25 jaar geleden: voedsel daalde neer in
hongerig nederland
RELAAS VAN ENGELSMAN
7 x-\
25 jaar geleden
ff. George Franks-. ^Dramatische taferelen'.
(Door H. George Franks M.B.E.)
Het voorspel tot de uiteindelijke bevrijding van Nederland was zonder twij
fel de voedseldropping door de RAF op 29 april 1945. De Britse journalist
H. George Franks M.B.E., die sinds lang Den Haag tot woonplaats heeft
verkozen, was tijdens de oorlog chef-redacteur van het ANP in Londen.
In die functie hield hij een gedetailleerd dagboek bij over alle gebeurtenis
sen in de strijd, die op één of andere manier met Nederland en de Neder
landers te maken had. Eén van de meest dramatische gedeelten uit dit
dagboek vertelt hoe de voedselvluchten werden voorbereid en uitgevoerd.
In het hier volgend artikel haalt hij herinneringen uit die episode op. Als
geen ander Kan de heer Franks een beeld geven van de indrukken, die de
op die gedenkwaardige zondag laag over westelijk Nederland vliegende
RAF-bemanningen opdeden. Want hij zat in het eerste vliegtuig en mocht
de handgreep overhalen voor het openen van de bomluiken. waardoor de
eerste voedselzending, van de vele honderden die nog zouden volgen, op
Ypenburg terecht kwam. Nog interessanter misschien is zijn relaas over
de dramatische taferelen op de RAF-vliegvelden, die aan deze menslie
vende oorlogsvluchten vooraf gingen.
provinciale
zeeuwse
courant
lliiiiiillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
11 APRIL 1970
Zes woorden, gescandeerd gezongen door
RAF-vliegers en boordschutters, weerklin
ken nog steeds in mijn gedachten. Nog kan
ik mij het beeld voor de geest halen van
deze mannen, die bitter waren teleurge
steld, omdat de Duitsers maar geen toe
stemming wilden geven voor de voedsel
vluchten naar Nederland. In gesloten ge
lederen marcheerden zij van de kantine
naar het bureau van de commandant, deze
zes woorden steeds harder uitroepend, zo
dat ze bulderden over het veld.
Het was ongeveer tien uur 's avonds op vrijdag: 27
april 1945. Vap dinsdag af waren zij voortdu
rend paraat gèweest, wachtend op de orders om
de Noordzee over te steken en het voedsel boven
Nederland uit te gooien. Maar de hele week was
er een ja-nee-ja-spelletje gespeeld, omdat Seyss
Inquart voortdurend van mening veranderde over
de vraag of hij de liefdadigheidsvluchten zou toe
staan Eerst hadden wij gedacht, dat we al "op
25 april zouden vliegen en een etmaal lang was
de hele vliegveldbezetting, van commandant tot
soldaat, bezig geweest meel en suiker in zakken
te scheppen van de grote hopen, die in één van
de hangars waren uitgestort.
Iedere keer als de ja-boodschap doorkwam, laad
den we de zakken in de bomrekken van de Lan
casters. En iedere keer als zij werd gevolgd door
een nee, moesten we de zakken er weer uit halen
om plaats te maken voor echte bommen voor
weer een nachtelijke aanval op Duitsland. Op za
terdag 28 april namen de bemanningen het niet
langei'. Een paar vertegenwoordigers gingen naai
de commandant en vertelden hem dat ze hoe dan
ook naar Nederland wilden. ,We nemen graag
het risico', zeiden ze, zelfs als dit verliezen kan
opleveren, want een vlucht als deze is het waard.'
HONGERDOOD
Ik was op het vliegveld bij Cambridge aange
komen op de 24ste april. Tot dan toe wisten de
bemanningen niet wat het allemaal te betekenen
had en waarom het afwerpen van levensmidde
len zo dringend nodig was. Dus hield ik twee
keer per dag uiteenzettingen op dit veld en een
ander, in de buurt, over de tragische toestand
in Nederland en hoe dicht de Nederlanders de
hongerdood waren genaderd, vooral in het weste
lijk gedeelte. Ik las ook de boodschap voor, die
generaal Eisenhower en Winston Churchill sa.
men aan het Nedcrlamdse volk hadden gezonden:
,Met het oog op de uitputting van uw voedsel
voorraden heeft de opperbevelhebber gelast dat
er onmiddeUijk voedsel naar u overgevlogen en
afgeworpen moet worden. Wij waarschuwden de
vijand, dat hij onze inspanningen om u te hulp
te komen niet moet dwarsbomen. Zou hij zulks
toch doen, dan zullen wij niettemin alles in het
werk stellen om uw levein te redden.'
Iedere keer als ik die boodschap had voorgele
zen, zette het koor weer in: ,De Hollanders moe
ten dit voedsel krijgen.'
MISDAAD
bericht uit Nederland door, luidende dat voedsel-
zendingen dringend noodzakelijk waren .aange
zien er over tien dagen totaal niets meer te eten
zal zijn in westelijk Nederland.'
Op de 27ste laadden we de Lancasters andermaal
vol zakken en gespten onze vlieguitrusting en
parachutes agn, maar weer voor niets. Nu was
er weer onenigheid met de Duitsers over de rouite
die we zouden vliegen. Dus gingen de meelbalen
er weer uiit en de echte bommen erin. Ik bracht
de middag door met de bemanningen nog meer
te vertellen over HoLland, over de grote spoor,
wegstaking en andere verzetsdaden, die in feite
de tragische situatie hadden veroorzaakt en over
de ondergrondse pers, die de Nederlanders op de
hoogte hield van onze pogingen hen te helpen.
om in het welkom te delen. De Hollanders zou
den hun voedsel nu krijgen!'
KLAAR MAKEN
KOEIEN
In een volgende nota schreef generaal Elsenho
wer aan de Duitse opperbevelhebber in Neder
land, dat het deze bekend diende te zijn dat
4,5 miljoen Nederlanders de hongerdood dreigden
te sterven. Derhalve wees hij erop, dat de bom.
memverpers geen oorlogsmissie zouden komen
uitvoeren, maar een hulpactie aan noodlijdende
burgers, zodat elke poging om de bommenwer
pers tegen te houden of het voedsel aan de Ne
derlanders te onthouden, zou worden beschouwd
als een misdaad jegens de mensheid, waarvoor de
aanstichters de volle verantwoordelijkheid te dra
gen zouden krijgen.'
Mijn Londense kantoor gaf mij telefonisch een
CONFETTI
Tegen zes uur 's avonds weerklonk er weer een
bevel- .Klaar maken om voedsel te laden!' Dus
iedere beschikbare man en vrouw op het vlieg
veld rende naar de hangar, sleepte de zakken
naar buiten ondanks een hevige sneeuwstorm en
begon ze in de Lancasters te stouwen. Maar om
elf uur moest alles er weer uit, de Duitsers ble
ven zeuren over de distributieproblemen. Het
sneeuwde nog steeds hevig.
's Zaterdags dachten we dat er nu geen verder
uitstel meer mogelijk was, maar weer zaten we
tot vijf uut 's middags klaar in de vliegtuigen,
zonder dat er toestemming kwam om op te stij
gen. Om tien uur 's avonds hoorden we echter, dat
we definitief op zondag zouden vliegen, ook al
gingen de Duitsers er niet mee akkoord.
YPENBURG
Het was twee uur 's nachts op die geweldige
zondag, dat wij uiit bed getrommeld werden en te
horen kregen,dat de Duitsers eindelijk hadden
ingestemd en dat wij de eerste bevrijdende voed-
selbommen zouden gaan neergooien op het vlieg
veld Ypenburg om twee uur 's middags. Om elf
uur zaten we nogal uitgelaten aan de lunch, hoor.
den Eisenhower's laatste waarschuwing aan de
Duitsers, dat ze de overeengekomen voor
waarden moesten naleven en klommen om twaalf
uur in de bommenwerpers. Ik vloog mee met ka
pitein-vlieger J. A. Chadwell. Toen om half een de
motoren aansloegen, konden wij ze nauwelijks
horen door het geweldige gebrul van alle beman
ningsleden: ,De Hollanders moeten voedsel heb-
Op een teken van de kapitein deed iik wat mij
gezegd was. Ik trok aan de handgreep, die het
eerste bommen luik opende. Toen sprong ik naar
een raam om de eerste zakken op Ypenburg te
zien neervallen. Binnen seconden werden ze ge
volgd door duizenden andere, fladderend als con
fetti uit de hand van een reus. Toen we wegdraai
den zag ik langs de wegen en paden naar het
vied mensen rennen. Mensen met karretjes, met
kinderwagens of alleen met een vreugdevol hart,
hopend iets te kunnen grabbelen dat buiten de
omheining zou zijn gevallen.
Jammer genoeg waren we net te laat gekomen
om deze blije mensen een zondags middagmaal te
bezorgen, maar we verheugden ons in de weten
schap dat hun bevrijding was begonnen. Eén van
onze bemanningsleden schreeuwde me toe: .Dit
zijn de beste bommen, die ik ooit heb gegooid!'
SCHOTEM,
Snel optrekkende van de dertig meter hoogte
waarop we Ypenburg hadden .gebombardeerd',
scheerden we over Den Haag. Beneden sprong en
danste een enthousiaste menigte en hun blijd
schap bracht de bemanningsleden ertoe hun zak
ken te ledigen en wat ze maar konden vinden
aan sigaretten, snoepgoed en chocola uit te wer
pen. Zelfs het pakket noodrantsoenen, dat in het
vliegtuig behoorde, moest eraan geloven en ging
overboord.
Eén ogenblik van spanning was er nog toen we
de Scheveningse kust passeerden; enkele geweer,
schoten deden ons afvragen wat de Duitsers in
hun hoofd haalden. Later hoorde ik, dait er werke
lijk op de vliegtuigen was geschoten, welk 'feit
Eisenhower aanleiding gaf tot een zeer korte no
ta aan Seyss Inquart: ,Uw troepen schieten met
handwapens op onze vliegtuigen. Zorg ervoor dat
dit onmiddellijk ophoudt.'
Toen we de kust van Holland achter ons lie
ten, werd het vreemd stil in onze machine, totdat
de gezagvoerder riep: .Well, jongens, wie is er nou
blij, zij of wij?' Die avond vertelde ik in de BBC-
uitzending van 9 uur .oorlogsrapport', hoe
de kruidenier voor het eerst sinds maanden weer
aan de deur was geweest in Den Haag.
42.000 KG
We staken laag de Noordzee over en naderden
de kust ten zuiden van Hoek van Holland op
een koers richting Rotterdam. Eén van de eerste
verrassingen toen we op een hoogte van honderd
vijftig meter over het land scheerden, was de
aanblik van een paar koeien in het levendig
groene gras. Ook verbaasden we ons over de ein
deloze rijen kassen, hoewel we duidelijk konden
alen dat ze leeg waren.
Om 1 uur 42 ontdekte ik de eerste menselijke
levenstekenen. Er lagen vier schepen tegen een
kanaaloever en op onze nadering sprongen er
plotseling zes mannen uit, die geestdriftig begon
nen te zwaaien met een Nederlandse vlag.
Een paar mijl oost van Rotterdam draaiden we
naar het noorden, richting Den Haag, langs de
route die ons was voorgeschreven door de Duit
sers. Opeens leek het hele landschap zwart te
worden van de mensen. Ik noteerde in m'n dag
boek. ,Op de velden en de wegen en zelfs in de
tuintjes van de treurige kleine huizen begon ie
dereen koortsachtig te zwaaien. De mensen wuif
den met vlaggen, lakens, tafelkleden en alles wat
ze aan wit textiel zo gauw hadden kunnen grij
pen. Een grote oranje vlag werd uitgestrekt op
een plat dak. Twee mannen die op een straat
hoek stonden bij wat wel Duitse soldaten moes
ten zijn, trokken hun overhemd uit en begonnen
daarmee te zwaaien. Of het dak van een klooster
nam een groep nonnen hun witte huif kappen af
Op die gedenkwaardige dag, 29 april 1945, gooi
den ons squadron 42.000 kilo levensmiddelen uit
in 335 ladingen. In de volgende dagen strooiden
vijfhonderd Lancasters zakken voedsel uit boven
Rotterdam, Leiden, Gouda en een groot aantal
andere plaatsen. Zorgvuldig samengestelde bun
dels met 71 zakken in elk van de vijf bommen,
rekken bevatten vlees, meel, suiker, thee, melk,
kaas, gist, groenten, margarine, eieren en zelfs
peper, zout en mosterd.
Op 30 april al kwam er een bericht van de ver
zetsleiders in Holland: ,Wij willen onze diepe
dank uitspreken aan onze bondgenoten, aan de
dappere bemanningen van de RAF en aan onze
regering voor het voedsel dat boven Nederland
werd uitgegooid.'
Twee dagen later seinden zij: ,De Duitsers zijn
erg tam nu. Net ais wij begrijpen zij, dat de
voedseldroppings het begin zijn van de bevrijdng
van Nederland.'
Deze twee boodschappen waren alles wat de
RAF-mannen wilden horen. Na vele jaren van
verwoestende bombardementen waren de vetera
nen van de Roer, Dortmund, Hamm en Milaan
verheugd eindelijk aan opbouwende operaties te
kunnen deelnemen. Ze vochten voor een plaatsje
in de liefdadigheids armada.
Die 29ste april 1945 is na 25 jaar nog onverge
telijk. Voor mij en voor de RAF-bemanningsIe-
den, die nu waarschijnlijk niet meer vliegen,
maar een rustiger leven lijden in verschillende
delen van Engeland.
Geen dodelijke lading, maar leven brengend voedsel daalde uit de bommenruimen van de zware bommenwerpers
in West-Nederland neer.
Na de droppingophalen van voedsel.