Ruimtelijke ordening
CONCLUSIE
CONCLUSIE
provincial*»
zeeuwse
courant
ZATERDAGKRANT
14 MAART 1970
i CE ll
VAN POELJE I DLSARDUIJN
(PvdA) (KVP)
Moeten de dorpskernen binnen een
straal van het Sloegebied en het industriegebied bij Terneuzen worden bevroren'?
Er moet een grens
worden gesteld aan
uitbreidingsmogelijk
heden van dorpen die
op geringe afstand
(ik denk aan 3 tot 5
kilometer) van indu
striegebieden verwij
derd liggen. Die dor
pen opruimen. - dat
wil ik voorlopig nog
niet. We moeten ze
leefbaar houden. Aan
de andere kant is het
ongelukkig om maar
net te doen alsof er
niets aan de hand is.
Wanneer öe economi
sche waarde van ei
gendommen terug
loopt zou er een ver
goedingsregeling moe
ten komen.
>Ve ontkomen er niet
tan, dat op de duur
iele dorpen afgebro
ken moeten worden.
De term .bevriezen'
zou ik op dit moment
willen vertalen in .af
raden om daar te
bouwen, het niet ver
bieden'. Er moet een
ïuidelijke voorlich-
:ing komen over wat
ie mensen daar te
wachten staat. De
straal, waarbinnen
lit soort maatregelen
genomen moet wor
den is afhankelijk
van de ligging en de
nogelijke "milieuver-
betreiniging.
Het is nodig dat we
bns kritisch gaan be
zinnen op de situei-
ring van woongebie
den in Zeeland. Op-
aieuw. De ruimte
moet zo worden ver
deeld - en daarmee
moeten we nu al re
kening houden - dat
;r enkele kilometers
iggen tussan woon-
m werkgebieden.
Binnen een straal van
5 tot 10 kilometer is
het zeker gewenst
geen te sterke uit
breiding van kernen
ïog te bevorderen.
Tegen een bepaalde
>ntwikkeling, die gei-
bonden is aan de
dorpskern heb ik
geen bezwaar.
be dorpskernen moe-
en weten waaraan
;e toe zijn. Het is
erlijk en rechtvaar-
lig dat ze een scha-
eloosstelling krijgen
oor aangetoonde,
schade. Een element
daarbij is de verwer-
vingsprijs van dé
gronden.
Bij planologie en
ruimtelijke ordening
•noeten we niet strak
ui koud te werk
gaan. maar een iets
loepeier en menselij-
ser beleid voeren.
iroor dorpskernen,
door industrie omslo
ten, moet iets worden
gedaan. Niet zomaar
•evriezen. Als er on-
•illijkheden ontstaan,
vanneer we het hele
■ebied een bepaalde
ntvvikkeling willen
iten doormaken, dan
aoeten we die kernen
aaar opnemen in dat
eheel. Laten we dan
onsequent zijn.
Mag Dow Chemical zich uitbreiden naar het westen, tot en met de Mosselbank?
Destijds is beslist dat
DOW zich daar
mooht vestigen. Ik
ben er niet tegen ge
weest. Nu het bedrijf
daar wil gaan bou
wen kunnen we de
zaak niet halverwege
stoppen. Maar hier
mee is wel de grens
bereikt; ook naar het
zuidein.
Ik zeg ja. Maar ik
vraag me wel af of
DOW daar nu wel zo
gelukkig staat. Ik wil
deze uitbreiding als
een afronding zien.
Daarna moet het wel
.stop' zijn.
Ik heb in het college
van gs meegewerkt
aan de mogelijkheid
van deze uitbreiding.
In planologisch op
zicht is er overeen
stemming. Daarvan
wil ik nu niet afwij
ken. Ik ben gebonden
aan deze beslissing.
Tot en met de Mos
selbank, daarmee
ben ik het eens. Er
moet in een streek
plan een zekere flexi
biliteit zitten. Men
Tioet nieuwe ontwik
kelingen ten opzichte
van standpunten over
ruimtelijke indeling
tegen elkaar afwe
gen. Ik vind dat
DOW daar goed op de
wind za!t. Er zijn re
delijke voorzieningen
dat de omgeving niet
of nauwelijks wordt
aangetast.
Ik vind het wel juist
lat DOW zich uit
breidt. Het zfln de
logische consequen
ties van de vestiging
daar. Ik zie niet in
dat we deze uitbrei
ding moeten afrem
men, wanneer het be
drijf aan de gestelde
voorwaarden voldoet.
len behandelt Bors-
ele niet royaal. Het
ligt straks ingeklemd
tussen industrie. Wie
kan, zal er weg
trekken, Op die
manier wordt dit dorp
gewurgd. Dat is ons
bezwaar deze de .ar
tikel 4 lijn' in het
streekplan. We zagen
lit aankomen bij de
behandeling van het
voorstel. Dat is een
mprettige bijgedach-
:e van de industriali
satie. Deze methode
:igt ons niet: als een
iorp in de weg ligt,
schep dan de gele
genheid om daarvoor
;en goede oplossing
:e vinden.
Ik kan de factoren
die in deze zaak mee
spelen onmogelijk be
oordelen. Heb hier
over geen mening.
.k wil uitgaan van
iet rapport Prins/
Tesink. Als klopt wat
laarin staat, dan
noeten deze dorps-
cerneD maar bevro-
•en worden. En wie
ie schade berokkent
(de industrie) moet
oetalen. Dat moet bij
ie omderhandelin;
worden
erhandelmgen
vastgelegd.
Welke mogelijkheden ziet u voor direct contact met de Belgen over de ontwikkeling van de grensgebieden?
Buitenlandse zaken
zou wat minder mo
nopolistisch moeten
optreden. Niet elke
kleinigheid moet
over Den Haag/
Brussel lopen. Dat is
toch onzin. Ik zie
wel mogelijkheden
om van onderop over
de grens heen over
eenstemming te be
reiken: op cultureel
terrein, op het ge
bied van de planolo
gie, de milieuhygië
ne. De politieke par
tijen aan weerskan
ten van de grens
moeten dichter bij
elkaar komen. Er
kan veel meer ge
beuren.
In het maatschappe
lijk werk is er al re
gelmatig contact
over de rijksgrens
heen tussen allerlei
instanties. Het zou
aantrekkelijk zijn op
het gebied van pla
nologische ontwikke
ling eens een expe
riment uit te voeren.
De oude overheids
taken bij het inter
nationaal overleg
zijn stipt geregeld.
Mogelijk dat er op
het gebied van mi
lieuhygiëne recht
streeks over de
grens nog iets is te
ondernemen. Wat op
cultureel niveau ge
beurt is nogal vrij
blijvend.
De provinciale be
sturen in de Belgi
sche en Nederlandse
grensgebieden kun
nen wel contact met
elkaar opnemen.
Maar als het er op
aankomt dan is daar
toch altijd die lijn
via Den Haag en
BrusseL
De provinciale over
heid kan alleen con
tacten onderhouden
met de Belgen in de
privaatrechtelij ke
sfeer. Dat is heel nut
tig. Daaruit ontstaat
de aandrang om ook
in de publiekrechte
lijke sfeer iets te
doen. Het is natuur
lijk een kreet om te
zeggen: we moeten
in de regio dwars
door dat officiële in
ternationale overleg
Den Haag/Brussel
heen prikken. Zelfs
als het in Nederland
zover zou komen,
dan is men daar in
België helemaal nog
niet aan toe.
Informeel voorover
leg over allerlei za
ken is natuurlijk al
tijd mogelijk. De re
gio kan dan sugges
ties doorgeven aan
de rijksoverheid. We
komen echt niet
door die officiële
barrière heen. Dat
is ook niet nodig. Op
rijksniveau moeten
de zaken worden af
gehandeld.
Er moet een soort
niemandsland' ko
nen tussen industrie
ën woongebieden.
Wanneer de overheid
eenmaal een bepaald
jebied een industriële
bestemming heeft ge
geven, latfin we dan
>ok maar zeggen: de
lorpskemen moeten
eruit. Bevriezen om
;e beginnen.
DOW staat daar op
de verkeerde plaats.
Maar deze fabriek
zal zich wel uitbrei
den im .de richting die
ze wil. Ik ga er on
der protest mee ak
koord, in verband
met de vraag of dit
wel rendabel is.
Gedeputeerde staten
moeten rechtstreeks
contact met de Bel
gen kunnen opne
men: over luchtver
ontreiniging, over
woningbouw, over
havens, over indu
strie. Waarom 'heb
ben we anders een
Benelux?
Als je wilt eten, dan
zal je concessies moe
ten doen. Wanneer
dit bedrijf zich wil
uitbreiden, zal het
wel nodig zrjn. Ik heb
er verder geen idee
vam. Het moet pa-
tuurlijk niet al te ver
gaan:" de recreatie is
hier ook in het ge
ding.
Er zijn zoveel raak
punten. Waarom
kunnen we die i"
regio's aan w
kanten van de
niet met elkaar
lossen In praktische
dingen samenwer
ken. Geen overkoe
pelende organisaties.
Gewoon wat je hand
vindt om te doen
ii
t
w.
VAN DE VOORDE
(PPR)
Als je kiest voor in-
lustrialisatie moet je
le consequenties vol-
edig aanvaarden.
Dorpskernen die in de
cnel liggen dus niet
bevriezen. Dat is na-
nelijk: ze laten stik
ten in het vuil van de
velvaart van ande
ren. Je moet de be
volking de kans ge
ven om tegen rede-
ijke vergoeding weg
te gaan. Dat wil ik
stimuleren en beplei
ten.
Waar aan DOW de
mogelijkheid is gege
ven om zich op déze
plaats te vestigen
vind ik dat de con
sequenties van uit
breiding moeten wor
den aanvaard. Maar
geenongelimiteerde
uitbreiding.
Er zijn al zoveel con
tacten. Maar zodra
het officieel wordt
moet het over Den
Haag/Brussel. Ik
vind dat de lagere
overheden aan
weerskanten van de
grens ook zaken
moeten kunnen doen
met elkaar. Vooral
in de industrie-ag
glomeraties. Daar
voor moeten kaders
geschapen worden.
Viet bevriezen, die
iorpskernen. Daar
mee geef je eraan toe
lat de vervuiling op-
Iringt. Nee, de ver
ruiling moet zo ver
mogelijk worden te
gengegaan.
Als het bedrijf die
uitbreiding nodig
heeft, vind ik dat het
daartoe de mogelijk
heid moet krijgen.
Maar ik ben er niet
gelukkig mee. DOW
staat in verband
met de recreatie
Braakman toch al
op de verkeerde
plaats.
De provincies moe
ten toch de vrijheid
hebben om over de
grens heen contac
ten te leggen. Het
uiteindelijk resultaat
moet volgens mij
aan Den Haag wor
den voorgelegd.
ROODENBURG
(D '66)
Bepaalde dorpsker
nen als Nieuwdorp en
Borssele moeten niet
neer wordan uitge
weid. De eigendom-
nen daar gaan in
vaardie achteruit. Dat
s een trieste zaak.
Daarvoor moet een af-
loende schadeloos
stelling worden ge
troffen. En dat zou
ingecalculeerd moe
ben worden in de
grondprijs. Eigenlijk
had zoiets al lang on-
lerzocht moeten zijn.
Deze mensen zijn
rechtstreeks de dupe
/an de industrialisa
tie.
Het bedrijf heeft
daartoe geen enkel
moreel recht. Nu is
het de Mosselbank
over vijf jaar is
het weer ergens an
ders. Juist in verband
met de ligging ten
opzichte van Terneu
zen en die Braakman
zeg ik: niet verder.
Informele contacten
zijn het gemakke
lijkst. Via deze weg
kan het overleg op
internationaal
niveau worden voor
bereid En daarbij
denk ik aan zaken
als planologie en mi
lieuhygiëne.
(k vind dat er in Zee-
and geen zware in-
iustrie moet komen.
Overigens moeten de
woongebieden wel
worden geconcen
treerd. De dorpsker
nen dienen behouden
;e blijven, maar ook
veer niet uitgebreid.
Het bedrijf zit er nu
eenmaal. Op de Mos
selbank, akkoord
maar dan met vevder
dan tót de' Braak
man.
Er moet een perma
nente Beneluxcom-
missie komen voor
Zeeland, Noord-Bra
bant en de Belgische
provincies Anhver-'
pen, Oost- en West-
Vlaanderen.
Bij vrijwel alle lijstaanvoerders is sprake van een besefdat
de dorpskernen onder de rook van de industriegebieden niet
langer in het onzekere mogen worden gelaten. De opvattingen
over wat er dan moet gebeuren lopen uiteen van afraden om
daar nog woningen ed. te bouwen' tot #o nodig volledig af
breken.'
Een schadevergoeding
waardevermindering van eigen
dommen wordt bepleit door PvdA, AR, BP, PPR en D'66. Er
bestaat in het algemeen gesproken bij de meeste lijsttrekkers
het inzicht dat bij de verdeling van de vjoon- en werkgebieden
in Zeeland uitgegaan moet worden van nieuwe realiteiten,
waarbij oude dorpskernen niet onaantastbaar kunnen zijn. De
SGP vindt dit met het oog op Borssele een onplezierige situa
tie, de CPN stelt zich op het standpunt dat geen enkele vorm
van milieuverontreiniging mag worden toegelaten en dat dus
de dorpskernen volledig intact moeten blijven.
Het bedrijf Dow Chemical bij Terneuzen mag zich van het
gros van de lijsttrekkers wel uitbreiden op de in te polderen
Mosselbank. Dat is volgens hen de logische consequentie van
ie vestiging daar. Overigens vraagt men zich hier en daar
wel af, o) dit complex nu wel zo gunstig is gesitueerd. En
dan wat de Mosselbankplannen betreft geldt ook de voorwaar
de: tot hier toe en niet verder. Alleen D'66 verzet zich per
tinent tegen uitbreiding van Dow.
Voor werkelijk zaken doen met de Belgen in regionaal verband
•s men duidelijk geporteerd, maar men weet zich gehandicapt
ioor de werkelijke situatie: het lijkt moeilijk de officiële weg
over Den Haag/Brussel te bekorten, hoe ferm de uitspraken
hier en daar (bp ppr en odu) ook zijn.
Moet de woningtoewijzing aan de Zeeuwse steden worden verruimd ten koste van de kleinere gemeenten?
VAN POELJE
(PvdA)
Dat ,ten koste' kun
jc zo niet stellen.
Moet bekeken worden
in het beleid van de
ruimtelijke ordening.
Zeeland heeft nog
helemaal geen grote
steden. In de toe
komst moeten die er
wel komen en daar
mee moeten we reke
ning houden, evenals
met de streekkernen.
Dam moet je zo dui
delijk zijn om aan
niet-levenskrachtige
kernen geen wonin
gen toe te wijzen.
Beetje irreële vraag,
ik zie weinig moge
lijkheden. Ik wens ab
soluut de kleinere dor-
pep levensmogelijkhe
den te geven.
We hebben als pro
vinciaal bestuur
slechts rechtstreeks
invloed op 25-30
van de 3500-4000 wo
ningen die per jaar
worden gebouwd.
Trachten evenwicht te
brengen in belangen
van dorpen em ste
den. Aan de andere
kant: de sociaal-
zwakkere in een dorp
is ook aangewezen op
een woningwetwo
ning.
Wat kan en moet de provincie doen aan krotopruiming?
Rekening mee houden
met het toewijzings
beleid. De provincie
kan verder niet veel
meer doen dan aan
dringen bij de ge
meenten.
De studie daarover
intensiveren en de
voorlichting verbete
ren. Dan pas luiste
ren ze in Den Haag
naar je.
Rekening mee houden
met het toewijzimgs-
beleid. Ook letten op
de dorpen.
Nee. Het provinciaal
bestuur heeft ook niet
zo'n beleid gevoerd.
Het hele probleem is
dat Zeeland te weinig
woningen krijgt. Be
hoefte-element is het
uitgangspunt bij de
toewijzing.
Rekening mee houden
met het toewijzings
beleid. Dat gebeurt
Steden in Zeeland zijn
nog zo klein, dat het
grootste deel van de
woningtoewijzing ten
gunste van de steden
moet zijn, die in ont
wikkeling zijn.
Rekening mee houden
met het toewijzings
bei eidi.
verkeerd om
alle huizen aar>
steden te geven
huidige verdo.i
gaat al ver gemoe
I Nee. Klein:: gemeen-
ten zijn net zo leef-
even. De baar, vooral nu bijna
verdeling Iedereen een auto
eemoesr. heeft.
Rekening mee houden
im het toewijzingsbe
leid.
We moeten juist de
uitbouw van de klei
nere gemeenten be
vorderen. Een stad
als Middelburg is
groot genoeg.
Bevorderen, maar
hoe? Dan blijft al
leen subsidie over,
maar het is feitelijk
een zaak van rijk en
gemeenten.
Helemaal niet, Wat
doen we: eerst tin een
flat en dian naar een
tweedie woning? Of
gaan we wonen waar
het prettig is. Ook
voor kleinere kernen
geldt, dat het voor-
zieningenpeill afhan
kelijk is van het in
wonertal. Bovendien
te snelle verstedelij
king leidt tot paupe
risme.
Provincie moet ge-
woon blijven vechten I
voor meer woningen.
Dan kan er pas iets
worden gedaan aan I
al die onbewoonbaar
verklaarde huizen.
Nee, we moeten ieder
de kans geven de gro
te stad te ontvluch
ten. /Afstanden spelen
steeds minder een rol.
Rijk doet er te wei
nig aan. Provincie
moet met aanvullen
de subsidies bouw
van woningen moge
lijk maken.
Wil het niet zo stel
len. In het algemeen
wil en wij overal le
vensvatbare kernen
en bij de verdeling
moeten we daarmee
rekening houden.
Voorzover steden
mensen nodig hebben
1 voor hun industrieën,
moeten die mensen
daar kunnen wonen.
Met die gemeentelij
ke herindelingen gaat
dat gemakkelijker.
Bij het rijk flinke
druk uitoefenen op
grond van de cijfers
Overleggen met Mo
numentenzorg om de
mooie dorpskernen te
bewaren zonder een
star beleid te voeren.
En rekening hou dan
met de toewijzing.
De taak van de provincie ten aanzien van de volkshuisvesting
is beperkt: in feite komt het er op neer dat gedeputeerde sta
ten jaarlijks de woningwetwoningen toewijzen. En dat zijn er
heus niet veel. Het is tekenend, dat met name de PvdA en de
VVD deze toewijzing als een beleidsélement zien in het grotere
geheel van de ruimtelijke ordening.
Als eenmaal voor een bepaald modél van de Zeeuwse ontwik
keling is gekozen willen beide partijen ook de woningtoewijzing
daarin Iqten meespelen: de toewijzing dient, rekening te houden
met bepaalde door het beleid gewenste ontwikkelingen. Ook de
CDU gaat in deze richting.
De andere lijstaanvoerders gaan van andere overwegingen uit.
Zij willen kleinere gemeenten steunen, voelen weinig voor
agglomeraties enz Wel zijn allen het er over eens dat de krot
opruiming een element, bij hel toewijzingsbeleid behoort te zijn
ie krotten dienen te verdioijnen.