.DE BESTE VORM VAN
BESCHERMING IS JE
GEDRUKT HOUDEN'
PROTESTANTS- EN
ROOMS-KATHOLIEK
Liever Seaniaarden dan Turken
zeeuwse
GASTARBEIDERS
IN ZEELAND
i
PASSI0 MAGNA
provinciale
courant
I I III ll|28
14 FEBRUARI 1970
Tussen de 250 en 300 gastarbeiders vinden werk bij Zeeuwse be
drijven. De half januari verschenen regeringsnota inzake buiten
landse werknemers, die meer op de economische aspecten voor
ons land ingaat dan op de sociale gevolgen voor de buitenlandse
arbeiders zelf, spreekt van 277 afgegeven geldige werkvergunnin
gen in Zeeland per 15 september vorig jaar. Tweehonderd zeven
en zeventig van de totaal 56.619 (waarbij niét inbegrepen die bui
tenlanders uit EEG-landen die hier werken c.q. die gastarbeiders
die al langer dan vijf jaar hier werken). Zeeland staat met dit
cijfer op de derde plaats van onderaf in de rij der provincies na
Friesland (166) en Groningen (216) en voor Drente (310). Tien
jaar geleden telde ons land nog maar 4500 gastarbeiders.
Het aantal gastarbeiders in Zeeland verandert bijna met de dag
door de toenemende industriële ontwikkeling. Zodra Pechiney
doorzet komen er waarschijnlijk enkele tientallen Marokkanen bij
in Vlissingen-Oost. Hun aantal is dan inclusief de twintig die
bij de Schelde werken gestegen tot zo'n zeventig. Het aantal
Joegoslaven neemt in Zeeland voortdurend toe. De Schelde heeft
er veertig, aan de kerncentrale in Borssele werken er ook ruim
vijftig voor Bredero. Dan zijn er zo'n 27 Spanjaarden, verspreid
werkzaam over Zeeland, onder andere in Walsoorden bij de
ENKEV. En ook de rond 27 Turken zijn verspreid over Zeeland,
onder andere enkele bij Bleyko in Walsoorden. Het aantal Grieken
is in Zeeland zeer gering: twee man.
Vandaag op deze pagina enige informatie over gastarbeiders in
Zeeland en de rest van ons land. Volgende week het tweede,
tevens laatste gedeelte.
WILL. VERKERK.
DRS. BREGMAN
,De buitenlandse werknemer in ons
land leeft met ongewoon grote ang
sten. Zodra hij weg is uit zijn groeps-
familie heeft hij geen bescherming
meer. Hij komt met alle mógèlijke
vreemde gezagsdragers in Nederland
in aanraking. En van huis uit is hij
al bang voor gezag, want dat bete
kent bij hem in zijn eigen land door
gaans willekeur. Dat gezag: zijn hos
pita; zijn werkgever, politie, een por
tier in een uniform. Door die angst
voor dat gezag ontstaat een soort
verlamming. De beste vorm van be
scherming is daarom maar om je ge
drukt te houden. Daarom is de gast
arbeider een duldzame figuur. Hij wil
zo weinig mogelijk opvallen. Dat ver
lamt positieverbetering en hij wordt
ook geen lid van een vakbond: mis
schien wordt dat wel opgeschreven.'
Dat beeld schetst drs C. Bregman, direc
teur van de landelijke stichting bijstand
buitenlandse werknemers, in Utrecht. Zijn
stichting adviseert en coördineert. En kri
tiseert, Kritiek uitte de stichting vorige
week op de regeringsnota buitenlandse
werknemers van de ministers Roolvink, so
ciale zaken. Polak, justitie, Nelissen, eco
nomische zaken en Klompé, van crm.
Hoofdpunten van die krtiek: de nota gaat
teveel van een eenzijdig, nationaal econo
misch belang uit, zonder dat verder reke
ning wordt gehouden met de belangen van
de buitenlander en diens land van herkomst.
De sociale gevolgen, het .persoonlijk wel
bevinden' van de gastarbeiders wordt als
een restprobleem behandeld. En voorts: het
beleid ten aanzien van de buitenlandse
werknemers moet deel uitmaken van een
ruimer beleid, dat mede gericht is op ont
wikkelingssamenwerking. Maar die ruimere
visie is niet te vinden in de regeringsnota.
De raad voor de arbeidsmarkt, adviesor
gaan voor de regering van de sociaal-eco
nomische raad, had ook nogal wat aan
merkingen op de nota, die waarschijnlijk
in maart in de tweede kamer wordt be
handeld. Deze raad acht het onder andere
.noodzakelijk dat zo spoedig mogelijk be
slissingen worden genomen omtrent het
geen in de naaste en wat verdere toekomst
dient te worden ondernomen. Ook al wordt
het beroep op buitenlandse arbeidskrachten
als een onvermijdelijk economisch gegeven
oeschouwd, dan is daarmede nog niets ge
zegd over de omvang die maximaal aan
vaardbaar zou zijn op economische zowel
als op andere gronden'.
ONZALIG
Bregman: ,De werkwijze is nu onzalig. We
zoeken de beste en goedkoopste arbeids
krachten uit en ddn pas wordt de begelei
ding van de gastarbeiders in ons land aan
gehaakt aan hun noodzakelijke aanwezig
heid.
Het is nu nog teveel een zaak van sociale
zaken en van werkgevers. Het gemeen
schappelijke thema is .winst maken'. Ik
heb niets tegen winst maken, dat is nodig
voor de continuïteit van een bedrijf, maar
verder dan dat komt men niet.'
Het vraagstuk van de buitenlandse arbei
ders heeft een hele hoop aspec
ten. Bijvoorbeeld dat van de verhouding
rijke-arme landen. ,De relatie migratie en
ontwikkelingssamenwerking, die wordt he
emaal niet gezien. Het is niet een zaak
van deze vier departementen, het hoort een
zaak van een hele regering te zijn. Wie ik
in ieder geval in dit overleg mis is minis
ter Udink van ontwikkelingshulp. Realise
ren we wel wat we doen met het aantrek
ken van buitenlandse werknemers Wat er
gebeurt in het gevende land, maar ook wat
de gevolgen zijn in het ontvangende land,
soms ook nadelige gevolgen?'
,Je kimt Je afvragen of de werkgevers, na
tuurlijk geldt dat niet voor alle bedrijven,
wel voldoende hebben omgekeken naar al
ternatieven. Zoals die Vlissingse wasserij:
die ging over tot diepte-Investering, tot ar
beidsbesparende machines, na rijp beraad.
Als mem dat niiet had gedaan dan had men
de bedrijfsstructuur niet hoeven aan te
passen. Daarom kun je je afvragen of de
gastarbeiders onze economische ontwikke
ling in het technische vlak misschien niet
wat afremmen. De bedrijven zeggen dat ze
de mensen nodig hebben. Jawel, maar dat
is bedrijfspoiïtiek op korte termijn.
Neem de scheepsbouw. Hoe moet die in
Europees verband worden geregeld in de
toekomst, en de textiel niet te vergeten?
Er is een merkwaardige concurrentie: de
regering voert een economie die de kloof
met de arme landen verbreedt en Udink
moet proberen die kloof te overbruggen.'
GEEN VAK
Dan de kant van het gevende land, het ont
wikkelingsland. ,Ja, ze brengen geld mee
terug, en het is soms het dubbele waard.
Maar taxibedrijfjes en sigarenwinkeliers
zijn er doorgaans al genoeg en een klein
igrarisch bedrijfje opbouwen maakt ook
weinig uit. Vraagt men zich wel eens af
welke vakopleiding het gastarbeidersge-
vende land het liefst voor zijn mensen zag,
waar men wat aan heeft als ze terugko
men? Velen vertrekken ongeschoold en ko
men ook zo terug. Een vak leren is er
niet bij in ons land. Deze Europese mi
gratie ontneemt ook impulsen aan de sa
menleving. waar de gastarbeiders vandaan
komen. Want je krijgt niet alleen onge
schoolden en dan nog de beste, die het
hardste werken maar ook geschoolde
Jk had tien Joegoslavische meisjes
gevraagd, liegen voor de wasserij
een voor de huishouding van de meis
jes, maar ilc heb er van af gezien.
Onder andere op advies van de
vreemdelingenpolitie die mij er op
wees dat ik verantwoordelijk blijf
voor de meisjes, ook als ze naar een
andere baas gaan, omdat ik ze naar
ons land heb gehaald. Mijn aan
vraag werd ook opgehouden in Den
Haag bij sociale zaken en ook door
ie werlmemersorgamisaties. Er werd
gezegd eerst móeten de bonden de
arbeidsvoorwaarden voor binnelandse
werknemers maar eens zien te ver
beteren, dan hoef je vanzelf geen
buitenlandse aan te trekken. Maar
dat is natuurlijk een zwak argument:
voor ons soort bedrijven is de ar
beidsmarkt erg zwaar, er is geicoon
geen personeel te krijgen'. Jlc had
een complete woning aan de Bone-
dijkestraat ingericht en die was al
goedgekeurd ook. Ja, ze zouden
duurder zijn voor mij damNeder
landse krachten. Ze zouden op twee
jarig contract komen, een maand
per jaar naar huis. De huisvesting
betaalde ilc, de reiskosten ook. Er
zou een kleine vergoeding voor het
huis komen van de meisjes. Maar
waf. wil je. Ik heb nu nog maar drie
meisjes in de Mangelstraat, voor de
rest arbeidsbesparende machines
aangekocht: grote capaciteit 600 la-
leens per uur. Het is toch beter zo.
Een collega van me heeft veertig
meisjes in een buitenhuis in Apel
doorn ondergebracht. Ze worden
voortdurend belegerd.' Aldus direc
teur B. v. d. Linden van wasserij
Edelweis in Vlissingen.
mensen. Neem Sicilië en Turkije. Je haalt
soms een hele gemeenteraad hier heen. Een
dorp loopt leeg. Als de mensen terugkomen
met geld, lopen de grondprijzen direct op.
De grootgrondbezitters verdienen dan
het meest. En dat heeft weer tot gevolg
dat de dorpsgenoten ook naar het buiten
land gedwongen worden te vertrekkem'.
.Wie het meeste schuld heeft? Ach, het ge
vende land doet ook mee. Bijvoorbeeld als
er paspoorten worden afgegeven waarop
te weinig kinderen staan vermeld. De ma
nier van onderhandelen is af en toe nogal
vuil. Zo'n Hassan van Marokko zou moeten
zeggen: onze macht is arbeid, dan moeten
ze er ook wat voor over hebben. Men moet
beide zijden aandringen op verbetering
van de structuren, arbeid is duur, dan mag
zo'n gevend land ook verwachten dat het
ernstig wordt genomen. Dat het een stuk
structuurverbetering kan verwachten. De
gastarbeiders moeten grondig worden voor
bereid op hun nieuwe werkland, maar als
ze terugkomen moeten ze ook via een her
bemiddelingsbureau werk kunnen vinden.'
GEEN STRAF
Drs Bregman heeft nog meer wensen. Bij
voorbeeld ten aanzien van de werving. Het
regeringsbeleid moet de binnenkomst van
illegalen zoveel mogelijk tegengaan.' ,De
ronselaars worden nooit gestraft, wel de ge-
ronselden, die worden meteen over de grens
gezet als ze geen werkvergunning hebben.
En hoe zit het met de werkgevers? Die
gaan ook vrijuit. Maar juist die moeten
buitengewoon zwaar worden gestraft, die
moeten voor alles aansprakelijk worden
gesteld. Er zijn te weinig boetes op het
illegaal in dienst nemen van gastarbeiders.
En dan gaat het juist nogal eens om be
drijven die legaal geen kans meer kregen.
Het is moeilijk na te gaan wat de vreem
delingendienst van de politie doet. Je hoort
alleen wat als ze iets gedaan hebben, niets
van te voren. Daarom moet bij een uit
zetting nauwkeurig de schuldige worden
opgezocht.'
Pas de laatste jaren komt de zorg voor de
gastarbeiders wat in het vizier van de Ne
derlanders. Niemand was erin geïnteres
seerd, behalve wie er een economisch of
maatschappelijk belang bij had. Het wel
zijn van deze werknemers telde haast niet
mee. Er zijn nu diverse stichtingen in ons
land die zich de problematiek van de gast
arbeiders in het ontvangende land aantrek
ken op sociaal-cultureel niveau. Het werk
wordt flink door de overheid gesubsidieerd.
De landelijke stichting bijstand buiten
landse werknemers bepleit onder andere
een nationaal orgaan dat zorgt voor huis
vesting van de gastarbeieders, gesteund
door kredietgaranties van de overheid. Zij
vraagt ook om meer rechtszekerheid met
name wanneer men met uitzetting is be
dreigd en dan natuurlijk die vakscholing.
Er moet nog heel wat gebeuren. Bregman:
,we moeten nog onderzoeken wat de mo
tieven zijn van de gastarbeiders om hier
heen te komen, niet alleen om geld te ver
dienen, komen ze ook uit protest tegen
de toestand in hun eigen land, om hun
leven leefbaar te maken? Op grond waar
van hebben ze zo weinig behoeften als ze
hier zijn, niet alleen zuinigheid, ook die
angst speelt een rol. Wat zijn de gevolgen
van die migratie in het land van herkomst,
hoe is het als een vent zes jaar uit zijn
gezin weg is?'
Aan de lopende band maken Spanjaarden in Walsoorden samen met Zeeimsch-VUivimgen
autostoel/vullingen in een wanne atmosfeer. <Foto PdCJ.
Drieduizend vullingen gerubberiseerd paarde- en varkens
haar, cocosvezel voor autostoelen- en banken worden per dag
gemaakt in een stoffig bedrijf in Walsoorden. Van de vijftig
werknemers die aan misbaar makende machines een stukje
handenarbeid toevoegen komen er acht uit Spanje. Landar
beiders uit het uiterste zuiden, tegen de Portugese grens aan.
Een gebied van olijvencultuur. En verder straatarm.
Bedrijfsleider J. H. Fokkens van de ENKEV NV, wiens di
rectie en hoofdbedrijf in Volendam huist. Walsoorden ver
werkt wat uit Volendam komt, haalde de Spanjaarden zelf
naar Nederland. Hij kent het gebied, het zuiden kent hem.
Hij moet er wel als een afgod worden vereerd, want hij kan
je werkgever worden.
Het is hier warm werk, je krijgt er haast geen jonge Neder
landers meer voor', zegt de heer Fokkens over zijn textielbe-
ïrijf. Er zijn ook Turken geweest in Walsoorden. Die hadden
irvaring opgedaan in Twente. .Eisten zo'n 180 tot 200 per
«veek schoon, die hadden teveel eisen. Nederlanders hebben
eigenlijk niet. minder eisen, maar ze weten beter waar ze
recht op hebben', aldus de heer Fokkens. Zijn mensen vallen
onder de textiel-cao.
De Spanjaarden hebben vrije huisvesting. ,Ze wonen fijn,
n middenstandswoningen in Kloosterzande.' De mannen doen
oelf het huishouden, met kerst waren ze weg. Het huishouden
regelen ze zelf. .Van die dikke Spaanse soep met brood. We
lebben ze wel wat moeten opvangen wat dat eten betreft.
2e eten geen margarine, dat werd vervangen door reuzel en
olijfolie.' Aan recreatie doet zijn bedrijf niets voor de Span
jaarden.
De heer Fokkens is zeer tevreden over zijn buitenlandse werk-
ïemers, die allemaal uit hetzelfde dorp komen. ,Ik heb er
wel gehad uit drie verschillende plaatsen, dat gaf toen wel
;ens moeilijkheden, de verhoudingen werden wat gespannen.
Dat heb ik nu niet meer.' De Spanjaarden zijn landarbeiders,
mennen geen vak. Zuilen het in de Walsoordense fabriek
ook niet leren. ,Ze kunnen hier in deze fabriek overal aan
't werk, evenals hun Zeeuwsch-Vlaamse collega's. Daarom kan
ik ze juist goed gebruiken', zegt de heer Fokkens. Hij is
over veel tevreden, niet helemaal over de medewerking van
de overheidsinstanties. ,Men maakt het ons echt niet gemak
kelijk. In Den Haag botst het nog wel eens met de formulie
ren, niet in Zeeuwsch-Vlaanderen.'
,De ontwikkeling van de oecumene heeft de laatste jaren een stormachtig karakter gela|
In Nederland. Door allerlei factoren Is de onderlinge verhouding tussen de kerken ti»
caal gewijzigd. Enige tientallen Jaren geleden beschouwden z(j elkaar nog als concurs
ten, die soms moeite hadden het burgerlijk fatsoen jegens elkaar In acht te nemen, .v;
heeft de overtuiging baan gebroken, dat wij als kerken by elkaar horen, voor één fey
staan en slechts tot grote schade van de ons omringende wereld kunnen volharden In
scheidenheid'.
Dit zijn de eerste zinnen van het boekje:
Onze verhouding tot de Rooms-Katholieke
Kerk, dat het vorige jaar aanvaard is door
de generale synode van de Nederlands Her
vormde Kerk en dat onlangs van de pers
is gekomen. De aangehaalde eerste alinea
van de inleiding geven volkomen de geest
waarin dit boekje geschreven is weer. In
die inleiding wordt voorts verteld hoe dit
de dei-de keer is dat de synode van de
hervormde kerk een schrijven doet uitgaan
over de verhouding tot haar zusterkerk.
Het eerste kwam uit in 1950. Dit was ge
heel geschreven vanuit de oude wederzijdse
verhoudingen en gebaseerd op officiële ker
kelijke uitspraken, encyclieken enz., van
uit Rome de wereld ingezonden. Hoe kon
men toen ook anders? ,Het was voor het
eerst sinds haar bestaan dat de Nederlands
Hervormde Kerk officieel in discussie trad
met de kerk waarvan zij gedurende meer
dan vier eeuwen gescheiden leefde.' Na
dien verscheen het bisschoppelijk mande
ment van 1954 en dat ondanks het feit
dat verschillende vooraanstaande rooms-
katholieken hadden betoogd dat zij zich
zelf in het hei-vormde herderlijk schrijven
niet hadden herkend.
Zij waren van een andere geest. Doch dit
mandement was ook geheel in de oude be
kende stijl. Sindsdien echter kreeg de ont
wikkeling een waarlijk .stormachtig karak
ter', eerst binnen de R-K Kerk en later
ook ln de verhouding tot de andere kerken
in ons land. Dit alles werd in sterke ma
te gevoed door het optreden van paus Jo
hannes XXni (1958-1963) en door het
tweede Vaticaans concilie. Dit bracht de
synode der Nederlands Hervormde Kerk er-
tóe zich opnieuw int te spreken over de
R-K Kerk. In 1961 verscheen: ,De Refor
matorische houding jegens de Rooms-Ka
tholieke Kerk en haar leden.' Men had oog
voor de vernieuwingen die er bij Rome te
zien waren en vooral voor de grotere aan
dacht die men alhier voor die H. Schrift
had gekregen. Maar ,Het rooms-ka-
tholieke dogma!' ,Een waarachtig oecume
nisch perspectief is aan geen van beide
zijden ziohtbaar.'
En nu hebben we dan Sn handen een nieuw
schrijven van de synode der hervormde
kerk, dat als ondertitel heeft meegekre
gen: .Heroriëntering en appel.' Het is ge
schreven in het besef dat er, althans voor
ons land, een geheel nieuwe situatie is
ontstaan. Deze heeft de synode genoopt te
vragen: kunnen we nu nog wel volstaan
met de herderlijke brieven van 1950 en
1961. Sedertdien zijn er heel wat contac
ten geweest en is er tot op het hoogste
niveau tussen beide kerken een gesprek ge
weest over verschillend? dingen: over de
erkenning van eikaars doop, over de hou
ding bij gemengde huwelijken (een drin
gend vraagstuk gezien vanuit de vroegere
houding in dezen) en zelfs is er gespro
ken over oecumenische diensten en over de
vraag van avondmaal en eucharistie. Se
dertdien ook is de R-K Kerk toegetreden
tot de Raad van Kerken in Nederlama
Sedertdien ook is het besef aan weerszij
den in sterke mate gegroeid: .Rome en Re
formatie bevinden zich beide in de maal
stroom van het moderne leven. Berde zien
zich geplaatst voor vragen van secularisa
tie en desacralisatie (De kerk is ook een
stuk wereld). Beide weten van een heel
stuk .functieverlies' in deze tijd. ,Het zou
daarom onjuist zijn het gesprek met Rome
te bezwaren met de last van een verle
den, waarvoor de huidige generatie geen
verantwoordelijkheid meer wil dragen.'
Het gesprek Rome-Reformatie is, in ons
land althans, op gang. Dit betekent dat,
al mag men zich vier eeuwen lang hebben
neergelegd bij een scheiding en daarbij alle
nadruk hebben gelegd op datgene wat
scheiding maakte, men in onze tijd oog
heeft gekregen voor de verbondenheid die
er toch gebleven is en dat dikwijls on
danks de felheid van de tegenstellingen die
werdan gecultiveerd. Wij kunnen niet meer
leven in de kaders waarin onze voorouders
hebben geleefd. Enige weken geleden heeft
de r-k prof. H. A. M. Fiolet gesproken
op het openbare gedeelte van de classicale
vergadering te Goes. In dit dagblad hebt u
daarvan een verslag kunnen lezen. Aan het
slot van wat hij te zeggen had, zei hij on
geveer: in mijn botten zit Trente (het con-
cffiie van de contrareformatie)in uw to
ten zit Dordrecht. Het gaat er nu om
wij toch samen kunnen verder gaan. Etto
terwille van Gods schepping. Met deze p.
voelens dat we samen voor één taai; ga;
komende van Trente en Dordrecht, Is
boekje dat de synode van de hervond
kerk het licht heeft doen zien, geschrei
Dit houdt in dat het allerminst een jukt,
kreet is, zo op de manier van: wat ij
we het nu met elkaar eens, laten we s
maar gauw bij elkaar kruipen! Dit zou e
oneerlijke houding wezen. We kunnen a
moeten kritisch tegenover elkaar staan. I>;
is ieders recht. We moeten het nog
wat sterker zeggen. Het is zelfs een
om het te doen en dat terwille van de
der. Een van de oude Latijnse schrijve
zei eens: ik wens geen vriend die rIs h
,ja' knik, het ook doet; dat doet mljnschi.
duw veel boter. In geen geval zullen do k«-
ken eikaars schaduw mogen zijn. De synod"
der hervormde kerk heeft haar vragen»
bedenkingen, die niet worden verborgen!;
dit boekje. Hoe zou er anders een diakoj
een vruchtbaar gesprek kunnen zijn
figuur als de paus, met de kroon deronv.
baarheid op het hoofd, zoals die zich Inde
loop der eeuwen tot 1870 ontwikkeld ted1,
ligt geen enkele kerk van de reforms:;
,Een bisschop als centrale figuur op p.;;.
vinoiaal of nationaal niveau zou misstak;
door sommigen binne die reformatie as
vaard kunnen worden.' Wanneer zijn stü
echter een geloofspunt wordt, is hij bij 4
reformatie .wezensvreemd'. De verhoudt;
van schrift en traditie is ook op heta*
de Vaticaans concilie niet duidelijk nis ft
verf gekomen. Met wat er gezegd is, ia
men nog gemakkelijk alle kaïnten op,,6
zijn situaties denkbaar waarin nis: ft
maaltijd des Heren helaas nog niet toto
in eikaars avondmaal en eucharistit'
geloofsbeleving is anders. De Marions
de heiligenverering enz.
Doch het bevrijdende dat er in dittaft
ligt is wel dat de kritische blik atii-
leen wordt gericht op Rome, marre
eens op de reformatorische kerkt:
het bijzonder op de eigen hcrvormftca,
waar maar al te veel de gedachte Kti:
eenheid der christenheid ontbroken K
Hier zal men moeten nagaan in bra
de kerk echt .katholiek' en echt en»
lisch Is. Waarom spreken we niet, ai*
rooms-katholiek, ook van protested
tholiek Hoeveel misstanden komen eol
hier niet voor. Wie gaat denken msa
avondmaalsopvattingen, kan hier rzk-
lijke ervaringen opdoen. De herwra
kerk kent dan geen .hiërarchische zie
opvattingen', maar in de praktijk rak
we hier ook wel weer een soort hiérara;
enz.
In Goes heeft prof. Fiolet erover gespo
ken dat wij in Nederland ln een untó!
situatie verkeren. Een bewust protesten;
volksdeel woont en leeft samen met
rooms-katholiek volksdeel. Door de :e
deeldheid zijn ze in het verleden t-u
verarmd en is beider gezichtskring verei
De ontdekking van deze tijd :s dat
oecumenisch elkaar nodig hebben .41
samen kunnen we kerk zijn en samen te-
ien we moeten getuigen ,van de zegevier
de kracht van Gods liefde in een wereü
die ten onder dreigt te gaan door de mad-
ten van haat. en oorlog. Zij (namelijM;
kerk) predikt het leven daar waar de te!
heerst.'
We hebben iets verteld uit en rondom to
boekje dat de hervormde synode de wadi
ln heeft gestuurd met de bedoeling dat to
ons aan he>t denken zou zetten. Wie zè
nog voor de kerk interesseert kan hisn:
winst mee doen. Dit boekje lijkt
uitnemend geschikt om te behandelen oj
gesprekskringen en zeker op een Rome-Ri-
formatiekring. Daar zal men immers i
ogenblik weer stuiten op de zaken die
aan de orde zijn gesteld, zoals de vragen:
wat is de kerk Wat is het gezag van
kerk Welke is de plaats van de bijbel in
de kerk? enz. Neem het, lees het en ont
denk het! Of men het er mee eens is of riet,
het werkt in ietier geval bevruchtend.
In de weken voor Pasen
wordt bijzondere aandacht
gegeven aan het lijden van
Jezus. Daarvoor zijn (Ie lij
densweken immers! Het zou
vreenul zijn wanneer op de
scholen en in de kei-leen
werd gezwegen over het lij
den van de Heer. Als van
zelfsprekend gaan de preken
en de liederen over deze
passio magna, dit grote lij
den. De Matlliiïuspassion zal
weer de duizenden aangrij
pen.
Over het. lijden van Jezus
wordt heel verschillend ge
dacht. Is het een tragisch
einde geweest van een ge
desillusioneerd mens
Heeft Hij zijn ideaal niet be
reikt. Of heeft Hij zó con
sequent. ernst gemaakt met
Zijn eigen prediking in de
Bergrede, dat Hij wel ten
onder móest gaanT Heeft
Zij zich tol in het diepste
lijden, ja tot m de dood toe
solidair willen verklaren met
alle anderen die lijden en
sterven? Of heeft Hij, door
Zich vrijwillig over 'te ge
ven aan Zijn vija/nden, wil
len laten zien hoe verbijste
rend ver zonde en onrecht
durven gaanVeel meer
vragen zijn zo te stellen
Op sommige vragen zeg je
.nee', die eerste vraag' b.v.
bij anderen aarzel je.
Aan het begin van de lij
densweken 1970 stellen w<
dus maar wéér de vraag
wat is nu het eigenlijke, liet
wezenlijke van liet lijden van
Jezus geweest Deze vraat/
lean dunkt me vanuit de
bijbel duidelijk beantwoord
worden. Hoeveel andere mo
tieven ook meespelen, de
meeste nadruk valt bij pro
feten en evangelisten en
apostelen steeds op de on
schuld van Jezus en de
schuld der mensen. Zelfs
de stadhouder Pontius Pi-
lal,us is onder de indruk
van deze onschuld van de
gevangene. ,lk vind geen
sohuld in deze mens!' En
verwonderd vraagt -
rechter aan de joden
heeft Hij dan voor /fiw'1"
gedaan?- PihUus' WW»
I to/ll UIUIKIIJC.
Tegenover deze onsmü
van Jezus tekent sichdt
schuld der mensen scha?
af. En dan hoor je een pro-
feet zeggen: ,Oin onze oia-
tredingen werd Hij door-
boord, om onze ongerech
tigheden verbrijzeld, w
straf die ons de vrede (ion-
brengt. was op Hem endoor
Zijn striemen is ons gom-
zing geworden.'
ln de prediking over fce'W*
den van Jezus zullen de.,
■lingen de volle onnd®*™.
moeten hebben. Hij W
zich tot in de dood ova-
gegeven tot ons benow.
Zo mogen wij geloven en
erover zingen. Wij 2
God verzoend door de dooi