de ontsluiting van schulpbier KINDERDOOP KOMT OOK IN DE BIJBEL VOOR NKV-CENTRALE VLISSINGEN EN DE PPR Tom Mix Gin WOENSDAG 4 MAART 1970 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT DEEL XIV (SLOT): HET GROTE ALTERNATIEF h h»l dorllondo, voorlaatsts deeltje hebben we gezien* hoe virdeeldhoid het kamp van de ontsluiten is binnengeslopen. Ir it, rij het fluisterend, gesproken over het grote altorno- liif, voor vele groepen in Schulpbier nu nog een begrip, om- gtvan door een mysterieus waas. Sedert de ycstiging von ,0f Wassen Neus' en de overlast, aangericht door wat lucht hartige fabricagemethoden voor rotjes en zevenklappers, rom melt er allerlei onder grot» bevolkingsgroepen. D» schellen lijn von de ogen gevallen. Vorigo week zag men Van Keuvelen terugkrabbelen. Hij lan ceerde toen zijn vijf-afleveringen-plan, dat op een geforceerde ontsluiting van het ontwikkelingsgebied duidde. Hij holt le lijk ochter de feiten aon, want reeds thans staan we voor de afsluiting van de ontsluiting. Heeft het beleid gefaald? Al- lertei kopstukken, bijeen op de gewestelijke dag van het welzijn, tasten voorzichtig de mogelijkheden af. een scherpe onolyse van de huidige toestand, die veel zal verhelderen. D« frooie voorlichtster Dora op de Beek moeten wij ook nu wear node missen: zij schijnt geheel met de muziek mee. Zij Is, zo lezen wij uit een 'benoemingsbericht in do Schulpbier- sche Courant, met het circus meegereisd. Zij behartigt de pu blic relations en schrijft nu aandoenlijke verhaaltjes over het circusleven. Op het grote marktplein van Schulpbier heerst wanorde. Grote groepen mensen, afkomstig uit alle lagen van de bevolking, lieden van allerlei rang en stand, zijn onverdeeld te hoop gelopen om te de monstreren, nu in het bovenzaaltje van het etablis sement ,De Tweedracht' de beleidsfiguren samen stromen voor de gewestelijke dag, gewijd aan het thema welzijn. De stuurgroep zit al prettig binnen, maar de discussiepartners hebben nog niet allen de ingang van het zaaltje kunnen bereiken, omdat het op het marktplein tot een handgemeen is gekomen tussen de demonstranten en enkele gezagdragers, die deze samenscholing in goede banen wilden lei den. Het anders zo vredige stadje wordt geteisterd door onlusten. Begrijpelijk. De vestiging van ,De Wassen Neus' (feestartikelen) heeft de deur geheel toegedaan. Toen de fabricage van vuurwerk verbo den werd omdat het bezwaar van de omwonenden (de vele explosies door een slordig produktiebeleid, slapeloosheid, aantasting van de leefbaarheid) ont vankelijk werd verklaard, legde het bedrijf zich ge heel toe op de fabricage van wassen neuzen, klaar het raffineren van de was verspreidde zo'n ontstel lende stank, dat de omwonenden onder het motto ,Geef ons de zevenklappers terug' een nieuw smeek schrift opstelden. Zij waren van de wal in de sloot geraakt, van de regen in de drup, om met Besuijen te spreken, van een puut op een padde gekomme. En terwijl het rumoer op het grote plein voortduur de, begon in ,De Tweedracht' de dag van het welzijn, een initiatief van Welzijnszorg, een gewes telijk opbouworgaan. Ook binnen waren de gemoe deren ten zeerste verhit. Jhr Opseyn Wencken, die als toegevoegd bestuurslid de dag met een passend woord zou openen, werd al onmiddellijk onderbroken door de klemlandbouwer Besuijen, die als afgevaar digde van de Boerenbond geheel vooraan had plaats genomen om de agrarische belangen goed te laten uitkomen. ,Wie geeft er eigenlijk richting aarf .de stuurgroep?', schalde zijn stem door het zaaltje, ,het is toch voor een goed verloop van deze dag, dacht ik, noodzakelijk, dat wij dit bij voorbaat vast stellen.' Wencken had een korte spanne tijds nodig om zich te herstellen. .Een ongewenste interruptie', vond hij, en, zich tot Willem Goedbloed, de hoofd ambtenaar van Welzijnszorg wendend, ,wat zegt het reglement van orde op dit punt. is een dergelijke in terruptie statutair gelegaliseerd?' .Jawel', meende Goedbloed. .interrupties, mits zinvol, zijn ten alle tijde toegestaan'. J)an zouden we dus nu, zoals we hier bij elkaar zit ten, eerst moeten nagaan of de interruptie zinvol is", meende Wencken. en, zich opnieuw tot Goedbloed richtend, .kan dit bij handopsteken of vergt het regle ment schriftelijke stemming?' ,'t Kan bij handopsteken', zei Goedbloed eenvoudig, .tenzij de afgevaardigde, die de interruptie plaatst, een voorkeur uitspreekt voor een schriftelijke stem ming'. De beslissing lag dus geheel bij Besuijen, die zich plotseling in een machtspositie bevond, geheel ge sanctioneerd door de reglementen. En waar het Be suijen niet ontgaan was, dat de koffie in de keukens van ,De Tweedracht' prettig geurde en allerlei lit stemmig zwart gestoken functionarissen uit de dienstverlenende sector zich met dampende dienbla den voor de deuren van het zaaltje verdrongen, be sloot hij een voorkeur uit te spreken voor de schrif telijke stemming. Het gelaat van Wencken beti'ok, maar de ontwikkelingen eisten nu, dat hij richting gaf aan dit ongewone begin van de Welzijnsdag: ,U vult dus, mits u het met de heer Besuijen eens kunt zijn, in .zinvol', bent u het er niet mee eens, dan kunt u het stembriefje blanco laten'. Besuijen stemde glimlachend in met deze gang van zaken, maar de landdrost Luymen (geheel her steld, gefortuneerd commissaris van de NV Lozer- bouw) doorzag het foefje. ,In een dergelijk geval zou de uitslag een vertekend beeld geven', verhief hij zich van zijn zetel, ,alle blanco-stemmen vallen dan auto matisch het bestuur toe'. ,Gliek ei-je' stoof Besuijen op, ,'t bent stadse kne pen'. .Wordt deze visie ondersteund?', vroeg Wencken, op wiens verhitte gelaat zich zweet drupjes begonnen af te tekenen, ,ik verlang geen schriftelijke stem ming, het kan bij handopsteken'. Maar niemand stak een hand uit. Merkwaardig, want de stemming bleek geheel in het voordeel van Besuijen uit te vallen. Velen hadden zelfs aan beide zijden van hun stem briefje .zinvol' geschreven, opdat, bij verdraaiing, geen vergissing mogelijk kon zijn. ,Het is dus zin vol'. stelde Wencken wat bitter en tegelijk wat aar zelend vast. want hij was. door al deze verwikkelin gen, enigszins de draad kwijtgeraakt. ,Wat was ook weer zinvol', schoot het hem door het hoofd, maar gelukkig boog zich de hoofdambtenaar Goedbloed naar hem over: ,We moeten vaststellen, wie er rich ting geeft aan de stuurgroep'. ,We moeten dus vaststellen', herstelde Wencken zioh, ,wie er richting geeft aan de stuurgroep. Eigen lijk worden de discussieonderwerpen vooraf bepaald door de enquête, maar ik zal dit punt uiteraard met genoegen op de agenda plaatsen'. Opgelucht wilde hij de draad van zijn openingswoord weer opnemen, maar Besuijen liet hem weinig ruimte. De kleinland- bouwer was, stralender dan ooit, uit zijn klapstoeltje opgeveerd: ,Dan is er nog ies. Is ons mooie Schulp bier noe terechtgekomme in een stroomversnellende schaalvergroting of in een schaalvergrotende stroom versnelling? 't Bin al facetten en aspecten en 't is één en al bewegienk wat dat er is, zodat 'we dit ook mae is op de agenda moeste plaesse'. ,Het streven is geheel gericht op een groeien naar grotere verbanden', meende een werknemer van ,De Wassen Neus', wiens hoofd geheel in zwachtels stak, zodat het moeilijk viel, zijn identiteit vast te stellen. ,En wat doen we met het probleem van de geschei den priesters?', riep een andere afgevaardigde het is duidelijk, dat de vergadering een woelig ka rakter begon aan te nemen en men het uitgangspunt lelijk uit het oog dreigde te verliezen. Wencken be heerste de vergadertechniek gelukkig voldoende om zich door dergelijke futiliteiten niet uit het even wicht te laten brengen. .Laten we ons tot de vragen van de geachte afgevaardigde Besuijen bepalen', ver maande hij, ,en dan direct zijn laatste vraag in be handeling nemen, omdat een causaal verband tus sen het door hem opgeworpen probleem en het the ma van deze dag, de relatie tussen welvaart en wel zijn, niet valt te ontkennen. Ik meen, dat ik zijn vraag afdoende kan beantwoorden. Schaalvergroting ontstaat door stroomversnelling, ik voel er dus het meest voor om te spreken over een schaalvergroten de stroomversnelling, hoewel er veel te zeggen valt voor de opvatting, dat de stroomversnelling, waar in ons gebied is geraakt, een schaalvergroting ver oorzaakt, tegen welke achtergrond het dus passend is om te spreken over een stroomversnellende schaal vergroting. Het is een moeilijke keuze'. Zo komen wij uiteraard geen steek verder. De dag van het welzijn is nu al weer enkele uren ouder en vooreerst moet het gezelschap zich thans gaan buigen over de vraag, wie richting zal geven aan de stuurgroep. Intussen is een nieuwe koffiepauze inge treden en het past ons thans wat in de wandelgangen rond te drentelen, waar de vragen van de kleinland- bouwer Besuijen onderwerp van een levendige ge- dachtenwisseling zijn. Men vindt het in het algemeen een verrassende wending. ,Wat mijl, zo hoort men een afgevaardigde opmerken, .vooral opvalt, is dat er nergens duidelijkheid wordt geëist. Het welzijn, in relatie tot de welvaart, is voor ons een uitdaging, maar ook een avontuur. Met de afloop hebben wij I ons toch maar te identificeren. Daarom geloof ik dat wij allerlei elementen moeten inbouwen in de thematische behandeling van het onderwerp. Lukt dit niet, dan zullen wij die elementen moeten los koppelen van het beleid, wat mij bij de jongste kos- ten-baten analyse niet geheel verwerpelijk lijkt. Hoe ziet dit?' De vraag is afgevuurd op de hoofdambtenaar Goed bloed, die zich intussen enigszins vertrouwd heeft gemaakt met de woordkeus, die zijn tak van dienst zo siert: ,Er zijn twee polen', meent hij, ,de eis tot duidelijkheid is alleszins reëel. Het woon- en leef milieu moeten wij in directe relatie plaatsen tot wel zijn en industrie. Een eigentijds dilemma, dat sociale begeleiding vergt, waarbij, naar ik meen, hoewel we de belangen van de industriële ontplooiing niet mo gen verwaarlozen, de leefbaarheid de prioriteit moet hebben. De planmatige ontwikkeling heeft allerlei praes. Maar daarbij moeten wij onmiddellijk durven erkennen, dat het voorzieningenpakket is achter gebleven bij de ontwikkelingen. De kunst is niet ge ïntegreerd in onze samenleving. De sportnota laat allerlei vraagtekens open. De structuren zijn nog lang niet doorbroken. In opzet was de sportnota een goed ding. Maar wat doen we nu, met dit stuk in de hand?' Op UiL moment werden de gesprekspartners bena derd door Opseyn Wencken, die aan de hand mej. Op de Beek meevoerde, die zich blijkbaar even uit de sfeer van het circus had kunnen losmaken. Maar ook Besuijen was tot dit informeel overleg doorgedrongen en ging er in de discussie onmiddel lijk weer keihard tegenaan: ,Ik öor julder altoos maar zeggen met dit stuk in de hand zus en met dit stuk in de hand zo, maar hoe deeën ze dat dan vroeger, zonder stuk in de hand?'. ,In de huidige consumptiemaatschappij past het ons een stuk in de hand te hebben', zei Goedbloed met een knipoog haar Wencken, ,de bewaking van het potentieel stelt zo z'n eisen en als men elkaar dan in overleg kan vinden kan dit wederzijds bevruch tend werken'. Wencken had de wenkbrauwen enigszins opgetrok ken en ook Dora wierp een verbaasde blik op Goed bloed, die een dergelijke bejegening niet verdiende: de goedwillende ambtenaar had, volkomen argeloos, de cliché's van zijn dienst op een hoogst ongewenst moment uit de kooi gelaten. Gelukkig maar, dat de gong luidde, die de afgevaar digden naar de dag van het welzijn tot nieuAve in spanning opriep. Wencken, zijn inleiding kennelijk als beëindigd beschouwend, verliet gehaast het katheder: ,Het woord is aan de afgevaardigde Luv- men'. De landdrost overzag het zaaltje met een koene blik. .Laten we wel zijn', begon hij, ,het gaat om het werkelijke welzijn'. Luymen. een geoefend spre ker, liet, na een korte pauze, zijn stem zakken: ,En dan zal het mij een zorg zijr. wie richting zal geven aan onze stuurgroep. De democratie vrienden, als dit althans een gezonde democratie is. heeft twee grote oren, twee grote oren zei ik, kunt u mij ach terin ook goed verstaan?'. Luymen had hier zo z'n bedoelingen mee. want achterin waren enkele afge vaardigden ernstig verwikkeld geraakt in een spel letje kaart. .Het duivels prentenboek', hoorde men een bekommerde afgevaardigde mompelen, voordat Luymen voortging: ,Twee grote oren, die luisteren naar de volkswil' En laten we nu samen even een blik door het venster werpen'. Weldra verdrongen de afgevaardigden elkaar voor de vensters, die uitzicht gaven op de marktplaats. ,En houdt u vooral de ogen open voor een objectieve observatie', riep Luymen nog. Het tafereel loog er niet om. Het volk was la- lijk te hoop gelopen, men zag spandoeken en men hoorde spreekkoren. ,Een verontruste menigte', stel de Wencken schouderophalend vast, ,'t heeft niets te betekenen, niets anders dan een zootje samenge stroomde ingezonden-stukken-schrijvers, die de voor uitgang willen tegenhouden, de bullepees er over'. Maar niemand luisterde naar hem, want Luymen had zijn plaats achter het katheder al weer ingeno men: ,Een ogenblik stond u, vanuit uw hooggelegen positie oog in oog met het volk. Het zal u" niet zo vaak overkomen, het volk zo nabij te zijn, daarom was dit een uniek moment. Omdat wij in het boven zaaltje vergaderen was er sprake van niveauverschil. Die afstand tussen bestuurder en bestuurde zullen wij thans overbruggen. Wij begeven ons tussen het volk'. Luymen. die kennelijk nog worstelde met de nasleep van zijn tijdelijke indispositie, wilde zijn gehoor reeds voorgaan, toen Wencken hem staande hield: ,Het reglement van orde staat dit niet toe. Wy dienen het welzijn binnenskamers te behartigen'. De landdrost scheen hierdoor geheel niet uit het veld geslagen. In fraaie volzinnen besprak hij nu de schijnwelvaart, die van alles had gebracht, behalve welzijn. .Onvrede en onrust nemen hand over hand toe", viel hij uit, ,zo langzamerhand be reiken wij het punt, dat wij qua voorzieningenpeil kunnen gaan denken aan een overdekt zwembad en een kunstijsbaan. Dat lijkt heel mooi. Kunnen we 's winters zwemmen en 's zomers schaatsen. Maar als we ons gewoon aan de kalender houden kunnen we 's zomers zwemmen en, ijs en weder dienende, 's winters schaatsen. Generaties hebben zich, met vre de in het hart* naar die kalender gericht en zij ken den meer tevredenheid. Zij leefden spontaan met de seizoenen en het bracht hen meer geluk. Het was een alledaags evenwicht, maar nooit banaal. De na tuur diende het welzijn of liever het welzjjn richtte zich naar de natuur, was daarmee verstrengeld. Nu huilt de schijnwelvaart om industrialisatie en wij huilen mee. Ik heb hier het rapport ,Bor en was', wat voor mij aanleiding is geweest my metterwoon elders te vestigen'. Het bor, zo weten wij uit een vroegere aflevering, is een verschrikkelijke groenvemietiger, die vrij komt bij een fabricageproces. De overheden van Schulpbier zijn, mede met het oog op de energie voorzieningen, zo ongelukkig geweest een dergelijk bedrijf aan tc trekken en die overheden hebben de laatste tijd alles gedaan om zich in vergoelijkende zin over het bedrijf en de bor-uitstoot uit te laten. Maar Luymen heeft, met het rapport ,Bor en was' in de hand vernietigende conclusies getrokken. ,Het raffineren van de was veroorzaakt stank, dat we ten we allemaal', roept hij uit, .maar met een beetje geluk kun je in die atmosfeer blijven leven. Maar er is meer'. En dan onthult hij, hoe het vervloeien van het bor met de was-uitworp een atmosfeervervuiler op levert, waarin alleen ruimtevaarders met een solide hoeveelheid zuurstof zich staande kunnen houden. ,Zij vormen samen een verbinding, die alles vernie tigt', betoogt hij. Het is een verpletterende medede ling. En alsof het zo moet zijn, dringen op dit mo ment spreekkoren van het marktplein tot het zaaltje door, worden borden met leuzen geheven: ,Wy wil len het grote alternatief'. ,Het volk roept om het grote alternatief', stelt Luy men vast. Hij last één van zijn sprekende pauzes in en gaat dan op bezwerende toon voort: ,De enige redelijke mogelijkheid die het pad effent naar welzijn is een oplossing die mij tegen de borst stuit. Des ondanks mag ik niet aarzelen die oplossing in deze plenaire zitting in uw midden te leggen. We moeten het ed weer aan de aarde toevertrouwen'. Geregelde Lezers van dit verhaal zullen zich uit de eerste af levering herinneren, dat op een perceel van de klein- landbouwer Besuijen een reusachtig ei werd bloot gelegd, waaruit het gezelschap ontsluiters naar bui ten trad. In het zaaltje is een diepe stilte gevallen. De wel- zijnsbehartigers overdenken de woorden van Luy men, die nog eenmaal, bijna smekend, het woord neemt: .Iedereen en alles moet z'n plaats weten in ons bestel, het ei hoort waar het vaindaan komt'. Onder de grond ermee', roept de man, die ook al het probleem van de gescheiden priesters aanroerde. ,Gliek ei-je', roept Besuijen, wie het gat in zijn ak ker al lang de gorgel uithangt, ,'t Is een passende oplossing, want dat ei is 't er uut gekomme en dan kan 't er ook weer in'. ,Een onbruikbaar alternatief, werpt de grote ontsluiter Van Keuvelen tegen, maar zijn inbreng op deze dag van het welzijn komt te laat. Buiten, op het marktplein, heeft het volk zich reeds meester gemaakt van het ei, dat lange tijd onbe heerd achter het huis der gemeente heeft gelegen. Lallend en hossend rolt men het ei het stadje uit, in de richting van de winplaats. Daar is men dan ge tuige van een weinig opwekkend tafereeltje: de ont sluiters, met een zich sterk verzettende industrieel Drilmeijer voorop, worden één voor één in hun eigen, niet langer vergrotende schaal teruggedreven. Drs Van Keuvelen, de planoloog met de brede visie, stribbelt nog wat tegen als enkele boerenknechts zijn weldoorvoede lichaam door het luikje proppen, maar de anderen laten zich gelaten terugstoppen. Dan valt, vol vrede, de avond over Schulpbier en het is de kleinlandbouwer Besuijen, die eigen handig de grond aandraagt om het ei aan de laatste stralen zonlicht te onttrekken. Besuijen profiteert van dit laatste licht, slaat nog even de hand aan de ploeg, maar het zou weinig elegant zijn hem nu, in een omzien zonder wrok te laten mijmeren over de drijfveren, die het ei in zijn akker brachten. Besuijen nu te laten zeggen dat Schulpbier vanuit een min derwaardigheidsgevoel naar expansie en aanzien hunkerde, dat vanuit dit minderwaardigheidsgevoel een verscherpte geldingsdrang is voortgekomen, van uit welke achtergrond men zichzelf wilde bevesti gen, zou een lelijke trap na zijn. Daarom slaat Be suijen de hand aan de ploeg. Hij mompelt nog wel .allemaal gelul' en het lijkt er, deksels nog aan toe op dat hij ditmaal het gelijk aan zijn kam heeft. Er waren veertien afleveringen nodig om het hem om ringende geleuter enig reliëf te geven en die over dosis is ook hem teveel geworden. De akker kan niet langer wachten. Het onkruid is hoog opgeschoten: het voorjaar is vol beloften en in de verte is het ge luid van een golf, die breekt op het strand. EPILOOG ,'t Bent al opvreters', heeft Besuijen in de loop van deze serie eens gezegd. Het ds duidelijk, dat de klein landbouwer dit te simpel zag. De inzittenden van het ei zijn van goeden wille geweest, him rapporten be vatten allerlei interessante gegevens, die een ver helderend licht hebben geworpen op dit gewest. Luymens vinding, de probleemlozer, is ongetwijfeld belangwekkend, maar toch zullen wij er aan moe ten wennen, dat sommige rapporten gelezen moeten worden voor men ze aan het apparaat toevertrouw t. Zo is het ook met het ei. Onze werkelijkheid ver schilt met die van Schulpbier. Men kan niet overal het ei klakkeloos begraven. Wij zullen moeten leren leven met het ei. Waar men zich ook bevindt, vroeg of laat zal het ei worden opgegraven. Misschien ver dient het daarom de voorkeur dit hele verhaal maar in de probleemlozer te werpen. De vooruitgang laat zich niet in het keurslijf van de enge visie dwingen. Illllllll Tn de PZC van 12 februari jongst leden wordt in een ingezonden stuk, onder het opschrift ,Doop\ ingezon den door de lieer Kan te Schoontiykc, gevraagd enige bijbelplaatsen op te geven, waarin God ons de kinderdoop heeft verordineerd. Gaarne wil ik hieraan voldoen, te meer, daar aan de leer van de kinder doop en het genadeverbond veel te weinig aandacht wordt geschonken. Wanneer hoort men nu in de preek spreken over deze onderwerpen? Vrij wel nooit! En buitenkerkelijke ge meenschappen verwerpen meestal het genadeverbond en de kinderdoop. Dhr Kan, die met nogal ophef zijn ver zoek doet. moet blijkbaar van de kin derdoop niets hebben. Ik hoop echter dat hij tot het inzicht zal komen dat het genadeverbond en de kinderdoop heerlijke weldaden van God zijn, waai-voor wij dankbaar moeten zijn. Als censte bewijsplaats noem ik Gen. 17:12, waarin God aan Abraham opdracht geeft om jongetjes van 8 dagen 9>ud te besnijden en voorts al wat mannelijk is in zijn geslachten. Deze besnijdenis diende als teken dat Abraham en zijn geslacht tot het genadeverbond behoorden, dat God heeft gesteld met Abraham. Door de bloedstorting van Jezus Chris tus als verzoening van de zonden der mensen, mag geen besnijdenis meer plaatshebben en is hiervoor in de HS de doop als teken van het genadeverbond gesteld. Iedere vol wassene die belijdenis doet van zijn of haar geloof in Jezus Christus wordt in liet genadeverbond opgeno men en als teken daarvan gedoopt en heeft het rec.ht en de plicht zijn kinderen te laten dopen, als be wijsteken da.t ook deze kinderen tot hel: genadeverbond behoren. Ook vrouwelijke baby's worden gedoopt, omdat ook vrouwen op grond van haar geloofsbelijdenis worden en werden gedoopt. Denken we maar aan Lydia, de purperverkoopster. wy gaan dit nu toelichten en wijzen op Rom. 11 13-22. In Royi. 13 17 lezen wij: .Indien nu enkele van de takken afgebroken zijn en gij als wilde loot daartussen £eënt zijt en aan de saprijke wortel' van de olijf deelhebt, beroemt u dan niet tegen de takken'. De vergelijking is duide lijk: enkele takken die afgebroken zijn, stellen de joden voor. die niet in Christus geloven: de takken die aan de olijfboom gebleven zijn, zijn de joden die wel in Christus gelo ven, en de wilde loot die in de olijf boom is ingeënt is de niet-jood die christen is geworden. De christen van niet-joodse afkomst geniet op gelijke wijze van de sappige wortel als de christen van joodse af komst. zodat hij op gelijke wijze deelheeft aan het genadeverbond als de christen van joodse afkomst en wordt dus ook het verbondsteken ge- geven, de doop. Van een onthouden van het genadeverbond aan christe nen uit de heidenen is geen sprake, evenmin van achterstelling. Ja, toen Petrus onderscheid wilde maken tus sen christenen uit de joden en chris- tenen uit de heidenen, werd hy door Paulus daarover ernstig berispt. Gal. 4:11-14. Het opnemen van kin deren, jongetjes en meisjes in hef genadeverbond, verzegeld met de doop is dus vanzelfsprekend. Dit wordt trouwens nog bevestigd door de volgende schriftplaatsen: Gal. 3:7: ,Zo verstaat gij dan, dat degenen die uit het geloof zijn. Abra hams kinderen zijn'. Gal. 3 29: ,En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad en naax de be lofte erfgenamen'. Hand. 2 39: Want u komt dë be lofte toe en uwe kinderen en alle die daar verre zijn, zo velen als er de Here onze God, toeroepen zal', l Cor. 7 14: .Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd door de man, want anders waren uw kin deren onrein, maar nu zijn ze heilig'. Bewijzen dat het genadeverbond ook in toepassing werd gebracht, blijkt uit het feit. dat een geheel gezin gedoopt iverd als een der ouders in Christus geloofde. Hand. 16 15: .En toen zij (Lydia) gedoopt was en haar huis'. Hand. 16 31: ,En zij (Paulus en Silas) zeiden: Ge loof in de Here Jezus en gij zult za lig worden, gij en uw huis'. Alle eeuwen door, zowel in het Oud Testament en het Nieuw Testament, waren kinderen in het genadever bond, als hun ouders dit ook waren: waarom zou dat nu dan met meer zijn Dit is toch al te dwaas Uit de schriftplaatsen, welke de heer Kan noemt, blijkt dat zodra iemand, door de prediking tot geloof en alzo in het genadeverbond was gekomen, werd hem ten spoedigste liiervan het teken, de doop, gegeven. Zo is het ook met degene die op grond van geboorte uit gelovige ouders tot het genadeverbond behoort, ook dit klei ne kind moet spoedig dit kostelijke teken worden gegeven. C. A. P. Mmderhoud. Middelburg. omdat de indruk bleek te hebben postgevat, dat de NKV-centrale voor keur voor de KVP had en dat dit, hoewel geheel ten onrechte, buiten die centrale en vooral ook in dc kring van de KAT als vanzelf sprekend werd beschouwd. De NKV-centrale Vlissingen achtte het terwille van de duidelijke nood zakelijk die volslagen onjuiste in druk weg te nemen en zich uitdruk- Volgens het bedoelde bericht verwijt de UnieBHP de NKV-centrales Vlis singen en Nieuw-Borssele, dat zij on der de naam van het NKV activitei ten bedrijven voor de Politieke Partij ij';!! Radicalen (ppr). Voor wat de NKV- (I centrale Vlissingen betreft willen wij y: uitdrukkelijk stellen, dat dit verwijt niet op feiten is gebaseerd en derhal- jj-i-i ve ten onrechte en onjuist is. Namens de bij de NKV-ccntrale Vlis singen aangesloten vakbonden heeft de voorzitter op 17 december jl in het flj™ openbaar verklaard, dat deze centra- j!:; le zich van de KVP distantieert. De- i 11 ze verklaring is geheel in overeen- stemming met de circulaire van het |j[i> NKV-verbondsbestuur van 27 decern- her 1965, waarin aan de plaatselijke j NKV-centrales werd meegedeeld, dat zij geen voorkeur voor een politieke partij tot uiting dienen te brengen, j Het was naar onze mening noodza- kelijk deze verklaring af te leggen, ADVERTENTIE) Eindelijk is er... de ideale "tic" in longdrinks met frisdrank of vruchtensap Om"la'ngnte drinken oenkoop kons I i GRATIS FLES j ook puur de borrel voor moderne mensen kelijk in overeenstemming met de bovenvermelde opvatting van het NKV-verbondsbestuur op te stellen. Alle besturen van de bij de centrale aangesloten vakbonden zijn daarover te voren gehoord en hebben zich daar mee akkoord verklaard óók het bestuur van de UnieBHP. De NKV-centrale Vlissingen heeft zich als zodanig nimmer over de PPR niet ten gunste, maar ook nooit ten nadele uitgesproken. Zij neemt als NKV-centrale ten opzich te van alle bona-fide partijen een zelfde standpunt in. Wij ontkennen ten stelligste, als NKV-centrale pro pagandamateriaal voor politieke bij eenkomsten van de PPR uitgegeven Dat een groot aantal personen, deel uitmakende van de NKV-centrale Vlissingen, privé en als staatsburgers met eigen democratische rechten, tot de PPR zijn toegetreden, is een ge heel andere zaak! Onderscheiden is soms moeilijk, maar wél van belang en dikwijls nodig! Wil de UnieBHP haar leden elke politieke activiteit verbieden en hen politiek mond-dood maken? Of mogen haar leden uit sluitend ten gunste van de KVP spre ken? Het dagelijks bestuur van de NKV- centrale "Vlissingen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 11