de ontsluiting van schulpbier RETRANCHEMENTS JEUGD VAN '31 p zeeawse courant 21 24 JANUARI 1970 ZATERDAGKRANT c negende aflevering hebben wc gezien hoe Gerben Pimpel, omer. een kleine neringdoende, de extractie van het hete hong- verrichtte, waar een indrukwekkende groep deskundigen faalde, het ril Gerben, hoewel hij in de lozerhal plotseling een gevierd is, deie middag niet mee. De zeven stuivers, die hij voor het ei bedingt, bli|kt niemand op zak te hebben en de betaal- ie Ide planoloog Van Keuvelen toonde immers genereus zijn ie betaalpas en fourneerde de kosten van de extractie uit eigen >11 die men hem offreert, beoordeelt hij als een stukje karton. ommerli|k in de gleuf van de probleemlozer belandt. En als hij >n de hit voor lig op gang I brengen daar Brombacher DEEL X: HET BRONS VOOR DE KRAMER controleur C, die branchevervaging signaleert, omdat Pimpel zowel loodgieterswerk verricht als borstelwerk slijt. Voor borstels heeft hij geen ontheffing, als loodgieter beschikt hij niet over een vakdiploma< hij is niet ingeschreven bij de kamer van koophandel, hij heeft geen vestigingsvergunning en geen middenstandsdiploma, kortom Pimpel is een niet-erkende, wiens bedrijfje onmiddellijk wordt stil gelegd. Don toont Drilmeijer zich een industrieel met een hart: Ger ben Pimpel is vanaf die dag portier bij de NV Lozerbouw Drilmeijer, waar hij echter al spoedig, in verband met zijn pensionering, af scheid zal nemen. Daarbij zal hem een onderscheiding te beurt val len, waarvoor alweer Drilmeijer zich beijvert. De man weet niet wol hij allemaal loswoelt. Wat in de vorige aflevering rond het afscheid van Gerben Pimpel nog niet weid aangeroerd: het is een vervroegde pensionering. Niemand had d.t kunnen voorzien, totdat men Pimpel in het naar zijn maten gesneden portiersuniform hees en hem de bij behorende pet op hèt hoofd plaatste. Pimpel was op slag een ander mens. In een grote passpiegel bezag hij zijn gestalte, die, de vervallen trekken tussen uniform en pet even daargelaten, iets martiaals had gekregen. De kleermaker, een vakman uit Schulp bier. had in goud ,NV Lozerbouw - Pimpel' op het jasje aangebracht, wat aan de hele verschijning, al thans zo onderging de kramer het zelf, sier en auto riteit verleende. PimDel was altijd een gemoedelijk, opgeruimd en inschikkelijk mens geweest, die on danks zijn Pruisische voorgeslacht de dag wist te plukken. Hij kon, bij zijn omzwervingen als rond trekkende -kramer genieten van het moment zelf. wat maar weinig mensen gegeven is. Die levenskunst was bij hem, door het simpele van zijn karakter, zo puur, dat hij iedereen voor zich innam. Maar op het moment, dat men hem de pet op het hoofd plaatste, scheen er iets van erfelijke belasting door te breken. De uitgezakte kaakspieren spanden zich. hij rechtte de rug, waardoor hij aan lengte won en zijn oogopslag kreeg iets van het zelfverzekerde van een man, die zijn verantwoordelijkheden kent en aankan. Zo verscheen hij. d:e eerste werkdag, als een geciviliseerde Cerberus in de loze, van waar uit de portiers een wakend oog heten gaan over de toegang tot de teireinen van de NV Lozerbouw. In de lozerhal, dat mag niet onvermeld blijven, was de produkbie nu mooi op gang gekomen. Drilmeijer had de vragen van de hoofdredacteur De Backer ter harte genomen en zodanige wijzigingen in het prototype laten aanbrengen, dat de verwer king van een heet hangijzer nu geen bezwaren meer opleverde. Er was tot dit doel, aan de zijkant van het apparaat. een aparte smoorgleuf aange bracht, die aanvankelijk alleen door het lagere personeel de .doofpot' werd genoemd. De staf nam deze benaming echter over en later kwam men haar zelfs tegen in het kleurenfoldertje. dat de afzet van lozers moest stimuleren. Het bleek een enorm ver koopargument, want er waren blijkbaar heel wat instanties, die van tijd tot tijd wat in de doofpot hadden te stoppen. De NV Lozerbouw kon de vraag nauwelijks aan. Levertijden van drie tot vier maan den waren normaal, want waar schaarste is, neemt de vraag toe. De Schulpbiersche Courant wist zelfs te melden, dat op de zwarte markt een probleem- lozer was verhandeld voor het dubbele van de win kelwaarde. Een gemeente in een naburig gewest had zich, door een kleine verschrijving in de begroting, van het eigendom verzekerd en hoofdredacteur Ar- minius de Backer van de Schulpbiersche Courant had er onmiddellijk een reportageteam heengezon den om deze laakbare manipulatie met gemeen schapsgelden scherp aan de kaak te stellen. Het pakte anders uiiit. Het team trof in de gewraakte gemeenschap een bijzonder opgewekt slag mensen aan, dat zich. bevrijd van rapporten en prognoses, bevrijd van kommer en zorg, geheel aan het leven zelf wijdde en met volle teugen genoot van het mo ment, zoals het zich aandiende. Een opmerkelijke situatie. De dienst Welzijnszoi'g, die uiteraard kennis nam van de reportage, haastte zich deze samenleving door te lichten. De bevindingen werden vastgelegd in een rapport. Men moest toegeven, dat men te A. een gezond, goedgeluimd slag mensen had aange troffen, dat het werkverzuim aanzienlijk was tei-ug- gelopen en dat het welzijn hier een optimale hoogte had bereikt. Maar daarbij vond men het toch wel bedenkelijk, dat men tijdens heit enquêteren overal een toenemende introversie had waargenomen en een subjeotaeve levensbeschouwing, waarin nauwe lijks plaats was voor pragmatisch denken. TA. deed de plaatselijke courant het bericht af met enkele welgekozen zinnen. ,De dienst Welzijnszorg liet gisteren een rapport verschijnen over de leefgewoonten in onze goede stad. Het maakt een verzorgde indruk. De burgemeester zal het nog vandaag feestelijk in de lozer werpen'. Zo leefde men te A. weer zorgeloos voort en het behoeft nau welijks ondersti-eping, dat de geringe, vergeeflijke verschrijving, die de aanschaf van de lozer moge lijk maakte, verder geen excuus behoeft. Door al deze gebeurtenissen had de NV Lozerbouw de wind mooi in de zeilen en het is bijna onnodig te zeggen, dat te Schuilpbier de commissarissen Klaarhamer, Opseyn Wencken en uitvinder Luymen zich vergenoegd de handen wreven. Dat wierp aar dag vracht af en waar Wencken altijd de tering naar de nering wist te zetten, inviteerde hij de charmante voox-lichtster Dora op de Beek voor eexx uitstapje naar het nabijgelegen A., waar de lozer nu al enige tijd tot tevredenheid in gebruik was. De behandelend geneesheer had Dora intussen ont slagen van het gips, dat één van haar welgevorm de benen sdnds een wintersportvakantie gevangen hield zij was weer geheel de oude. Dora accep teerde als vanouds, maar het tragische was, dat het nog tijdens de reis xxaar A. tussen de voorlie.h- ster en de geziene aristocraat tot een breuk moest komen. Als vervoenruddel had het tweetal de Deux Chevaux van de stichting gekozen en met Dora aan het stuur had Wencken alle gelegenheid rich ting te geven aan de conversatie. Wencken had de ochtend voor het vertrek een nota van de invloed rijke planoloog Van Keuvelen doorgenomen, die de mentaliteitsrelatie tussen de bevolking van A. en de funcitie van de probleemlozer belichtte. En, hieruit citerend, sprak hij over het isolement, waarin deze mensen verkeerden, een isolement, dat men, indivi dueel beschouwd, Icon herleiden tot de regulatie tus sen adaptatie en verwerping, waarin hij zowel sadis tische als masochistische trekjes hei-kende, alles ui teraard tegen de achtergrond van integratie in het destructieve denken van het onaangepaste individu dat voor een barrière staat, die het verhindert tot een positieve waardering te komen. .Ouwehoer' zei Dora op dit moment, ja werkelijk, zover liet zij zich gaan. Een heel lelijk woord en dat uit zo'n mooi mondje. Had Wencken de nota maar in de probleemlozer geworpen. Nu was er alle aan leiding tot tweedx-acht. Want ook Wencken liet zich nu geheel gaan. .Analfabete, rotmeid', schold hij, ,je interesse reikt nauwelijks boven het niveau van het proletariaat, ais je oom Luymen....' Luynxen heeft een tic', onderbrak Dora hem, ,en hou verder je waffel, ik heb genoeg van je stupide ge wauwel'. Ja-ja, die Dora is ook niet op haar mondje gevallen Nauwelijks uit het gips en zij heeft al weer praats voor tien. Wencken liet zich dit met aanleunen. ,Je oom Luymen is het slachtoffer van de industrie neurose'. wees hij de voorlichtster terecht, ,maar zijn neven-inkomsten uit de NV Lozerbouw zullen hem in staat stellen in een kuuroord weer geheel op verhaal te komen. Maar keer nu maar terug, hot is welletjes geweest'. Zo zag men dus. op rijks weg 85. de Deux Chevaux van de stichting een gevaarlijke manoeuvre uitvoeren. Het liep zonder kleerscheuren af en weinig later wees de neus van het voertuig in tegenovergetelde richting. Het twee tal, anders v.er handen op één buik, wendde ge brouilleerd de steven in de richting Schulpbier. Met dit alles zijn we lelijk afgedwaald, want in de portiersloge van. de NV Lozerbouw wacht immers Gex-ben Pimpel, geheel geüniformeerd en deswege drager van een militant hoofddeksel, op de dingen die hem deze eerste morgen als werk nemer van Drilmeijers bloeiende onderneming zul len brengen. Hij hoeft niet lang te wachten. De eer ste, die zich bij de loge aandient is, vroeger dan ooit uit de veren, mr Liefherluy d'Anmou, hoofd CC, het Coips Civiel: de overste d'Anmou wenst Drilmeijer te spreken over het onderwerp bedrijfs zelfbescherming. .Even een blik in de papieren', bast Pimpel, die zijn behandeling door de economisch c-ontroieur Brombacher blijkbaar niet heeft kunnen vergeten. .D'Anmou is de naam', antwoordt de be velvoerend overste uit de hoogte, ,mr Liefherluy d'Anmou. hoofd CC'. .Daar heb ik niets mee te ma ken' lacht Pimpel geringschattend. ,U kunt wel zeggen dat u de keizer van Utopia bent. Wij houden ons hier geheel' aan de letter. Orders van Drilmeijer. Zo zijn de consignes nu eenmaal. Zolang u niets toont hoef ik u niet te erkennen. Paragraaf twee van de voorschriften....' Hier ondei'breekt d'Anmou hem op scherpe toon. Maar met de geüniformeerde Pimpel valt niet te schipperen. Met een veel te energiek gebaar, dat ongeoefendheid verraadt, trekt hij het loketje dicht, zodat de loge, een eigentijds optrekje uit glas en vurehout, een ogenblik aan de greep van de zwaar tekracht dreigt te ontsnappen. Met opgeheven hoofd wendt d'Anmou zich af: er rest hem, hoewel hem dit met het oog op een ontspannen verhouding CC- bedrijfsleven tegen de borst stuit, niets anders dan Drilmeijer op zijn eigen bureel te ontbieden. De tweede, die zich voor het loket opstelt is een lid van ,The Tigers', een gezelschapje vooraanstaanden met internationale vertakkingen, dat onlangs Dril meijer, zij het met enige reserve bij de ballotage, in zijn midden heeft opgenomen. De man, een ver zorgde verschijning, wiens gelaat welwillendheid en eruditie uitstraalt, licht even een voorpand van zijn overjas, zodat een revers van zijn colbert vrij komt en het insigne van .The Tigers' zichtbaar wordt. ,Dit is wel voldoende zeker', meent hij, ,de heer Drilmeijer verwacht me'. .Verzoeken om giften aan sportverenigingen schrif telijk indienen' zegt Pimpel op vlakke, bijna gerou tineerde toon, voor hij het loketje andex-maal dreu nend dichtslaat. Het is duidelijk, dat dit zo niet door kan gaan. Latex- op de morgen verschijnen nog twee in vloedrijke relaties van Lozerbouw aan het loketje, die met het optreden van Pimpel maar weinig inge nomen zijn. Zij zijn. in de agenda van Drilmeijers secretaresse genoteerd voor elf uur en zaj komen, zoals zij Pimpel omstandig uitleggen, voor een zaak van de hoogste urgentie. .Urgentie?' toont de goudbetreste portier zich ver baasd, ,het gaat om vergunningen en erkenningen. Zolang u die niet toont, bestaat u formeel niet en kan ik niets voor u doen.' Het laat zich begrij pen, dat een dergelijke behandeling wrevel wekt. Daar komt dan nog eens bij, dat op dit moment de kleinlandbouwer Besuijen, die met Drilmeijer onderhandelt over een recht van uitweg, vrijelijk de loge passeext met een vriendelijk, landelijk ge plaatst ,Mogge Pimpel'. ,In orde Besuijen' groet Pim pel vriendelijk en dan is het hek van de dam. Wij staan voor een ernstig conflict, een geschil dat hoog zal oplopen, want de twee invloedrijke relaties, die nota bene de afzet van lozers in het buitenland be hartigen, wensen nu ook van dit wachtwoord ge bruik te maken en betreden onder het uitroepen van .Mogge Pimpel' het terrein. Hier gebeurt iets bijzonders: de relaties nemen het recht in eigen hand. Zij willen zomaar, zonder papieren, de loge passeren. In feite is dit al gebeurd, want met fer me pas bewegen zij zich nu in de richting van de Lozerhal, nagezeten door een tot het uiterste gedre ven Pimpel, die onder he' uiten van verschrikkelijke verwensingen het tweetal in de rug aanvalt. Het is, ondanks de nummerieke minderheid van Pimpel, een ongelijke strijd. Pimpel is weinig bedreven in het gevecht van man-tot-man, maar in dit handge meen geeft de aantasting van zijn vensverworveri autoriteit hem ongekende krachten. Zijn mooie uni form is nauwelijks verfomfaaid als hij zich in de marge van het strijdtoneel opstelt. Hij heeft zijn beide legenstandei-s geheel in de modder gewerkt en over het terrein van de NV Lozerbouw huilt nu de bedrijfssirene in stoten, die. voor wie-de code kent. het uitrukken van de bednjfs-EHBO verlangen. Pim pel heeft hard toegeslagen en het lijkt er op, dat hij de relaties geheel heeft afgestoten. Een lelijke zaak. Het is begrijpelijk, dat het reeds gedurende de eei'sle dag van Pimpels dienstvei'band klachten regent. Drilmeijer. wie de zoi'gen niet bespaard blijven, zit geheel met de handen in het haar. .Geef me z'n conduitestaat' verlangt hij, maar het valt het hoofd personeel zwaar aan dit verlangen te voldoen; Pim pel is nog maar een dag in dienst en over het ver leden zegt de staat alleen ,een zeer gezien kramer'. Ach, het laat zich allemaal zo goed begrijpen Pimpel ds geheel aangestoken door zijn onder vraging door Brombacher, zijn daaropvolgende om zetting uit het ambt van kramer en hij denkt, dal liet nu allemaal zo hoort. Het goudbestikte uniform heeft daar weinig goed aan gedaan. .Vervroegd pen sioen' besluit Dinlmeijer en omdat de herinnering aam de extractie van het hete hangijzer hem nog vers in het geheugen ligt, voegt hij er nog aan toe: .en een onderscheiding'. En daar staan wij warempel alweer voor een com plicatie. Het toekennen van een onderscheiding be hoort niet tot Drilmeijers competentie, het is eer zaak van burgemeester Klaarhamer, die in deze uitsluitend een voordracht kan doen. Volgen we nu het telefonische contact tussen de industrieel en Schulpbiers eerste burger, dat. zoals wij zullen zien. heel wat voeten in de aarde heeft. Drilmeijer was wat onfortuinlijk xn het kiezen van het moment voor dit contact, want tot de werkkamer van Klaar hamer was juist toegelaten mr Liefherluy d'Anmou, die een klacht wenste te deponeren over zijn behan deling op het Lozerterrein. Maar Drilmeijer had do zaak snel uit de doeken. Gerben Pimpel, kramer in ruste, zou afscheid nemen als portier bij Lozer bouw en kwam thans een onderscheiding toe. Klaar hamer had er alle begrip voor en terwijl d'Anmou discreet het vertrek verliet, concludeerde hij ,dat wordt dan brons'. Andermaal was het hek van de dam. .Brons! veerde Drilmeijer op, 'brons! Het uitroepteken en het vraagteken kon Klaarha mer uiteraard niet zien. maar de toon van de indu strieel liet weinig vragen open. .Er staat nu een maal brons voor', meende Klaarhamer, ,haj waa niet in overheidsdienst en bovendien een niet-er kende kleine neringdoende, verder dan brons kan ik, qua gewicht, niet gaan, anders scheppen we een precedent'. .Zilver' riep Drilmeijer, .zilver moet haalbaar zijn, hij heeft, waar anderen faalden, de extractie van het hangijzer op zijn naam gebracht'. Klaarhamer moest de situatie even overdenken. Hij kwam spoedig met een tegenvoorstel. .D'Anmou was hier', zo onthulde hij, .met een klacht over Pimpel, een gegronde klacht, naar ik meen. Het zou, mede om de gemoederen wat te sussen, zijn. hem ook een onderscheiding te verlenen, is minstens al weer een jaar geleden en het is een man van grote vei-diensten. Zilver voor Pimpel en d'Anmou officier, Ik heb het al nagekeken, straf rechtelijk is er geen enkel bezwaar'. Drilmeijer, de man van de primaire reactie, had onmiddellijk zijn weerwoord klaar: .Padder is genoeg, dan maar brons voor de kramer'. Zo kwamen de partijen tot elkaar en viel Ger ben Pimpel bij zijn afscheid het brons toe. Betreden wij nu andermaal de Lozerhal, die ditmaal luisterrijk is versierd in verband met de komende feestelijke gebeurtenissen. De regelmatige lezers van dit verhaal moeten dan nog over een onbeduidend feit worden geïnformeerd: mr Liefherluy d'Anmou is, na de bespreking met Drilmeijer over de be drijfszelfbescherming, toegetreden tot het college van commissarissen van de NV Lozerbouw. Van daar, dat de voortvarende vennootschap deze dag twee feestvarkens in haar midden heeft, d'Anmou en Pimpel, die geheel vooraan, tussen de bloem van Schulpbier, zitten te popelen. D'Anmou mag, na verschillende opwekkende, welgemeende toespraken het eerst naar voren komen om zich door Klaar hamer te laten ridderen. Hij is geheel in ornaat. Het gala-uniform van het CC, het corps-civiel, flat teert hem bijzonder en waar in het verleden de on derscheidingen zijn deur niet voorbij zijn gegaan, treedt hij rinkelend voorwaarts, de tors onder het gewicht van alle erkenningen moeizaam bollend. Klaarhamer heeft er moeite mee, een geschikt plaatsje te vinden voor het ridderschap, maar het lukt hem, door ervaring, tóch en zo kon d'Anmou, onder applaus, terugtreden naar zijn plaatsje naast Pimpel, die zich voor deze gelegenheid door een er kend barbier heeft laten behandelen en een geheel nieuw overhemd heeft aangetrokken. .Het heeft Dril meijer... eh ,xk meen Hare Majesteit behaagd', zo begint Klaarhamer, ,U te onderscheiden met de ere medaille in brons, verbonden....' ,PWk 'm d'r op' nodagt Pimpel hem uit, die reeds tot het katheder is doorgedrongen, .vooruit maar, u hebt een vrij veld'. De kramer heeft gelijk. HIJ heeft een onbevlekte tors, die hij thans nodend vooi-waarts drukt, als een body-builder, die om erkenning vraagt. Klaar hamer laat de rest van zijn toespraak verschrikt rusten en begint wat verstoord met de bevesti ging van de medaille. .Kim je daar wat voor kopen?' Informeert Pimpel, terug op zijn plaats, bij d'Anmou. .Waratje, dit is geen betaalmiddel', reageert d'Anmou. ,dit is een erezaak'. Pimpel verzinkt nu in een diep gepeins. Maar omdat het voor velen moeilijk is, zich in de gedachten van de kramer te vei-plaatsen, kunnen wij beter terugkeren tot de gebeurtenissen in de Lozer hal, waar thans Willem Goedbloed, hoofdambtenaar bij de dienst Welzijnszorg, zijn felicitatietoespraak houdt. De goedwillende Goedbloed ie zo ondoordacht geweest, een citaat te kiezen uit de werken van Carmiggelt, een wel erg links georiënteerd schrij ver, die het tehuis .Bronbeek' voor rustend mili tairen heeft gezocht. Daar heeft hij een met bloe men omrankt portret gezien van een sergeant der eerste klasse, die ten tijde van de kolonisatie, in het afgelegen Indië. door opstandige inlanders is doodgemarteld. Men heeft hem. zo blijkt uit het on derschrift. bij volle bewustzijn, zowat alles afge sneden en postuum is hem hiervoor de militaire Willemsorde der vierde klasse toegekend. Wat zou men, zo vroeg de opruiende schrijver zich af, dan wel niet moeten doen voor het verwerven der mili taire Willemsorde der derde klasse Men zal begrij pen, dat Willem Goedbloed weer eens geheel heeft misgegrepen. |V*aar onder deze omstandigheden betast de kra mer Pimpel nog eens wantrouwend het brons, dat hem zo onverwacht is toegevallen. Het is een erezaak, heeft d'Anmou hem verzekerd. Maar hij :s een voortrollende sneeuwbal vol twijfel. D'Anmou zelf heeft weinig moeite met het verwerken van de nieuwe aanwinst. De laatste loze plaats op zijn gala-uniform ls fraai gevuld en niets staat thans meer zijn verkiezing in de weg als lid van het geweste lijk bestuur van Schulpbier. Hij is, en dat is een veiTassend nieuwtje, lijsttrekker van IA '70, het In formeel Akkoord, dat het allemaal wel eens over een andere boeg wenst te gooien. De kleinlandbou wer Besuijen staat, als inbreng van de agrari sche stand, als nummer twee op de lijst, en op de wervende affiche van IA'70 ziet men een geld- schijtend ezeltje, een t plofte voor een zorgenvrije toekomst. Ja-ja, of liever ia-ia, dat belooft wat. Maar daarover meer in aflevering XI EEN ZETEL VOOR HET 'NFORMEEL AKKOORD Al sinds ju ren staat cr in Retranriicment een openbare lagere school. Het is bovendien de enige lagere school in het Zeeuwsvlaam- se dorp. Deze ,kiek' toont de 57 leerlingen, die dc school in 1931 had. De foto werd gemaakt ter gelegenlxeid van de intrede van burge meester A. Leenhouts. Vandaar dat op deze schoolfoto ook wet houder J .de Bruine, gemeentesecretaris Brakman en de burge meester staan (niet echtgenotes). Bovenste ry (vlnr): gemeentesecretaris Brakman, wethouder J. de Bruijne, Koos Brakman, Ivo van Hanegem, -Jan Risseeuw, Jacob Basting, Abraham Basting, Hendrik Ëversdyk, Jan Baas, Klaas Zwier, Jan de Smidt, Johan Vereauteren, Manis Schouten (over leden), Rio van der Bussche, Rie Basting, Saar Eversdijk, Saar Risseeuw, Huib Tollenaar, de hoofdonderwijzer J. A. van Houte, mevrouw Leenhouts en burgemeester Leenhouts (met ambtsketen). tweede ry (vlnr): mevrouw Brakman, onderwijzeres mej. Ris seeuw (nu 86 jaar), Nellie Souvain, Marie Risseeuw. Catharina ereaiitereii. clara v erher..rugge, tlarie Gufrand. Jacob van Houte (overleden). Piet van Hanegem, Jan Robijn, Jaco de Voldere, •tizanna Beun, Daniël Basting, Abraham Deij. Willem Basting, Piet Basting. Henk de Ridder, mevrouw De Bruijne (overleden) aa mej. S- Koele. Derde rij (vlnr): Jaap Risseeuw, Petrus Souvain, Daar Beun, Jo :1e Ridder. Lena Yerkeste, Saar Basting, Lena Ëversdyk, Cato Vin- chiere, Jo Eversdijk. Snus van Grol. Lopn Zwier en Cohiè Leen houts. Onderste ry (vlnr). Janc de Gardcyn, Dimia de Visser, Janna van der Bussche, Jo Buijze, Corrie de Bruyne, Dina Eversdijk, Catharina Goossen, Rie de Ridder, Marie de Voldere, Levien Basting, Jaap van Hanegem, Henk den Hamer en Piet Vereauteren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 21