TIJDGEBREK
DWINGT TOT
COMPROMISSEN
JAN DAMAN: ,DE LAATSTE DOOD'
GESUALDO:
GRANDIOZE
VOCALE MUZIEK
BACH
ALBINONI
provinciale
zeeuwse
courant
DANIEL WAYENBERG OVER
HEDENDAAGSE MUZIEK
TERUG UIT
RUSLAND,
TERUG NAAR
RUSLAND
26
28 FEBRUARI 1970
Theoretisch zou ieder modern werk minstens één keer uitgevoerd
moeten worden. Maar hoe je het ook wendt of keert of organiseert,
in de praktijk zal blijken dat een zeker aantal moderne composities
niet wordt gespeeld. Zelfs de meest radicale verandering zou het
probleem iets verlichten, maar in geen geval oplossen'.
De pianist Daniel Wayenberg, volkomen thuis in de internationale
concertpraktijk, komt tot deze nogal sombere uitspraak nadat hij
een staaltje hoofdrekenen heeft weggeven over de moeilijkheden
die hijzelf al heeft om zijn repertoire bij te houden en te vernieu
wen.
Hij geeft zeventig tot honderd con
certen per jaar. Met inbegrip van
vakantie en de tijd die aan reizen
besteed moet worden, komt dat neer
op één concert per vier a vijf da
gen. Wanneer hij een programma of
een pianoconcert een maand niet
heeft gespeeld, is hij twee tot drie
dagen bezig om het weer bij te wer
ken. ,Het betekent dat je aan de
gang blijft om de progranana's' die
je al, ik weet niet hoe vaak hebt
gespeeld, op peil te houden. Dat geef
je de grootste mogelijke moeilijkhe
den om er nieuwe werken in te zet
ten'.
Desondanks stelt hij zich voor in mei
en juni tijd te kunnen vrijhouden
om een pianoconcert van de gema
tigd moderne Fransman Charles
Chaynes in te studeren en op het
ogenblik werkt hij aan de Klavier-
stücke 7 en 8 van Stockhausen.
,Qp het moment dat je met een vol
gens volkomen nieuwe principes
schreven werk op het podium komt
is er ai weer wat anders. Daardoo
is dat eerste al helemaal niet mee
nieuw. Ik stel het een beetje scherp
maar in theorie zijn er dan al weer
twintig nieuwe composities geschre
ven. Je bent verplicht je af te vra-
gen-wat muzikale waarde heeft en
dan komt er een subjectieve kwes
tie bij. Als je bij wilt blijven, moet
je elke week een nieuw werk instu
deren. Volkomen ondoenbaar".
repetitie
Gespecialiseerde orkesten komen vol
gens Daniel Wayenberg met precies
hetzelfde probleem te zitten. De rou
tine zal maken dat het instuderen
iets minder tijd vergt, maar hij schat
dat als alle tijd aan repetities kan
omdat de musici een aantal ontdek
kingen hebben gedaan die ze kunnen
gebruiken. Dat wordt er misschien
één stuk minder gecomponeerd in de
tijd dat ze het Maar kunnen krij
gen. Ze zitten dan met dezelfde nood
zaak om er over heen te springen
en een keuze te maken. Dc compo
nisten zullen zich altijd tevreden moe
ten stellen met een compromis, in
de beste betekenis van het woord'.
.En dan heb ik het nog niet eens over
de waarschijnlijkheid dat een groot
aantal uren. energie, vakkennis en
geld zou moeten worden besteed aan
werken die het niet waard zijn.
Theoretisch zou ieder werk minstens
één imaal moeten worden uitgevoerd,
want wie maakt uit of het een mees
terwerk is of niet. Een componist
die zijn vak verstaat, moet het recht
hebben zijn werk minstens één keer
te horen. Goed, maar zelfs dat... Van
wie kun je het eisen... Altijd zullen
er' componisten zijn die achteruit
worden geschoven. Gewoon vanwege
tijdgebrek'.
twee tot drie componisten per jaar
recht doen met aanvaardbare uit
voeringen.
,Er minder tijd <-an besteden is on
verantwoord. Stel dat een compo
nist bij een orkest aankomt en hij
krijgt te horen, ,Ja maar we heb
ben werk van meneer X en van die
en dat op ons repertoire. We kun
nen u hooguit drie repetities ge
ven'. Dan zegt hij: .Dat moet dan
maar, doe maar wat. Ik weet het ook
niet'. Dan krijg je een uitvoering
waarmee de componist niet erg ge
lukkig zal zijn, omdat het beter kan
en het orkest niet omdat de musici
weten dat ze het beter kunnen. Dat
is natuurlijk altijd nog beter dan he
lemaal geen uitvoering, maar je ziet
waar de eisen naar toe gaan, als de
componisten er mee aankomen'.
moeilijkheden
sommetje
Hij gaat zelfs zover dat hij het niet
uitvoeren van werk van een compo
nist met talent een .dramatisch con-
worden besteed, een werk van een
kwartier toch zo'n drie weken no
dig zijn. Ook voor specialisten is er
niet zo veel verschil in repetitietijd
die Baoh en Xenakis eisen.
,Een orkest dat is gespecialiseerd in
moderne werken heeft misschien acht
in plaats van tien repetities nodig,
flietsïtuatie' noemt. Hij maakt weer
een rekensommetje: een componist
schrijft een uiterst kleine oeuvre van
vijftien werken. Het is niet zo moei
lijk en elke compositie zit er in een
week in. Dan is er voor die ene man
al vijftien weken repetitietijd no
dig. Op die manier kun je hoogstens
.Ik zeg dit niet om te bepleiten dat
we bij de oude tradities moeten blij
ven. Men zal de enorme moeilijkhe
den onder ogen moeten zien die er
komen als we ons gaan concentreren
op de hedendaagse compositiekumst.
Je zult toch het geval krijgen, dat
sommige werken worden voorgetrok
ken. Omdat het succes heeft, omdat
de componist bekend is. Om welke
redenen dan ook. En dat zal altijd
ten koste van andere dingen gaan.
Dat heeft niets te maken met vriend
jespolitiek, maar een kwestie van
tijdgebrek. De jongens die niet wor
de gespeeld, vinden dat spijtig. En
terecht. Er zou een wereldorganisa
tie aan te pas moeten komen om de
hedendaagse muziek zo in te delen
dat niemand meer reden tot klagen
heeft. Dat is bijna ondenkbaar'.
Opge.togon over het publiek en de
manier waarop de cultuur er is ge
organiseerd, is Daniel Wayenberg
teruggekomen va zijn tournee door
Rusland. De pianist is een onver
getelijke ervaring rijker.
Op de programma's van recitals
stond werk van Bach (chromati
sche fantasie en fuga), Franck
(prelude, koraal en fuga), een so
nate van Dutïlleux, Chopin en Stra-
winsky's bewerking van drie delen
uit zijn Petroesjka. Henri Dutïl
leux was er niet bekend en heel
merkwaardig wordt ook César
Framck er niet veel gespeeld. Dat
is een moeilijk te verklaren kwes
tie, maar het schommelt op en neer,
is een beetje aan mode onderhevig,
in Charkow speelde ik met orkest
net pianoconcert van Grieg. Ze ver
telden me dat het er enige jaren
niet is gespeeld. Ook weer zo'n mo
deverschijnsel.. Zo'n jaar of twin-
;ig geleden speelde iedereen het. Nu
zie je het weer veel minder.'
Overal trof hij uitstekende instru
menten aan, allemaal Steinway's,
overal vond hij volle zalen. En hoe
wel Daniel Wayenberg geen pianist
Is die over gebrek aan belangstel
ling heeft te klagen, verbaasde het
hem lichtelijk.
,Dat is een uitzondering in een land
vaar je voor het eerst komt. Dc
vroeg een paar .mensen hoe ze het
voor elkaar kregen, want in het
westen betekent het geven voor een
volle zaal, dat het publiek je kent.
Het is geen kwestie van extra pu
bliciteit, zelfs niet van organisatie,
maar eenvoudig zo: die mensen hou
den genoeg van muziek om er naar
toe te gaan. En ten tweede zijn ze
nieuiwgierig naar een buitenlander.'
,Bij een debuiut dn Moskou of dn Le
ningrad denk je aan doorgewinter
de critici, leraren, jongere collega's
van de conservatoria, maar je re
kent niet op het grote publiek. En
toch is het iedere keer yol. Zelfs
in een kleinere plaats ails dharkow.
Nou ja, relatief kleiner dan, want
er wonen nog altijd zo'n anderhalf
miljoen mensen.' Daniel Wayenberg
en Rusland hebben elkaar ontdekt.
De directeur van het Staatsimpresa-
riaart wadht de echo's af uit de
plaatsen waar hij is geweest. Straks
volgt de correspondentie met zijn
manager. Nu zegt hij: ,van de kou
had ik veel minder last dan ik
vreesde. Nou was het er niet ver
schrikkelijk koud. zo'n vijf tot
vijftien graden onder nul. Als je
d'r rekening mee houdt, is dat. best
te doen.' Het is zeer waarschijnlijk
dat hij de Sowjet-republiéken te
rugziet bij een toch nog iets be
haaglijker temperatuur.
Philips heeft voortreffelijk werk gedaan door Ge-
sualdo op de plaat vast te leggen. Deze zestiende-
eeuwse edelman Carlo Gesualdo, prins van Veno-
sa behoort tot de merkwaardige figuren uit de
vroege Europese muziekgeschiedenis. Hij was rege
rend vorst en beschikte over leven en dood: men
zegt dat. hij zelfs zijn ontrouwe echtgenote eigen
handig doodde en later zijn dochtertje liet ombren
gen omdat hij aan zijn vaderschap twijfelde. Tevens
was hij echter componist van grandioze vocale mu
ziek, wiens werken een altijd-durende moderniteit
bezitten. In dit opzicht zijn twee elementen tekend:
de chromatiek en de veelvuldige modulaties, waar
door een gedurfde en expressieve stijl ontstaat.
Voor Philips heeft het NCRV-vocaal ensemble on
der leiding van Marinus Voorberg een reeks van
Gesualdo's madrigalen en responsoriën uitgevoerd
en dat heeft tot een eerste klas reproduktie geleid.
Voorberg treedt eigenlijk weinig op de voorgrond in
het Nederlandse muziekleven, maar niettemin be
hoort hij tot de top. Bij hem treft men een gelukkig
samengaan aan van vakmanschap (in dit geval
echter als koorleider) en musicologisch inzicht. Met
name de responsoriën het betreft hier de litur
gische zangen voor de lijdensweek worden magni
fiek gezongen; het Tenebrae factae sunt bijvoor
beeld is van adembenemende schoonheid: composi
tie en uitvoering hebben hier een optimale verhou
ding gekregen.
Deze opname maakt duidelijk voor zover men
dat nog niet wist dat het NCRV-vocaal ensem
ble het laatste deel van zijn naam terecht draagt:
hier wordt voor ensemble-zang van het hoogste ge
halte zorg gedragen. Toch willen we ons één kri
tische opmerking veroorloven: een helderder timbre
bij de sopranen ware wenselijk geweest, meer aan
gepast aan de ldank van een jongenskoor, zoals in
de zestiende eeuw gebruikelijk. Een opmerking, die
overigens niets afdoet aan ons respect voor deze
prestatie. Voorberg en zijn groep hebben de lief
hebbers van a capella-zang met deze plaat zeer aan
zich verplicht (Philips S39 789 LY).
K.
Harmonia Mundi brengt een serie uit onder de titel
.Cembalomuziek op historische instrumenten'. In de
ze reeks speelt Gustav Leonhardt (op twee platen)
een aantal Bacli-werken op een cembalo, door Mar
tin Skowronneck nagebouwd naar een origineel van
de Antwerpenaar J. D. Duelken (1745). Het gaat
hier om de Toccata in d klein, het Italiaans concert
in F groot en de Franse suite in b-klein op de ene
plaat, op de ander: partita IV in D-groot, Toccata
in e-klein en de twee ricercares (begin en slot) uit
het Musikalische Opfer. Leonhardt speelt deze Bach-
werken uiterst stijlvol, daarmee opnieuw getuigend
van zijn markante inzichten in de klaviermuziek van
deze componist. Opvallend is ook de registratie: de
geluidstechnici zijn er uitmuntend in geslaagd de
klank van het bewuste instrument helder over te
brengen. (Harmonia Mundi 30 456 K en 30 471 K).
Albinom geldt als een van de belangrijke Italiaan
se componisten uit de barok, I Music als een van de
vooraanstaande kamerorkesten, Heinz Holliger als
één van 's werelds beste hoboïsten. Wat lean men
dus verwachten, als ér een (Philips) plaat uitkomt
met de vier concerten met solo-hobo uit de twaalf
Concerti a cinque op. 9 van Albinoni, gespeeld door
Heinz Holliger en I Music? Precies drie kwar
tier barokmuziek op het hoogste niveau. Men wordt
in die verwachting niet bedrogen, want er wordt zeer
stijlvol en virtuoos gemusiceerd. Holliger geeft de
vier concertjes spitse, levendige vertolkingen, zórgt
moeiteloos voor versieringen en heeft een buitenge
woon fraaie toon. Kortom, een feest voor beide oren,
waartoe ook I Music en de opname-technioi het hun
ne royaal bijdragen.
Ter exacte informatie: de plaat bevat de concer
ten opus 9, nummer twee, vijf, acht en elf, die zijn
gelicht uit een vorig winterseizoen verschenen cas
sette, met alle twaalf Concerti cinque opus 9, ook
die meisolo-viool en twee solo-hobo's (Philips
839740 LY). C.
Een paar jaar geleden, om precies te zijn: op 8 juni 1968, hadden we het genoegen ,u een nieuwe Ne
derlandse auteur voor te stellen, Jan Daman, die debuteerde met een goed uitgewerkt en mooi ver
haal, gebaseerd op de tegenstelling tussen Oost- en West, ,De kleine God'. Jan Daman is een jong Ne
derlands diplomaat van Zeeuwse origine, momenteel in Duitsland gedetacheerd, en kennelijk heeft zijn
verblijf in het verre Oosten hem voorlopig genoeg stof verschaft, want ook zijn tweede roman, ,De
laatste Dood', speelt weer in een ver Aziatisch gebied dat niet met name genoemd wordt, maar dat
men veilig ergens in Zuidoost Azië kan situeren.
Het tweede opus van een schrijver die met zijn eer
ste heef' weten te boeien, is altijd weer een echte
vuurproef: men heeft dan als lezer vrij hoogge
stemde verwachtingen.
Aanvankelijk viel het niet mee. Het begin van ,De
laasté Dood' kon ons op geen enkele manier over
tuigen: het is eigenlijk zo matig tot slecht, dat we
eeerlijk bekennen dat we het boek stellig onuitgele-
zen weggelegd zouden hebben, wanneer we niet juist
zo'n goede indruk van .De kleine God' overgehouden
hadden. Bladzijden lang verliest Daman zich hier in
eeen vaag-symbolische opzet; het is allemaal veel te
gemakkelijk, goedkoop haast. Pas wanneer hij over
deze vrij lange zanderige aanloop heen is en er een
beetje tekening in het verhaal begint te komen, wordt
de aandacht geboeid, maar toch blijft dit symboli
sche wel tot het einde toe hinderen. Het is name
lijk een wat zweverig soort symboliek, dat eerder
de zaken verdoezelt dan scherper stelt, en het lijkt
dan ook eerder of de schrijver uit onmacht zijn toe
vlucht genomen heeft tot dit verwarrende en vage,
dan dat het een gevolg is van zijn greep op de
behandelde stof.
De drie openingspagina's daarentegen zijn goed.
Ze tekenen op eenvoudige maar indringende wij
ze hoe Moesoer. een kleine nederzetting in een moor
dend hete woestijn, van eeuw tot eeuw langzaam
verstuift en verschuift door het zand. Vanaf de mi
naret van de huidige moskee kan men in dc verte
nog ruïnes zien van een oude moskee, en mogelijk
zijn er verderop nog wel oudere ruïnes onder het
zand. De inwoners van Moesoer hebben zich daar
alle eeuwen door bij neergelegd. Zijn veldjes en hui
zen aan één kant ondergestoven, dan bouwt men
aan de andere kant weer iets op.
Een grandioos achtergebleven gebied dus, waar Eu
ropeanen prachtig ontwikkelingshulp kunnen bren
gen aan de inheemse bevolking. Boren naar water,
plantages aanleggen van citrusvruchten, vrachtau
to's in plaats van ezels en kamelen, en een kookjuf-
frouw die zegt dat je water koken moet voor je het
gebruikt. De mensen van Moesoer willen ongemoeid
gelaten worden, maar er komt zo'n ongevraagde
groep Europeanen uit de hoofdstad. Er wórdt water
aangeboord, en de kookjuffrouw is er ook, ze deelt
zelfs het bed van de inheemse arts. Maar de inwo
ners van Moesoer heipen allesbehalve mee, ze sabo
teren, zorgen dat de putten sneller dan ooit weer
onder zand bedolven zijn. Het team kan teruggaan
naar de hoofdstad, de chef kan zeggen dat dit pro
ject nu eens mislukt, maar dat is zijn eer te na.
Er is tenslotte water aangeboord, er kunnen si
naasappels groeien en er is ook een juffrouw.
Zo staan de zaken als een van de andere jonge in
genieurs, Alex, door de moordende hitte en een
zwakker gestel de tropenkolder krijgt en op klaar
lichte dag op het moskeeplein zijn chef met een re
volver als een hond neerschiet. Zo maar. Er is zeen
enkele reden voor dan dat zijn zenuwen overstuur
zijn.
Hoewel heel Moesoer weet wat er gebeurd is, heeft
niemand iets gezien. De bevolking beseft dat dit het
middel is om van de gehate groep Europeanen be
vrijd te raken. De inheemse arts, die in Amerika
heeft gestudeerd, tekent samen met het dorpshoofd
eeen officiële verklaring dat de chef plotseling aan
cholera gestorven is. De revolver, die Alex naast het
lijk had neergegooid, is weg, het stoffelijk overschot
van de chef wordt in de woestijn verbrand, en het
Europese gezelschap keert naar de hoofdstad terug,
die weldra gonst van de geruchten. Want de waar
heid, door allen gekend, is met de trein meegeko
men.
Alex, wiens verbijstering geweken Is, komt in een
afschuwelijk luchtledig te leven. Hij heeft ie
mand vermoord, iedereen weet dat hij dat gedaan
heeft, maar iedereen ontkent het. Alex vindt enige
trootst in de armen van Paula, de vrouw van Walter,
de onderdirecteur van de onderneming, en de enige
man in de hele hoofdstad die het er niet bij wil laten
zitten, die persoonlijk naar Moesoer vertrekt om een
onderzoek in te stellen, te kijken of er bewijzen voor
Alex' schuld te vinden zijn.
Paula vraagt Alex op de man af, waarom hij het
deed. Ze krijgt een hoop kletspraat als antwoord,
sentimenteel en irrelevant gezeur (ook romantech
nisch beslist een dieptepunt, pp. 124-130) maar: ,Er
is geen antwoord, Paula, er is niets om in te gelo
ven. De wereld raast door, onvermijdelijk, maar is
te laf om toe te geven, dat de werkelijkheid diep
begraven ligt onder het zand rondom Moesoer. Ze
gaan door met bloemetjes leggen bij het graf, met
klokken luiden, juichen als de optocht voorbij komt.'
Er is voor Alex geen andere uitweg dan een einde
aan zijn leven te maken. Hij doet dit door zich
te verdrinken vlak bij het huis van Walter en Paula.
De stad. die alles weet, ook dat Alex 's nachts bi]
Paula was tijdens Walters verblijf in Moesoer om
daar bewijsmateriaal te balen, insinueert spoedig dat
Walter Alex van de rotsen heeft geworpen, dood al,
of nog levend.
De directeur van de onderneming beseft direct wat
dit betekent: ,Nu gaat het pas beginnen. Walter en
Alex hebben de deur van de binnenste tempel open
gebroken en de duivels en de goden van de hele
wereld laten ontsnappen
In de hoofdstad heerst toch al een geweldige ge
laden spanning omdat de moesson over enkele dagen
losbarsten za-L Er broeit al lang verzet, het richt
zich willekeurig ergens tegen, zoekt vreemde ba
nen, uitwegen, een slachtoffer. Dc geruchten maken
Alex tot een held, tot een god die Moesoer had wil
len redden, en juist daarom was Alex nu .opge
ruimd.' Hij wist te veel. De vreemdelingen wilden
weer een oorlog, en die zou beginnen in Moesoer.
Walter en Paula praten er over na, Paula wijst op
het verschil tussen de dood thuis, in Europa, waar
hij vrijwel onzichtbaar geworden is, terwijl hij hier,
in Azië, alom tegenwoordig is, de aasvogels cirkelen
voortdurend boven de stad, en wachten.
MisschienWalter, heeft Alex clat oolc gezien. Wij
hebben de Dood verbannen, maar hier is dat niet zo,
liier leeft de Dood voort.'
Bijna een voorjaarsavond thuis, ducht Paula en ze
zei: ,Hier niet, hier is de Dood niet verbannen, hij
leeft samen met de levenden, ze kennen elkaar, ze
weten dat ze elkaar niet. kannen ontlopen.'
De Dood weet dat zijn laatste daad zijn eigen dood
zal zijn.'
TJe levenden winnen liet uiteindelijk toch, daarom
gaan de dieren hier gewoon midden op straat dood,
onder een boom, of ergens tegen een muur geleund.
,En de mensen ook. Ze dragen de lijken met muziek
naar de rivier en verbranden ze met bloemen en
goed hout.' .Straks zal de Dood zelf ook zo zijn einde
vinden.'
Het is misschien het enige dal in deze wereld van
belang is, te kunnen leven met de Dood naast je,
samen met. je. alle twee gedoemd lot hetzelfde einde.'
.De laatste dood. is de Dood zelf.' (pp. 153-4)-
Dit citaat is lang genoeg om te lonen dat zelfs, in
een zo belangrijke passage Daman uiterst zwak in
ziin symboliek blijft.
De roes van haat en orgiastische opwinding in de
stad neemt toe, gevoed door de plaatselijke pers
met een ge vaar lij lie kerel aan 't hoofd, die grote
invloed uitoefent op de priesters van de Hindoetem
pel en op de talloze bedelaars. Vóór de moesson
losbreekt moet er een daad van wraak plaats vinden,
een orgie. Alex is een soort god geworden, die Wal
ler, en in hogere instantie de gouverneur, heeft la
ten doden.
Er is nog één uitweg: men kan Walter beschermen
door hem te laten arresteren als verdacht van de
moord op Alex. Doch dit is te laat, en het noodlot
voltrekt zich. Walter, verontwaardigd en niet begrij
pend, vlucht de inheemse binnenstad in, zijn onder
gang tegemoet. Hij wordt door een bezeten mensen
massa omsingeld en door een lugubere bedelaar afge
maakt.
We hopen met dit korte exposé duidelijk te heb
ben gemaakt, dat ook de roman ,De laatste
Dood' weer gebaseerd is op de tegenstelling oost
west. uiteraard vervlochten met vele andere motie
ven, van vreemde overheersing, botsende religies, al
les gekleurd door een persoonlijke visie op het oude
Fatum.
Hoewel we .De laaste Dood' geen bijzonder ge
slaagd boek achten, is het niettemin een poging tot
iets groots en bijzonders, eeen boek dat maakt dat
we de naam Jan Daman in het geheugen houden om
zijn verdere ontwikkeling als romancier met grote
belangstelling te volgen.
Jan Doman: De laotste Dood. Conlocl, Amsterdam, outeuri
van de tweode eeuwhelft.