18 maart 1970: het rode potlood en d@ staten-kandidaten Provinolala PZC-VERKIEZi^lGSKRANT De witmakers zeeuwse coupa«t ■l»!llllllllll!llinilllll!l!l!IE!!!!!ll!ll!!l .14 MAART 1970 De zaterdagbijlage van de PZC is van daag volledig gericht op de verkiezing van provinciale staten, volgende week. De redactie heeft de lijstaan voerders van de twaalf partijen, die meedoen' 35 vragen voorgelegd. Vragen over Zeeuwse onderwerpen. Wij hebben daarmee het Zeeuwse be leid voor de komende vier jaren uit de sfeer van onverbindende slagzin nen willen halen. De antwoorden van de lijsttrekkers zijn in deze krant afge drukt. Daarbij onze conclusies. Deze conclusies komen wij wijzen er met nadruk op voor onze rekening. De lijst-Volleman, die alleen in de kies kring Hulst optreedt, is buiten be schouwing gelaten. DE GLOBALE INHOUD van deze PZC- ver kiezingskrant INDUSTRIE en openheid; milieu-hygi ene; de nutsbedrijven en him tarieven politiek. DE PARTIJEN EN HUN GEZICHT: korte levensbeschrijvingen van de lijst trekkers. VERKEERSVERBINDINGEN in Zee land; openbaar vervoer; oeververbin dingen recreatie. RUIMTELIJK ORDENEN in Zee land: hoe en waar industrialiseren? CULTUUR EN SPORT en de Zeeuwse recreatie. DORPSKERNEN en industriegebieden; contact met de Belgen; volkshuisves ting. HET ONDERWIJS en de werkende jeugd; reorganisatie Stichting Zeeland en landbouw en visserij. Redactie en samenstelling: Kees van der Maas en Willem Wisse. Tekeningen: Jacq. Prince. Foto's: Dick Faber, Adrie van Wyngen en Charles Strijd. P)litiek Zeeland bevindt zich op de barricaden, er wordt danig gescho ten en overal hangt een dikke kruit damp. Laten we ons echter niet ver gissen: er wordt alleen met losse flod ders geschoten en de schutters zijn met gevaarlijk, ook al maken ze veel lawaai, tn feite gaat het om een spiegelgevecht: het is bestemd voor de toeschouwers en suggereert veel meer dan er in werke lijkheid in zit. Zo lijkt het er op alsof er belangrijke verschillen bestaan tussen Ie opvattingen van de diverse politieke partijen in Zeeland over de toekomst van dit gewest, er wordt gesuggereerd dat het politieke leven van alledag te maken zou hebben met onwrikbaarhe den, waarvoor men elkaaar in de verga- ierzaal van de Zeeuwse staten te vuur en te zwaard moet bestrijden. Het is allemaal schijn;" beeldvorming, die niet in overeenstemming is met de werke lijkheid. Wie kennisneemt van de leuzen, die hier en daar worden aangeheven, moet er voor waken niet in een al te neerslachtige steming te komen. Op de podia van de politieke partijen wordt namelijk een moderne magie bedreven, de kiezers wordt slagzinnen voorgehou den, die in feite even leeg zijn als de kreten van de reclamemakers. Elke partij zegt wit te wassen, witter kan het niet. Nee. witter kan het echt niet. De kandidaten staan aangegord met pakken vol politiek waspoeder en roe pen de bevolking toe, dat het om de be vordering van de welvaart in Zeeland gaat. Gelukkig, dat weten we dan. Maar hadden we eigenlijk iets anders ver wacht Het gaat om een welzijnsbe leid, jubelen anderen ons toe. We zijn er blij mee, maar de hemel moge weten wat er precies mee wordt bedoeld. Grootste prioriteit voor de bestrijding van de luchtverontreiniging, klinkt het elders. Jawel, maar er is in deze pro vincie niet meer aan de hand Weer anderen zeggen betrouwbaar en posi tief te zijn. Hadden ze soms gedacht dat de kiezer er van uitging, dat zij onbetrouwbaar en negatief zouden we zen Het is allemaal goed gemeend, maar wat doen we met deze verkiezings mythologie in het beleid van alle dag Beleid zo weet een ieder, die het politieke schouwspel al dan niet beroepshalve dagelijks volgt is geen zaak van zwart en wit. Beleid is een zaak van tussentinten. Van grijzen en nuances. Beleid heeft niets te maken met het witste wit, witter kan het niet. Het laat zich niet in slagzinnen vangen, want het heeft te maken met realitei ten, hier en elders. De ontwikkeling van Zeeland bijvoorbeeld is geen aan gelegenheid voor deze provincie alleen, maar heeft te maken met vraagstukken van bevolkingsgroei en werkgelegenheid in heel Nederland. Beleid in deze pro vincie is vaak een opdracht tot kie zen, maar dan een keuze tussen weinige en bovendien beperkte mogelijkheden. Beleid is vooral ook een zaak van po litiek,^ moed: besluiten durven nemen, die sorns' Ingaan tegen de wijsheid of de waan van de dag. Daar zaï het op aankomen, in de ko mende vier jaar: op het beleid van alle dag. Dat is niet alleen een af faire voor gedeputeerden, maar ook voor provinciale staten, voor ieder individu eel statenlid. De leden van de staten dienen zich te realiseren dat aan een goed bestuurder hoge eisen worden ge steld: .Indien 't gemeen U roept, be- sorgt het als uw eygen' dichtte Vondel aan C. PHooft. In deze tijd betekent dit. dat er hard gewerkt en veel gestu deerd moet worden. Statenleden dienen alle regeringsstukken te kennen, die van enig belang zijn voor het zuidwesten, zij dienen op te treden als zelfstandig- denkende mensen, in staat tot een eigen oordeel. Zij moeten zich breed 'laten voorlichten, bijvoorbeeld door de deskun digen in te schakelen waarover de pro vincie beschikt. En dat niet via adviezen via gedeputeerde staten, maar door het rechtstreeks verstrekken van informa tie in openbare commissievergaderingen. Statenleden behoren verder een redelijk jevoel voor efficiency te ontwikkelen. En zij zullen vooral moeten letten op het contact met de bevolking. In het beleid van alledag dat zo totaal anders is dan de verkiezingsstrijd van deze we ken suggereert moeten zij bewijzen ons aller vertrouwen waardig te zijn, professor dr W. A. Bronger schreef U in de jaren dertig, dat democratie .gecontroleerd vertrouwen' is. Een woord dat in deze dagen in het bijzonder tot de kandidaten voor provinciale staten moet worden gericht. Woensdag geven de kiezers via de stembus hun vertrou wen aan de kandidaten en zij moeten er voor zorgen dit vertrouwen waar dig te zijn. Het is echter een gecontro leerd vertrouwen: de burger behoort te weten wat er omgaat, hij moet voort durend worden geïnformeerd over de stand van zaken. De statenleden zijn er immers voor ons allen en zij zullen dat zich voortdurend moeten realiseren. Er is een oude vraag, in een ver verleden door Juvenalis gesteld: ,Wie zal de be wakers bewaken De staten van Zee land worden woensdag gekozen om de Zeeuwse belangen te bewaken, maar la- Len zij er rekening mee houden dat de bevolking er is om hen scherp od de vingers te kijken. r\e verkiezingsstrijd van de laatste weken suggereert grote tegenstel lingen. Wanneer men echter allerlei uit spraken van de Zeeuwse politici met elk aar vergelijkt, blijkt het slechts om geringe verschillen te gaan. In dit ver band kan het leerzaam zijn de volgen de pagina's na te lezen: over het alge meen komt het er op neer dat de lijst aanvoerders over belangrijke Zeeuwse onderwerpen niet principieel van me ning verschillen. Dat is de werkelijkheid achter de schijn van de kruitdamp, de realiteit van de losse flodders achter de beeldvorming van het met scherp schie ten. Na woensdag kunnen de witmakers hun leuzen weer opbergen en begint het beleid van alle dag. Een beleid dat mis schien wel eens een keer wit zal zijn en soms ook zwart. Als regel echter zal het tussentinten vertonen. En het waarom daarvan zullen de gekozenen bij voortduring aan de kiezers moeten uiteenzetten. In politieke vergaderingen, in bijeenkomsten van groepen vak beweging, georganiseerde landbouw, on dernemers, 0111 er enkele te noemen: de bewakers de witmakers van deze weken w-orden bewaakt, vier jaar lang.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 17