaïd dan bij de Lago zeif. Maar het ver
schil is nooit zo groot geweest als op Curacao
De vraag of de bevolking van Aruba misschien wat gemakkelijker is,
beantwoordt Maduro met een besliste ontkenning: hij vindt de bevol
king zelfs Impulsiever dan die van Curacao. Maar op Curacao werden
nog lonen van 90 tot 95 cent per uur betaald en dat kwam hier niet
meer voor. Overigens heeft ook op Aruba de-oliemaatschappij nooit
iets geïnvesteerd om alternatieve werkgelegenheid te scheppen.
Een paar «lagen later staat liet jaarverslag van de Koninklijke Shell-
groep in de lcrant. Het bedrijf heeft in 1969 bi,j de Nederlands«i industrie
voor 450 miljoen gulden ann orders geplaatst De vergelijking is na-
Iurn-lijk oneerlijk, maar do hele begroting van de Antillen komt nog
niet aan centlerde van dat bedrag....
Ir J. Isphardsng,