boswachter van berkenbosch provinciale zeeuwse ■■■■■■■■MM De boswachter van Berkenbosch heeft geen haast. Met de bedaagde tred van een landman uit de ttfd toen Lardinois nog in de wieg lag, beent hij over mos en halfvergane herfstbladeren in de richting van de goudvissen vijver. Hot voorjaar zit nog in een gevangenis van knoppen, door kou en natte sneeuw dichtgeknepen. Bos wachter Luitwieler, de henen nauwelijks opzwaaiend in zijn zware manchester pak, zegt met iets van spijt dat we acht dagen to VToeg gekomen zijn. Een paar dagen zon on voorjaar en het Berkenboscli heeft een ander gezicht. Een gezich vol bloeiende narcissen (,laat de mensen toch alsjeblieft van de bloemen afblijven, die, staan er voor iedereen') in een woud van beuken, ber ken, linden, esdoorns, blauwsparren, kas tanjes en oude eiken, onwerkelüke, onaan getaste idylle aan de noordkust van een eiland, dat tegelijk in het zuiden z'n ge zicht verliest aan de chemie. Luitwieler kent de kaart en de streep, die daarover getrokken is: hier, aan de duinrand bij OoRtkapelle mag Walcheren een beetje zichzelf blijven met oude buitenplaatsen als Duinbeek en Berkenbosch, beschermd en verstild, lusthoven van distinctie en dis tantie. De bossen van Duinbeek en Berkenbosch zijn toegankelijk. Ondergebracht in de NV Duinbeek ,een heel goed ding me neer', meent Luitwieler, ,als het nog eens aan Staatsbosbeheer komt, wordt het niks' werkgeefster van Luitwieler. De bos wachter waakt mild en tactvol over zijn domein, hij treedt rustig op als mensen zonder kaart hot territoir betreden, Betre den Luitwieler gebruikt dat woord, is hij niet onbezoldigd rijksveldwachter? ,lk kan goed met de mensen opschieten', zegt hij, .maar als ze aan de bloemen zitten hebben ze aan mij een slechte, dan volgt onherroepelijk proces-verbaal of intrekking van de kaart. Achtennegentig procent houdt zich er keurig aan. Maar ja je hebt overal mensen voor.' De kaart. Een wonderlijk brevet, voor ieder een haalbaar, tegen vooroorlogse prijs. Voor twee gulden mag een heel gezin met huis genoten en logés een heel jaar wandelen in de bossen van de NV Duinbeek, die de buitenplaatsen Berkenbosch, Duinbeek en Eikenoord omvat. Ail leen Eikenoord is af gesloten, om de hier broedende fazanten rust te gunnen. Er zijn geen beperkingen. Luitwieler laat iedereen toe. Langharigen, gefrusteerden, blanken, wapenleveranciers, speculanten en aow-trekkenden. Hij heeft maar één uitgangspunt. Het gedrag ter plaatse. Wie een Toegangskaart voor vrije wandeling in de buitenplaatsen Duiinbeek, Berkenbosch en de daarbij behorende dui nen' koopt, geniet onmiddellijk het ver trouwen van Luitwieler. Dat vertrouwen gaat zover, dat hij kaarten en wisselgeld op zak heeft voor mensen, die gelukkiger wijs van de openbare weg zijn afgedwaald Op onze wandeling stuit hij op zo'n groepje lllegailen, dat men nauwelijks illegaal kan noemen; het is stilaan usance geworden dit beloofde woud te betreden, om dan, bij de eerste ontmoeting met Luitwieler, een kaart voor het nieuwe jaar te kopen. .Vijfentwintig gulden? Dat zal wel gaan meneer.' Uit een zakje van zijn manchester pak diept hij het wisselgeld om kort daarna bij ons terug te keren: ,Ziet u wel hoe gemoedelijk dat gaat?' Gemoedelijk? En heeft Luitwieler vooi enkele jaren niet bijzondere faam ver worven, door met overtuigend optreden een aantal hinderlijke oosterburen tot buiten de leur van het beloofde woud te brengen? Je moet als boswachter niet speciaal voor lolütie willen spelen', leidt Luitwieler zijn toelichting op dit wapenfeit in, ,je moet loepel wezen. Je mag niet buiten de paden, dat weet ik, dat staat op de bordjes, dat weet iedereen die hier komt. Maar ik ben ook jong geweest.' Dat verraadt souplesse, biedt allerlei pers pectief, maar hoe zit dat dan met het in- ernationaal bekend geworden handgemeen ,Ja', vertelt hij emotieiloos, .een jaar of acht geleden was er een vechtpratij met twee Duitse families Hadden geen kaart Ik stuur ze weg, maar een half uur later kom ik ze weer tegen bij de goudvissen- vijver. Eén van die mannen viel me toen aan. He overmeesterde hem en heb 'm naar Domburg gebracht, waar ze hem zelfs moes ten boelen. Vandaar is le overgebracht naar Westkapelle en later over de grens gezet Nee, ik was toen niet gewapend, maar ik was er niet benauwd van, ik ben toch op eigen terrein?' Overmeesteren. Het klinkt als een politie rapport. Luitwieler ds geen formalist. Maar omdat hij de wet moet toepassen, is hij op de hooge. .Tvvee jaar terug zit er een meneer op de bank bij de goudvissenvijver. Ik vraag naar z'n kaart. Die heb ik niet. zegt hij. Dar. kunt u er alsnog één kopen, zeg ik. Nee, zei hij. Dus zeg ik: dan bent u strafbaar, u bevindt zich crp verboden terrein. U kunt me niets maken, zei hij, ik ben goed met het wetboek van strafrecht op de hoogte, zolang ik ziit kunt u me niets maken, want er staat verboden te lopen en ik zit hier. Nou, ik heb hem gauw duidelijk gemaakt dat dat allang veranderd was in zich be emden. En hij kocht een kaart, Sportief en dat kan ik waarderen.' Luitwieler weegt de prijs af tegen dt bekoring van het bos: .Twee gulden, 't is toch geen prijs. En toch als je som; Middelburgers spreekt, dan weten ze het niet eens. In Oostkapelle weten ze het wel Inwoners van dat dorp krijgen een gratis kaart.' Met lange, zekere passen leidt de boswachter van Berkenbosch de excursie door zijn terrein. Voor een oude eik maakt hij eerbiedig front. ,Vier- tot vijfhonderd laar.' Direct vervolgt hij: .Mensen in fa brieken missen wat in hun leven. Hier groei Je mee. je ziet alles, je kent iedere struik, het is altijd verschillend. Moet u zo iets eens zien.' Hij laat een heggebeuk zien, die met de stam, nauwelijks een halve meter boven de voet, vergroeid is met een elk. ,Op tv kunnen ze dat zó niet laten zien meneer. Oh ja, ik heb tv, gekocht voor m'n vrouw. Zelf heb ik daar niet zo'n behoefte aan.' Het huisje van de LuitwieJers. de boswach- terswondng, ligt achter het buiten Berken bosch. Het is de voormalige koetsierswo ning, die met de tegenoverliggende oude stallen geheel in 't bos verscholen llgit. Tus sen het huis en de stallen een pleintje, waar de levende have van de boswachter bedrijvig rondscharrelt: porseleinkrielen, patrljskrielen, Japanse zijdehoentjes en dui ven, pauwstaarten en witkopschilden. Luit- wielers spaniel Meta ligt loom tussen het kleurige pluimvee. Ze komt nauwelijks ge ïnteresseerd overeind als de boswachter naar de achterkant van het huis loopt, waar wondermooie fazanten en goudfa- ianten in een keurige ren huizen. F)e wereld vam Luitwieler lijkt idylle, puur natuur, zonder auto's, zonder bromfietsen, zonder flatgebouwen en fa brieken. Luitwieler heft een waarschuwende vin ger: ,Er is al veel veranderd. Als ze niet oppassen maken ze van de bossen hier één groot parkeerterrein. De wereld verandert. Vroeger zag je op zondag geen gerefor meerden in het bos.' Dat is niet zo'n schrijnende indicatie, maar voor Luitwieler, die zijn normen ontleent aan het bos en zijn bewandeling, is het een signaal van een veranderende wereld. In de gezellig ingerichte huiskamer, met uitzicht op het pleintje en het pluimvee, vertelt Luitwieler over zijn beroep. .Je bent hier helemaal zelfstandig. Werk gelasten doen ze eigenlijk nooit. Je weet wat er te doen is. In het voorjaar krijgt iet bos een grote schoonmaakbeurt Lanen •choonmaken en opsnoeien. Geen kaarsrech- e paadjes maken natuurlijk, dan wordt het ien park. In de zomer heb je het toezicht >P de bossen en de kaarten, in het najaa.T le Jacht, konijnen en houtduiven schieten s Nachts ga ik er ook wel op u:t Maar iet stropen, zoals je dat vroeger had, dat s een eind gebeurd. Vroeger werd er ge stroopt uit armoede. Toen was het ook gemakkelijker. Als je een konijn vervoerde door het jachtveld was je niet strafbaar, ik hoor aan de duiven of er 's avonds ie mand door het bos loopt. Ja, ménsen, ik neb het nu met over herten. Of er nog veel zijn? Deze week heb ik nog vier reeën ge zien, ik denk dat er altijd nog zo'n twintig, vijfentwintig zijn. Die reeën zijn afkomstig uit Noord-Brabant. Ze komen via Zuid-Be veland, waar ze zich een poosje in boom gaarden ophouden. Via de Sloedam komen ze naar hier, het kanaal steken ze zwem mend over. Een bok heeft ook een poosje op Zuid-Beveland in de boomgaarden ge zeten, die is toen ook doorgetrokken naar hier. Zo'n beest zal er wel reuk van hebben dat er hier bossen zijn.' .Boswachter zijn', vervolgt Luitwieler, ,zou niets voor jonge mensen zijn. Je bent wel Je eigen baas, maar je bent nooit vrij. Vakantie? Ach, ik ga nooit langer weg dan één of twee dagen. Naar de stad. Dan ben je blij als je weer terug bent. Ik heb trou wens niet zo'n behoefte aan vakantie. Maar ik kan me voorstellen, dat de mensen in de stad er gróte behoefte aan hebben. Zo zie je hier veel Belgen, logisch, want daar is het aan de kust allemaal boulevard met veel geschreeuw en lawaai. Hier worden zelfs geen bromfietsen toegelaten. Daarom is het hier ideaal, vooral voor kinderen M'n zwager uit Souburg was hier. Die wou we! eens een konijntje hebben Ik neem m'n geweer mee en schiet er een. Onderweg komen we een paar jongens tegen Hoe komen jullie aan dat konijn, vroegen ze Geschoten, zei ik. maar niet tegen de bos wachter zeggen hoor Ik was nog maar net thuis, toen kwamen ze het al vertellen Luitwieler ziet langzaam zijn vertrek uit het Berkenbosch naderen. Nog vier jaar is hij van zijn pensioen verwijderd, een punt dat hem weinig aanlokt. ,Het werk bevalt me prima Het zou een hele overgang zijn als ik moest vertrekken naai een gewone straat. Maar mijn vrouw heeft hier al die jaren alleen gezeten en wil ook wel eens wat anders, ze wil dan niet meei in een bos wonen. Maar ik zie ons al tussen bu ren zitten Neem hier de tuin Daarin wordt nooit gesproeid. Met al dat sproeien zijn de mensen bezig zichzelf te vergiftigen En het groeit hier allemaal even hard. Je hebt hier nog vogels zie je Dan heb je aardbeien, waar wei eens een pikje aanzit van een merel. Dat krijg je dan wel eens te horen. Maar die mensen zien niet de slakken, die die merel heeft opgevreten.' Het vertrek lokt Luitwieler weinig aan. In mei zal hij achttien jaar boswach ter-jachtopziener zijn bij de NV Duinbeek en voordien werkte hij al als los werkman in de bossen, bij zijn vader, die tweeën twintig jaar boswachter is geweest in het Berkenbosch. Bij de goudvissenvijver schildert hij in en kele woorden hoe het er binnenkort weer uit zal zien, een lusthof met bloeiende iris sen. rododendrons en waterlelies onder overhuivende moerascipressen. .Een sprookje meneer, nog iedere dag. Een mens in een fabriek wordt zelf een machine. Zelfs een dooie boom is nog moo;. Een schilder uit Antwerpen vroeg "er laatst nog om: boswachter zei hij, als je me een ple zier wilt doen, laat die boom dan staan.' Aan de voet van een oude beuk telt hij de met initialen omgeven hartjes, kwistig en minziek m de bast gekerfd en later, toen de stam m omvang won, mee gegroeid en gedeformeerd tot grillige mo numenten van vervlogen liefdes. .Een boek vol', lacht Luitwieler, wijzend op de bast, .dat liegt er hier niet om Je houdt reke ning met dit soort dingen Bij de goudvis senvijver staan vier banken en een kleintje, wat naar achter achter de rododend-ons. Laatst ging er een echtpaar-op Jaren op dat bankje zitten Alles goed en we! neb ik gezegd, maar dat is hier neergezet voor de jonge paartjes. Je moet overs' rekening mee houden nietwaar?' Kijk', een Vlaamse gaai", attendeert Luit wieler tenslotte, .als u over een week of wat nog eens terugkomt kun» u s avonds de nachtegalen horen. Dat gaat tegen elk aar in. En als hier alles weer b'.oeic onder de bomen, de primula's en de narcissen, :s het mooier dan de Keukenhof Hier is alles wild en echt, niet aangelegd, maar zo ge groeid. Daar moet je als mens niet te veel "ussenkomen Zp hebben al zenoe? verziekt.' iiiieiiitiiiiiiiiaiei IBM

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 21