de ontsluiting van schulpbier ZOEK DE CARNAVALSBEER VAN YERSEKE zeeuwse courant ini provinciale 29 21 FEBRUARI 1970 DEEL XII!VAN KEUVELEN KRABBELT TERUG FRUSTRATOR INC. Aan het slot van do vorige aflevering, kort nadat me|. D. op do B. slapend tussen twee olifanten was aangetroffen toon hef circus rich gereedmaakte om verder te trekken, naar het land van de hoge ber gen, werd opgemerkt dot wr v— maMen in de piste van het dage lijks leven. ,En het wordt nu toch wel dubieus* ro werd voorzichtig geconcludeerd, ,of de ontsluil.ng ya Schulpbier een haalbare raak is. de twijfel knaagt tot in de hoogste regionen*. Twijfel is ook in het hart van drs Van Keuvelen geslopen, die reeds in de eerste afleverin gen Schulpbier tot ontwikkelingsgebied heeft verklaard. Oorzaak zijn onderhandelingen, vooral de afloop van de onderhan delingen met Frustrator Inc., een jong bedrijf, dot vestiging overweegt en een nieuwe Impuls moet goven aan do industrialisatie. De komst van de coördinandus Holle Fraassen, die thons, geheel overspannen, volop in de gelegenheid is wat te praklizeren met zijn Spaans voor beginners, heeft de verwarring alleen maar groter gemaakt. Gelukkig is er in dit dertiende deeltje ook plaats voor het ludieke element, nu de belovende ontwerper Jacques Coole te Schulpbier een boutique heeft geopend om de autochtone vrouw, zoals hij zegt, meer modebewust te maken. De nieuwe tijd gaart, aan Schulpbier niet voorbij. In het stadje heeft de belovende ontwerper Jac ques Coole een verlekkerd oog laten vallen op een oud pandje, dat hij tot boutique wil inrichten om zo, van hieruit, richting te geven aan de verschijning van het fenomeen vrouw. Coole is een inventief man, die wars van de traditie ontwerpt met een geheel eigen visie, waarin dynamiek ligt, het tempo van deze tijd, of zoals hij het zelf noemt .lekker los'. En al spoedig heeft hij een trouwhartig aannemer be reid gevonden iets van het pandje te maken. Tim merlieden en decorateurs toveren het inwendige on der zijn toeziend oog om tot een luchthartige ruim te, waarin het ludieke element belooft te gaan over heersen. .Frans, écht Frans' meent een verslagge ver van de Schulpbiersche Courant, met een blak op de kleuren en krullen. Coole, die zich met luch tige, speelse pasjes door zijn schepping beweegt, lacht die opmerking vriendelijk weg. ,Zegt u liever internationaal, niet aan plaats gebonden. Helemaal los, weet je wel?' De ruimte is dan ook het aanzien ten volle waard. De ontwerper heeft één wand in rose gehouden, één in zilver, één in paars, de vierde is weggebroken en biedt thans uitzicht op een in tere ionen geschilderd jachttafereel, waarin smakelijk gevogelte verschrikt opfladdert. Fragiel, in wit ge houden zitmeubilair completeert het geheel, dat fin de siècle verenigt met de laatste stromingen. ,Een verfje doet wonderen nietwaar?' meent Coole. ,en let u ook eens op de intieme verlichting. Is het niet enig? Wat ik wil combineren is de smaak van tra ditie, het beste uit het verleden, met het hippe heden. Maar zo, dat je kunt zeggen dit is harmonie, hier gebéurt iets, dat is een happening, waarin cultuur geschiedenis doorstraalt, waarin traditie zich als het ware verstrengelt met ons uitzicht op het jaar 2000. En hoe vindt u de muziek? Soft beat. Muziek voor deze generatie, voor een generatie terug en de generatie die na ons komt. Tijdloos. Aangepast. Maar gaat u dooi* met uw vragen'. Uit onzichtbaar in wanden en vloeren weggewerk te klank-units bereikt het geoefende oor van de verslaggever inderdaad een temerig, week muziekje, dat hem aan het geluid van een door besnijding ge hinderde kater herinnert. .Mooi hoor" prijst hij de boutiquehouder, .maar hoe ziet u het huidige mode beeld tegen de achtergrond van uw waarnemingen hier ter plaatse?' ,Er is veel aan te verbeteren' meent de jonge ont werper, ,ik doel hier op raffinement, schwung. U moet me natuurlijk niet misverstaan maar het is al lemaal een beetje tuttig, zonder esprit, als u mij begrijpt'. Coole knipt even met de vingers: ,Het heeft het nét niet. Het is allemaal onflatteus en kleurloos, belegen rommel uit de oude doos. De nieu we wereld ziet er anders uit. Daar past nieuwe kle ding bij, waarin de vrouw zich blij voelt, zich vrij kan bewegen'. De ontwerper onderbreekt zichzelf hier even om dan plotseling met overslaande stem uit te roepen: .Paars is op dit moment weer erg in. Maar hoeveel vrouwen zie je in het paars? Nou, zegt u eens, hoeveel hebt u er deze morgen gezien? Nou?' De verslaggever, min of meer in staat van beschul diging gesteld, staat geheel met lege handen. ,Niet één' geeft hij wat timide toe en dat is voor Coole aanleiding om nog feller uit te varen: ,De vrouw '70 ziet er anders uit. Blij, ongebonden, geëmancipeerd. Het is alleen een kwestie van omturnen, smaak ont wikkelen. Dit zie ik als mijn eerste taak in Schulp bier. Omturnen, de visie verbeteren. Moet je deze kettingen zien. Is het niet helemaal hip, zo helemaal van deze blije tijd? De total look vraagt een sub tiel afstemmen van de accessoires. De ketting ds in, maar het moet geen uitdragerswinkel worden, weet je wel Kijk es hier, keus genoeg". Coole delft met de blote hand in een kist, die tot aan de rand gevuld is met kralen en blinkertjes, door soldeerwerk in ellenlange snoeren bijeengehou den. Coole, gekleed in een eigen, geheel in teer rose gehouden creatie, treft het ongelukkig: de kettin gen zetten zich met honderden haakjes vast in de stof van zijn smetteloze colbert, zodat zijn arm ge vangen lijkt in de kostbare inhoud van de kist. Ge heel onthand mompelt hij: ,'k Zit vast' en vrijwel op hetzelfde moment kondigt de boutiquebel de komst van een cliënt aan. Het is de kleinlandbouwer Be- suijen, die van zijn dochter al veel heeft vernomen over deze nieuwe aanwinst en zich nu eens vrijblij vend wil oriënteren. ,Dat ziet er prontjes uut' hoort men hem spontaan reageren, maar algauw valt het oog van de kleinlandbouwer op de ongelukkige Coole, die, geknield voor de kist, een ontredderde aanblik biedt. De bezoekende reporter is intussen begonnen met het verwijderen van de bovenste kraal lagen, voorzichtig, of het om een archeologische afgraving van de hoogste betekenis gaat. ,Da's geloof ik nie zo as 't weze moet' stelt Besuijen vast en waar men in het verleden al vertrouwd is geraakt met zijn hulpvaardigheid ziet men hem ook thans een handje toesteken. Besurjan grijpt de boutiquehouder krach tig in de lendenen om hem met één ruk van zijn pe zig, door de arbeid geadeld lichaam aan de kralen- kist te ontrukken. Samen komen zij met een zacht plofje tegen de zilveren wand tot stilstand. Besuijen komt het eerst weer tot zichzelf. .Da's geen kattepies' hoort men hem zijn stopwoord gebruiken als hij de ravage overziet. De vloer van het hippe nerinkje is geheel overdekt met blinkende, door Ijzerwerk verbonden snuisterijen en te midden van die chaos zit, geheel verwezen, de ontwerper Jac ques Coole, glazig starend naar de rafelige resten van zijn rose schepping, besuijen bewaart ook in de ze trieste omstandigheden zijn gevoel voor humor: ,As je niks mêe weet, k& je bie mien nog een boter ham as veugelverschikker verdiene' biedt hij groot moedig aan, maar direct daarop wenst hij zich kri tisch op te stellen: ,Wat doe j'ook mêe die rommel in een nieuw bedrief Dat haalt Coole uit zijn verdoving. .Rommel?' stuift hij op, .allemaal eerlijk werk van een jong edelsmid. Ludiek en creatief, volkomen verantwoord van artistieke conceptie. ,U bent hier in een boutique, niet bij een of andere stoffige middenstander'. Maar Besuijen is intussen, als bestuurslid van de boerenbond, geschoold in de discussie. Hij heeft, op een kadercursus, zelfs geleerd, hoe je verbazing en terughoudendheid kunt uitdrukken door de bril even van voor de ogen te nemen om dan enige tijd te sab belen op een uiteinde van een van de stangen, dat zich normaal achter het oor bevindt. .Boutique?' werpt hij met een vies gezicht tegen, .boutique 't Ls geweun een wienkel en dan nog nie es zo'n beste, 't Maekt glad geen verschil'. ,Hü!' brengt nu de bedrijfsvoerder Coole zijn geschut in stelling, ,is dat stuk achtergebleven even heerlijk van de ratten besnuffeld'. Toch is hij een vat vol twijfel, want Besuijen draagt een bril met een sober, nikkelen montuurtje, dat bijzonder hip aandoet. En zijn boerenhuis met daarover het lakense vest zou den ook wel eens tot de laatste, ludieke ontwikke lingen kunnen behoren. Zo versmelt alles weer tot mensen van één stam, blijken uitersten geen uiter sten te zijn en Ls de ontmaskering van de ontwerper Coole aanstaande, nu Besuijen, die zich zijn status van cliënt bewust wordt, op vriendelijke toon vraagt: .Noe zou 'k wel es wat wille zie'. Er is veel te zien in de boutique, waar nu een groepje scholieren is binnengedrongen, dat een rondedansje om Besuijen uitvoert. Besuijen heeft zijn brilletje weer opgezet als een vrolijk zingen van de jeugd op klinkt: .Hip-htp-hip, Besuijen dde ls hip'. De figuur van de kleinlandbouwer blijkt plotseling erg in te zijn in Schulpbier, maar Besuijen heeft ge leerd het betrekkelijke van zo'n kortstondige popu lariteit te doorzien: ,'t Is al vöo een ogenblik, dafn ebbe z" immers wée wat angdiers'. Maar de arme Coole duizelt het. Hij heeft de klein landbouwer kennelijk onderschat en haast zich nu zijn collectie te tonen. Besuijen is op alles voor bereid. Nog onlangs heeft hij in een damesblad gele zen: ,De wereld van de tiener ziet er anders uit dan de onze. Daar passen ook andere kleren bij. Iedere moe der zal wel even vreemd opkijken als haar sportieve zoon zijn jack dat hem zo goed staat verwisselt voor een wijde soldatenjas. Hij verandert erdoor. Waar schijnlijk lijkt hij ineens veel volwassenen Daar schrikt moeder zeker evenveel van als van de mode verschijnselen op zich. Maar ln zijn wereld heeft zoonlief waarschijnlijk juist déze jas nodig. Laat hem dan ook dragen wat hij prettig vindt. Kleren maken de man, dat geldt óók voor onze kinderen'. Vol ver bazing had Besuijen het blad op de knieën laten glij den en hij had stil voor zich heen gemompeld: ,'t Is een ontwikkelingsgebied en 't is een en al bewegienk wat dat er is, van alle kanten komt het op je toe'. Maar nu staat hij dan voor Coole's collectie, broze scheppinkjes, uit tere weefsels gesneden, in directe relatie tot het ritme van de tijd. ,Is 't een frêle meis je?' informeert Coole zorgzaam. ,Ze mag t'er weze' vindt Besuijen, een indicatie, die Coole moeilijk ver werkt. Maar dan houdt hij toch het eerste stuk om hoog, een goudbestikt kleedje, geschikt voor iedere gelegenheid. De taille begint direct onder de boezem en vanuit dit punt loopt de stof wijd weg om, om- beschaamd ver boven de knie, plotseling af te bre- nen. ,'t Liekt wè een tente' vindt de kleinlandbouwer. ,Ja, een bijzonder leuk effect' vult de ontwerper hem aan, ,en bovendien uniek. Uniek ln de beste zin van het woord, er is er maar één van. Let u ook eens op de speelse Baskische invloeden in de garnering. Zelf ben ik er verrukt over. Helemaal voor de vrouw '70.' Maai Besuijen heeft allerlei bedenkingen. En plotseling weet hij wat eraan schort, heeft hij het goede woord gevonden, ,'t Is nie elegant' verplettert hij Coole's creatie, ,vêe meer dan een gekleurde aard appelzak is het ook nie.' Coole begint nu, geheel ont redderd, in machteloze woede met zijn armen de lucht in het vertrek te verplaatsen, maar Be suijen is nog lang niet uitgesproken. Er is hem, door Coole's unieke vormgeving, een licht opgegaan: ,Bé jie nie een zeune van Koole die in aerepels dêe?' De kleinlandbouwer meent het goed. Hij ziet ver wantschap, nieuwe gespreksstof: hoeveel bintjes heeft hij niet aan Koole gesleten, hoeveel eigenhei mers heeft hij niet eigenhandig op Koole's kar ge laden en altijd zat dan de kleine Ko op de bok van zijn vaders wagen. Maar de ontwerper raakt onder deze herkenning geheel buiten zinnen. Er wordt hem nu aangewreven, dat in zijn creaties een stuk projectie van zijn verleden ligt, dat de aardappel is blijver, doorbloeien in zijn beste intenties, de vrouw te kleden naar het laatste modebeeld. Hier staan wij weer voor zo'n merkwaardige communi catiestoornis: Besuijen ziet hierin alleen een motief tot verbroedering en toenadering, maar Coole ervaart het als een demasqué, hij voelt zich door de mand gevallen. Tegen zo'n situatie is geen kruid gewassen. Bovendien zijn enkele van Coole's ontwerpen uitge voerd in een grove stof, die aan jute herinnert: wie weet wat er allemaal nog aan het licht zal komen het past ons nu discreet het hippe nerinkje te ver laten. nog juist drs Van Keuvelen, de grote ontsluiter, een mooie slotopmerking horen maken: ,We moeten alle krachten bundelen.' De ontsluiters waren deze middag verdeeld. Verdeeld in discussie groepjes, die spraken over het grote alternatief. Wat ls het grote alternatief? Dat weet nog niemand. Maar er is deining in Schulpbier. Deining rend de vestiging van Frustrator Inc., een jong bedrijf dat zich als vestigingskandidaat heeft gemeld, maar een strikt stilzwijgen bevaart over de aard van zijn pro- du kt. .Via een chemisch proces bereiken wij een menslie vend eindprodukt', zo licht het bedrijf toe :n de aan vrage, maar daarmee moet men het dan ook deen- En dat doet de instanties aarzelen. Men Js zo juist weer eens in een impasse geraakt en de vestiging van Frustrator Inc. kan een nieuwe impuls betekenen, maar nu ziet men zelfs Van Keuvelen aarzelen. Hij wenst zich, zoals hij zegt, bedachtzaam op te stel len, een houding, die alom opzien baart. Er blijkt Immers uit, dat Van Keuvelen plotseling aan het denken is geslagen; hij krabbelt terug, laat althana ruimte voor twijfel. Wel weet de Schulpbiersche Cou rant te melden, dat het bedrijf zich toelegt op de produktie van de infra-frustrator, een omstreden in strument, dat langs chirurgische weg zou worden toegevoegd aan labiele werknemers, wie handhaving in de prestatiemaatschappij moeilijk valt of al thans problemen in bedrijf en gezin meebrengt. .Een regulator voor het mentale evenwicht' zo onthult het artikel jammer, dat de begeleidende, verhelde rende schets weer eens ondersteboven wordt afge drukt. ,Zijn we hiermee wel op de goede weg?' werpt Van Keuvelen tijdens de discussie als probleemstelling op, wat voor de hoofdambtenaar Willem Goedbloed van Welzijnszorg aanleiding is een heldere vraag te stel len: ,Weet u dat zeker?' De verwerking van een der gelijke, langs rechte lijnen gestelde vraag is Van Keuvelen al eens eerder opgebroken en ook nu weer hoort men hem opmerkelijk reageren: hij doet de toezegging binnen vijf afleveringen van dit verhaal de ontsluiting van Schulpbier rond te hebben, ,en hoewel rnij deze idee weinig aanlokt, wordt het, no lens volens, een geforceeerde ontsluiting'. Vanuit de discussiegroepen dringt men nog aan op een vijf-af leveringen-plan, dat in velerlei voorziet, maar op dit punt, zo moet Van Keuvelen erkennen, zijn, in afwachting van enkele rapporten en beleidsbeslissin gen, nog geen voorzieningen getroffen. Dat hoeft ook niet meer: het hele plan gaat reeds in de volgen de aflevering jammerlijk de mist in. Voorts is men dan getuige van een achterhaalde procedure, die wei nig past bij de dynamiek ran het nieuwe Schulp bier: de vestiging van Frustrator Inc. wordt voor lopig in de ijskast geplaatst. Er Ls teleurstelling, maar er zijn ook lichtpunten. Van Keuvelen heeft nog een aanvraag in portefeuille van een fabriek voor wïtverfrissers, een mooie inbreng van drs Voor- borgh van industriebevordering, en in vergevorderd stadium verkeren reeds de onderhandelingen met de Stichting ,De Wassen Neus', die zich, ten bate van de ontwikkelingslanden, wil toeleggen op de fabri cage van feestartikelen. En dit bedrijf komt binnen redelijke termijn fraai van de grond. De rotjes en zevenklappers vlie gen de omwonenden om de oren, zodat deze produk-t tielijn ingevolge de hinderwet spoedig wordt stilge legd, maar dit tast een verantwoorde bedrijfsvoe ring nauwelijks aan. Paradepaardje en hoofdprodukt blijft immers de wassen neus. een geheel op het jaar lijkse carnaval afgestemd artikel. De wassen neus bepaalt het gezicht van deze charitatieve industrie en de tegenwerpingen, dat het bedrijf daarom erg kwetsbaar en seizoengebonden zou zijn, blijken, zoals de praktijk uitwijst, weinig grond te hebben. Er :s voortdurend behoefte aan wassen neuzen, een be hoefte, die nog schrijnend zal toenemen, nu ons een nieuw evenement in de geschiedenis van de opbloei van Schulpbier wacht: de gewestelijke dag rond het thema .welzijn'. Willem Goedbloed, de trouwhartige hoofdambtenaar is druk en gespannen in de weer met de voorbereidingen van deze dag. Er moet op tijd ge geten worden, want op een lege maag is het slecht- discussiëren. Zijn dienst wil, aan de hand van de re- Bultaten van deze dag, komen tot .actieprogram ma's', als onderdelen van een te voeren welzijnsbe leid en vervolgens .wegen aangeven tot verwezenlij king van een aantal zaken op dit gebied.' Een mooie opgave, vindt Goedbloed, die zich geheel verkneutert bij de idee, dat hij op deze dag zal mo gen kennis nemen van het rapport over een enquête. .Direct na het middaguur" zo belooft de Schuln- biersche Courant in een toelichting op wat de deel nemers te wachten staat, .zullen de "aanwezigen in discussiegroepen van vijftien tot twintig personen worden gesplitst. Aan elke groep wordt een van te voren geïnstrueerde discussieleider en een rapporteur toegevoegd. Voor deze groepsdiscussies, die in afzon derlijke vertrekken zullen worden gehouden, ls vijf kwartier uitgetrokken. De rapporteurs zullen daarna verslag uitbrengen aan een stuurgroep, die op zijn beurt een rapport samenstelt. Dit rapport zal in de weer plena/ire bijeenkomst onderdeel van gesprek uitmaken en ook een rol spelen in de hierna volgen de forumdiscussie, die tevens de afsluiting van de dag vormt.' Dat maakt een solide indruk. Een stuurgroep, een plenaire zitting en een forumdiscussie. Het welzijn wordt toch wel zeer zorgvuldig bewaakt. De dag van het Welzijn is in de Schulpbiersche Courant aangekondigd tegen 6 maart. Daarom is het opmerkelijk reeds op 28 februari in ditzelfde blad een uitvoerig verslag aan te treffen van deze bij eenkomst, onder de kop, die tevens de titel is van aflevering XIV HET GROTE ALTERNATIEF Oplettende lezers zullen misschien nu tegenwerpen dat dit niet zo'n erg moeilijke taak is, omdat dit genre bijeenkomsten een grote mate van uniformi teit vertoont en er dus nog wel ergens een bruikbaar verslag beschikbaar moet zijn. Dit is maar al te waar. Daarom is het een veel groter opgave, het verslag te laten afwijken van de werkelijke gebeur tenissen. De stuurgroep van dit ontsluitingsverhaal zal zich tegen de achtergrond van deze overwegin gen naar vermogen opstellen. Yerseke Nevenstaande foto hebben we opge diept uit de archieven van de heer Glerum, twee kartonnen dozen vol. Op de foto uit 1932 staan de toenmalige korfballers van de Yerse club .Vol harding', gestoken in gelegenheidskleding. De beer J. Glerum, hoofd van de openbare lagere school: Het was ons jaarlijkse feest ten tijde van de car naval'. Nadat iedereen zich een avond lang op zijn carnavals had uitgeleefd, werd dez6 foto van de groepsleut gemaakt. De foto is tevens een zoek- plaatje. Waar staat de beer De feestvierders zijn in de bovenste rij van links naar rechts: Jan Ossewaarde (overl.), Maatje Klaassen, Joop Klos, Dien Bom, Sjaan Nolet, Leuntje Korstanje, Mina Stobbla, Piet van Oeve- ren, Piet van IJsseldijk, Greta Reitsma, Laura van Loo, Neel Scheele, Tim van den Berg, Leun tje Pieterse en Toon van Sprundel. Tweede rij van links naar rechts: Mina van Stee, Dina Pekaar, Clara Schraver, Martina Bom, Wil lem Bom, Kees Pekaar, Sjaantje Hollemans, Job Glerum, Koos Pekaar, Mina Westdorp, Hans Griep, Koos Stobbelaar, Leentje van Boven. Derde rij van links naar rechts: Mina Pols (overl.), Annie Pols, onbekende man en twee onbekende vrouwen in vermomming, Ko Machielse (overl.), Marie van Boven, Keetje Hennekam, Saar Nouse, Pietje Duinkerke. De mannen, liggend op de voorgrond, zijn: H. A. Ossewaarde (links) en Johannes Pekaar (overl.). Voor wie hem gevonden heeft: achter de beretro- nie gaat het gezicht van Maatje Pieterse schuil. Op de bewuste avond heeft iedereen zich suf geprakki seerd wie die beer toch wel was. Na al die jaren ian nog eens deze extra onthulling.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 29