KLACHT VAN SCHOTSE MILITAIREN BEGIN NIEUWE ENGELSE BIJBEL .ZIEKENHUIZEN ZIJN NOG NIET GENOEG REVALIDATIEBEWUST' HET CHRISTELIJK INSTITUUT VAN ZUIDELUK AFRIKA 26 in DEMONSTRATIE VAN ONBENUL provinciale zeeuwse couranl ZATERDAGKRANT 28 MAART 1970 ADAM ZIET EVA: .EINDELIJK!' Vele bijbelse hoogtepunten, zoals ze door de oude taal werden benaderd, zijn in de nieuwe Engelse bijbel ver dwenen. Zo heeft de beroemde tekst waarop Handels Messias is gebaseerd, ingrijpende wijzigingen ondergaan. Tegenover de verdwijning van ver trouwde teksten staat echter de enor me winst van grotere helderheid en verstaanbaarheid. In Genesis 2 S3 zegt Adam, als hij bij het ontwaken een vrouw naast zich vindt: éindelijk." Dit staat niet in de geautoriseerde ver sie, noch in het Hebreeuws, maar dr O. H. Dodd, die van 1950-1965 de ver taling heeft geleid, is van mening dat de hele toon van het verhaal het slaken van deze verrassingskreet rechtvaardigt. Ook In de tegelijkertijd verschenen tweede editie van het vernieuwde nieuwe testament zijn enkele stilisti sche verbeteringen aangebracht. Wan neer de engel Lucas Maria de komen de geboorte van Christus aankon digt, antwoordt zij thans: ,How can this be...I am still a virgin(,lioe kan dat ik ben liog steeds maagd?)' dit komt in de plaats van, ,....whenl have no husband (ik heb immers geen echtgenoof Deze verandering is het gevolg van een brief aan de vertalers van wijlen de dichter T. S. Eliot, die terecht uiteenzette dat de oude formulering voor de moderne lezer eenvoudig niet meer opgaat. Dode-Zeerollen, basis van de bijbelvertaling. LONDEN (GPD) De Engels sprekende we reld bezit sinds enkele dagen een nieuwe bijbel in een voor iedereen verstaanbare taal. Het is zoals verscheidene andere moderne bijbels een officieuze bijbel. Evenals bij ons de statenbijbel is de Engelse officiële liturgische bijbel de z g Geautoriseerde Versie, n 1 de King James's bible van 1611, die een bewerking was van oudere vertalingen. Daardoor was het Engels veelal archaïsch, zelfs op het ogenblik dat de bijbel werd geschreven. Later werd de .herziene stan daardversie' gebruikt. De nieuwe bijbel echter is een gloednieuwe vertaling uit het oorspron kelijke Hebreeuws, Aramees en Grieks. Het mcxferne Nieuwe Testament verscheen reeds in 1961. Thans is het werk voltooid met het Oude Testament en de apocriefen. Het geheel werd tot stand gebracht door 22 vertalers en acht literaire adviseurs, een arbeid, die meer dan twintig jaar heeft geduurd. SCHOTS IDEE Het Initiatief tot deze bijbelvertaling kwam uit Schot land. Directe aanleiding was een klacht van Schotse militairen, die uit de oorlog terugkeerden, dat zij de officiële bijbeltaal moeilijk konden begrijpen. Daarop deed de Schotse predikant George Henry, die later hoog leraar in de Verenigde Staten werd, in de algemene vergadering van de kerk van Schotland het voorstel, dat de gezamenlijke protestantse kerken voor een nieu we vertaling zouden zorgen, waaraan vooral de jon geren behoefte hadden. Tot nn toe werden er zeven miljoen exemplaren van ver- Ondanks alle intensieve arbeid en compromissen be vat de nieuwe bijbel toch nog altijd 250 twijfelachtige teksten. COLLECTIEF Het Nieuwe Testament i een onmiddellijk succes. vertaling was een groots opgezette collec tieve onderneming, waaraan in de latere stadia ook de R-K Kerk medewerking verleende door middel van waarnemers, die de anderen bi. hun taak hielpen. De thans toegepaste methode was dat van elk bijbel boek door één persoon een voorlopige vertaling werd gemaakt. Daarop controleerde een groep geleerden de ze vertaling woord voor woord, totdat men het over de best mogelijke transformatie eens was. Vervolgens was er een groep literatoren, die ervoor moest zorgen dat woordgebruik en stijl in overeen stemming zouden zijn met het betreffende onderwerp in kwestie, zoals kronieken, legenden, poëzie en ook juri dische verhandelingen. Bijzonder hachelijke passages werden heen en weer ge stuurd tussen de diverse groepen medewerkers. Tenslot te werd het goedgekeurde eindresultaat voorgelegd aan een gezamenlijke commissie van de kerken, welke re gelmatig tweemaal per jaar bijeenkwam en soms een extra vergadering hield. Deze commissie was niet alleen met het oppertoezicht belast, maar formuleerde ook bepaalde fundamentele beginselen voor de vertaling. Een goed voorbeeld daar van is de kwestie of God moest worden aangesproken door het aloude ,thou' (gij) of door ,you' (u, maar ook jij). In elke religieuze taal is er het atavistisch ge voel. zo overwoog men, dat het goed is de taal te ge bruiken, dj e iemands vader en voorvaderen hebben ge bezigd en dat geloofstrouw ook verband houdt met sta biliteit van taal. Men kwam tot de slotsom dat het grote publiek nog niet bereid was om het familiaire woord ,you' in gebe den te gebruiken. De voorstanders van het gebruik van .tliou' voerden ook aan dat dit nog vaak in Noord-Enge- land in de spreektaal wordt gebruikt. Besloten werd in de nieuwe bijbel alleen .you' te gebruiken wanneer er, anders dan een gebed, een gesprek met God wordt ge- ïerd. Eden Zo zegt bijvoorbeeld Adam. die in de tuin i probeert de schuld van zich af te wentelen: ,De vrouw, die u (you) mij als gezellin gaf, gaf mij een vrucht van de boom en ik at die'. Zeker zal het laatste woord nog niet gezegd zijn over de verandering van het .gij zult niet doden', In ,gïj zult geen moord begaan'. INSTELLING De vertalers hebben de bijbel zoveel mogelijk op het westen willen instellen. Vandaar dat bijna alle sporen van Semitisch en Grieks idioom zijn verdwenen. De kritiek vind', echter dat in het gebruik van al te mo derne taal juist het gevaar van snelle veroudering schuilt. Maar dat geldt eigenlijk alleen voor modern jargon diat slechts 'n kort leven is beschonsn. Sommigen voeren als bezwaar tegen de nieuwe vertaling aan dat deze de grote poëzie van de psalmen en met name van het Hooglied zou hebben aaingelast, hoewel tegelijker tijd erkend wordt dat hel dichterlijke element juist op vele plaatsen is verrijkt. Ondanks het feit dat de vertalers hun best hebben ge daan, is, zo voeren sceptici aan. de oorspronkelijke be tekenis van vele teksten, speciaal in 't Oude Testament, volkomen onzeker. Vele woorden blijven onbegrijpelijk. Er blijft nog steeds veel giswerk over dat de vertalers door middel van voetnoten openhartig toegeven. Maar iedereen is het erover eens dat de scheppers van deze nieuwe bijbel uiiterst waardevolle arbeid hebben ver richt. ,Men is in onze ziekenhuizen nog niet voldoende revalidatiebewust'. Iedere keer dat men een patiënt een vinger toesteekt, om hem te helpen iets te doen dat hij zonder hulp zou kunnen doen, al duurt het nog zo lang, maakt men in het algemeen gesproken een fout Eenvoudig uitgedrukt, dient men zich in een ziekenhuis meer in te stellen op pré-revalidatie, die in vele gevallen al kan aanvangen zodra de patiënt een aanvaardbare gedachtenpositie heeft verkregen' ■ding van het inabt van lector in de revalidatie aan de rijksuniversiteit te Groningen. De universiteit van Gronin gen is de eerste in ons land, die een re validatiearts (de heer Bom had deze functie aan het stads- en academisch ziekenhuis aldaar) aanstelde om onder wijs te geven in de revalidatie. Drs Bom, verwijzend naar wat in oor logstijd mogelijk is op gebied van de revalidatie (zie wat de RAF in 1940- '45 met de revalidatiedienst voor vlie gers deed), schijnt het in de huidige tijd toe ,dat een goed begrip vormen over, en het realiseren van revalidatie eenzelfde moeizame weg moeten gaan als de gees telijke volksgezondheid heeft moeten gaan.' En hij vraagt zich af: .Zou de nood dan nog groter moeten worden, on danks het feit dat steeds grotere groe- pe-i mensen, jongeren zowel ais oude ren, vaak nog van een optimale revali datie zijn verstoken, terwijl het aantal gehandicapten door welke oorzaak dan ook, nog steeds toeneemt?' Drs Bom is van mening dat energiek moet wor den gestreefd naar een betere .revalidn- tiebewustwording'. Intensiever moet wor den gezocht naar een juistere program mering. dat meer gelijkgerichte kraeh- tei moeten worden gebundeld en dat niet mag worden getolereerd dat in ons land op genoemd gebied vaak nog vrij ama teuristisch wordt gedacht en gehandeld. Men zal dan ook meer aan research moe ten doen, opdat niet nodeloos langer gro tere successen achterwege blijven, waar door ook economische verliezen beperkt kunnen worden. Een ziekenhuis is wel niet meer de plaats waar de patiënt moet worden opgenomen, behandeld wordt en moet wachten tot hij helemaal beter is, nochtans wordt nog wel teveel naar dit oude patroon gehandeld in ons land. Drs Bom is meent dat dit voorna melijk komt omdat de ziekenhuizen nog niet voldoende revalidatie-bewust zijn. nog niet genoeg de revalidatiegedaehte zijn toegedaan. .Wanneer men er naar streeft een patiënt niet te lang arha^vke- lijk te doen zijn en men niet bij voort during waarschuwingen laat horen als Spant u zich nu maar niet teveel in houdt u zich vooral rustig, rust nu maar eens lekker uit' en meer dergelijke uitdrukkingen, doch daartegenover juist meer aanzet tot verantwoorde j activiteit, kan de patiënt het vertrouwen in zichzelf herwinnen en zijn prestatie opvoeren.' Kortom: men zal zich in een ziekenhuis meer moeten instellen op pré-revalidatie, die in vele gevallen al kan aanvangen zodra de patiënt een aanvaardbare gedachtenpositie heeft vrv- kregen. Men dient de natuurlijke weer stand tegen de bewustwording van het hebben of krijgen van toenemende te korten op te voeren. Pré-revalidatie is morele vorming, herstel van vertrouwen.' Op de juiste manier toegepast zal die pré-revalidatie op ziekenzalen zeer nut tig blijken te zijn en het zal hierdoor wellicht in vele gevallen n:et meer no dig zijn. patiënten naar speciale revali datiecentra te verwijzen. Het za. dan misschien wel nodig zijn dat er meer .community hostels' verrijzen voor het toenemend aantal mensen dat niet ziek genoeg is om in een ziekenhuis te blij ven, doch niet fit genoeg om ,de maal stroom van de moderne tijd te weer staan.' Niet alleen moet de revalidatie gedaehtc worden geprojecteerd tijdens het opgenomen zijn, maar lichamelijke en morele training vóór een op later tijd stip geplande ingrijpende operatic schijnt sneller herstel mogelijk te maken, aldus drs Bom. Revalidatie lijdt niet altijd tot hervatting van arbeid. Dat impliceert weer meer numanitaire bedoelingen: het zich kunnen handhaven in het gewone dagelijkse leven zonder veel afhankelijk te zijn van de medemens. Dit facet speelt, aldus drs Bom, in toenemende mate een rol omdat door medische en technische vooruitgang vele levens ge red kunnen worden, met soms uitge breide handicaps. Hij pleit ervoor de gehandicapten niet te zien als een apart deel der maatschappij. Men zal moeten letten op de positieve vermogens. Elke gehandicapte zal, net als ieder ander, zijn eigen plaats in de maatschappij moeten en mogen kunnen bepalen. Ten aanzien bedrijf wijst drs Bom op het tekort aan physiotherapei'ten. De heer Bom acht de hiertoe vereiste examens ,een wel zeer moeilijke hindernis.' Wellicht is het nuttig, aldus drs Bom, na te gaan of, in tegenstelling tot de opleiding, die nu in de particuliere sector plaatsvindt, een opleiding op dit gebied in universitair verband, zoals in diverse landen reeds bestaat, misschien een gedeeltelijke op lossing zou betekenen. Hij heet kritiek op de .groepspraktijken' van de physio- tberapeuten en doet de suggestie de mo gelijkheid te scheppen om een voudiger opgeleiden werkzaam te laten zijn bij de revalidatie in ziekenhuizen en in cen tra. Hij pleit ook voor het nader bestu deren van specialistische opleiding tot revalidatiearts en hij blijkt van mening dat. de revalidatiearts een zakelijk ver antwoorde aanvulling betekent in de verpleeghuizen. Een tot slot nog deze opmerking: ,Ook de maatschappij heeft heel veel her scholing nodig. Waarom wordt door ve le werkgevers nog zovele malen gezegd: ,Ik neem je alleen als werknemer, wan neer je volledig arbeidsbekwaam bent'? Dit strookt toch niet met de rechten van mens; afgezien nog van de vraag of dit van een goed economisch beleid getuigt.' WILL. VERKERK —et christelijk instituut van zuidelijk Afrika is nog al eens ter sprake gekomen op de generale synode der Gereformeerde Kerken, die onlangs is gehouden. Er was een delegatie uit Zuid-Afrika, onder leiding van dr J. Vorster en dr S. Gericke. Deze was gekomen omdat men zich ongerust maakte over de houding van de Gereformeerde Kerken in ons land. Men had meer begrip verwacht dan op de gereformeerde oecumenische synode van 1968 was gebleken, ten opzichte van de kerken in Zuid-Afrika en de apartheidspolitiek van de regering. Feitelijk is die apartheid door de kerken nog al gekoesterd en het Is de Nederduits Hervormde Kerk die het eerst welbewust een scheiding tussen wat men blanken en naturellen noemt, heeft gesteld. Zij wilde welbewust alleen een kerk van blanken zijn. In die bespreking op de gereformeerde, synode kwam men, blijkens de verslagen die we onder ogen kregen, telkens weer terug op het ohristelijk instituut en wed op zulk een wijze, dat men zelfs als krantenlezer kon gevoelen dat hier een van de kernpunten van de ker kelijke kwestie werd aangeraakt. En dat is ook zo. Nu steunen de Geref. Kerken, evenals de Her vormde, Kerk dit doet, dat christelijk instituut, terwijl de Zuidafrikaanse kerkleiders er geen goed woord voor over hadden en zelfs door be dekte beschuldigingen trachtten het instituut in een niét al te best daglicht te plaatsen. Met na druk stelde dr Vorster dait het een buitenkerke lijke. organisatie is, waarin .bedenkelijke kerk begrippen' heersen, .omdat het ook met rooms- katholieken samenwerkt en kerksplitsing in de hand werkt.' Zelfs zou men daar plannen heb ben gesmeed voor gewelddadige actie en deze zijn natuurlijk van buitenlandse oorsprong. Ook de persoon van de directeur, ds C. F. Beyers Naudé (stelselmatig werd hij geen dominee ge noemd, maar: heer) moest het ontgelden. Hij is weggelopen als predikant uit de kerk waarin hij een vooraanstaande positie innam (de Neder duits Gereformeerde Kerk, de grootste van de blanke kerken). Afijn, de Zuidafrikaanse gede legeerden hebben op de synode hun wederwoord gekregen. Ds Beyers Naudé stond voor de vraag: ,Doen wat zijn geweten hem voorschreef of predikant blijven?'. Hij heeft gekozen, ,met alle ellende en verdachtmakingen die daarop moesten volgen, voor het eerste, maar hij was God meer gehoorzaam dan de mensen.' En later: .Hert moet ons toch iets zeggen, dat deze man, die zó een status in zijn kerk had, zó een moei lijke weg voor zich heeft gekozen. Dat doe je toen niet zonder oorzaak.' Eer we verder gaan met het christelijk instituut, moeten er enige getallen over Zuid-Afrika wor den opgehaald. Dit land heeft een bevolking van 12 miljoen Bantoes en 3 miljoen blanken. De blanke bevolking is voor 89 procent protestant. De rooms-katholieken onder hen maken 5 pet uit, de Israëlieten 4 pet en 2 pet is zonder gods dienst. Van de niet-blanke bevolking is 50 pet heiden: 10 pet is rooms-katholiek en 40 pet is protestant. Dat zijn de laatste gegevens die ons ter beschik king stonden. Onder die protestanten van de blan ke kerken vallen ook de Anglicanen. Bij hen, evenals dat bij de rooms-kathoüeken het geval is, vallen alle rassen onder dezelfde kerkelijke organisatie. Deze twee hebben zich gekeerd te gen de apartheidswetten. met het gevolg dat hun bisschoppen het moeilijk kregen en niet meer werden geduld, zo zijn van buitenlandse her komst waren. De Afrikaans sprekende protes tantse kerken hebben zich dan, zoals reeds ge zegd, gesteld achter de apartheidspolitiek. Ge zegd moet worden dat deze kerken bijzonder ac tief zijri wat het zendingswerk betreft en er zijn Bantoekerken die daaruit zijn voorgekomen. Doch zij vormen een aparte organisatie, naast de Nederduitse gereformeerde, hervormde enz. kerken. De ds S. Ntoane, die ook behoorde tot de delegaties naar de gereformeerde synode, is synode-voorzitter van de gereformeerde Bantoe- kerk. Daarbij zouden we kunnen denken aan een hechte organisatie zoals wij die in ons land kennen bij de gereformeerde kerken en zoals die door hun zusterkerken ginds is overgenomen. Nu klinkt dit nogal: synode-voorzitter en dan nog van dé gereformeerde Bantoekerk. We zul len niet beweren dat deze man zijn piaals niet waard is en zijn kerk is bovendien lang de klein ste niet m Zuid-Afrika. Doch we moeten hier niet denken aan een hechte organisatie zoals wij die in ons land bij een gereformeerde kerk verwachten en zoals die door haar zusterkerken ginds is overgenomen. Maar het probleem waar mee men zit, tenminste waarmee ds Beyers Naudé in aanraking is gekomen en dat hem niet meer heeft losgelaten is, dat die 40 pet van de 12 miljoen naturellen die protestant heten te zijn (dat zijn er nog een 4.800.000) zeer verdeeld zijn. Er zijn Bantoekerken van enige behoorlijke omvang, maar daarnaast zijn er ontstaan een 2400 Bantoe-splinterkerkjes en nog steeds gaat ie scheiding en splitsing voort. Het peil van de voorgangers is hier niet hoog. Hoe kan het ook wanneer zij niet meer onderricht hebben ont vangen dan enkele jaren lagere school. Telkens weer staat er een arbeider op die een groep ge lovigen rond zich verzamelt. En dan komt er weer een ander die een deel van de kudde van hem afsnoept. Een gedeelte van de oorzaak ligt mede hierin dat de christen-Bantoes in onrust zijn door de ook kerkelijk steeds verder door gevoerde apartheid. Een groot getal Bantoeker ken wil mede daarom onafhankelijk zijn van do officiële blanke kerken, daar deze immers geen gemeenschap met hen willen hebben. En zo is er een vrije baan gekomen voor allerlei oneven wichtige stromingen. Steeds minder verwacht men van de vanouds gevestigde kerken. Onrust is er niet alleen gekomen in de Bantoe kerken, maar eveneens onder leden der blanko protestantse kerken. Het boekje van prof. Keet: Zuid-Afrika waarheen?, legt er getuigenis van af. Verontrust door de gang van zaken en ziende dat de kloof tussen christenen van verschillend ras, die in één land moeten samenleven, steeds dieper wordt, hebben een zes jaar geleden en kele mannen en vrouwen het christelijk instituut van Zuiidelijk-Afrika gesticht, met de bedoeling om iets te doen (,door God te worden gebruikt') voor hun mede-christenen, al zijn ze dan ook van een ander ras. Men wilde trachten in de prak tijk .uitdrukking te geven aan het toenemend verlangen naar gemeenschap en begrip tussen christenen van Zuid-Afrika.' .Wie mag lede word? (namelijk van het instituut). Enigie mand, wat glo in God die Vader, Jesus Christus die Seun, Verlosser en Heere en in die Heili ge Gees; enigiemand, wat oortuig is dat dit Gods wil is om Chrlstene saam te bring in 'n band van gehoorzaamheid en liefde.' Ds Beyers Naudé is van begin af de ziel ge weest van dit christelijk instituut. Dit instituut heeft niet direct geageerd tegen de apartheid, maar indirect weer wel, omdat men er van uit ging en dit terecht dat voor God alle men sen gelijk zijn. De eenheid der mensheid is in de praktijk moeilijker dan wij dit zinnetje uit spreken. Denk maar aan de positie van de gast arbeiders in ons land in plaatsen waar men er vele heeft. Denk maar aan de Ambonezen. Con flicten zijn immers niet uitgebleven. Toch is dia eenheid van de mensheid voor de kerk het eni ge uitgangspunt. Het christelijk instituut heeft daarom contact gezocht en gekregen met da Bantoekerken en Bantoegroepen en deze hebben in toenemende mate de hulp van het instituut aanvaard in de enkele jaren dat het nu bestaat. Het tracht door gespreksgroepen, gebedsgroe pen of conferenties (het geeft niet hoe men het noemen wil) een evangelische bewustwording te stimuleren en dit te doen naar beide kanten- Allerlei vragen die er leven, komen los. Daar bij zullen natuurlijk ook vragen zijn over dat gene wat hen ten diepste beroert. Het instituut verzorgt publicaties en is bezig met een, meest schriftelijke, cursus die ook een mondeling ge deelte bevat, voor de voorgangers. Wanneer men eenmaal zulk een initiatief neemt, weet men wel waar men begint, maar niet waar men ein digt. Zo heeft men ook gevraagd om leiding bij vrouwenwerk en bij het jeugdwerk, omdat de jongeren steeds meer van de gemeente vervreem den. De voorgangers zijn niet in staat de vra gen der jongeren te beantwoorden. Wat het in stituut doet, is inderdaad het afbreken van een scheiding die er door de apartheid gekomen ia tussen christenen die in één land moeten samen leven en dit niet meer kunnen. Dit doende ia het een stuk zware kritiek op de kerken, dia de apartheid klakkeloos hebben aanvaard. Hoe moet men ooit kunnen samenleven wanneer, zo als we lazen, een kerkeraad, zij het dan na lang beraad, de kerk weigert voor een huwelijksbe vestiging. De kerk van de Jileuirllngengemeenito was door weersomstandigheden volkomen in net ongerede geraakt. Op de synode in Lunteren was ook dr W. Bruck ner de Villers, lid van het christelijk instituut, die zich tegen alle aanvallen die er gedaan wer den onder andere met deze woorden heeft ver dedigd: ,Het gaat niet alleen om een huishou delijke twist tussen de kerk en het christelijk instituut, het gaat om het lichamelijk welzijn en het geestelijk zieleheil van miljoenen van ons land.' h. ,De hele wereld loopt Hem na'. (Evangelie van Johannes 12 lflli) Toen Jezus op de zondag vóór Pasen zijn intocht hield in Je ruzalem, liep iedereen achter Hem aan: een enorm stem menverlies voor de partij van de Farizeeën. De hele wereld loopt Hem achterna. Letterlijk staat er in de oor spronkelijke Griekse tekst: ,de wereld, gaat heen, achterwaarts van Hem'. Het gebruikte woord voor heen gaan' betelcent over al elders in het evangelie: wég gaan. Als blijkt dat velen Hem de rug toekeren, zegt Jezus tot zijn leerlingen: wil len jullie ook niet liever heen gaan Nu horen wij de Farizeeën zeggen: de wereUl gaal heen, achter Hem. Dat klinkt op liet eerste gehoor alsof zijn aan hang enorm is toegenomen, en die indruk wordt versterkt, als even later ook de Grieken blijk geven van belangstelling. Al- Les schijnt er inderdaad'op te wijzen, dat nu heel de wereld achter Hem aan gaat-, de we reld, dat zijn de joden en de Grieken samen, want de Grie ken staan er als vertegenwoor digers van alle volken. JDe wereld gaat hc-cn, achter Hem'. Zij die het. zeggen, zul len het wel bedoeld hebben zo als het klinkt op het eerste gehoor. Net als Kajafas, die ook niet wist wu.t hij eigenlijk zei. (Joh. 1.1 50). ,De wereld gaat heen achter Hem' betekent in werkelijk heid: achter Hem valt lieel de wereld weg, ivaar Hij heen gaat kan de wereld. Hem niet volgen. Hij is van zó'n totaal ander formaat, dat Hij met aanhang zoals wij dat gewend zijn wérkelijk met is gediend, laat staan verheerlijkt. De mensen komen Hem zoeken, gewapenderhand. Dan treedt Hij naar voren: Jk hen het'... en zij gingen achterwaarts heen... Johannes gebruikt daar precies dezelfde woorden in de oorspronkelijke teksl. (18 6). Achter Hem wijkt heel de wereld terug. Op. zaak waar het om gaat. is niet geholpen met een dergelijke aanhang, ook al geven mensen er blijk van dal zij Hem zoeken Er moet. iets anders gebeuren. Er moet iets gebeuren viel Hem zelf, als met de graan korrel m de akker. Anders is alles vruchteloos (Joh. 12 Zj). Achter Hem valt heel onze wereld weg: het domein van jood en Griek, twee broeders in één huis, verscheurd door verdeeldheid. Onze wereld, waarin wij ons vergapen aan de wonderen van onze toege paste wetenschap, maar geen weet willen hebben van het wonder van ons leven: dat wij niet bestemd zijn om eenzaam te bestaan, slechts voor ons zelf. Maar dat wij bestemd zijn om het leven tc delen met de broeder. En dat wij niet be stemd zijn om eenzaam te sterven, op onszelf, maar als de graankorrel in de akker, vruchtdragend menigvoud. Onze wereld, demonstratie van onbenul en levensgevaarlijk onverstand, valt achter Hem weg. Achter Hem is onbenul ligheid uitgesloten, onmogelijk geworden. Die ivereld laat Hij 'achter zich, en zodoende brengt Jhj het leven terecht. Onze bijva.l baatte niet, onze afval deed er geen afbreuk aan: op het kritieke moment hield Hij stand, zette door, naar Pasen toe, vruchtdragend me nigvoud. Dr realiteit die ivij voor ogen hebben, is sinds dat kritieke moment niet meer de werke- lijkheid. Die realiteit is achter Jezus Christus wég gevallen. Aan zijn kruis is daarover het vonnis geveld, het oordeel vol trokken. De wereUlcrisis is voorgoed voorbij. Waar liet sindsdien op aankomt is: wer kelijkheidszin en bij de tijd zijn. De tijd sinds zijn opstanding: ,Zijn daden, zij zullen de aarde vervullen, vóór jood en voor heiden, door dood en door lij den draagt. Hij met zich mede de blijdschap, de vrede. Hij rijdt op een ezel, Hij lijdt als een knecht, zo brengt. Hij het leven terecht'. (Nieuw Gezang .9 :3J. Derhalve mag er voluit geleefd worden, vrij, vreesloos, onbe lemmerd beschikbaar voor de onherroepelijke toekomst van eindelijk gerechtigheid. Daar voor staat Hij garemt. Pasen bewijst het. Vlissingen, Y. v. d. Schoot.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 26