DE STRIJD IN
ZEELAND EN
ZUN NASLEEP
DINSDAG 24 MAART 1970
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Vandaag: verschijnt het derde
deel ,Ilet koninkrijk der Ne
derlanden in de tweede wereld
oorlog' van dr L. de Jong. Op
deze pagina integraal het
hoofdstuk, dat is gewijd aan
de strijd in Zeeland in de mei
dagen van 1940.
Deze in Zeeland opgestelde troepen
macht werd op 11 mei enigszins
verzwakt doordat Van der Stad, on-
lanks zijn heftig protest, van vice-
admiraal Furstner order kreeg een
seotie van het marinebataljon en
jen compagnie infanterie (deze werd
jit Zeeuwsch-Vlaanderen aange
trokken) met een schip van de
Maatschappij Zeeland naar IJmui-
ien te zenden; bij Hoek van Hol
land werd dit schip, de .Prinses
Juliana', op de ochtend van 12 mei
ioor de Duitsers gebombardeerd en
aeschoten; het werd in verwarring
verlaten. Alle opvarenden (er was
>en gewonde) konden door een En
gelse torpedobootjater, door een
loodsboot uit Hoek van Holland en
ioor enkele vissersboten gered wor
den.
Inmiddels had Van der Stad van an
dere zijde versterking ontvangen. Op
10 mei was een Engelse demolition-
aarty gearriveerd; bovendien kwam
lie dag de Franse verkenningsgroep
de Beauchesne (die later naar
.Voord-Brabant trok) op Walcheren
jn Zuid-Beveland aan; voorts werd
:egen de avond een compagnie van
de Franse 60ste infanterie-divïsie,
aer torpedoboot aangevoerd, in Vlis
singen ontscheept en tenslotte meer
de daar in de nacht van 10 op 11
mei een Frans transportschip met
een eerste detachement van de Fran
se 68Ste infanterie-divisie, onder be
vel van de infanterie-commandant
der divisie, generaal Durand.
De twee Franse divisies (de 60ste
en de 68ste) die, tot het Franse ze
vende leger behorend, aan de strijd
in Zeeland zouden deelnemen, waren
kwalitatief bepaald niet de beste die
Frankrijk bezat: ze bestonden voor
driekwart uit reservisten die ouder
waren dan dertig jaar; hun kader
telde nauwelijks beroepsofficieren.
Niettemin: hun komt, hun hulp, was
welkom. Het gros van die troepen
bereikte Zeeland via België, maar
van Duinkerken uit vonden ook over
zee transporten naar Vlissingen
plaats: drie, waarvan het laatste op
de avond van de 11de binnenliep.
Die transporten waren herhaaldelijk
door de Luftwaffe aangevallen; bo
vendien werd Vlissingen op Pink
sterzondag, 12 mei. des ochtends dooi
de Duitsers gebombardeerd. Vier
schepen, waaronder de mijnenlegger
.Bulgia' werden tot zinken gebracht.
Paniek
In de havenbuurt brak paniek uit
(.vrouwen en kinderen gillen het uit
van angst, velen zijn een zenuwtoe
val nabij"), de tram in de richting
van Middelburg zat spoedig .tjokvol
met vluchtelingen van wie velen
soms zonder kleren, dekens en pa
pieren (waren) weggelopen', anderen
verlieten haastig de stad met zwaar
beladen fietsen. Spoedig bleek dat
ook alle havenarbeiders verdwenen
waren; marinetroepen en de leden
van de Britse vernielingsploeg be
gonnen de lading van het grootste
Franse schip, de .Pavon', te lossen,
maar dat ging slechts langzaam: nie
mand kon de kranen bedienen. Van
der Stad gaf daarop de burgemees
ter, C. A. van Woelderen (een oud
beroepsofficier, in de eerste wereld
oorlog verbonden aan de geheime
dienst van het Algemeen Hoofdkwar
tier), opdracht de kraanbedieningen
op te sporen en hen, desnoods met
dreigement van fusillering, weer aan
het werk te zetten vieren-twin-
tig uur later waren alle schepen,
met inbegrip van de .Pavon'. gelost.
Vormden die Duitse luchtaanvallen
één bron van verwarring, een twee
de werd gevormd door de berichten
en geruchten omtrent het dalen van
Duitse parachutisten en het ingrij
pen van een sinistere Vijfde Colonne.
Dat Duitse parachutisten neerkwa
men werd van omstreeks tweehon
derd plaatsen gemeld (in werkelijk
heid trachtten slechts hier en daar
in Zeeland bemanningsleden van ge
troffen Duitse vliegtuigen zich niet
hun parachute in veiligheid te bren
gen) elke melding leidde er toe
dat troepen op onderzoek uitgezon
den werden, Bij Schouwen meende
men voorts geheimzinnige schepen
waar te nemen. Op Walcheren con
stateerde men op 14 mei dat de/
nachts met krijt .tekens' aange
bracht waren in de dorpen West- en
Oost-Souburg die dicht bij het vlieg
veld lagen, ,ook waren op een aan
tal huizen pijlen aangetroffen die
wezen in de richting van het vlieg-
park... Tevens kwamen meldingen
binnen van vergiftige bonbons, si
garetten en gebak' het waren al
les symptomen van toenemende ner
vositeit.
Die nervositeit was versterkt door
de aankomst van gedemoraliseerde
Nederlandse troepen uit Noord-Bra
bant die, van de tweede oorlogsdag
af, Schouwen en Zuid-Beveland be
reikten; van Zuid-Beveland werden
zij naar Walcheren doorgezonden en
daar arriveerde ook nog een deel
van diegenen die uit Noord-Brabant
door België naar Zeeuwsch-Vlaande
ren getrokken waren. De meesten
van die vluchtelingen hadden geen
wapens meer; druk repten zij over
de onoverwinnelijke kracht der Duit
sers. Uiteraard hadden die relazen
een deprimerende uitwerking op de
verdedigers van Zeeland. Nu kwa
men deze verdedigers psychologisch
m een extra moeilijk parket te ver
keren toen het, plaatselijk weer met
veel verwarring, op de 14de en 15de
tot hen doordrong dat de Nederland
se troepen in de rest van het land de
strijd gestaakt hadden maar dat zij,
zij alleen, moesten doorvechten. Er
waren zelfs officieren die dat door
vechten, aldus schout-bij-nacht Van
der Stad, .beschouwden als een soort
particuliere aangelegenheid van mij,
waar ik eigenlijk helemaal het recht
niet toe had'. Na Winkelmans radio
toespraak waren er heel wat bur
gers. die, zo verhaalde Van der Stad,
tot de soldaten zeiden: .Gooi je ge-
De verwoeste Markt in Middelburg na het Duitse bombardement;
foto Henning Middelburg.
ken. Een groot deel van de Neder
landse en Franse troepen had toen
al in wilde wanorde de volgende hin
dernis doorschreden: de Sloedam, die
Zuid-Beveland met Walcheren ver
bindt. Alle in Zuid-Beveland aanwe
zige artillerie, Nederlandse en Fran
se, was verloren gegaan.
De SS'ers stieten door. maar de Sloe
dam (veertig meter breed en acht
honderd meter lang) kwamen zij in
de vroege ochtend van de 17de mei
niet over. Hun eerste aanval, om half
vier (in de schemering dus) ingezet,
werd met steun van de granaten
van de Franse en Engelse jagers die
op de Westerschelde kruisten, afge
slagen. Zou men de Duitsers dan toch
kunnen tegenhouden? Generaal Des-
laurens was vol optimisme; .de toe
stand is uitstekend', rapporteerde hij
aan twee Nederlandse officieren die
hem versterkingen wilden aanbieden',
,gccn behoefte aan Nederlandse ver
sterking. Alles gaat heel goed'.
Hier dreigde voor de Duitsers een
situatie als bij Rotterdam te ont
staan; zij pasten dan ook hetzelfde
intimidatiemiddel toe: als Walcheren
zich verdedigde, dan zouden steden
en dorpen met verwoestende kracht
feteisterd worden. Inderdaad toen
e SS'ers kort na twaalf uur hun
tweede aanval over de Sloedam in
zetten, werd het centrum van Mid
delburg door de Luftwaffe gebom
bardeerd zoals drie dagen tevoren
met het centrum van Rotterdam was
geschied.
Telegram
Een dag eerder, op 16 mei, had de
Nederlandse gezant te Londen, jhr.
Michiels van Verduynen, 's-morgens
vroeg een merkwaardig telegram ont
vangen dat de vorige avond uit Oost
burg in Zeeuwsch-Vlaanderen ver
zonden was. Het luidde:
.Burgemeester Middelburg en lid Ge
deputeerde Staten mr Dieleman sei
nen mij (stop) Middelburg en vele
gemeenten van Walcheren en de Be-
velanden verkeren in uiterste ge
vaar slagveld te worden der strijden
de partijen (stop) enige mogelijkheid
om burgerbevolking te redden achten
wij onmiddellijke sluiting wapenstil
stand voor het treffen van maatre
gelen (stop) zoudt gij Hare Majes
teit kunnen verzoeken dit te willen
bevorderen (stop) commissaris ko
ningin Quarles'.
Wat lag hieraan ten grondslag
Beginnen wij met de afzender: de
commissaris der koningin in de pro
vincie Zeeland, jhr. mr J. W. Quar
les van Ufford, gedurende negentien
jaar in functië.
Waarom bevond hij zich op 15 mei
opeens in Oostburg en met in de
provinciale hoofdstad. Middelburg?
Zelf gaf hij later als argumenten aan
dat hij het van belang geacht had,
zo lang mogelijk op Nederlandse bo
dem gezag uit te oefenen; dat het
hem evident geleken had dat men
Zeeuwsch-Vlaanderen langer zou
kunnen verdedigen dan Walcheren;
en dat het hem op grond van de
herinnering aan het Belgische an-
nexatiestreven uit de jaren '18-'19
wenselijk voorgekomen was, dat ge
zag juist in Zeeuwsch-Vlaanderen uit
te oefenen. Die argumenten zijn op
zichzelf niet irreëel, maar men dient
er aan toe te voegen dat jhr. Quar
les op de avond van 14 mei, nog vóór
de Duitsers door de eerste stelling,
de Bailistelling. heen waren, Middel
burg verliet; dat hij zijn werkzaam
heden aan niemand overdroeg en
niemand enige instructie gaf. en dat
hij en de hem vergezellende griffier
van de staten, dr B. D. H. Teilegen,
hun gezinnen meenamen; het gezel
schap was in de nacht van de 14de
op de 15de met een vissersboot de
Westerschelde overgezet en had zich
naar Oostburg begeven.
Op de ochtend van de 15de troffen
de ambtenaren van de Middelburgse
griffie tot hun verbazing geen com
missaris en geen griffier meer aan;
wèl was het enige lid van gedepu
teerde staten aanwezig dat in Mid
delburg woonde, mr P. Dieleman, al
bijna veertig jaar lid van de provin
ciale staten voor de Anti-Revolutio
naire Partij, al bijna dertig jaar ge
deputeerde en niet vrij van pro-
Duitse gevoelens. Hij had, wellicht
al op de 14de, in elk geval op de
15de overleg gepleegd met de burge
meester van Middelburg, mr J. van
Walré de Bordes beiden waren
het er volkomen over eens dat men
verwoesting in de provincie Zeeland
diende te voorkomen, anders gezegd'
onmiddellijk de wapens neerleggen.
Zij hadden de 15de Quarles in Oost
burg opgebeld; deze had aangeraden,
een vergadering van notabelen bij
een te roepen. Die vergadering had
plaats gevonden, maar Dieleman was
er op verzet gestuit: de meeste aan
wezigen waren van oordeel geweest
dat men de beslissing over het al of
niet aanvragen van een wapenstil
stand aan de militaire autoriteiten
moest overlaten. Dieleman had die
uitspraak niet aanvaard, opnieuw
contact gezocht met van Walré de
Bordes samen hadden zij beslo
ten, het telegram dat wij citeerden,
aan commissaris Quarles voor te leg
gen met verzoek het naar Londen
door te geven. Dat had deze laatste
gedaan, er geen woord van goedkeu
ring aan toevoegend maar ook
niet van afkeuring.
Michiels pleegde in de Engelse
hoofdstad overleg met de Geer die
van mening was dat van Kleffens
maar een beslissing moest nemen.
Van Kleffens zat in Parijs; de zaak
werd hem telefonisch voorgelegd.
Zijn oordeel was dat het sluiten van
een aanvullende wapenstilstand in
strijd zou zijn met de meest simpe
le bondgenootschappelijke verplich
tingen. Dat bleek ook de opinie te
zijn van de twee naaste raadgevers
van de koningin: de vice-president
van de raad van state, Beelaerts en
de directeur van het kabinet der ko
ningin, van Tets.
Het zou, dunkt ons, zin gehad heb
ben, die opinie aan commissaris
Quarles kenbaar te maken, maar
Michiels, Beelaerts en Van Tets be
sloten .eenstemmig', dat het beter
was, deze in het geheel geen ant
woord te zenden een zwijgzaam
heid waar de commissaris niets van
hegreep en die bevorderde dat, via
Van Walré de Bordes en hem, de
Middelburgse gemeenteraad, voorzo
ver opgekomen, op de ochtend van
de 17de óók al een telegram stuurde
naar de koningin een telegram
dat het verzoek bevatte, ,haar in
vloed te willen aanwenden in belang
der burgerbevolking van Walcheren'.
Afgezien van het feit dat koningin
Wïlhelmina niet van zins was, mid
den in de strijd besluiten te be
vorderen die voor de Franse bondge
noot hoogst nadelig zouden zijn
(Quarles, Van Walré de Bordes en
Dieleman hadden het als defaitisten
definitief bij haar verkorven), was
het toen ook voor elke interventie
te laat.
Middelburg
Kort na het middaguur verschenen
vliegtuigen van de Luftwaffe boven
de Zeeuwse hoofdstad; brisantbom
men lieten zij vallen. In het cen
trum ontstonden de eerste branden
en deze breidden zich uit toen van
ongeveer drie uur af de Duitse ar
tillerie die bij de Sloedam opgesteld
stond, de stad onder granaatvuur
ging nemen. Doordat de elektrische
centrale defect raakte, liep de druk
op de waterleiding terug: in de
grachten en in de haven was de wa
terstand laag; de branden konden
zich dus uitbreiden, bevorderd dooi
de droogte en aangewakkerd door
een stevige noordenwind. Het aantal
slachtoffers bleef beperkt (twee-en-
twintig doden), mede doordat bur
gemeester Van Walré de Bordes
's-morgens had laten bekendmaken
dat vrouwen en kinderen beter de
stad konden verlaten (een verstan
dig advies dat door velen, ook door
vele mannen, opgevolgd was) de
materiële schade vormde daarente
gen een ramp, niet alleen voor stad
en provincie maar voor het gehele
land: onder de ca zeshonderd gebou
wen die in vlammen opgingen, be
vonden zich het Stadhuis "en hec Ab
dij-complex (beide pronkjuwelen
van laat-middeleeuwse bouwkunst
voorts het Oost-Indisch Huis (eer
tijds zetel van de Zeeuwse Kamer
der Verenigde Oost-Indische Compag
nie) en de Procmciale Bibliotheek.
Van het centrum, met name van de
schilderachtige Grote Markt en om
geving. restten, toen de branden na
anderhalve dag geblust waren,
slechts geblakerde ruïnes; enkele
van de fraaiste panden uit Gotiek
en Renaissance die ons land kende,
waren mét een aantal statige heren
huizen uit de tijd van de Republiek
verloren gegaan. ,De vernieling",
schreef een inwoner twee dagen na
de brand, .is zo geweldig, zo grondig
dat je geen woord kunt uitbrengen
en de tranen in je ogen springen
Onherkenbaar verwoest is alles wat
je ziet. Puinhopen en nog eens puin
hopen rondom. Je moet zoeken naai
de ingang van de verschillende stra
ten die op de markt uitkomen, je
vindt ze niet, je kunt je ternauwer
nood oriënteren. Bergen stenen,
zwartgeblakerde muren, rokende ver
koolde balken, kromgetrokken ver
wrongen stangen, buizen en ijzeren
balken, 't is vreselijk! Alleen de
voorgevel met een paar stukken zij
gevels en de romp van de toren
staan van het Stadhuis nog zwaar
beschadigd overeind'.
Achthonderd gez-nnen waren dakloos
geworden.
Radio-toespraak
Nog vóór de SS'ers Walcheren be
stormden, had ook schout-bij-nacht
Van der Stad het eiland verlaten.
Bepaald niet uit eigen wil! Zijn ver
trek was gevolg van een ingrijpen
van de koningin dat hoogstwaar
schijnlijk aan ae minister van defen
sie, alsook aan de andere ministers
geheel onbekend was; Van der Stad
via de radio geproclameerd hebbend
tot .bevelhebber van alle strijdkrach
ten ter zee en te land in Zeeland',
had de koningin zich er zorgen over
gemaakt dat hij, op Walcheren in
Duitse handen vallend, gedwongen
kon worden, de Nederlandse troepen
in Zeeuwsch-Vlaanderen opdracht te
geven tot staking van de strijd. In
haar radiotoespraak van de 15de had
zij gezegd dat zij .met bewondering
en vol hoop' naar de plichtsbetrach
ting van de Nederlandse strijdkrach
ten in Zeeland uitzag. Op de 16de
liet zij via een telefoonverbinding
van de Admiralty te Londen aan de
staf van de schout-bij-nacht vragen
of er al Militaire Willemsorden aan
die strijdkrachten uitgereikt moes
ten worden een vraag die (Batli-
en Zanddijkstelling waren juist in
volslagen wanorde ontruimd) de chef
van de marine-afdeling van die staf
een bitter hoongelach ontlokte. Via
diezelfde verbinding nu, kreeg" Van
der Stad, eveneens op de 16de, op
dracht, uit handen der Duitsers te
blijven.
Die opdracht plaatste hem voor een
pijnlijk dilemma.
Een werkelijk commando oefende
hij niet meer uit: op de 11de was
generaal Durand feitelijk comman
dant geworden van de troepen op
Walcheren en de Bevelanden en toen
deze op de 16de wegens defaitisme
afgezet werd, nam generaal Deslau-
rens dat opperbevel op zich, terwijl
de commandant van de 68ste Franse
divisie, generaal Beaufrère, toen het
zelfde deed met betrekking tot
Zeeuwsch-Vlaanderen .eigenlijk
gezegd', aldus later Van der Stad,
,viel er (voor mij) niets meer te lei
den, aangezien ik praktisch gespro
ken geen troepen meer had'. Hij be
sefte evenwel, dat het een ongunstige
indruk zou maken indien hij, de com
mandant Zeeland, Middelburg en
Walcheren verliet, ;Een order is een
order', hield de Franse schout-bij
nacht Platon, met wie hij zijn pro
bleem besprak, hem voor', .en of de
ze nu prettig is of niet voor uw re
putatie, dat gaat u niet aan, dat
komt later terecht'. Van der Stad
aanvaardde dat advies, reed laat in
de avond van de 16de van Middel
burg naar Vlissingen en vestigde op
de 17de zijn commandopost in Bres-
kens, aan de overkant van de Wes
terschelde (die dag keerde hij nog
korte tijd naar Vlissingen terug).
Teneinde een ongusnstig effect op het
moreel der Nederlandse strijdkrach
ten te voorkomen, had Van der Stad
de in Middelburg achterblijvende of
ficieren van zijn staf geheimhouding
betreffende zijn overtocht opgelegd
des te groter was de uitwerking
toen anderen bemerkten dat de com
mandant Zeeland vertrokken was.
Zo belde op 17 mei de burgemeester
van Vlissingen, Van Woelderen, Van
der Stads hoofdkwartier in Middel
burg op en vroeg hem te spreken.
,Hij is weg'. ,Dan de chef staf .Ook
weg'. ,Ik vroeg de officier die my te
woord stond', aldus Van Woelderen,
,wat er te Vlissingen moest gebeu
ren. ,Dat weten wij niet'. ,Wat doet
u dan zelf' vroeg ik.
,Wij pakken in'. .Verdomd!' riep lk
en smeet de telefoon op de haak.
Het was toen drie uur 's-middags.
Strijd beslist
De strijd was beslist, het optimisme
van generaal Deslaurens gelogen
straft. In de loop van de ochtend
was het moreel van de Franse ver
dedigers van de Sloedam door onop
houdelijke Duitse beschietingen en
aanvallen van de Luftwaffe gebro
ken. Toen de SS'ers kort voor half
één weer oprukten, bleef een deel
van de Fransen versuft In hun schuil
plaatsen zitten, een ander deel
vluchtte in de richting van Vlissin
gen. Het nam de Duitsers toen nog
anderhalf uur om zich door Arne-
muiden heen te werken dat door
rommige Fransen hardnekkig verde
digd werd; tegen acht uur hadden
oost van het kanaal Middelburg-
Ylissingen blijvend, de buitenwijken
van Vlissingen bereikt. De artillerie
beschieting van Middelburg was toen
geëindigd doordat de korporaal-te
legrafist van de marine, F. Mink, en
een burger H. A. Enkelaar jr; zich
met een witte vlag naar de Duitse
voorhoede begeven hadden; burge
meester Van Walré de Bordes had
overwogen, die vlag te hijsen op da
Lange Jan, de hoogste toren van de
stad dat bleek technisch moeilijk
uitvoerbaar en bovendien vloog de
toren aan het eind van de middag in
brand. Elders op Walcheren werden
op last van de in Middelburg achter
gebleven artillerie-commandant van
het commando Zeeland, luitenant-ko
lonel H. J. Karei, wèl witte vlaggen
op de torens gehesen (van de West-
kappelse vuurtoren kwam een groot
tafdiaken te wapperen) —overste
Karei had namelijk om zes uur be
sloten, de capitulatie van de Neder
landse troepen op Walcheren en
Noord-Beveland aan te bieden; naar
dat laatste eiland waren van 11 tot
13 mei twee bataljons overgebracht.
Op die capitulatie was vooral door
burgemeester Van Walré de Bordes
aangedrongen Hij was het ook ge
weest die, met toestemming van over
ste Karei, telefonisch de mening van
schout-bij-nacht Platon ingewonnen
had. Deze had geantwoord dat hij
de beslissing aan de Nederlandse au
toriteiten overliet.
Op wat die avond nog ln Vlissingen
gebeurde, had die beslissing geen ef
fect. Op advies van de burgemeester
had gelukkig een groot deel der be
volking van de 14de af de stad ver
laten laat op de 17de werd er hard
gevochten. Met wat maar aan vaar
tuigen te vinden was. staken Franse
troepen in het duister de Wester
schelde over, sommigen in roeiboten,
anderen zelfs in kano's. Dit was
evenwel slechts mogelijk doordat een
achterhoede, moedig doorstrijdend en
elke straathoek aan de Duitsers be
twistend, zich opofferde. Daarbij
sneuvelde generaal Deslaurens.
In vier dagen tijd had de SS-Stan-
darte Gross Deutschland 4 verdedi
gingslinies gepasseerd: de Bathstel-
ling, de Zanddijkstelling, de geïmpro
viseerde stelling aan de Sloedam. 3
SS-bataljons hadden tien Franse en
Nederlandse bataljons verslagen. De
twee op Noord-Beveland geïsoleerde
Nederlandse bataljons gaven zich op
de 18de over, hetgeen de verdedi
gers van Schouwen (naar welk ei
land een groot deel van de verdedi
gers van Tholen met vissersbootjes
overgestoken was) al een dag eerder
gedaan hadden. Met name op Znid-
Beveland en bij de toegang tot Wal
cheren had de inzet van de Luft
waffe de doorslag gegeven: enkele
operaties van Franse marinevliegtui
gen hadden niet kunnen verhinderen
dat de Duitsers het luchtruim volle
dig beheersten.
Die factor zou het verder verloop
van de strijd in België en Frankrijk
bepalen.
Toeir op 10 mei ile strijd ontbrandde, had de comman
dant Zeeland sehout-bij-nacht Van der Stad, troepen ter
sterkte van ongeveer negen bataljons onder zijn bevelen,
zulks niet inbegrip van een bataljon marinetroepen, dat
de bust van Walcheren bewaakte. Door de aanwezig
heid van de haveninstallaties van Vlissingen, was Wal
cheren het belangrijkste Zeeuwse eiland dat moest wor
den verdedigd. Die verdediging zou in eerste instantie
worden gevoerd van twee stellingen uit die zich op Zuid-
Beveland bevonden: de Bailistelling vlak onder de Bra
bantse wel eu Iets ten westen daarvan, de door flinke
inundaties gedekte Zanddykstclling, die het kanaal We-
nieldinge-Hansweert in de rug had. By die tweede stel
ling en bij de vliegvelden Haamstede (op Schouwen) en
Souburg (bij Vlissingen) waar de opleiding voor de mili
taire luchtvaart gebruik van maakte, stonden luchtaf-
afweer batterijen: de enige artillerie waar schout-by-naeht
Van der Stad verder over beschikte, bestond uit drie
stukken veldgeschut uit de eerste wereldoorlog en twaalf
negentiende-eeuwse vuurmonden van het type 8-staal,
die ook bij de strijd in de Peel-Raamstelllng deel van de
Nederlandse uitrusting uitmaakten.
muiE
Zeeland in de meidagen
van
weren maar weg, het is afgelopen.'
Een dagorder aan de troepen en een
proclamatie aan de bevolking, beide
ferm van toon, die Van der Stad op
de 15de deed verspreiden, hadden niet
veel effect. Diezelfde dag drongen
de Duitsers diep op Zuid-Beveland
door.
Stellingen
Vóór de Zanddijkstelling lag, gelijk
gezegd, de BathsteUing die met één
infanteriebataljon bezet was. Ook
de Bathstellong had inundaties in
front, maar de betrokken pol
ders waren door de lage waterstand
nog niet goed ondergelopen toen op
dinsdag de 14de, tegen het vallen
van de avond, van de Brabantse wal
af, een Duitse artilleriebeschieting
ingezet werd. Zwaar was die beschie
ting niet (de Nederlandse verster
kingen werden nauwelijks bescha
digd), maar zij leidde er wèl toe
dat het zuidelijk deel van de stelling
nagenoeg onmiddellijk werd verlaten
en dat de verantwoordelijke com
mandant zonder overleg met zijn su
perieuren om acht uur 's-avonds be
vel gaf, de gehele stelling te ont
ruimen.
De adjudant van die commandant
slaagde er daarbij niet in, in zijn
geheime stukken een kaart te vin
den die de toegangen tot de Zand
dijkstelling aangaf en die natuurlijk
niet in Duitse handen mocht vallen;
hij stak dus het gehele archief in
brand maar deed dat in zijn haast
zo onvoorzichtig dat het gebouw
waarin de commandopost gevestigd
was (het oude raadhuis van de ge
meente Rilland) in vlammen opging.
Dat de Bathstelling verlaten werd,
was voor de Duitsers een meevaller:
een bataljon van de SS-Standarte
.Gross Deutschland' (dit was het re
giment dat de Zeeuwse eilanden
moest veroveren) was van plan, eerst
de volgende ochtend (15 mei) de ei
genlijke aanval in te zetten dat
bataljon kon kon nu ongehinderd
naar de Zanddijkstelling doorstoten.
Ook hier werd de verdediging een
fiasco, waarbij van belang was dat
de pas op 10 mei benoemde Neder
landse commandant nauwelijks iets
van de stelling afwist, dat een deel
van de Nederlandse troepen met hun
artillerie op last van generaal Du
rand (die zeer bevreesd was voor
Duitse landingspogingen van Tholen
af) naar de dijk van de Oosterschel-
de was verplaatst, dat aanvoer van
versterkingen per trein uit Walche
ren onmogelijk was, doordat de Fran
sen daags tevoren de spoorlijn op de
Sloedam met een tankgracht hadden
gecoupeerd en dat het aantal mari
ne-eenheden dat de verdedigers hielp,
geringer was- geworden doordat
schout-bij-nacht Van der Stad op de
10de de .Johan Maurits van Nassau'
naar Hoek van Holland had moeten
zenden (het schip voer vandaar naar
Den Helder) en doordat een tweede
kanonneerboot, de .Flores', van de
Hoek teruggekeerd, met een kapot
te schroef naar Duinkerken was ver
trokken. Bovendien was het juist op
de ochtend van de 15de algemeen be
kend geworden dat generaal Winkel
man in de rest van het land de wa
pens had doen rusten: er werd als
gevolg daarvan, aldus Kamerling,
,door personeel van sommige com
pagnieën en batterijen ronduit de me
ning verkondigd dat men, nu Neder
land had gecapituleerd, niet langer
diende te vechten. Men vocht dan
immers nog alleen maar voor de
Fransen!'
Een deel van de Zanddijkstelling
werd die ochtend door laagvliegen-
de Duitse vliegtuigen gebombar
deerd en gemitrailleerd. Veel slacht
offers vielen er niet, maar de wil
tot standhouden, toch al zo zwak,
werd er geheel door gebroken. Een
groot deel van de troepen vluchtte
in paniek naar het westen, de wa
pens achterladend of ze in het ka
naal Wemeldinge-Hansweert wer
pend zulks terwijl de SS'ers die
door de inundaties slechts van enke
le wegen gebruik konden maken, de
Zanddijkstelling nauwelijks genaderd
waren en op één punt een eerste
aanval zelfs afgeslagen was. Om elf
uur 's-morgens werden de bruggen
over het kanaal opgeblazen; een deel
van de terugtrekkenden kwam nog
met bootjes op de westelijke oever
aan, ondanks mortiervuur van de
daar gelegen Fransen .die de Neder
landse troepen voor Duitsers aanza
gen, waardoor een paniek ontstond,
een officier en enige manschappen
gewond werden en een aantal te wa
ter geraakte. Een groot aantal wa
pens ging hierbij in het kanaal ver
loren'.
Alleen paniek
In de westelijke kanaaldijk hadden
de Fransen zich inmiddels op pri
mitieve wijze ingegraven. Goede ge-
veehtsdekldngen bezaten zij niet; de
oostelijke oever lag hoger dan de wes
telijke zodat de Duitsers (als bij de
Zuid-Willemsvaart in Noord-Brabant
ongemerkt konden naderen. Op de
ochtend van de 16de ging de Luft
waffe de verdedigers van het kanaal
bestoken - en de Fransen van wie de
meesten ln het vlakke land nauwe
lijks bescherming konden vinden,
weken zoals de Nederlanders vóór
hen gedaan hadden. De commandant
van hun 60ste divisie, generaal Des
laurens, een onverschrokken be
roepsmilitair, kon, van een inspec
tie terugkerend slechts verklaren:
,Er is geen mof te zien, er is al
leen maar paniek'.
Eerst 's-avonds om negen uur had
den de Duitsers een eerste noodbrug
over het kanaal geslagen, waarna zij
hun voorhoede die met rubberboten
overgestoken was, konden verster-
Een patrouille van de Waffen-SS in Kapelle; op de voorgrond een
gesneuvelde Franse militair.