,het orgel
in Groede
is eigenlijk
een
familie-orgel'
ZWAAR GESCHUT OP
TERNEUZENSE BASTIONS
ZITTEN BLIJVEN
VLAAMS JOURNAAL
extiA
ABRAHAM CIJSOUW
,IN HET VAK'
65 JAAR
VAN D'EE TOT HONTENISSE
Een enkele keer hoort men een oude Terneuzenaar nog
wel eens zeggen, dat er een schip op het Bastion is ge
zet. In dat geval bedoelt men dat het schip, na een aan
varing op de slikken vóór de Scheldekade is gezet om zin
ken te voorkomen of voor reparatie. Waar komt de bena
ming ,het Bastion' vandaan? Een kort antwoord daarop
is. dat het een deel van de vesting Neuzen was, maar dat
geeft natuurlijk geen volledig inzicht in de betekenis.
Voordat in België de opstand uitbrak die leidde tot de af
scheiding var Nederland, was Terneuzen niet omgeven
door de later zo bekende wallen. Door de onlusten die in
1830 in België uitbraken werd in 1833 begonnen met het
in staat van verdediging brengen van Terneuzen; Ter-
neuzen werd vestingstad. Voordat het zover was moest
er echter heel wat werk verzet worden. Er werden ves
tingwallen opgeworpen, grachten gegraven en poorten
en bruggen gebouwd. Terneuzen werd niet alleen aan de
landzijde in staat van verdediging gebracht, maar ook
aan de kant van de haven moesten vestingwallen komen.
Hiervoor moest de uitmonding van de gemeentehaven
geheel worden verlegd. Wat nu markt is, was toen ha
ven. Deze haven liep door de huidige Burgemeester Geill-
straat recht naar de buitenhaven en mondde ongeveer
in het midden van de Scheldekade uit. Nabij de plaats
waar nu het kantongerecht staat werd die haven afge
damd en de gehele uitmonding werd gedempt. De gemeen
tehaven kreeg een nieuwe uitmonding in de richting van
de oosthaven, waardoor het ons bekende gemeentehaven
tje ontstond. Wat thans Scheldekade is waren toen hoge
wallen en daarachter werden kruitmagazijnen, een kazer
ne enz. gebouwd. Vóór die wallen ontstond de grote slik-
tong, öie wij nou nog voor* de Scheldekade vinden.
Terneuzen was toen geheel omwald en verdeeld in 9 bas
tions. De bastions waren van 1 tot 9 genummerd, begin
nend vanaf de huidige aanlegplaats van de provinciale
boot. Deze bastions waren bestemd voor het opstellen van
zwaar geschut. Dergelijk geschut was nog lang aanwezig
ui bastion 3 (het schietterrein) en in bastion 9 (op het
hoekje van het wandelpark nabij de Westbeer). Juist
over de Axelsebrug vonden wij de bastions 4 en 5. dus
het is niet moeilijk te raden waarnaar de Bastionstraat
is genoemd.
Nadat de vesting Neuzen was opgeheven, werd een aan
vang gemaakt met het slechten van de wallen en. het dem
pen van de grachten. In 1915 werd de vestingwal aan de
Oosthaven geslecht en in 1921 volgde de dijk aan de Mid
denhaven. Aan de kant van de slikken bestond een zg
Courbine, dat is een inham, waardoor de vestingwal ter
plaatse meer landinwaarts lag. Deze inham moest opge
vuld worden met plaatzand. Het aanvoeren van dat zand
gebeurde met kleine zeilscheepjes. Mede doordat de aan
voer afhankelijk was van het getij, werd het een lang
durig karwei. Spoedig nadat men met het werk was be
gonnen ontstond daar een machtige hoop zandhoop en
het spreekt vanzelf dat dit heel gauw door de jeugd ont
dekt werd. Het duurde toen niet lang of het was daar
een compleet strandleven na schooltijd. Gewapend met
schopjes en emmertjes trokken ze er op uit om zich daar
een paar uurtjes te vermaken.
Het strand, dat wij nu zo graag bij Terneuzen zouden
willen hebben, vond de jeugd toen tussen de bastions 1
en 2. Misschien heeft dat toen zo'n indruk gemaakt op
le Terneuzenaars van toen, dat ze nu de sliktong die er
voor ligt nog ,het Bastion' noemen.
P. J. Baert.
schrijver Hendrik Caspeele, is tot een volgend sei
zoen uitgesteld. Reden is het ongeval van Jef Nacli-
tergaele, die de voorbereidingen leidde, zodat de
partituren en het orkestmateriaal niet klaar kon
den komen.
OPERA GENT (Hl)
Hiervoor in de plaats komt zondag 29 maart
,La Traviata' met Otilla Mere, Giuseppe Todaro,
Simon Waltens, Yola de Gruyter, Mia van Kerck-
hove, Antoon Haeck, Francis de Paep en anderen.
Het werk van Verdi wordt ook op vrijdag 3 april
herhaald.
Aan de wand, boven het trapgat van de kajuit, hangt
de beeltenis van prins Willem één. Wie houdt er
niet van prins Willem? We leerden hem kennen op
de lagere school en iedere keer als we hem hier
zien laait de genegenheid die we pril voor hem
voelden, weer op.
Er hangt een zachtmoedige tolerante stemming in
de roef. I)e hals omkranst door de kanten-plissé-
kraag, de bebaarde kin hierop rustend, kijkt prins
Willem voornaam, doch niet onwelwillend naai) ons.
Je ziet hem denken: ,mon pauvre peuple, ik moet
jullie in de gaten houden'.
't Geeft een geruststellend gevoel hem in ons mid
den te weten, de veerboot komt vast wel weer vei
lig aan de overkant. Hoewel roken in dit vertrek is
toegestaan, vinden we het bijna gênant een sigaret
je op te steken. Hjj was zo'n puritein leerden we
liij zou vast niet in de kajuit van de provinciale
vee noot hebben gerookt.
Vaderlandse geschiedenis. Je moest het vroeger al
lemaal weten om de rode streep van onvoldoendes
net niet te passeren en er nog een vol jaar voor in
dezelfde klas te blijven zitten. -Je diende het jaartal
run de opstand van het kaas- en broodvolk te ken
nen, hoewel er in je latere leven nooit een sterveling
meer naar vroeg. Niemand, behalve dan de meester
op de lagere school, heeft ooit gepolst of je wist
welke vorstelijke dame er in 1787 door een stel
godvergeten kerels Go ejan ver w e lies luis werd aan
gehouden. Nooit was onderwerp van gesprek: ,Weet
je nog, daar in GoejanverweUeslui-sWïlhehnina van
Pruisen mocht er niet door en ze wilde zich toch
maar even bij 'wijze van goodwill-ambassadrice
en om er misschien wat te winkelen in Den Haag
laden zien, omdat haar man, ook al ene Willem,
dat niet durfde.' Je moest het allemaal weten om
geen onvoldoendes voor vaderlandse geschiedenis
op je rapport te krijgen.
Wie was Der Keerlen GodKarei de Vijfde. Mis.
Nog een keer. Bonifacius. Helemaal ernaast. Deze
werd teel in de buurt van Dokkum vermoord en
hield daar een heiligverklaring aan over, maar Der
Keerlen God, nee, toch niet. Floris de Vijfde droeg
die loodzware benaming.
En dan hadden we ook nog Jacoba van Beieren. Ze
ging op de valkenjacht. Ze stond daar in het veld,
rank en slank en met een vogel op haar hand. Er
stond ook een manspersoon naast haar op de plaat
die in de klas hing. Of dit één van haar vier echt
genoten ivas stond er niet bij.
Behalve aan de valkenjacht gaf Jacoba zich ook
over aan krijgsavonturen met Hoeken en Kabel
jauwen en onberaden huwelijken, hoewél dat laatste
vroeger o-p de lagere school wél een beetje verdoe
zeld werd. Zo ver was men toen nog niet met de
voorlichting en instaUig werd niemand gemaakt
als het niet strikt noodzakelijk was.
Je diende ze allemaal te kennen, de jaartallen, de
zijrivieren van de Maas en Donau, al tvaren ze nog
zo klein en verpieterd. Onder de knie moest je even
eens hébben het worteltrekken, de repeterende breu
ken en meneer Van Dalen bleef steeds op het ant
ivoord wachten. De moedeloze sommen over ene
heer A die naar B fietste en heer C, die hetzelfde
deed naar A. Om zo en zo laat vertrokken ze en
ze kwamen er om zo en zo laat aan. Hoe lang had
den beiden erover gereden? Je gaf noch iets om
C, noch om A, maar toch moest je exact de tijd
melden die ze met fietsen hadden verdaan. En dan
al die vreselijke treinen die vertrokken en ergens
aankwamen. Hoe lang hadden zij over de afstand
gereden
Omdat je deze en nog andere dingen niet wist bleef
je zitten. Je moest een heel jaar lang alles overdoen,
ook de dingen die je wel wist. Nu pas sinds 1920
is er een wetsontwerp in de maak dat een einde
maakt aan het zittenblijven.
De taaie jaarklassen naar welks einde het kind
dat het niet zo goed doet. soms met angst uitkijkt
zullen verdwijnen. Het nieuwe leerplan zal gebroken
hebben met de gedachte dat alle kinderen precies
dezelfde leerstof toegediend moeten krijgen. Elk
zal een aan henzelf aangepast basisonderwijs krij
gen. De duidelijke achterblijvers zullen door spe
ciale taakonderwijzers bijgespijkerd worden.
Als er nu maar niet nog een paar generaties ant
woord aan meneer Van Dalen mpeten geien. Hjj is
ook hard aan een oeverloze vakantie toe.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
MAART 1970
.met orgels opgegroeid..—
OPERA GENT (I)
Vrijdag 27 en zondag 29 maart (aanvang 20
uur) presenteert de Koninklijke Opera te Gent
,Herodiade' met Tony Poncet, Jacqueline Van
Quaiile, Michel Vijma, Jean Laffont, Tadeusz
Wierzbicki, Antoon Haeck, Jules de Mulder en
anderen.
Michèle Viltna, vrijdag- en
zondagavond in ,Herodiade'.
OPERA GENT
De première van ,De Bruiloft van Don Juan' die
29 maart in Gent zou worden opgevoerd ter gele
genheid van de 80ste verjaardag van scenario-
GROEDE De plaats in de kerk voor de 78-jarige Abraham
Cijsouw uit Groede is nog steeds die achter het orgel. Er zijn dan
ook niet meer zoveel kerkorgels in Zeeuwsch-Vlaanderen die hij
niet kent. Zijn kermis van alle mogelijkheden die elk orgel afzon
derlijk biedt is bijna maximaal te noemen, nu hij terug kan krij-
ken op 65 achter hem liggende jaren, waarin hij de reputatie van
,graag gevraagde organist' op zijn naam heeft gekregen.
De heer Cijsouw die zijn hele le
ien het nu uitstervende molenaars
rak beoefende heeft alle gebeurte-
•issen rond zijn orgelhobby in zijn
pheugen geprent, maar is daarnaast
jen nauwkeurig archivaris. Zo ligt
>r in de kast van zijn woonkamer een
plakboek met wel honderden foto's
ran kerkorgels en alle mogelijke ge-
jevens, waaronder uitgebreid de dis-
losities. ,En de oudste zijn lang nog
iiet de slechtste', aldus de praatgra
ge organist. Het éénnianualige orgel
ian de hervormde kerk in Groede is
;em nu zo vertrouwd geworden dat
lij het bijna niet meer zou willen
nissen. Bovendien is het eigenlijk
jen familie-orgel geworden. In zijn
luisje aan de Kruis dijk steekt hij
Jan ook dadelijk van wal over de he
le geschiedenis van het orgel en,
la armee onafscheidel i jk verbonden,
rijn eigen levensverhaal. .Zijn' orgel
s in 1903 in Groede geplaatst door
3e firma J. F. Kruse uit Leeuwar-
len: één klavier, 9 stemmen en
jangehangen pedalen. Het instrumen
tarium werd bespeeld door zin v-
der die als organist was benoemd.
Abraham Cijsouw zelf begon m
1902 met orgelles ,i!k heb maar
lier jaar les gehad' en mocht van
lijn vader al spoedig na de diensten
nu en dan het orgel bespelen. ,In
1905 heb ik een keer psalm 42 ge
speeld. Maar op 19 maart stierf mijn
grootvader, dat was op een zondag
en toen moest ik m'n vader ver
vangen. Ik heb belde diensten ge
speeld en kort daarna deed ik alle
middagdiensten en in 1906 alle mor
gendiensten en mijn vader de mid-
dagdieristen. Maar dat duurde r. et
lang of ik moest beide diensten maar
spelen en m'n vader maar eens af en
•toe.* Op 1 januari 1910 werd ik als
vaste organist aangesteld maar in
1916 moest ik in dienst en toen wilde
m'n vader met langer meer waarne
men. Toen is Sanders uit Cadzand
tot organist benoemd. En toen die er
mee ophield in 1920 werd ae waarge
nomen door mijn zwager izaak Bas
ting. Die werd toen benoemd en heeft
dat later met zijn dochter gedaan
tot juni 1950, want toen trouiwde zijn
dochter en verhuisde naar IJzendijke
waar zij met drie dames in de kerk
om beurten speelde. Kort daarna
ben ik weer in Groede aangesteld
en ik ben daar nu nog organist. En
in Breskens waar mijn ouders woon
den, heb ik talrijke middagdiensten
gespeeld vanaf 1920 en in 19-16 werd
ik daar als organist benoemd met
mijn collega David van Wijck. Ik
speelde dan de morgen- en alle. par
ticuliere diensten en baj de avond
dienst en later deed hij de morgen
diensten en ik alle avonddiensten en
de trouwdiensten. En dat doe ik nu
nog steeds. In Schooudiijke heb iik 12
jaar lang zaterdagsavonds het avond
gebed gedaan, maar dat is toen opge
heven want er was niet genoeg be
langstelling voor. Maar ik doe er nu
nog wel eens trouwdiensten dat
zijn er niet zoveel hoor als er
iemand ziek is of als een organist
eens een dagje vrij wil hebben. Ver
der heb ik nog 8 maanden in de lu
therse kerk in Groede gespeeld, toen
de oude organist ziek werd en over
leed. Ik heb toen nog een jongen op
geleid tot hij het verder zelf wel kon.
Verder heb ik vele malen in Zuidzan-
de, Cadzand of Nieuwvliet gespeeld.
Het kwam wel voor dat ik soms drie
diensten per zondag speelde.'
GEWELDIG
Dat is zo ongeveer het relaas van
Abraham Cijsouw, die het kerkorgel
van Groede wel van binnen en buiten
kent, doch daarnaast nog steeds een
graag geziene gast is bij kerkdiensten,
waar dan ook, als hij weer eens in
springt. ,Het ongel in Groede is ge
weldig. Elke keer als er een stemmer
komt dan zegt ie; wat een mooi or
gel is dat. D'r is ook nog nooit iets
aan kapot geweest, 't Is een beste
kwaliteit'. Abraham Cijsouw geniet
nog een uitstekende gezondheid, zo
dat hij nog steeds iedere dag met
zijn orgelhobby bezig kan zijn. In
zijn kamer staat een 60 jaar oud har
monium van Amerikaanse makelij.
,Als het kan oefen ik thuis nog alle
dagen een uur, het wordt wel steeds
moeilijker want de vingers worden
zo langzamerhand een beetje stroef.
Dat wil niet altijd zo heel goed meer
natuurlijk.' Voor hem nog lang geen
reden om het eens aan jongeren over
te laten. In feite spoken die gedach
ten al enkele jaren door het hoofd,
maar diep in zijn binnenste roept een
stem die voortdurend .doorgaan'
roept. Er hoeft dan ook nog geen af
scheid genomen te worden van Abra
ham Cijsouw als organist. .Ik ben
ook nog bijna 45 jaar in de christe
lijke muziekvereniging van Groede ge
weest tot ie ter ziele ging. Ik heb
hem eigenlijk helpen oprichten' en
opheffen. Toen speelde ik piston, ba
riton en fluit. En koorleider was ik
33 jaar. dat was het gemeng koor
in Groede.'
00K ANDERE HOBBY'S
Het plakboek van de orgels is overi
gens niet het enige dat nauwgezet
door hem wordt bijgehouden. Een an
der boekwerk is gevuld met uitge
breide statistieken van de weersge
steldheid. De heer Cijsouw werkt na
melijk actief voor de Meterologische
Dienst van Hoogerheide onderaf
deling van het KNMI waar hij als
praktisch de enige goede onweers
waarnemer bekendstaat. Twee- of
driemaal per dag meet hij de neerslag
in Groede, noteert de vorm waarin
het is gevallen: sneeuw, hagel en wel
of niet gepaard met onweer. En die
interesse heeft hij nog overgehouden
aan zijn molenaarstijd en daar wordt
bij het KNMI nog veel waarde aan
gehecht, weet hij te vertellen. En dan
is er sinds 1959 zijn hobby om allerlei
kranteknipsels uit te knippen en
weer in een ander boek te plakken.
Van belangrijke gebeurtenissen in of
buiten Zeeuwsch-Vlaanderen. Of ge
woon van dingen die hem interesse
ren. Het zijn zo langzamerhand dikke
boekwerken geworden die bewijzen
dat de heer Cijsouw zich niet hoeft
te vervelen. Maar zijn allergrootste
liefhebben] is en blijft orgelspelen
en dat zal nooit veranderen. Als pen
ningmeester van de Nederlandse or-
ganistenverendging, afdeling Zeeland,
heeft hij ontzettend veel contacten
in de hele provincies en bezoekt or
gels om zijn kennis nog' steeds te ver
groten. Zo ds Abraham Cijsouw in de
Zeeuwse organistenkringen lang geen
onbekende en hij zal actief blijven
zolang zijn gezondheid dat toelaat.
Een gezicht op de
zandvlakte die in 1921
was ontstaan door het
aanvullen met plaat-
zand van de Courti-
ne. Op de achter
grond zien wij dat er
reeds enige huizen
op de Scheldekade
zijn gebouwd.
Op de voorgrond zien
wij de aanlegplaats
van de provinciale
boot. Dit was bastion
1 van de vesting Ter.
neuzen. Geheel links
ligt de vestingwal
meer landinwaarts.
Dit was de Cour tine
tussen de bastions 1
en 2.
De heer Cijsouw op zijn vertrouwde plaatsje in Groede