KLACHT VAN SCHOTSE MILITAIREN
BEGIN NIEUWE ENGELSE BIJBEL
.ZIEKENHUIZEN ZIJN NOG NIET
GENOEG REVALIDATIEBEWUST'
HET CHRISTELIJK
INSTITUUT VAN
ZUIDELUK AFRIKA
26
in
DEMONSTRATIE VAN ONBENUL
provinciale
zeeuwse
couranl
ZATERDAGKRANT
28 MAART 1970
ADAM ZIET EVA:
.EINDELIJK!'
Vele bijbelse hoogtepunten, zoals ze
door de oude taal werden benaderd,
zijn in de nieuwe Engelse bijbel ver
dwenen. Zo heeft de beroemde tekst
waarop Handels Messias is gebaseerd,
ingrijpende wijzigingen ondergaan.
Tegenover de verdwijning van ver
trouwde teksten staat echter de enor
me winst van grotere helderheid en
verstaanbaarheid.
In Genesis 2 S3 zegt Adam, als
hij bij het ontwaken een vrouw
naast zich vindt: éindelijk." Dit
staat niet in de geautoriseerde ver
sie, noch in het Hebreeuws, maar dr
O. H. Dodd, die van 1950-1965 de ver
taling heeft geleid, is van mening
dat de hele toon van het verhaal het
slaken van deze verrassingskreet
rechtvaardigt.
Ook In de tegelijkertijd verschenen
tweede editie van het vernieuwde
nieuwe testament zijn enkele stilisti
sche verbeteringen aangebracht. Wan
neer de engel Lucas Maria de komen
de geboorte van Christus aankon
digt, antwoordt zij thans: ,How can
this be...I am still a virgin(,lioe
kan dat ik ben liog steeds
maagd?)' dit komt in de plaats van,
,....whenl have no husband (ik heb
immers geen echtgenoof
Deze verandering is het gevolg van
een brief aan de vertalers van wijlen
de dichter T. S. Eliot, die terecht
uiteenzette dat de oude formulering
voor de moderne lezer eenvoudig niet
meer opgaat.
Dode-Zeerollen, basis van de bijbelvertaling.
LONDEN (GPD) De Engels sprekende we
reld bezit sinds enkele dagen een nieuwe bijbel
in een voor iedereen verstaanbare taal. Het is
zoals verscheidene andere moderne bijbels een
officieuze bijbel. Evenals bij ons de statenbijbel
is de Engelse officiële liturgische bijbel de z g
Geautoriseerde Versie, n 1 de King James's bible
van 1611, die een bewerking was van oudere
vertalingen. Daardoor was het Engels veelal
archaïsch, zelfs op het ogenblik dat de bijbel
werd geschreven. Later werd de .herziene stan
daardversie' gebruikt. De nieuwe bijbel echter
is een gloednieuwe vertaling uit het oorspron
kelijke Hebreeuws, Aramees en Grieks.
Het mcxferne Nieuwe Testament verscheen reeds in 1961.
Thans is het werk voltooid met het Oude Testament en
de apocriefen. Het geheel werd tot stand gebracht door
22 vertalers en acht literaire adviseurs, een arbeid, die
meer dan twintig jaar heeft geduurd.
SCHOTS IDEE
Het Initiatief tot deze bijbelvertaling kwam uit Schot
land. Directe aanleiding was een klacht van Schotse
militairen, die uit de oorlog terugkeerden, dat zij de
officiële bijbeltaal moeilijk konden begrijpen. Daarop
deed de Schotse predikant George Henry, die later hoog
leraar in de Verenigde Staten werd, in de algemene
vergadering van de kerk van Schotland het voorstel,
dat de gezamenlijke protestantse kerken voor een nieu
we vertaling zouden zorgen, waaraan vooral de jon
geren behoefte hadden.
Tot nn toe werden er zeven miljoen exemplaren van ver-
Ondanks alle intensieve arbeid en compromissen be
vat de nieuwe bijbel toch nog altijd 250 twijfelachtige
teksten.
COLLECTIEF
Het Nieuwe Testament
i een onmiddellijk succes.
vertaling was een groots opgezette collec
tieve onderneming, waaraan in de latere stadia ook de
R-K Kerk medewerking verleende door middel van
waarnemers, die de anderen bi. hun taak hielpen.
De thans toegepaste methode was dat van elk bijbel
boek door één persoon een voorlopige vertaling werd
gemaakt. Daarop controleerde een groep geleerden de
ze vertaling woord voor woord, totdat men het over de
best mogelijke transformatie eens was.
Vervolgens was er een groep literatoren, die ervoor
moest zorgen dat woordgebruik en stijl in overeen
stemming zouden zijn met het betreffende onderwerp in
kwestie, zoals kronieken, legenden, poëzie en ook juri
dische verhandelingen.
Bijzonder hachelijke passages werden heen en weer ge
stuurd tussen de diverse groepen medewerkers. Tenslot
te werd het goedgekeurde eindresultaat voorgelegd aan
een gezamenlijke commissie van de kerken, welke re
gelmatig tweemaal per jaar bijeenkwam en soms een
extra vergadering hield.
Deze commissie was niet alleen met het oppertoezicht
belast, maar formuleerde ook bepaalde fundamentele
beginselen voor de vertaling. Een goed voorbeeld daar
van is de kwestie of God moest worden aangesproken
door het aloude ,thou' (gij) of door ,you' (u, maar ook
jij). In elke religieuze taal is er het atavistisch ge
voel. zo overwoog men, dat het goed is de taal te ge
bruiken, dj e iemands vader en voorvaderen hebben ge
bezigd en dat geloofstrouw ook verband houdt met sta
biliteit van taal.
Men kwam tot de slotsom dat het grote publiek nog
niet bereid was om het familiaire woord ,you' in gebe
den te gebruiken. De voorstanders van het gebruik van
.tliou' voerden ook aan dat dit nog vaak in Noord-Enge-
land in de spreektaal wordt gebruikt. Besloten werd in
de nieuwe bijbel alleen .you' te gebruiken wanneer er,
anders dan een gebed, een gesprek met God wordt ge-
ïerd.
Eden
Zo zegt bijvoorbeeld Adam. die in de tuin i
probeert de schuld van zich af te wentelen: ,De vrouw,
die u (you) mij als gezellin gaf, gaf mij een vrucht
van de boom en ik at die'.
Zeker zal het laatste woord nog niet gezegd zijn over
de verandering van het .gij zult niet doden', In ,gïj
zult geen moord begaan'.
INSTELLING
De vertalers hebben de bijbel zoveel mogelijk op het
westen willen instellen. Vandaar dat bijna alle sporen
van Semitisch en Grieks idioom zijn verdwenen. De
kritiek vind', echter dat in het gebruik van al te mo
derne taal juist het gevaar van snelle veroudering
schuilt. Maar dat geldt eigenlijk alleen voor modern
jargon diat slechts 'n kort leven is beschonsn. Sommigen
voeren als bezwaar tegen de nieuwe vertaling aan dat
deze de grote poëzie van de psalmen en met name van
het Hooglied zou hebben aaingelast, hoewel tegelijker
tijd erkend wordt dat hel dichterlijke element juist
op vele plaatsen is verrijkt.
Ondanks het feit dat de vertalers hun best hebben ge
daan, is, zo voeren sceptici aan. de oorspronkelijke be
tekenis van vele teksten, speciaal in 't Oude Testament,
volkomen onzeker. Vele woorden blijven onbegrijpelijk.
Er blijft nog steeds veel giswerk over dat de vertalers
door middel van voetnoten openhartig toegeven. Maar
iedereen is het erover eens dat de scheppers van deze
nieuwe bijbel uiiterst waardevolle arbeid hebben ver
richt.
,Men is in onze ziekenhuizen nog
niet voldoende revalidatiebewust'.
Iedere keer dat men een patiënt
een vinger toesteekt, om hem te
helpen iets te doen dat hij zonder
hulp zou kunnen doen, al duurt
het nog zo lang, maakt men in het
algemeen gesproken een fout
Eenvoudig uitgedrukt, dient men
zich in een ziekenhuis meer in te
stellen op pré-revalidatie, die in
vele gevallen al kan aanvangen
zodra de patiënt een aanvaardbare
gedachtenpositie heeft verkregen'
■ding van het inabt van lector in de
revalidatie aan de rijksuniversiteit te
Groningen. De universiteit van Gronin
gen is de eerste in ons land, die een re
validatiearts (de heer Bom had deze
functie aan het stads- en academisch
ziekenhuis aldaar) aanstelde om onder
wijs te geven in de revalidatie.
Drs Bom, verwijzend naar wat in oor
logstijd mogelijk is op gebied van de
revalidatie (zie wat de RAF in 1940-
'45 met de revalidatiedienst voor vlie
gers deed), schijnt het in de huidige tijd
toe ,dat een goed begrip vormen over, en
het realiseren van revalidatie eenzelfde
moeizame weg moeten gaan als de gees
telijke volksgezondheid heeft moeten
gaan.' En hij vraagt zich af: .Zou de
nood dan nog groter moeten worden, on
danks het feit dat steeds grotere groe-
pe-i mensen, jongeren zowel ais oude
ren, vaak nog van een optimale revali
datie zijn verstoken, terwijl het aantal
gehandicapten door welke oorzaak dan
ook, nog steeds toeneemt?' Drs Bom
is van mening dat energiek moet wor
den gestreefd naar een betere .revalidn-
tiebewustwording'. Intensiever moet wor
den gezocht naar een juistere program
mering. dat meer gelijkgerichte kraeh-
tei moeten worden gebundeld en dat niet
mag worden getolereerd dat in ons land
op genoemd gebied vaak nog vrij ama
teuristisch wordt gedacht en gehandeld.
Men zal dan ook meer aan research moe
ten doen, opdat niet nodeloos langer gro
tere successen achterwege blijven, waar
door ook economische verliezen beperkt
kunnen worden. Een ziekenhuis is wel
niet meer de plaats waar de patiënt
moet worden opgenomen, behandeld
wordt en moet wachten tot hij helemaal
beter is, nochtans wordt nog wel teveel
naar dit oude patroon gehandeld in ons
land. Drs Bom is meent dat dit voorna
melijk komt omdat de ziekenhuizen nog
niet voldoende revalidatie-bewust zijn.
nog niet genoeg de revalidatiegedaehte
zijn toegedaan. .Wanneer men er naar
streeft een patiënt niet te lang arha^vke-
lijk te doen zijn en men niet bij voort
during waarschuwingen laat horen als
Spant u zich nu maar niet teveel in
houdt u zich vooral rustig, rust nu
maar eens lekker uit' en meer dergelijke
uitdrukkingen, doch daartegenover juist
meer aanzet tot verantwoorde j
activiteit, kan de patiënt het vertrouwen
in zichzelf herwinnen en zijn prestatie
opvoeren.' Kortom: men zal zich in een
ziekenhuis meer moeten instellen op
pré-revalidatie, die in vele gevallen al
kan aanvangen zodra de patiënt een
aanvaardbare gedachtenpositie heeft vrv-
kregen. Men dient de natuurlijke weer
stand tegen de bewustwording van het
hebben of krijgen van toenemende te
korten op te voeren. Pré-revalidatie is
morele vorming, herstel van vertrouwen.'
Op de juiste manier toegepast zal die
pré-revalidatie op ziekenzalen zeer nut
tig blijken te zijn en het zal hierdoor
wellicht in vele gevallen n:et meer no
dig zijn. patiënten naar speciale revali
datiecentra te verwijzen. Het za. dan
misschien wel nodig zijn dat er meer
.community hostels' verrijzen voor het
toenemend aantal mensen dat niet ziek
genoeg is om in een ziekenhuis te blij
ven, doch niet fit genoeg om ,de maal
stroom van de moderne tijd te weer
staan.' Niet alleen moet de revalidatie
gedaehtc worden geprojecteerd tijdens
het opgenomen zijn, maar lichamelijke
en morele training vóór een op later tijd
stip geplande ingrijpende operatic schijnt
sneller herstel mogelijk te maken, aldus
drs Bom. Revalidatie lijdt niet altijd tot
hervatting van arbeid. Dat impliceert
weer meer numanitaire bedoelingen: het
zich kunnen handhaven in het gewone
dagelijkse leven zonder veel afhankelijk
te zijn van de medemens. Dit facet
speelt, aldus drs Bom, in toenemende
mate een rol omdat door medische en
technische vooruitgang vele levens ge
red kunnen worden, met soms uitge
breide handicaps. Hij pleit ervoor de
gehandicapten niet te zien als een apart
deel der maatschappij. Men zal moeten
letten op de positieve vermogens. Elke
gehandicapte zal, net als ieder ander,
zijn eigen plaats in de maatschappij
moeten en mogen kunnen bepalen.
Ten aanzien
bedrijf wijst drs Bom op het tekort aan
physiotherapei'ten. De heer Bom acht
de hiertoe vereiste examens ,een wel
zeer moeilijke hindernis.' Wellicht is het
nuttig, aldus drs Bom, na te gaan of,
in tegenstelling tot de opleiding, die nu
in de particuliere sector plaatsvindt, een
opleiding op dit gebied in universitair
verband, zoals in diverse landen reeds
bestaat, misschien een gedeeltelijke op
lossing zou betekenen. Hij heet kritiek
op de .groepspraktijken' van de physio-
tberapeuten en doet de suggestie de mo
gelijkheid te scheppen om een voudiger
opgeleiden werkzaam te laten zijn bij
de revalidatie in ziekenhuizen en in cen
tra. Hij pleit ook voor het nader bestu
deren van specialistische opleiding tot
revalidatiearts en hij blijkt van mening
dat. de revalidatiearts een zakelijk ver
antwoorde aanvulling betekent in de
verpleeghuizen.
Een tot slot nog deze opmerking: ,Ook
de maatschappij heeft heel veel her
scholing nodig. Waarom wordt door ve
le werkgevers nog zovele malen gezegd:
,Ik neem je alleen als werknemer, wan
neer je volledig arbeidsbekwaam bent'?
Dit strookt toch niet met de rechten van
mens; afgezien nog van de vraag of dit
van een goed economisch beleid getuigt.'
WILL. VERKERK
—et christelijk instituut van zuidelijk Afrika is nog al eens ter sprake gekomen op de generale
synode der Gereformeerde Kerken, die onlangs is gehouden. Er was een delegatie uit Zuid-Afrika,
onder leiding van dr J. Vorster en dr S. Gericke. Deze was gekomen omdat men zich ongerust
maakte over de houding van de Gereformeerde Kerken in ons land. Men had meer begrip verwacht
dan op de gereformeerde oecumenische synode van 1968 was gebleken, ten opzichte van de kerken
in Zuid-Afrika en de apartheidspolitiek van de regering. Feitelijk is die apartheid door de kerken
nog al gekoesterd en het Is de Nederduits Hervormde Kerk die het eerst welbewust een scheiding
tussen wat men blanken en naturellen noemt, heeft gesteld. Zij wilde welbewust alleen een kerk
van blanken zijn. In die bespreking op de gereformeerde, synode kwam men, blijkens de verslagen
die we onder ogen kregen, telkens weer terug op het ohristelijk instituut en wed op zulk een
wijze, dat men zelfs als krantenlezer kon gevoelen dat hier een van de kernpunten van de ker
kelijke kwestie werd aangeraakt. En dat is ook zo.
Nu steunen de Geref. Kerken, evenals de Her
vormde, Kerk dit doet, dat christelijk instituut,
terwijl de Zuidafrikaanse kerkleiders er geen
goed woord voor over hadden en zelfs door be
dekte beschuldigingen trachtten het instituut in
een niét al te best daglicht te plaatsen. Met na
druk stelde dr Vorster dait het een buitenkerke
lijke. organisatie is, waarin .bedenkelijke kerk
begrippen' heersen, .omdat het ook met rooms-
katholieken samenwerkt en kerksplitsing in de
hand werkt.' Zelfs zou men daar plannen heb
ben gesmeed voor gewelddadige actie en deze
zijn natuurlijk van buitenlandse oorsprong. Ook
de persoon van de directeur, ds C. F. Beyers
Naudé (stelselmatig werd hij geen dominee ge
noemd, maar: heer) moest het ontgelden. Hij is
weggelopen als predikant uit de kerk waarin hij
een vooraanstaande positie innam (de Neder
duits Gereformeerde Kerk, de grootste van de
blanke kerken). Afijn, de Zuidafrikaanse gede
legeerden hebben op de synode hun wederwoord
gekregen. Ds Beyers Naudé stond voor de
vraag: ,Doen wat zijn geweten hem voorschreef
of predikant blijven?'. Hij heeft gekozen, ,met
alle ellende en verdachtmakingen die daarop
moesten volgen, voor het eerste, maar hij was
God meer gehoorzaam dan de mensen.' En later:
.Hert moet ons toch iets zeggen, dat deze man,
die zó een status in zijn kerk had, zó een moei
lijke weg voor zich heeft gekozen. Dat doe je
toen niet zonder oorzaak.'
Eer we verder gaan met het christelijk instituut,
moeten er enige getallen over Zuid-Afrika wor
den opgehaald. Dit land heeft een bevolking van
12 miljoen Bantoes en 3 miljoen blanken. De
blanke bevolking is voor 89 procent protestant.
De rooms-katholieken onder hen maken 5 pet
uit, de Israëlieten 4 pet en 2 pet is zonder gods
dienst. Van de niet-blanke bevolking is 50 pet
heiden: 10 pet is rooms-katholiek en 40 pet is
protestant.
Dat zijn de laatste gegevens die ons ter beschik
king stonden. Onder die protestanten van de blan
ke kerken vallen ook de Anglicanen. Bij hen,
evenals dat bij de rooms-kathoüeken het geval
is, vallen alle rassen onder dezelfde kerkelijke
organisatie. Deze twee hebben zich gekeerd te
gen de apartheidswetten. met het gevolg dat hun
bisschoppen het moeilijk kregen en niet meer
werden geduld, zo zijn van buitenlandse her
komst waren. De Afrikaans sprekende protes
tantse kerken hebben zich dan, zoals reeds ge
zegd, gesteld achter de apartheidspolitiek. Ge
zegd moet worden dat deze kerken bijzonder ac
tief zijri wat het zendingswerk betreft en er zijn
Bantoekerken die daaruit zijn voorgekomen.
Doch zij vormen een aparte organisatie, naast
de Nederduitse gereformeerde, hervormde enz.
kerken. De ds S. Ntoane, die ook behoorde tot
de delegaties naar de gereformeerde synode, is
synode-voorzitter van de gereformeerde Bantoe-
kerk. Daarbij zouden we kunnen denken aan
een hechte organisatie zoals wij die in ons land
kennen bij de gereformeerde kerken en zoals die
door hun zusterkerken ginds is overgenomen.
Nu klinkt dit nogal: synode-voorzitter en dan
nog van dé gereformeerde Bantoekerk. We zul
len niet beweren dat deze man zijn piaals niet
waard is en zijn kerk is bovendien lang de klein
ste niet m Zuid-Afrika. Doch we moeten hier
niet denken aan een hechte organisatie zoals
wij die in ons land bij een gereformeerde kerk
verwachten en zoals die door haar zusterkerken
ginds is overgenomen. Maar het probleem waar
mee men zit, tenminste waarmee ds Beyers
Naudé in aanraking is gekomen en dat hem niet
meer heeft losgelaten is, dat die 40 pet van de
12 miljoen naturellen die protestant heten te
zijn (dat zijn er nog een 4.800.000) zeer verdeeld
zijn. Er zijn Bantoekerken van enige behoorlijke
omvang, maar daarnaast zijn er ontstaan een
2400 Bantoe-splinterkerkjes en nog steeds gaat
ie scheiding en splitsing voort. Het peil van de
voorgangers is hier niet hoog. Hoe kan het ook
wanneer zij niet meer onderricht hebben ont
vangen dan enkele jaren lagere school. Telkens
weer staat er een arbeider op die een groep ge
lovigen rond zich verzamelt. En dan komt er
weer een ander die een deel van de kudde van
hem afsnoept. Een gedeelte van de oorzaak ligt
mede hierin dat de christen-Bantoes in onrust
zijn door de ook kerkelijk steeds verder door
gevoerde apartheid. Een groot getal Bantoeker
ken wil mede daarom onafhankelijk zijn van do
officiële blanke kerken, daar deze immers geen
gemeenschap met hen willen hebben. En zo is
er een vrije baan gekomen voor allerlei oneven
wichtige stromingen. Steeds minder verwacht
men van de vanouds gevestigde kerken.
Onrust is er niet alleen gekomen in de Bantoe
kerken, maar eveneens onder leden der blanko
protestantse kerken. Het boekje van prof. Keet:
Zuid-Afrika waarheen?, legt er getuigenis van
af. Verontrust door de gang van zaken en ziende
dat de kloof tussen christenen van verschillend
ras, die in één land moeten samenleven, steeds
dieper wordt, hebben een zes jaar geleden en
kele mannen en vrouwen het christelijk instituut
van Zuiidelijk-Afrika gesticht, met de bedoeling
om iets te doen (,door God te worden gebruikt')
voor hun mede-christenen, al zijn ze dan ook van
een ander ras. Men wilde trachten in de prak
tijk .uitdrukking te geven aan het toenemend
verlangen naar gemeenschap en begrip tussen
christenen van Zuid-Afrika.' .Wie mag lede
word? (namelijk van het instituut). Enigie
mand, wat glo in God die Vader, Jesus Christus
die Seun, Verlosser en Heere en in die Heili
ge Gees; enigiemand, wat oortuig is dat dit
Gods wil is om Chrlstene saam te bring in 'n
band van gehoorzaamheid en liefde.'
Ds Beyers Naudé is van begin af de ziel ge
weest van dit christelijk instituut. Dit instituut
heeft niet direct geageerd tegen de apartheid,
maar indirect weer wel, omdat men er van uit
ging en dit terecht dat voor God alle men
sen gelijk zijn. De eenheid der mensheid is in
de praktijk moeilijker dan wij dit zinnetje uit
spreken. Denk maar aan de positie van de gast
arbeiders in ons land in plaatsen waar men er
vele heeft. Denk maar aan de Ambonezen. Con
flicten zijn immers niet uitgebleven. Toch is dia
eenheid van de mensheid voor de kerk het eni
ge uitgangspunt. Het christelijk instituut heeft
daarom contact gezocht en gekregen met da
Bantoekerken en Bantoegroepen en deze hebben
in toenemende mate de hulp van het instituut
aanvaard in de enkele jaren dat het nu bestaat.
Het tracht door gespreksgroepen, gebedsgroe
pen of conferenties (het geeft niet hoe men het
noemen wil) een evangelische bewustwording
te stimuleren en dit te doen naar beide kanten-
Allerlei vragen die er leven, komen los. Daar
bij zullen natuurlijk ook vragen zijn over dat
gene wat hen ten diepste beroert. Het instituut
verzorgt publicaties en is bezig met een, meest
schriftelijke, cursus die ook een mondeling ge
deelte bevat, voor de voorgangers. Wanneer
men eenmaal zulk een initiatief neemt, weet men
wel waar men begint, maar niet waar men ein
digt. Zo heeft men ook gevraagd om leiding bij
vrouwenwerk en bij het jeugdwerk, omdat de
jongeren steeds meer van de gemeente vervreem
den. De voorgangers zijn niet in staat de vra
gen der jongeren te beantwoorden. Wat het in
stituut doet, is inderdaad het afbreken van een
scheiding die er door de apartheid gekomen ia
tussen christenen die in één land moeten samen
leven en dit niet meer kunnen. Dit doende ia
het een stuk zware kritiek op de kerken, dia
de apartheid klakkeloos hebben aanvaard. Hoe
moet men ooit kunnen samenleven wanneer, zo
als we lazen, een kerkeraad, zij het dan na lang
beraad, de kerk weigert voor een huwelijksbe
vestiging. De kerk van de Jileuirllngengemeenito
was door weersomstandigheden volkomen in
net ongerede geraakt.
Op de synode in Lunteren was ook dr W. Bruck
ner de Villers, lid van het christelijk instituut,
die zich tegen alle aanvallen die er gedaan wer
den onder andere met deze woorden heeft ver
dedigd: ,Het gaat niet alleen om een huishou
delijke twist tussen de kerk en het christelijk
instituut, het gaat om het lichamelijk welzijn
en het geestelijk zieleheil van miljoenen van
ons land.' h.
,De hele wereld loopt Hem na'.
(Evangelie van Johannes
12 lflli)
Toen Jezus op de zondag vóór
Pasen zijn intocht hield in Je
ruzalem, liep iedereen achter
Hem aan: een enorm stem
menverlies voor de partij van
de Farizeeën. De hele wereld
loopt Hem achterna.
Letterlijk staat er in de oor
spronkelijke Griekse tekst: ,de
wereld, gaat heen, achterwaarts
van Hem'. Het gebruikte woord
voor heen gaan' betelcent over
al elders in het evangelie: wég
gaan. Als blijkt dat velen
Hem de rug toekeren, zegt
Jezus tot zijn leerlingen: wil
len jullie ook niet liever heen
gaan
Nu horen wij de Farizeeën
zeggen: de wereUl gaal heen,
achter Hem. Dat klinkt op liet
eerste gehoor alsof zijn aan
hang enorm is toegenomen, en
die indruk wordt versterkt, als
even later ook de Grieken blijk
geven van belangstelling. Al-
Les schijnt er inderdaad'op te
wijzen, dat nu heel de wereld
achter Hem aan gaat-, de we
reld, dat zijn de joden en de
Grieken samen, want de Grie
ken staan er als vertegenwoor
digers van alle volken.
JDe wereld gaat hc-cn, achter
Hem'. Zij die het. zeggen, zul
len het wel bedoeld hebben zo
als het klinkt op het eerste
gehoor. Net als Kajafas, die
ook niet wist wu.t hij eigenlijk
zei. (Joh. 1.1 50).
,De wereld gaat heen achter
Hem' betekent in werkelijk
heid: achter Hem valt lieel de
wereld weg, ivaar Hij heen
gaat kan de wereld. Hem niet
volgen. Hij is van zó'n totaal
ander formaat, dat Hij met
aanhang zoals wij dat gewend
zijn wérkelijk met is gediend,
laat staan verheerlijkt. De
mensen komen Hem zoeken,
gewapenderhand. Dan treedt
Hij naar voren: Jk hen het'...
en zij gingen achterwaarts
heen... Johannes gebruikt
daar precies dezelfde woorden
in de oorspronkelijke teksl.
(18 6). Achter Hem wijkt heel
de wereld terug. Op. zaak waar
het om gaat. is niet geholpen
met een dergelijke aanhang,
ook al geven mensen er blijk
van dal zij Hem zoeken
Er moet. iets anders gebeuren.
Er moet iets gebeuren viel
Hem zelf, als met de graan
korrel m de akker. Anders is
alles vruchteloos (Joh. 12 Zj).
Achter Hem valt heel onze
wereld weg: het domein van
jood en Griek, twee broeders
in één huis, verscheurd door
verdeeldheid. Onze wereld,
waarin wij ons vergapen aan
de wonderen van onze toege
paste wetenschap, maar geen
weet willen hebben van het
wonder van ons leven: dat wij
niet bestemd zijn om eenzaam
te bestaan, slechts voor ons
zelf. Maar dat wij bestemd
zijn om het leven tc delen met
de broeder. En dat wij niet be
stemd zijn om eenzaam te
sterven, op onszelf, maar als
de graankorrel in de akker,
vruchtdragend menigvoud.
Onze wereld, demonstratie van
onbenul en levensgevaarlijk
onverstand, valt achter Hem
weg. Achter Hem is onbenul
ligheid uitgesloten, onmogelijk
geworden. Die ivereld laat Hij
'achter zich, en zodoende brengt
Jhj het leven terecht.
Onze bijva.l baatte niet, onze
afval deed er geen afbreuk
aan: op het kritieke moment
hield Hij stand, zette door, naar
Pasen toe, vruchtdragend me
nigvoud.
Dr realiteit die ivij voor ogen
hebben, is sinds dat kritieke
moment niet meer de werke-
lijkheid. Die realiteit is achter
Jezus Christus wég gevallen.
Aan zijn kruis is daarover het
vonnis geveld, het oordeel vol
trokken. De wereUlcrisis is
voorgoed voorbij. Waar liet
sindsdien op aankomt is: wer
kelijkheidszin en bij de tijd zijn.
De tijd sinds zijn opstanding:
,Zijn daden, zij zullen de aarde
vervullen, vóór jood en voor
heiden, door dood en door lij
den draagt. Hij met zich mede
de blijdschap, de vrede. Hij rijdt
op een ezel, Hij lijdt als een
knecht, zo brengt. Hij het leven
terecht'. (Nieuw Gezang .9 :3J.
Derhalve mag er voluit geleefd
worden, vrij, vreesloos, onbe
lemmerd beschikbaar voor de
onherroepelijke toekomst van
eindelijk gerechtigheid. Daar
voor staat Hij garemt. Pasen
bewijst het.
Vlissingen, Y. v. d. Schoot.