de
ontsluiting
van
schulpbier
RETRANCHEMENTS JEUGD
VAN '31
p
zeeawse
courant
21
24 JANUARI 1970
ZATERDAGKRANT
c negende aflevering hebben wc gezien hoe Gerben Pimpel,
omer. een kleine neringdoende, de extractie van het hete hong-
verrichtte, waar een indrukwekkende groep deskundigen faalde,
het ril Gerben, hoewel hij in de lozerhal plotseling een gevierd
is, deie middag niet mee. De zeven stuivers, die hij voor het
ei bedingt, bli|kt niemand op zak te hebben en de betaal-
ie Ide planoloog Van Keuvelen toonde immers genereus zijn
ie betaalpas en fourneerde de kosten van de extractie uit eigen
>11 die men hem offreert, beoordeelt hij als een stukje karton.
ommerli|k in de gleuf van de probleemlozer belandt. En als hij
>n de hit voor
lig op gang
I brengen
daar Brombacher
DEEL X: HET BRONS VOOR DE KRAMER
controleur C, die branchevervaging signaleert, omdat Pimpel zowel
loodgieterswerk verricht als borstelwerk slijt. Voor borstels heeft hij
geen ontheffing, als loodgieter beschikt hij niet over een vakdiploma<
hij is niet ingeschreven bij de kamer van koophandel, hij heeft
geen vestigingsvergunning en geen middenstandsdiploma, kortom
Pimpel is een niet-erkende, wiens bedrijfje onmiddellijk wordt stil
gelegd. Don toont Drilmeijer zich een industrieel met een hart: Ger
ben Pimpel is vanaf die dag portier bij de NV Lozerbouw Drilmeijer,
waar hij echter al spoedig, in verband met zijn pensionering, af
scheid zal nemen. Daarbij zal hem een onderscheiding te beurt val
len, waarvoor alweer Drilmeijer zich beijvert. De man weet niet wol
hij allemaal loswoelt.
Wat in de vorige aflevering rond het afscheid
van Gerben Pimpel nog niet weid aangeroerd:
het is een vervroegde pensionering. Niemand had d.t
kunnen voorzien, totdat men Pimpel in het naar zijn
maten gesneden portiersuniform hees en hem de bij
behorende pet op hèt hoofd plaatste. Pimpel was op
slag een ander mens. In een grote passpiegel bezag
hij zijn gestalte, die, de vervallen trekken tussen
uniform en pet even daargelaten, iets martiaals had
gekregen. De kleermaker, een vakman uit Schulp
bier. had in goud ,NV Lozerbouw - Pimpel' op het
jasje aangebracht, wat aan de hele verschijning, al
thans zo onderging de kramer het zelf, sier en auto
riteit verleende. PimDel was altijd een gemoedelijk,
opgeruimd en inschikkelijk mens geweest, die on
danks zijn Pruisische voorgeslacht de dag wist te
plukken. Hij kon, bij zijn omzwervingen als rond
trekkende -kramer genieten van het moment zelf.
wat maar weinig mensen gegeven is. Die levenskunst
was bij hem, door het simpele van zijn karakter,
zo puur, dat hij iedereen voor zich innam. Maar op
het moment, dat men hem de pet op het hoofd
plaatste, scheen er iets van erfelijke belasting door
te breken. De uitgezakte kaakspieren spanden zich.
hij rechtte de rug, waardoor hij aan lengte won en
zijn oogopslag kreeg iets van het zelfverzekerde
van een man, die zijn verantwoordelijkheden kent
en aankan. Zo verscheen hij. d:e eerste werkdag,
als een geciviliseerde Cerberus in de loze, van waar
uit de portiers een wakend oog heten gaan over
de toegang tot de teireinen van de NV Lozerbouw.
In de lozerhal, dat mag niet onvermeld blijven,
was de produkbie nu mooi op gang gekomen.
Drilmeijer had de vragen van de hoofdredacteur De
Backer ter harte genomen en zodanige wijzigingen
in het prototype laten aanbrengen, dat de verwer
king van een heet hangijzer nu geen bezwaren
meer opleverde. Er was tot dit doel, aan de zijkant
van het apparaat. een aparte smoorgleuf aange
bracht, die aanvankelijk alleen door het lagere
personeel de .doofpot' werd genoemd. De staf nam
deze benaming echter over en later kwam men haar
zelfs tegen in het kleurenfoldertje. dat de afzet van
lozers moest stimuleren. Het bleek een enorm ver
koopargument, want er waren blijkbaar heel wat
instanties, die van tijd tot tijd wat in de doofpot
hadden te stoppen. De NV Lozerbouw kon de vraag
nauwelijks aan. Levertijden van drie tot vier maan
den waren normaal, want waar schaarste is, neemt
de vraag toe. De Schulpbiersche Courant wist zelfs
te melden, dat op de zwarte markt een probleem-
lozer was verhandeld voor het dubbele van de win
kelwaarde. Een gemeente in een naburig gewest had
zich, door een kleine verschrijving in de begroting,
van het eigendom verzekerd en hoofdredacteur Ar-
minius de Backer van de Schulpbiersche Courant
had er onmiddellijk een reportageteam heengezon
den om deze laakbare manipulatie met gemeen
schapsgelden scherp aan de kaak te stellen. Het
pakte anders uiiit. Het team trof in de gewraakte
gemeenschap een bijzonder opgewekt slag mensen
aan, dat zich. bevrijd van rapporten en prognoses,
bevrijd van kommer en zorg, geheel aan het leven
zelf wijdde en met volle teugen genoot van het mo
ment, zoals het zich aandiende. Een opmerkelijke
situatie.
De dienst Welzijnszoi'g, die uiteraard kennis nam
van de reportage, haastte zich deze samenleving
door te lichten. De bevindingen werden vastgelegd
in een rapport. Men moest toegeven, dat men te A.
een gezond, goedgeluimd slag mensen had aange
troffen, dat het werkverzuim aanzienlijk was tei-ug-
gelopen en dat het welzijn hier een optimale hoogte
had bereikt. Maar daarbij vond men het toch wel
bedenkelijk, dat men tijdens heit enquêteren overal
een toenemende introversie had waargenomen en
een subjeotaeve levensbeschouwing, waarin nauwe
lijks plaats was voor pragmatisch denken.
TA. deed de plaatselijke courant het bericht
af met enkele welgekozen zinnen. ,De dienst
Welzijnszorg liet gisteren een rapport verschijnen
over de leefgewoonten in onze goede stad. Het maakt
een verzorgde indruk. De burgemeester zal het nog
vandaag feestelijk in de lozer werpen'. Zo leefde
men te A. weer zorgeloos voort en het behoeft nau
welijks ondersti-eping, dat de geringe, vergeeflijke
verschrijving, die de aanschaf van de lozer moge
lijk maakte, verder geen excuus behoeft.
Door al deze gebeurtenissen had de NV Lozerbouw
de wind mooi in de zeilen en het is bijna onnodig
te zeggen, dat te Schuilpbier de commissarissen
Klaarhamer, Opseyn Wencken en uitvinder Luymen
zich vergenoegd de handen wreven. Dat wierp aar
dag vracht af en waar Wencken altijd de tering
naar de nering wist te zetten, inviteerde hij de
charmante voox-lichtster Dora op de Beek voor eexx
uitstapje naar het nabijgelegen A., waar de lozer
nu al enige tijd tot tevredenheid in gebruik was.
De behandelend geneesheer had Dora intussen ont
slagen van het gips, dat één van haar welgevorm
de benen sdnds een wintersportvakantie gevangen
hield zij was weer geheel de oude. Dora accep
teerde als vanouds, maar het tragische was, dat
het nog tijdens de reis xxaar A. tussen de voorlie.h-
ster en de geziene aristocraat tot een breuk moest
komen. Als vervoenruddel had het tweetal de Deux
Chevaux van de stichting gekozen en met Dora
aan het stuur had Wencken alle gelegenheid rich
ting te geven aan de conversatie. Wencken had de
ochtend voor het vertrek een nota van de invloed
rijke planoloog Van Keuvelen doorgenomen, die de
mentaliteitsrelatie tussen de bevolking van A. en de
funcitie van de probleemlozer belichtte. En, hieruit
citerend, sprak hij over het isolement, waarin deze
mensen verkeerden, een isolement, dat men, indivi
dueel beschouwd, Icon herleiden tot de regulatie tus
sen adaptatie en verwerping, waarin hij zowel sadis
tische als masochistische trekjes hei-kende, alles ui
teraard tegen de achtergrond van integratie in het
destructieve denken van het onaangepaste individu
dat voor een barrière staat, die het verhindert tot
een positieve waardering te komen.
.Ouwehoer' zei Dora op dit moment, ja werkelijk,
zover liet zij zich gaan. Een heel lelijk woord en
dat uit zo'n mooi mondje. Had Wencken de nota maar
in de probleemlozer geworpen. Nu was er alle aan
leiding tot tweedx-acht. Want ook Wencken liet zich
nu geheel gaan. .Analfabete, rotmeid', schold hij, ,je
interesse reikt nauwelijks boven het niveau van het
proletariaat, ais je oom Luymen....'
Luynxen heeft een tic', onderbrak Dora hem, ,en hou
verder je waffel, ik heb genoeg van je stupide ge
wauwel'.
Ja-ja, die Dora is ook niet op haar mondje gevallen
Nauwelijks uit het gips en zij heeft al weer praats
voor tien. Wencken liet zich dit met aanleunen. ,Je
oom Luymen is het slachtoffer van de industrie
neurose'. wees hij de voorlichtster terecht, ,maar
zijn neven-inkomsten uit de NV Lozerbouw zullen
hem in staat stellen in een kuuroord weer geheel
op verhaal te komen. Maar keer nu maar terug,
hot is welletjes geweest'. Zo zag men dus. op rijks
weg 85. de Deux Chevaux van de stichting een
gevaarlijke manoeuvre uitvoeren. Het liep zonder
kleerscheuren af en weinig later wees de neus van
het voertuig in tegenovergetelde richting. Het twee
tal, anders v.er handen op één buik, wendde ge
brouilleerd de steven in de richting Schulpbier.
Met dit alles zijn we lelijk afgedwaald, want in
de portiersloge van. de NV Lozerbouw wacht
immers Gex-ben Pimpel, geheel geüniformeerd en
deswege drager van een militant hoofddeksel, op
de dingen die hem deze eerste morgen als werk
nemer van Drilmeijers bloeiende onderneming zul
len brengen. Hij hoeft niet lang te wachten. De eer
ste, die zich bij de loge aandient is, vroeger dan
ooit uit de veren, mr Liefherluy d'Anmou, hoofd
CC, het Coips Civiel: de overste d'Anmou wenst
Drilmeijer te spreken over het onderwerp bedrijfs
zelfbescherming. .Even een blik in de papieren', bast
Pimpel, die zijn behandeling door de economisch
c-ontroieur Brombacher blijkbaar niet heeft kunnen
vergeten. .D'Anmou is de naam', antwoordt de be
velvoerend overste uit de hoogte, ,mr Liefherluy
d'Anmou. hoofd CC'. .Daar heb ik niets mee te ma
ken' lacht Pimpel geringschattend. ,U kunt wel
zeggen dat u de keizer van Utopia bent. Wij houden
ons hier geheel' aan de letter. Orders van Drilmeijer.
Zo zijn de consignes nu eenmaal. Zolang u niets
toont hoef ik u niet te erkennen. Paragraaf twee
van de voorschriften....'
Hier ondei'breekt d'Anmou hem op scherpe toon.
Maar met de geüniformeerde Pimpel valt niet te
schipperen. Met een veel te energiek gebaar, dat
ongeoefendheid verraadt, trekt hij het loketje dicht,
zodat de loge, een eigentijds optrekje uit glas en
vurehout, een ogenblik aan de greep van de zwaar
tekracht dreigt te ontsnappen. Met opgeheven hoofd
wendt d'Anmou zich af: er rest hem, hoewel hem
dit met het oog op een ontspannen verhouding CC-
bedrijfsleven tegen de borst stuit, niets anders dan
Drilmeijer op zijn eigen bureel te ontbieden.
De tweede, die zich voor het loket opstelt is een lid
van ,The Tigers', een gezelschapje vooraanstaanden
met internationale vertakkingen, dat onlangs Dril
meijer, zij het met enige reserve bij de ballotage,
in zijn midden heeft opgenomen. De man, een ver
zorgde verschijning, wiens gelaat welwillendheid en
eruditie uitstraalt, licht even een voorpand van zijn
overjas, zodat een revers van zijn colbert vrij
komt en het insigne van .The Tigers' zichtbaar
wordt. ,Dit is wel voldoende zeker', meent hij, ,de
heer Drilmeijer verwacht me'.
.Verzoeken om giften aan sportverenigingen schrif
telijk indienen' zegt Pimpel op vlakke, bijna gerou
tineerde toon, voor hij het loketje andex-maal dreu
nend dichtslaat.
Het is duidelijk, dat dit zo niet door kan gaan.
Latex- op de morgen verschijnen nog twee in
vloedrijke relaties van Lozerbouw aan het loketje,
die met het optreden van Pimpel maar weinig inge
nomen zijn. Zij zijn. in de agenda van Drilmeijers
secretaresse genoteerd voor elf uur en zaj komen,
zoals zij Pimpel omstandig uitleggen, voor een zaak
van de hoogste urgentie.
.Urgentie?' toont de goudbetreste portier zich ver
baasd, ,het gaat om vergunningen en erkenningen.
Zolang u die niet toont, bestaat u formeel niet en
kan ik niets voor u doen.' Het laat zich begrij
pen, dat een dergelijke behandeling wrevel wekt.
Daar komt dan nog eens bij, dat op dit moment
de kleinlandbouwer Besuijen, die met Drilmeijer
onderhandelt over een recht van uitweg, vrijelijk
de loge passeext met een vriendelijk, landelijk ge
plaatst ,Mogge Pimpel'. ,In orde Besuijen' groet Pim
pel vriendelijk en dan is het hek van de dam. Wij
staan voor een ernstig conflict, een geschil dat hoog
zal oplopen, want de twee invloedrijke relaties, die
nota bene de afzet van lozers in het buitenland be
hartigen, wensen nu ook van dit wachtwoord ge
bruik te maken en betreden onder het uitroepen
van .Mogge Pimpel' het terrein. Hier gebeurt iets
bijzonders: de relaties nemen het recht in eigen
hand. Zij willen zomaar, zonder papieren, de loge
passeren. In feite is dit al gebeurd, want met fer
me pas bewegen zij zich nu in de richting van de
Lozerhal, nagezeten door een tot het uiterste gedre
ven Pimpel, die onder he' uiten van verschrikkelijke
verwensingen het tweetal in de rug aanvalt. Het is,
ondanks de nummerieke minderheid van Pimpel,
een ongelijke strijd. Pimpel is weinig bedreven in
het gevecht van man-tot-man, maar in dit handge
meen geeft de aantasting van zijn vensverworveri
autoriteit hem ongekende krachten. Zijn mooie uni
form is nauwelijks verfomfaaid als hij zich in de
marge van het strijdtoneel opstelt. Hij heeft zijn
beide legenstandei-s geheel in de modder gewerkt en
over het terrein van de NV Lozerbouw huilt nu de
bedrijfssirene in stoten, die. voor wie-de code kent.
het uitrukken van de bednjfs-EHBO verlangen. Pim
pel heeft hard toegeslagen en het lijkt er op, dat
hij de relaties geheel heeft afgestoten. Een lelijke
zaak. Het is begrijpelijk, dat het reeds gedurende
de eei'sle dag van Pimpels dienstvei'band klachten
regent.
Drilmeijer. wie de zoi'gen niet bespaard blijven, zit
geheel met de handen in het haar. .Geef me z'n
conduitestaat' verlangt hij, maar het valt het hoofd
personeel zwaar aan dit verlangen te voldoen; Pim
pel is nog maar een dag in dienst en over het ver
leden zegt de staat alleen ,een zeer gezien kramer'.
Ach, het laat zich allemaal zo goed begrijpen
Pimpel ds geheel aangestoken door zijn onder
vraging door Brombacher, zijn daaropvolgende om
zetting uit het ambt van kramer en hij denkt, dal
liet nu allemaal zo hoort. Het goudbestikte uniform
heeft daar weinig goed aan gedaan. .Vervroegd pen
sioen' besluit Dinlmeijer en omdat de herinnering
aam de extractie van het hete hangijzer hem nog
vers in het geheugen ligt, voegt hij er nog aan
toe: .en een onderscheiding'.
En daar staan wij warempel alweer voor een com
plicatie. Het toekennen van een onderscheiding be
hoort niet tot Drilmeijers competentie, het is eer
zaak van burgemeester Klaarhamer, die in deze
uitsluitend een voordracht kan doen. Volgen we nu
het telefonische contact tussen de industrieel en
Schulpbiers eerste burger, dat. zoals wij zullen zien.
heel wat voeten in de aarde heeft. Drilmeijer was
wat onfortuinlijk xn het kiezen van het moment
voor dit contact, want tot de werkkamer van Klaar
hamer was juist toegelaten mr Liefherluy d'Anmou,
die een klacht wenste te deponeren over zijn behan
deling op het Lozerterrein. Maar Drilmeijer had do
zaak snel uit de doeken. Gerben Pimpel, kramer
in ruste, zou afscheid nemen als portier bij Lozer
bouw en kwam thans een onderscheiding toe. Klaar
hamer had er alle begrip voor en terwijl d'Anmou
discreet het vertrek verliet, concludeerde hij ,dat
wordt dan brons'. Andermaal was het hek van de
dam. .Brons! veerde Drilmeijer op, 'brons!
Het uitroepteken en het vraagteken kon Klaarha
mer uiteraard niet zien. maar de toon van de indu
strieel liet weinig vragen open. .Er staat nu een
maal brons voor', meende Klaarhamer, ,haj waa
niet in overheidsdienst en bovendien een niet-er
kende kleine neringdoende, verder dan brons kan ik,
qua gewicht, niet gaan, anders scheppen we een
precedent'.
.Zilver' riep Drilmeijer, .zilver moet haalbaar zijn,
hij heeft, waar anderen faalden, de extractie van
het hangijzer op zijn naam gebracht'.
Klaarhamer moest de situatie even overdenken. Hij
kwam spoedig met een tegenvoorstel. .D'Anmou
was hier', zo onthulde hij, .met een klacht over
Pimpel, een gegronde klacht, naar ik meen. Het zou,
mede om de gemoederen wat te sussen,
zijn. hem ook een onderscheiding te verlenen,
is minstens al weer een jaar geleden en het is een
man van grote vei-diensten. Zilver voor Pimpel en
d'Anmou officier, Ik heb het al nagekeken, straf
rechtelijk is er geen enkel bezwaar'. Drilmeijer, de
man van de primaire reactie, had onmiddellijk zijn
weerwoord klaar: .Padder is genoeg, dan maar
brons voor de kramer'.
Zo kwamen de partijen tot elkaar en viel Ger
ben Pimpel bij zijn afscheid het brons toe.
Betreden wij nu andermaal de Lozerhal, die ditmaal
luisterrijk is versierd in verband met de komende
feestelijke gebeurtenissen. De regelmatige lezers van
dit verhaal moeten dan nog over een onbeduidend
feit worden geïnformeerd: mr Liefherluy d'Anmou
is, na de bespreking met Drilmeijer over de be
drijfszelfbescherming, toegetreden tot het college
van commissarissen van de NV Lozerbouw. Van
daar, dat de voortvarende vennootschap deze dag
twee feestvarkens in haar midden heeft, d'Anmou en
Pimpel, die geheel vooraan, tussen de bloem van
Schulpbier, zitten te popelen. D'Anmou mag, na
verschillende opwekkende, welgemeende toespraken
het eerst naar voren komen om zich door Klaar
hamer te laten ridderen. Hij is geheel in ornaat.
Het gala-uniform van het CC, het corps-civiel, flat
teert hem bijzonder en waar in het verleden de on
derscheidingen zijn deur niet voorbij zijn gegaan,
treedt hij rinkelend voorwaarts, de tors onder het
gewicht van alle erkenningen moeizaam bollend.
Klaarhamer heeft er moeite mee, een geschikt
plaatsje te vinden voor het ridderschap, maar het
lukt hem, door ervaring, tóch en zo kon d'Anmou,
onder applaus, terugtreden naar zijn plaatsje naast
Pimpel, die zich voor deze gelegenheid door een er
kend barbier heeft laten behandelen en een geheel
nieuw overhemd heeft aangetrokken. .Het heeft Dril
meijer... eh ,xk meen Hare Majesteit behaagd', zo
begint Klaarhamer, ,U te onderscheiden met de ere
medaille in brons, verbonden....'
,PWk 'm d'r op' nodagt Pimpel hem uit, die reeds
tot het katheder is doorgedrongen, .vooruit maar,
u hebt een vrij veld'.
De kramer heeft gelijk. HIJ heeft een onbevlekte
tors, die hij thans nodend vooi-waarts drukt, als
een body-builder, die om erkenning vraagt. Klaar
hamer laat de rest van zijn toespraak verschrikt
rusten en begint wat verstoord met de bevesti
ging van de medaille.
.Kim je daar wat voor kopen?' Informeert Pimpel,
terug op zijn plaats, bij d'Anmou. .Waratje, dit is
geen betaalmiddel', reageert d'Anmou. ,dit is een
erezaak'. Pimpel verzinkt nu in een diep gepeins.
Maar omdat het voor velen moeilijk is, zich in de
gedachten van de kramer te vei-plaatsen, kunnen wij
beter terugkeren tot de gebeurtenissen in de Lozer
hal, waar thans Willem Goedbloed, hoofdambtenaar
bij de dienst Welzijnszorg, zijn felicitatietoespraak
houdt. De goedwillende Goedbloed ie zo ondoordacht
geweest, een citaat te kiezen uit de werken van
Carmiggelt, een wel erg links georiënteerd schrij
ver, die het tehuis .Bronbeek' voor rustend mili
tairen heeft gezocht. Daar heeft hij een met bloe
men omrankt portret gezien van een sergeant der
eerste klasse, die ten tijde van de kolonisatie, in
het afgelegen Indië. door opstandige inlanders is
doodgemarteld. Men heeft hem. zo blijkt uit het on
derschrift. bij volle bewustzijn, zowat alles afge
sneden en postuum is hem hiervoor de militaire
Willemsorde der vierde klasse toegekend. Wat zou
men, zo vroeg de opruiende schrijver zich af, dan
wel niet moeten doen voor het verwerven der mili
taire Willemsorde der derde klasse Men zal begrij
pen, dat Willem Goedbloed weer eens geheel heeft
misgegrepen.
|V*aar onder deze omstandigheden betast de kra
mer Pimpel nog eens wantrouwend het brons,
dat hem zo onverwacht is toegevallen. Het is een
erezaak, heeft d'Anmou hem verzekerd. Maar hij
:s een voortrollende sneeuwbal vol twijfel. D'Anmou
zelf heeft weinig moeite met het verwerken van
de nieuwe aanwinst. De laatste loze plaats op zijn
gala-uniform ls fraai gevuld en niets staat thans meer
zijn verkiezing in de weg als lid van het geweste
lijk bestuur van Schulpbier. Hij is, en dat is een
veiTassend nieuwtje, lijsttrekker van IA '70, het In
formeel Akkoord, dat het allemaal wel eens over
een andere boeg wenst te gooien. De kleinlandbou
wer Besuijen staat, als inbreng van de agrari
sche stand, als nummer twee op de lijst, en op
de wervende affiche van IA'70 ziet men een geld-
schijtend ezeltje, een t plofte voor een zorgenvrije
toekomst. Ja-ja, of liever ia-ia, dat belooft wat. Maar
daarover meer in aflevering XI
EEN ZETEL VOOR HET
'NFORMEEL AKKOORD
Al sinds ju ren staat cr in Retranriicment een openbare lagere
school. Het is bovendien de enige lagere school in het Zeeuwsvlaam-
se dorp. Deze ,kiek' toont de 57 leerlingen, die dc school in 1931 had.
De foto werd gemaakt ter gelegenlxeid van de intrede van burge
meester A. Leenhouts. Vandaar dat op deze schoolfoto ook wet
houder J .de Bruine, gemeentesecretaris Brakman en de burge
meester staan (niet echtgenotes).
Bovenste ry (vlnr): gemeentesecretaris Brakman, wethouder J. de
Bruijne, Koos Brakman, Ivo van Hanegem, -Jan Risseeuw, Jacob
Basting, Abraham Basting, Hendrik Ëversdyk, Jan Baas, Klaas
Zwier, Jan de Smidt, Johan Vereauteren, Manis Schouten (over
leden), Rio van der Bussche, Rie Basting, Saar Eversdijk, Saar
Risseeuw, Huib Tollenaar, de hoofdonderwijzer J. A. van Houte,
mevrouw Leenhouts en burgemeester Leenhouts (met ambtsketen).
tweede ry (vlnr): mevrouw Brakman, onderwijzeres mej. Ris
seeuw (nu 86 jaar), Nellie Souvain, Marie Risseeuw. Catharina
ereaiitereii. clara v erher..rugge, tlarie Gufrand. Jacob van
Houte (overleden). Piet van Hanegem, Jan Robijn, Jaco de Voldere,
•tizanna Beun, Daniël Basting, Abraham Deij. Willem Basting,
Piet Basting. Henk de Ridder, mevrouw De Bruijne (overleden)
aa mej. S- Koele.
Derde rij (vlnr): Jaap Risseeuw, Petrus Souvain, Daar Beun, Jo
:1e Ridder. Lena Yerkeste, Saar Basting, Lena Ëversdyk, Cato Vin-
chiere, Jo Eversdijk. Snus van Grol. Lopn Zwier en Cohiè Leen
houts.
Onderste ry (vlnr). Janc de Gardcyn, Dimia de Visser, Janna van
der Bussche, Jo Buijze, Corrie de Bruyne, Dina Eversdijk, Catharina
Goossen, Rie de Ridder, Marie de Voldere, Levien Basting, Jaap van
Hanegem, Henk den Hamer en Piet Vereauteren.