.DE BESTE VORM VAN BESCHERMING IS JE GEDRUKT HOUDEN' PROTESTANTS- EN ROOMS-KATHOLIEK Liever Seaniaarden dan Turken zeeuwse GASTARBEIDERS IN ZEELAND i PASSI0 MAGNA provinciale courant I I III ll|28 14 FEBRUARI 1970 Tussen de 250 en 300 gastarbeiders vinden werk bij Zeeuwse be drijven. De half januari verschenen regeringsnota inzake buiten landse werknemers, die meer op de economische aspecten voor ons land ingaat dan op de sociale gevolgen voor de buitenlandse arbeiders zelf, spreekt van 277 afgegeven geldige werkvergunnin gen in Zeeland per 15 september vorig jaar. Tweehonderd zeven en zeventig van de totaal 56.619 (waarbij niét inbegrepen die bui tenlanders uit EEG-landen die hier werken c.q. die gastarbeiders die al langer dan vijf jaar hier werken). Zeeland staat met dit cijfer op de derde plaats van onderaf in de rij der provincies na Friesland (166) en Groningen (216) en voor Drente (310). Tien jaar geleden telde ons land nog maar 4500 gastarbeiders. Het aantal gastarbeiders in Zeeland verandert bijna met de dag door de toenemende industriële ontwikkeling. Zodra Pechiney doorzet komen er waarschijnlijk enkele tientallen Marokkanen bij in Vlissingen-Oost. Hun aantal is dan inclusief de twintig die bij de Schelde werken gestegen tot zo'n zeventig. Het aantal Joegoslaven neemt in Zeeland voortdurend toe. De Schelde heeft er veertig, aan de kerncentrale in Borssele werken er ook ruim vijftig voor Bredero. Dan zijn er zo'n 27 Spanjaarden, verspreid werkzaam over Zeeland, onder andere in Walsoorden bij de ENKEV. En ook de rond 27 Turken zijn verspreid over Zeeland, onder andere enkele bij Bleyko in Walsoorden. Het aantal Grieken is in Zeeland zeer gering: twee man. Vandaag op deze pagina enige informatie over gastarbeiders in Zeeland en de rest van ons land. Volgende week het tweede, tevens laatste gedeelte. WILL. VERKERK. DRS. BREGMAN ,De buitenlandse werknemer in ons land leeft met ongewoon grote ang sten. Zodra hij weg is uit zijn groeps- familie heeft hij geen bescherming meer. Hij komt met alle mógèlijke vreemde gezagsdragers in Nederland in aanraking. En van huis uit is hij al bang voor gezag, want dat bete kent bij hem in zijn eigen land door gaans willekeur. Dat gezag: zijn hos pita; zijn werkgever, politie, een por tier in een uniform. Door die angst voor dat gezag ontstaat een soort verlamming. De beste vorm van be scherming is daarom maar om je ge drukt te houden. Daarom is de gast arbeider een duldzame figuur. Hij wil zo weinig mogelijk opvallen. Dat ver lamt positieverbetering en hij wordt ook geen lid van een vakbond: mis schien wordt dat wel opgeschreven.' Dat beeld schetst drs C. Bregman, direc teur van de landelijke stichting bijstand buitenlandse werknemers, in Utrecht. Zijn stichting adviseert en coördineert. En kri tiseert, Kritiek uitte de stichting vorige week op de regeringsnota buitenlandse werknemers van de ministers Roolvink, so ciale zaken. Polak, justitie, Nelissen, eco nomische zaken en Klompé, van crm. Hoofdpunten van die krtiek: de nota gaat teveel van een eenzijdig, nationaal econo misch belang uit, zonder dat verder reke ning wordt gehouden met de belangen van de buitenlander en diens land van herkomst. De sociale gevolgen, het .persoonlijk wel bevinden' van de gastarbeiders wordt als een restprobleem behandeld. En voorts: het beleid ten aanzien van de buitenlandse werknemers moet deel uitmaken van een ruimer beleid, dat mede gericht is op ont wikkelingssamenwerking. Maar die ruimere visie is niet te vinden in de regeringsnota. De raad voor de arbeidsmarkt, adviesor gaan voor de regering van de sociaal-eco nomische raad, had ook nogal wat aan merkingen op de nota, die waarschijnlijk in maart in de tweede kamer wordt be handeld. Deze raad acht het onder andere .noodzakelijk dat zo spoedig mogelijk be slissingen worden genomen omtrent het geen in de naaste en wat verdere toekomst dient te worden ondernomen. Ook al wordt het beroep op buitenlandse arbeidskrachten als een onvermijdelijk economisch gegeven oeschouwd, dan is daarmede nog niets ge zegd over de omvang die maximaal aan vaardbaar zou zijn op economische zowel als op andere gronden'. ONZALIG Bregman: ,De werkwijze is nu onzalig. We zoeken de beste en goedkoopste arbeids krachten uit en ddn pas wordt de begelei ding van de gastarbeiders in ons land aan gehaakt aan hun noodzakelijke aanwezig heid. Het is nu nog teveel een zaak van sociale zaken en van werkgevers. Het gemeen schappelijke thema is .winst maken'. Ik heb niets tegen winst maken, dat is nodig voor de continuïteit van een bedrijf, maar verder dan dat komt men niet.' Het vraagstuk van de buitenlandse arbei ders heeft een hele hoop aspec ten. Bijvoorbeeld dat van de verhouding rijke-arme landen. ,De relatie migratie en ontwikkelingssamenwerking, die wordt he emaal niet gezien. Het is niet een zaak van deze vier departementen, het hoort een zaak van een hele regering te zijn. Wie ik in ieder geval in dit overleg mis is minis ter Udink van ontwikkelingshulp. Realise ren we wel wat we doen met het aantrek ken van buitenlandse werknemers Wat er gebeurt in het gevende land, maar ook wat de gevolgen zijn in het ontvangende land, soms ook nadelige gevolgen?' ,Je kimt Je afvragen of de werkgevers, na tuurlijk geldt dat niet voor alle bedrijven, wel voldoende hebben omgekeken naar al ternatieven. Zoals die Vlissingse wasserij: die ging over tot diepte-Investering, tot ar beidsbesparende machines, na rijp beraad. Als mem dat niiet had gedaan dan had men de bedrijfsstructuur niet hoeven aan te passen. Daarom kun je je afvragen of de gastarbeiders onze economische ontwikke ling in het technische vlak misschien niet wat afremmen. De bedrijven zeggen dat ze de mensen nodig hebben. Jawel, maar dat is bedrijfspoiïtiek op korte termijn. Neem de scheepsbouw. Hoe moet die in Europees verband worden geregeld in de toekomst, en de textiel niet te vergeten? Er is een merkwaardige concurrentie: de regering voert een economie die de kloof met de arme landen verbreedt en Udink moet proberen die kloof te overbruggen.' GEEN VAK Dan de kant van het gevende land, het ont wikkelingsland. ,Ja, ze brengen geld mee terug, en het is soms het dubbele waard. Maar taxibedrijfjes en sigarenwinkeliers zijn er doorgaans al genoeg en een klein igrarisch bedrijfje opbouwen maakt ook weinig uit. Vraagt men zich wel eens af welke vakopleiding het gastarbeidersge- vende land het liefst voor zijn mensen zag, waar men wat aan heeft als ze terugko men? Velen vertrekken ongeschoold en ko men ook zo terug. Een vak leren is er niet bij in ons land. Deze Europese mi gratie ontneemt ook impulsen aan de sa menleving. waar de gastarbeiders vandaan komen. Want je krijgt niet alleen onge schoolden en dan nog de beste, die het hardste werken maar ook geschoolde Jk had tien Joegoslavische meisjes gevraagd, liegen voor de wasserij een voor de huishouding van de meis jes, maar ilc heb er van af gezien. Onder andere op advies van de vreemdelingenpolitie die mij er op wees dat ik verantwoordelijk blijf voor de meisjes, ook als ze naar een andere baas gaan, omdat ik ze naar ons land heb gehaald. Mijn aan vraag werd ook opgehouden in Den Haag bij sociale zaken en ook door ie werlmemersorgamisaties. Er werd gezegd eerst móeten de bonden de arbeidsvoorwaarden voor binnelandse werknemers maar eens zien te ver beteren, dan hoef je vanzelf geen buitenlandse aan te trekken. Maar dat is natuurlijk een zwak argument: voor ons soort bedrijven is de ar beidsmarkt erg zwaar, er is geicoon geen personeel te krijgen'. Jlc had een complete woning aan de Bone- dijkestraat ingericht en die was al goedgekeurd ook. Ja, ze zouden duurder zijn voor mij damNeder landse krachten. Ze zouden op twee jarig contract komen, een maand per jaar naar huis. De huisvesting betaalde ilc, de reiskosten ook. Er zou een kleine vergoeding voor het huis komen van de meisjes. Maar waf. wil je. Ik heb nu nog maar drie meisjes in de Mangelstraat, voor de rest arbeidsbesparende machines aangekocht: grote capaciteit 600 la- leens per uur. Het is toch beter zo. Een collega van me heeft veertig meisjes in een buitenhuis in Apel doorn ondergebracht. Ze worden voortdurend belegerd.' Aldus direc teur B. v. d. Linden van wasserij Edelweis in Vlissingen. mensen. Neem Sicilië en Turkije. Je haalt soms een hele gemeenteraad hier heen. Een dorp loopt leeg. Als de mensen terugkomen met geld, lopen de grondprijzen direct op. De grootgrondbezitters verdienen dan het meest. En dat heeft weer tot gevolg dat de dorpsgenoten ook naar het buiten land gedwongen worden te vertrekkem'. .Wie het meeste schuld heeft? Ach, het ge vende land doet ook mee. Bijvoorbeeld als er paspoorten worden afgegeven waarop te weinig kinderen staan vermeld. De ma nier van onderhandelen is af en toe nogal vuil. Zo'n Hassan van Marokko zou moeten zeggen: onze macht is arbeid, dan moeten ze er ook wat voor over hebben. Men moet beide zijden aandringen op verbetering van de structuren, arbeid is duur, dan mag zo'n gevend land ook verwachten dat het ernstig wordt genomen. Dat het een stuk structuurverbetering kan verwachten. De gastarbeiders moeten grondig worden voor bereid op hun nieuwe werkland, maar als ze terugkomen moeten ze ook via een her bemiddelingsbureau werk kunnen vinden.' GEEN STRAF Drs Bregman heeft nog meer wensen. Bij voorbeeld ten aanzien van de werving. Het regeringsbeleid moet de binnenkomst van illegalen zoveel mogelijk tegengaan.' ,De ronselaars worden nooit gestraft, wel de ge- ronselden, die worden meteen over de grens gezet als ze geen werkvergunning hebben. En hoe zit het met de werkgevers? Die gaan ook vrijuit. Maar juist die moeten buitengewoon zwaar worden gestraft, die moeten voor alles aansprakelijk worden gesteld. Er zijn te weinig boetes op het illegaal in dienst nemen van gastarbeiders. En dan gaat het juist nogal eens om be drijven die legaal geen kans meer kregen. Het is moeilijk na te gaan wat de vreem delingendienst van de politie doet. Je hoort alleen wat als ze iets gedaan hebben, niets van te voren. Daarom moet bij een uit zetting nauwkeurig de schuldige worden opgezocht.' Pas de laatste jaren komt de zorg voor de gastarbeiders wat in het vizier van de Ne derlanders. Niemand was erin geïnteres seerd, behalve wie er een economisch of maatschappelijk belang bij had. Het wel zijn van deze werknemers telde haast niet mee. Er zijn nu diverse stichtingen in ons land die zich de problematiek van de gast arbeiders in het ontvangende land aantrek ken op sociaal-cultureel niveau. Het werk wordt flink door de overheid gesubsidieerd. De landelijke stichting bijstand buiten landse werknemers bepleit onder andere een nationaal orgaan dat zorgt voor huis vesting van de gastarbeieders, gesteund door kredietgaranties van de overheid. Zij vraagt ook om meer rechtszekerheid met name wanneer men met uitzetting is be dreigd en dan natuurlijk die vakscholing. Er moet nog heel wat gebeuren. Bregman: ,we moeten nog onderzoeken wat de mo tieven zijn van de gastarbeiders om hier heen te komen, niet alleen om geld te ver dienen, komen ze ook uit protest tegen de toestand in hun eigen land, om hun leven leefbaar te maken? Op grond waar van hebben ze zo weinig behoeften als ze hier zijn, niet alleen zuinigheid, ook die angst speelt een rol. Wat zijn de gevolgen van die migratie in het land van herkomst, hoe is het als een vent zes jaar uit zijn gezin weg is?' Aan de lopende band maken Spanjaarden in Walsoorden samen met Zeeimsch-VUivimgen autostoel/vullingen in een wanne atmosfeer. <Foto PdCJ. Drieduizend vullingen gerubberiseerd paarde- en varkens haar, cocosvezel voor autostoelen- en banken worden per dag gemaakt in een stoffig bedrijf in Walsoorden. Van de vijftig werknemers die aan misbaar makende machines een stukje handenarbeid toevoegen komen er acht uit Spanje. Landar beiders uit het uiterste zuiden, tegen de Portugese grens aan. Een gebied van olijvencultuur. En verder straatarm. Bedrijfsleider J. H. Fokkens van de ENKEV NV, wiens di rectie en hoofdbedrijf in Volendam huist. Walsoorden ver werkt wat uit Volendam komt, haalde de Spanjaarden zelf naar Nederland. Hij kent het gebied, het zuiden kent hem. Hij moet er wel als een afgod worden vereerd, want hij kan je werkgever worden. Het is hier warm werk, je krijgt er haast geen jonge Neder landers meer voor', zegt de heer Fokkens over zijn textielbe- ïrijf. Er zijn ook Turken geweest in Walsoorden. Die hadden irvaring opgedaan in Twente. .Eisten zo'n 180 tot 200 per «veek schoon, die hadden teveel eisen. Nederlanders hebben eigenlijk niet. minder eisen, maar ze weten beter waar ze recht op hebben', aldus de heer Fokkens. Zijn mensen vallen onder de textiel-cao. De Spanjaarden hebben vrije huisvesting. ,Ze wonen fijn, n middenstandswoningen in Kloosterzande.' De mannen doen oelf het huishouden, met kerst waren ze weg. Het huishouden regelen ze zelf. .Van die dikke Spaanse soep met brood. We lebben ze wel wat moeten opvangen wat dat eten betreft. 2e eten geen margarine, dat werd vervangen door reuzel en olijfolie.' Aan recreatie doet zijn bedrijf niets voor de Span jaarden. De heer Fokkens is zeer tevreden over zijn buitenlandse werk- ïemers, die allemaal uit hetzelfde dorp komen. ,Ik heb er wel gehad uit drie verschillende plaatsen, dat gaf toen wel ;ens moeilijkheden, de verhoudingen werden wat gespannen. Dat heb ik nu niet meer.' De Spanjaarden zijn landarbeiders, mennen geen vak. Zuilen het in de Walsoordense fabriek ook niet leren. ,Ze kunnen hier in deze fabriek overal aan 't werk, evenals hun Zeeuwsch-Vlaamse collega's. Daarom kan ik ze juist goed gebruiken', zegt de heer Fokkens. Hij is over veel tevreden, niet helemaal over de medewerking van de overheidsinstanties. ,Men maakt het ons echt niet gemak kelijk. In Den Haag botst het nog wel eens met de formulie ren, niet in Zeeuwsch-Vlaanderen.' ,De ontwikkeling van de oecumene heeft de laatste jaren een stormachtig karakter gela| In Nederland. Door allerlei factoren Is de onderlinge verhouding tussen de kerken ti» caal gewijzigd. Enige tientallen Jaren geleden beschouwden z(j elkaar nog als concurs ten, die soms moeite hadden het burgerlijk fatsoen jegens elkaar In acht te nemen, .v; heeft de overtuiging baan gebroken, dat wij als kerken by elkaar horen, voor één fey staan en slechts tot grote schade van de ons omringende wereld kunnen volharden In scheidenheid'. Dit zijn de eerste zinnen van het boekje: Onze verhouding tot de Rooms-Katholieke Kerk, dat het vorige jaar aanvaard is door de generale synode van de Nederlands Her vormde Kerk en dat onlangs van de pers is gekomen. De aangehaalde eerste alinea van de inleiding geven volkomen de geest waarin dit boekje geschreven is weer. In die inleiding wordt voorts verteld hoe dit de dei-de keer is dat de synode van de hervormde kerk een schrijven doet uitgaan over de verhouding tot haar zusterkerk. Het eerste kwam uit in 1950. Dit was ge heel geschreven vanuit de oude wederzijdse verhoudingen en gebaseerd op officiële ker kelijke uitspraken, encyclieken enz., van uit Rome de wereld ingezonden. Hoe kon men toen ook anders? ,Het was voor het eerst sinds haar bestaan dat de Nederlands Hervormde Kerk officieel in discussie trad met de kerk waarvan zij gedurende meer dan vier eeuwen gescheiden leefde.' Na dien verscheen het bisschoppelijk mande ment van 1954 en dat ondanks het feit dat verschillende vooraanstaande rooms- katholieken hadden betoogd dat zij zich zelf in het hei-vormde herderlijk schrijven niet hadden herkend. Zij waren van een andere geest. Doch dit mandement was ook geheel in de oude be kende stijl. Sindsdien echter kreeg de ont wikkeling een waarlijk .stormachtig karak ter', eerst binnen de R-K Kerk en later ook ln de verhouding tot de andere kerken in ons land. Dit alles werd in sterke ma te gevoed door het optreden van paus Jo hannes XXni (1958-1963) en door het tweede Vaticaans concilie. Dit bracht de synode der Nederlands Hervormde Kerk er- tóe zich opnieuw int te spreken over de R-K Kerk. In 1961 verscheen: ,De Refor matorische houding jegens de Rooms-Ka tholieke Kerk en haar leden.' Men had oog voor de vernieuwingen die er bij Rome te zien waren en vooral voor de grotere aan dacht die men alhier voor die H. Schrift had gekregen. Maar ,Het rooms-ka- tholieke dogma!' ,Een waarachtig oecume nisch perspectief is aan geen van beide zijden ziohtbaar.' En nu hebben we dan Sn handen een nieuw schrijven van de synode der hervormde kerk, dat als ondertitel heeft meegekre gen: .Heroriëntering en appel.' Het is ge schreven in het besef dat er, althans voor ons land, een geheel nieuwe situatie is ontstaan. Deze heeft de synode genoopt te vragen: kunnen we nu nog wel volstaan met de herderlijke brieven van 1950 en 1961. Sedertdien zijn er heel wat contac ten geweest en is er tot op het hoogste niveau tussen beide kerken een gesprek ge weest over verschillend? dingen: over de erkenning van eikaars doop, over de hou ding bij gemengde huwelijken (een drin gend vraagstuk gezien vanuit de vroegere houding in dezen) en zelfs is er gespro ken over oecumenische diensten en over de vraag van avondmaal en eucharistie. Se dertdien ook is de R-K Kerk toegetreden tot de Raad van Kerken in Nederlama Sedertdien ook is het besef aan weerszij den in sterke mate gegroeid: .Rome en Re formatie bevinden zich beide in de maal stroom van het moderne leven. Berde zien zich geplaatst voor vragen van secularisa tie en desacralisatie (De kerk is ook een stuk wereld). Beide weten van een heel stuk .functieverlies' in deze tijd. ,Het zou daarom onjuist zijn het gesprek met Rome te bezwaren met de last van een verle den, waarvoor de huidige generatie geen verantwoordelijkheid meer wil dragen.' Het gesprek Rome-Reformatie is, in ons land althans, op gang. Dit betekent dat, al mag men zich vier eeuwen lang hebben neergelegd bij een scheiding en daarbij alle nadruk hebben gelegd op datgene wat scheiding maakte, men in onze tijd oog heeft gekregen voor de verbondenheid die er toch gebleven is en dat dikwijls on danks de felheid van de tegenstellingen die werdan gecultiveerd. Wij kunnen niet meer leven in de kaders waarin onze voorouders hebben geleefd. Enige weken geleden heeft de r-k prof. H. A. M. Fiolet gesproken op het openbare gedeelte van de classicale vergadering te Goes. In dit dagblad hebt u daarvan een verslag kunnen lezen. Aan het slot van wat hij te zeggen had, zei hij on geveer: in mijn botten zit Trente (het con- cffiie van de contrareformatie)in uw to ten zit Dordrecht. Het gaat er nu om wij toch samen kunnen verder gaan. Etto terwille van Gods schepping. Met deze p. voelens dat we samen voor één taai; ga; komende van Trente en Dordrecht, Is boekje dat de synode van de hervond kerk het licht heeft doen zien, geschrei Dit houdt in dat het allerminst een jukt, kreet is, zo op de manier van: wat ij we het nu met elkaar eens, laten we s maar gauw bij elkaar kruipen! Dit zou e oneerlijke houding wezen. We kunnen a moeten kritisch tegenover elkaar staan. I>; is ieders recht. We moeten het nog wat sterker zeggen. Het is zelfs een om het te doen en dat terwille van de der. Een van de oude Latijnse schrijve zei eens: ik wens geen vriend die rIs h ,ja' knik, het ook doet; dat doet mljnschi. duw veel boter. In geen geval zullen do k«- ken eikaars schaduw mogen zijn. De synod" der hervormde kerk heeft haar vragen» bedenkingen, die niet worden verborgen!; dit boekje. Hoe zou er anders een diakoj een vruchtbaar gesprek kunnen zijn figuur als de paus, met de kroon deronv. baarheid op het hoofd, zoals die zich Inde loop der eeuwen tot 1870 ontwikkeld ted1, ligt geen enkele kerk van de reforms:; ,Een bisschop als centrale figuur op p.;;. vinoiaal of nationaal niveau zou misstak; door sommigen binne die reformatie as vaard kunnen worden.' Wanneer zijn stü echter een geloofspunt wordt, is hij bij 4 reformatie .wezensvreemd'. De verhoudt; van schrift en traditie is ook op heta* de Vaticaans concilie niet duidelijk nis ft verf gekomen. Met wat er gezegd is, ia men nog gemakkelijk alle kaïnten op,,6 zijn situaties denkbaar waarin nis: ft maaltijd des Heren helaas nog niet toto in eikaars avondmaal en eucharistit' geloofsbeleving is anders. De Marions de heiligenverering enz. Doch het bevrijdende dat er in dittaft ligt is wel dat de kritische blik atii- leen wordt gericht op Rome, marre eens op de reformatorische kerkt: het bijzonder op de eigen hcrvormftca, waar maar al te veel de gedachte Kti: eenheid der christenheid ontbroken K Hier zal men moeten nagaan in bra de kerk echt .katholiek' en echt en» lisch Is. Waarom spreken we niet, ai* rooms-katholiek, ook van protested tholiek Hoeveel misstanden komen eol hier niet voor. Wie gaat denken msa avondmaalsopvattingen, kan hier rzk- lijke ervaringen opdoen. De herwra kerk kent dan geen .hiërarchische zie opvattingen', maar in de praktijk rak we hier ook wel weer een soort hiérara; enz. In Goes heeft prof. Fiolet erover gespo ken dat wij in Nederland ln een untó! situatie verkeren. Een bewust protesten; volksdeel woont en leeft samen met rooms-katholiek volksdeel. Door de :e deeldheid zijn ze in het verleden t-u verarmd en is beider gezichtskring verei De ontdekking van deze tijd :s dat oecumenisch elkaar nodig hebben .41 samen kunnen we kerk zijn en samen te- ien we moeten getuigen ,van de zegevier de kracht van Gods liefde in een wereü die ten onder dreigt te gaan door de mad- ten van haat. en oorlog. Zij (namelijM; kerk) predikt het leven daar waar de te! heerst.' We hebben iets verteld uit en rondom to boekje dat de hervormde synode de wadi ln heeft gestuurd met de bedoeling dat to ons aan he>t denken zou zetten. Wie zè nog voor de kerk interesseert kan hisn: winst mee doen. Dit boekje lijkt uitnemend geschikt om te behandelen oj gesprekskringen en zeker op een Rome-Ri- formatiekring. Daar zal men immers i ogenblik weer stuiten op de zaken die aan de orde zijn gesteld, zoals de vragen: wat is de kerk Wat is het gezag van kerk Welke is de plaats van de bijbel in de kerk? enz. Neem het, lees het en ont denk het! Of men het er mee eens is of riet, het werkt in ietier geval bevruchtend. In de weken voor Pasen wordt bijzondere aandacht gegeven aan het lijden van Jezus. Daarvoor zijn (Ie lij densweken immers! Het zou vreenul zijn wanneer op de scholen en in de kei-leen werd gezwegen over het lij den van de Heer. Als van zelfsprekend gaan de preken en de liederen over deze passio magna, dit grote lij den. De Matlliiïuspassion zal weer de duizenden aangrij pen. Over het. lijden van Jezus wordt heel verschillend ge dacht. Is het een tragisch einde geweest van een ge desillusioneerd mens Heeft Hij zijn ideaal niet be reikt. Of heeft Hij zó con sequent. ernst gemaakt met Zijn eigen prediking in de Bergrede, dat Hij wel ten onder móest gaanT Heeft Zij zich tol in het diepste lijden, ja tot m de dood toe solidair willen verklaren met alle anderen die lijden en sterven? Of heeft Hij, door Zich vrijwillig over 'te ge ven aan Zijn vija/nden, wil len laten zien hoe verbijste rend ver zonde en onrecht durven gaanVeel meer vragen zijn zo te stellen Op sommige vragen zeg je .nee', die eerste vraag' b.v. bij anderen aarzel je. Aan het begin van de lij densweken 1970 stellen w< dus maar wéér de vraag wat is nu het eigenlijke, liet wezenlijke van liet lijden van Jezus geweest Deze vraat/ lean dunkt me vanuit de bijbel duidelijk beantwoord worden. Hoeveel andere mo tieven ook meespelen, de meeste nadruk valt bij pro feten en evangelisten en apostelen steeds op de on schuld van Jezus en de schuld der mensen. Zelfs de stadhouder Pontius Pi- lal,us is onder de indruk van deze onschuld van de gevangene. ,lk vind geen sohuld in deze mens!' En verwonderd vraagt - rechter aan de joden heeft Hij dan voor /fiw'1" gedaan?- PihUus' WW» I to/ll UIUIKIIJC. Tegenover deze onsmü van Jezus tekent sichdt schuld der mensen scha? af. En dan hoor je een pro- feet zeggen: ,Oin onze oia- tredingen werd Hij door- boord, om onze ongerech tigheden verbrijzeld, w straf die ons de vrede (ion- brengt. was op Hem endoor Zijn striemen is ons gom- zing geworden.' ln de prediking over fce'W* den van Jezus zullen de., ■lingen de volle onnd®*™. moeten hebben. Hij W zich tot in de dood ova- gegeven tot ons benow. Zo mogen wij geloven en erover zingen. Wij 2 God verzoend door de dooi

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 28