DIMENSIE 4
,HET PROCES VAN MEESTER ECKHART',
EINDELIJK EENS EEN GOEDE VESTDIJK
QUARTETTO ITALIANO, VIJFENTWINTIG JAAR
OPTIMAAL SAMENSPEL
zeeuwse
courant
GALERIE ETCETERA
Dvorak
Mozart
provinciale
19
Andrtes van der Beeks ,'s-Heer-Hendrikskinderen' (SO).
3et Quartetto Italianu bestaat voor
wie het nog niet wist 25 Jaar en
Philips heeft het fameuze kwartet
en zichzelf bij die gelegenheid geëerd
met het uitbrengen van een .feest
plaat' en de verlenging van de suc
cesserie Kammermusik.
De eerste heet dan .Kwartetspel in
optima forma' en bevat werken van
Haydn, Schubert en Dvor&k, de twee
de Beethovens strijkkwartet nr. 13
(opus 130) en zijn Grosse Fuge in
Bes (opus 133).
In deze zelfde Kammermusik-serie
brengt Philips dan bovendien nog
en dit ter afsluiting Beethovens
opus 131 uit.
Wie zich het Beethovenprogram-
ma herinnert dat het jubilerend kwar
tet een goede maand geleden in Den
Haag (en Amsterdam» bracht, kan
weten wat er aan goeds van deze
opnamen verwacht kan worden.
Het B-dur kwartet nr. 13 met het
prachtige licht zwellende adagio
eerste beweging het danserige
allegro assai en de gedragen cavati-
ne krijgt van het Quartetto Italiano
een fraai haast sublieme uitvoering
in een instrumentaal samengaan van
hoge orde.
Hetzelfde kan van toepassing ge
maakt worden op de Grosse Fuge,
eveneens in B-dur, de oorspronkelijk
zesde beweging van het kwartet nr.
13, die zich door een heel wat speel
sere toon van het .moederkwartet'
onderscheidt en in een latere bewer
king een eigen leven is gaan leiden.
Ook hier subliem samenspel, een
warme uitvoering van een warme
Beethoven. (839 795 LY-Philips-ste-
reo).
Als slotstuk van de opname van Beet
hovens laatste strijkkwartetten door
het Quartetto Italiano gaf Philips
opus 131 uit. Kenmerkend voor de
uitvoering van dit toch vooral
elegische werk zijn de warme
toon van het ensemble, de zangerig
heid in de langzame delen en de wat
luchtige toets die men aan de snelle
delen geeft. Het ensemble zorgt voor
homogeen samenspel, de optname
plaatste de 4 stemmen in fraai even
wicht. (Philips 802 915 LY)
De promotieplaat die als .feestplaat'
is bedoeld, doet op het eerste gehoor
aangenaam aan, al was het alleen
maar vanwege de niet onplezierige
.schok' der herkenning. Philips heeft
er enkele evidente toppers uit de
kwartetliteratuur op bijeengebracht.
Zo is er van Haydn het .Lerchen-
Quartett' in D, opus 64 nr 5, zo is
er Schuberts .Quartettsatz' in C, nr
12. Beide uitvoeringen door het
Quartetto Italiano bewijzen te meer
dat het ensemble de romantiek zeer
nabij staat. Er is ons inziens met
net één schepje suiker tevéél ge
werkt. meer nog bij Haydn dan Dij
de heel wat lyrischer Schubert die
er toch eerder om vraagt. Niette
min: behalve zoet ook fraai samen
spel.
Het .Negerkwartet' van Dvorék (nr
6 in F) dat als men bereid ls de
van de kamer naar de sym-
onbevangen te maken op
sommige punten wel zeer sterk aan
,De nieuwe wereld' doet denken,
krijgt een uitvoering die sterk mee
buigt op de rand van de contrasten
die Dvorék zo scherp tekenen. Het
Quartetto Italiano laat niet na te
stralen en dat telt dubbel bij een
nogal veeleisend werk als dit. Waar
mee gezegd wil zijn dat dergelijke
promotiepïaten niet goedkoop ge
noeg kunnen zijn.
(88406 DY-Philips-stereo).
Het is niet zo moeilijk na te gaan,
waarom de muziek van Dvorék vrij
Tot 21 april exposeert Etcetera (Molstraat 10a) te
Bergen op Zoom beeldhouwwerken, schilderijen, grafiek
en tekeningen van een werkgroep die gepresenteerd
wordt onder de werktitel .Dimensie 4'.
Het is nogal een uiteenlopend gezelschap: Bé Thoden
van V elzen Dick Blaauw, Andries van der Beek en Ger
hard Mensink, allen wonend en werkend achter de wal
len van Hattum.
We dachten dat deze tentoonstelling, kwalitatief en
naar opstelling en variatie, zeker niet misstaat in de
goede reeks die Etcetera er al op heeft zitten.
Bé Thoden van Vélzen heeft in haar beeldhouwwerk een
en ander aan technisch kunnen geafficheerd. In veel
verschillende materialen die toch stuk voor stuk een
eigen aangepaste benadering en techniek eisen legt
ze zoveel (dat echt wel boven de techniek alléén uit
gaat) dat het een boeiende bezigheid is haar handwij
zer op deze tentoonstelling te volgen. Haar werk is
gekund, spreekt direot aan en is bovendien niet vrij
van de charme die het klemplastiek aantrekkelijk
maaltt. Haar verwerking van het thema .Danseresje' (7)
in natuursteen zegt daar heel wat meer over, evenals
'hoewel heel anders van toon het bronsportret van
een oude dame 12
Diok Blaauw toont zich een goed beheerder van de
gouachetechniek: hij doet er net iets meer mee dan
beheren. Zijn kleuren het palet kent nauwelijks be
perkingen zijn fraai, gedempt, geheel in de toon
die men het gouache eigen heeft gemaakt, maar wel
met zoveel persoonlijks dat Blaauw er genadiglijk uit
springt. We kunnen niet beter doen dan daarvoor
nog slechts bij wijze van voorbeeld wijzen naar het
verspringend licht in nr. 21, de sterk ritmische over
gang van geel naar oranje, oranje naar rood in ,Hete
zomer' (24) en naar een gewoon mooi blad als nr 26,
.Skeletten'
Den grote stap naar Andries van der Beek: krachtige,
brede schilderijen met een weinig conventioneel kleur
gebruik, een machtige streek, die hem dicht bij een
uiterlijk grote ongebondenheid brengt.
Aan de andere kant legt Van der Beek zich wel een
haast angstige binding op als hij gaat assembleren.
Feit is wel dat hij op welke schaal het ook moge
geschieden een schilder blijft die zijn kleurvlakken
compositorisch weet te stellen. Van zijn assemblages
komen vooral het ritmisch sterke .Getto' (33) en Si
nai' (40) over: hier heeft geen schilder ook nog eens
met rommel staan knoeien maar is een treffende dic
tie in materiaalsynthese bereikt-
Wat zijn schilderijen betreft: vooral zijn uitstekend
getroffen Poellandschap, zoals dat naar voren komt
in het doek ,'s-Heer-Hendrikskinderen' (30) verraadt
veel van de open kijk waarmee is gewerkt.
Gerhard Mensink tenslotte komt in zijn olieverven met
een merkwaardig maar zeker niet onweldadig kleurge
bruik: zijn kleurcontourem vervloeien aan de randen, lo
pen over en gaan een organische verbintenis naar een
heid aan met wat hun omringt. Mensink komt daarin
tot Intrigerende doeken (41, ,Rode Knotwilgen'). An
ders van aard is de bijzonder scherpe tekening in .Ge
vallen Boom' (42) en een plezierige penseeltekening als
nr. 51, .Melker en koe'.
Samenvattend (en deels herhalend) geloven wij dat Et
cetera met .Dimensie 4' een goede, maar geen opzien
barende tentoonstelling op de staat van goede werken
heeft bijgeschreven.
snel en gemakkelijk aanspreekt: het
feheim zit voor een groot deel in
e melodieuze charme van de compo
sities. Dat geldt niet alleen voor
Dvorék's orkestwerken cellocon
cert. ,(Jit de nieuwe Wereld', achtste
symfonie het geldt ook voor zijn
kamermuziek. Philips gaf recentelijk
een plaat uit, waarop dit duidelijk
blijkt: de plaat bevat het vrij
bekende strijksextet in A-groot
opus 48 en het vrijwel onbekende
strijkkwintet opus 1, verrukkelijk
gespeeld door leden van het Philhar-
monisch Oktet van Berlijn.
Tussen het ontstaan van beide wer
ken ligt een periode van 17 jaar.
Het kwintet schreef Dvorék, toen
hij 19 jaar was en het werd tijdens
zijn leven uitgegeven, noch uitge
voerd, mede door zijn zelfkritiek, die
die van Brahms naar de kroon stak.
Heel anders verging het zijn sextet,
waarover de toehoorders bij de pre
mière in 1879 verrukt waren. Bei
de werken hebben gemeen, dat ze
volgens de strakke regels van de
vormgeving misschien geen meester
werken mogen zijn. Maar ze hebben
óók gemeen, dat men bij het luiste
ren de regels al gauw de regels laat
en zich graag overgeeft aan een on
uitputtelijke stroom melodieën. Even
terzijde: merkwaardig is de overeen
komst in sfeer tussen het Dvoréks
sextet en het eerste sextet opus 18
van Brahms, hoewel de muziek van
Brahms vee! minder .gepolijst' is en
Dvorék ni het sextet twee typische
Slavische delen opnam: een Dumky
(elegische ballade) en een Furiant
(een snelle Tsjechische dans).
Zoals gezegd: de leden van het Ber
lijns Philharmonisch Oktet spelen
de werken erg fraai en gelukkig
niet te zoetelijk. De plaat die
veel muziek bevat is stereogeniek
opgenomen en derhalve een aanwinst
in Philips voortreffelijke Kamermu-
ziek-serie.
(Philips 839 754 LY)
Nadat EMI begin vorig jaar Mozarts
strijkkwartetten in een vertolking
van het Heutling Quartett bundelde
in een cassette-uitgave, zijn deze wer
ken nu op tien losse platen uitgege
ven. Mozarts composities voor het
strijkkwartet omspannen een periode
van zeventien jaar en geven niet al
leen een doorkijkje in Mozarts ont
wikkeling, maar ook in die van het
klassieke strijkkwartet.
Al moet daarbij wél worden gezegd,
dat Haydn aan die ontwikkeling
minstens evenveel en zelfs de eerste
bouwstenen heeft bijgedragen Het is
bekend, hoe belde componisten elkaar
ook op dit terrein stimuleerden.
Haydns .Sonnenquartette' opus 20
brachten Mozart tot de uitspraak:
.Ik heb pas van Haydn geleerd hoe
men kwartetten moet schrijven'; op
zijn beurt zette Haydn boven zijn
kwartetten opus 33.' nadat hij tien
jaar geen kwartetten had geschreven
en Mozart zijn vondsten verder had
ontwikkeld: ,Op een nieuwe, bijzon
dere wijze geschreven'; Mozart ten
slotte, droeg zijn belangrijkste kwar
tetten (kv 387, 421, 428, 458, 464 en
465) aan zijn vriend Haydn op.
Van de tien EMI-platen bereikten er
twee onze draaitafel: één met drie
van de zes .vroege', diverterende
kwartetten kv 158, 159 en 160
waarvan met name kv 159 een Ju
weeltje is en één met twee .late'
werken: kv 589 en 590, die veel rij
ker van expressie zijn. Het Heutling
Quartett, dat voor EM3 al eerder
Mozarts strijkkwintetten vastlegde,
speelt de drie vroege Milanese
kwartetten luchtig, passend ontspan
nen. Ook de beide andere werken wor
den uitmuntend gespeeld: er is spra
ke van een uitgebalanceerde kwar
tettechniek. (EMI, HMV C053-28082
en C053-28090).
Het Quartetto Italiano behoort tot de bekendste strijk
kwartetten van onze tijd. Onmiddellijk na het voltooien
van hun studie besloten Paolo Borciani, Elisa Pegreffi,
Piero Farulli en Franco Rossi zich gezamenlijk aan ka
mermuziek te wijden en niet de richting te kiezen van
een vast en zeker succesrijk solistenbestaan. Dat was in
19J/5. Al twee jaar later was dit kwartet tot een begrip
gev:orden in Italië en de eerste buitenlandse contacten
konden op dit hechte muzikale fundament worden ge
bouwd. In 1951 maakte het Quartetto Italiano zijn eerste
tournee door de Verenigde Staten. Men kan gerust stel
len dat de grote waardering die overal werd ondervon
den (na Amerika in even grote mate ook in Europade
uier bij elkaar heeft gehouden. Dit, tau 25 jaar zonder
mutatie binnen de groep vol te houden behoort tot de zeld-
saamheden in de omvangrijke wereld van uitvoerende mu
sici.
Er is vrijwel geen land dat in die 25 jaar niet door het
Quartetto Italiano werd bezocht. Naast het optreden
voor vooraanstaande kamermuziekverenigingen zijn er de
concerten (n het kader van internationale festivals ge
weest, zoals in Praag, Salzburg, Edinburgh, Venetië,
Amsterdam, Granada, Alx-en-Provence en Luzern. Een
van de laatste prijzen die het kwartet in de wacht
sleepte was, in 1968, de Premio della Critica Discografi-
ca Italiano.
DE KORTE, NIEUWE roman van S. Vestdijk, die
de titel draagt; ,Het proces van Meester Eckhart'
is, de flaptekst wijst er al op geen poging om
naar de letter een zo nauwkeurig mogelijke recon
structie van de gebeurtenissen weer te geven; wèl
naar de geest- Vestdijk is tamelijk vrij met zijn stof
te werk gegaan; waarschijn vindt pas wie zeer
veel historische romans geschreven heeft de vrijmoe
digheid om eigenzinnig te rearrangeren wanneer dat
voor een betere compositie en een grotere geloof
waardigheid van de visie uitkomt. Waarom ook niet;
iedere historische roman is een .vervalsing'door te
kiezen en te verwerpen bekent men al kleur. Hoe
vrijer men zich voelt, mogelijk, hoe meer kans van
slagen. Zeker althans in dit geval: ,Het proces van
Meester Eckhart.' Is naar onze overtuiging een van
de heel goede historische romans in Vestdijks oeuvre.
Knap, maar uiterst sober van compositie, volkomen
zuiver, en nog boeiend bovendien. Een werkelijk
prachtige evocatie van een brok vroeg veertiende-
eeuws geestesleven, gekristalliseerd rondom de fi
guur van Meester Eckhart, de Duitse mysticus,
(heoloog en prediker.
Meister Johannes Eckhart was lil 1260 te Hocli
heim, nabij Gotha geboren, en in zijn sterfjaar.
1327, jaar waarin Vestdijks roman speelt, dus onge
veer 67 jaar oud. Hij vertoefde in Keulen in het
Domüucanerklooster. In 1326 was hij door de aarts-
oisschop van Keulen als ketter aangeklaagd. Zijn
roem en invloed waren evenwel zo groot, dat hem
persoomlijk geen acute gevaren dreigden. Zijn leer,
die veel ontleende aan oudere mystici als Augustinus,
Thomas, Proclus en anderen, is heel moeilijk te be
grijpen, hij staat mogelijk dichter bij het neoplato
nisme dan bij het christendom: het is een soort
mystisch pantheisme, de Christusfiguur staat niet
meer centraal. Eckhart vond onder andere grote
weerklank bij de in de dertiende eeuw opgekomen be
gijnen er begharden, christelijke gemeenschappen
buiten de kloosters om, die afwijkende opvattingen
op het gebied van moraal en godsdienst hadden.
Zo leefden de begharden bijvoorbeeld in vrij huwe
lijk. Ze werden dan ook prompt wegens immoreel
gedrag en ketterij vervolgd, verbrand en verdron
ken.
Ook in Vestdijks roman spelen de begharden een be
langrijke rol: hoewel ze Eckharts leer voor eigen
gebruik interpreteren en de Meester daardoor moge
lijk nog meer in discrediet brengen, ls hij him van
harte toegedaan: heel In het bijzonder de beghard
Walther, wiens dood op de brandstapel ten gerieve
van de compositie vijf jaar later is gezet, naar Vest
dijk zelf verklaart.
De ,ik' van het boek, degene die alles te boek
stelt, is de Dominicaner monnik Nikolaus van
Straatsburg. Deze werd in 1326 door de Paus (of
door het generaal kapittel der Dominicanen) be
noemd tot vicaris-generaal voor de inquisitie binnen
de Dominicanerorde in de Duitse provincie. Nikolaus
wist precies waar het om ging: de aartsbisschop van
Keulen, Heinrich von Virneburg, had het voorzien
op Meester Eckhart, ,de beroemde docent, tot twee
maal toe, aan de Universiteit van Parijs, Domini
caan als ik, gewezen prior, gewezen vicaris van ver
schillende ordeprovincies en sinds enkele jaren
in Keulen als lector aan het Studium Generale werk
zaam'
Von Virneburg was op zijn oude dag een echte ket
terjager geworden en bijzonder gebeten op de beg
harden die uit de hele Rijnstreek naar Keulen kwa
men. Hij beschouwde Meester Eckhart als een volks
verleider Door stevig te roeren in deze heksenketel
van theologische en politieke onoverzichtelijkheden
had hij voorlopig enkel weten te bewerkstelligen
dat via het generaal kapittel der Dominicanen en
de Paus, In die dagen Johannes XXII, in Avignon
zetelend, een Dominicaan werd aangesteld om de an
dere Dominicanen te vervolgen. In dit geval moest
dus Nilolaus van Straatsburg zijn oudere ordebroe
der Eckhart berechten. Nicolaus kende de ruim vijf
tien jaar oudere Eckhart slechts oppervlakkig, hij
was het met diens leerstellingen totaal niet eens.
maar hij had een groot respect voor hem, en hij had
de taak enkel aangenomen ln de hoop, Eckhart te
kunnen helpen en .redden'. Hij moest Eckhart daar
door dus wel tot voorzichtigheid manen, maar stuitte
daarbij direct op hooghartige tegenstand: deze was
niet van plan water in zijn wijn te doen. Nikolaus
zette eerlijk zijn opzet uiteen: hij wilde het proces
zonder verder onderzoek naar fulltedtan en haar
kloverijen afsluiten met vrijspraak hij vroeg Eck
hart enkel of hij dan een half jaar lang geen .specu
latieve problemen' op de kansel wilde behandelen.
Hoewel het eerste onderhoud der beide mannen vrij
stekelig verloopt, legt het de basis voor een grote
waardering voor elkander, die snel tot een warme
vriendschap uitgroeit.
De predikingen van Eckhart veranderen uiteraard
niet van karakter, en de aartsbisschop spitst de
zaak toe door begharden te laten verbranden of ver
drinken, mensen die zich beroepen op de uitspraken
vam Eckhart dlie ze half of helemaal niet hebben be
grepen of al dan niet opzettelijk verkeerd uitleggen
Het doef Eckharts zaak geen goed, terwijl hij zich
bovendien min of meer verantwoordelijk voelt vooi
die rampen. Eckhart wordt overigens vaak gesig
naleerd. in gesprek met begharden, en eenmaal tref:
Nikolaus een der leiders van de groep, Walther, me
iongetrouwde) vrouw en (ongedoopt) kind aan bi;
Eckhart in de cel. Hij komt onder de indruk van
Walthers persoonlijkheid en opvattingen, en merkt
dat. Eckhart buitengewoon op deze jongeman ge
steld is, zo zeer zelfs dat hij even veronderstelt dat
hij mogelijk zijn zoon is.
De dag daarop, als Walther met vrouw en kind ir
Keulen verbrand worden, geraakt ook Nicolaus
enigszins buiten zichzelf.
Ondertussen wordt op bevel van de aartsblsscho)
Eckharts proces op eigenmachtige wijze hervat, met
een nieuwe inquisiteur, een Franciscaner monnik
thans, aangewezen door de aartsbisschop zelf. Niko
laus is volgens Von Virneburg zelf in een verdacht
licht komen staan. Zowel Nikolaas als Eckhart ne
men deze belediging, hun orde en hun persoon aan
gedaan, hoog op. Tenslotte was Nikolaus door de Paus
aangesteld en was het proces afgesloten, met vrij
sprak. Ze besluiten krachtig te protesteren. Een
van de onvergetelijkste passages uit het boek is wel
de gang van Nikolaus met zijn medestanders naar
het Franciscanenklooster om zijn felle protest te la
ten horen
Eckhart en Nikolaus besluiten allebei naar de Paus
in Avignon te gaan om zich te beklagen over de be
handel mg
Maar Eckhart is moe en ziek en de dood van Wal
ther heeft mogelijk zijn laatste krachten ondermijnd.
Weerom wordt een vijftigtal begharden met de dood
bedreigd, eer zij resultaat boeken btj de Paus zuilen
mogelijk nog vele mensen omkomen. Eckhart over
weegt de begharden te .redden' door toe te geven, dat
wil zeggen: zijn leer te herroepen. Ook de prior van
heit Domicanerklooster waar Eckhart woont zin
speelt er op, o zo omzichtig, want ieder kent Eck
harts waarde en twijfelt ook of het gedrag van de
aartsbisschop wel veranderen zal. En zo komt Ec-
hart eindelijk tot die beroemde herroeping-die-er-
geen-is: ,Sd quid erroneum repertum fuerit, hic re-
voco publice'. ,Ik, Meester Eckhart van Hochelm,
Doctor m de Heilige Theologie aan de universiteit
van Parijs, verklaar voor allen hier verzameld, daar-
Dij God als getuige aanroepend, daarmee mijn ver
klaring het karakter verlenend van een plechtige
eed, dat ik alles herroep wat is in zijn predikaties
ken openbare en niet openbare toespraken aLs dwa
lingen verkondigd kan hebben', (pag. 108).
Nog in de kerk wordt Eckhart (in Vestdijks versie)
door een nieuwe beroerte getroffen. Nog vóór hij
sterft laat de aartsbisschop weten dat het proces nu
zal worden gestaakt men vertelt het hem niet,
in openbare en niet openbare toespraken als dwa-
•ïaar de Paus gereisd om alsnog te protesteren, en
nen kent, mogelijk, ook het verdere verloop van de
•-aak: bij Pauselijke bul van 27 maart 1329 werd
Dokharts leer veroordeeld
Het proces van Meester Eckhart' is tot in details
ïitgebalanceerd; alle figurn, zelfs de geringste, zijn
■jeeldend en waar getekend; de taal is helder en ge
spannen, beheerst, geestig vaak ook. De theologische
gesprekken getuigen van een diepgaande kennis van
dit werkelijk moeilijke onderwerp. We hebben in ja
ren niet een zo voortreffelijk boek van Vestdijk ge-
■ezen!