Benoeming burgemeesters, stof ¥Cior conflicten Gekozen burgemeester nadelen en voordelen KIEZEN OF NIET KLEUR OP KLEUR POLITIEKE KLEUR BURGEMEESTERS DE WEG NAAR HET BURGEMEESTERSCHAP prowlrselaia ïeeuwse courant SCRIPTIE VAN SOCIOLOGIESTUDENT: 15 ZATEROAGKRAN 24 JANUARI 1970 T3 LBIDEX (GPD) Sinds de benoeming van de burgemeester van Amsterdam i» ISO7 is de discussie over de benoemingsprocedure ion burgemeesters in ons lunil goed op-gang gekomen. Democraten i 1967 uit voor een gelco de Partij van de Arbeid •ote meerderheid het be- ma de rechtstreekse ver- •16 spraken zich in liun partijprogramma ten burgemeester, terwijl het congres vi juist het afgelopen weekeinde met een sluit nam op het PvdA-verkieaingsprogm kieiing van burgemeesters te zetten. Bij de behandeling' van de laatste twee begrotingen hebben de ver tegenwoordigers van de PvdA en D '66 zich niet onbetuigd gelaiten. Aan de ene kant staat de minister van binnenlandse zaken, die een vrij centralistisch standpunt inneemt, door inspraak van de raden bij benoeming zeer gering te willen houden uit vrees voor verwar rende conflictsituaties. Anderzijds geven de PvdA en D '66 de voorkeur aan een gekozen burgemeester. De móties in die richting hebben tot dusver geen mevderhei'd in het parlement. Bovendien bleek de afgelopen weeic dat een groep PvdA-burgemeesters zich fel verzet tegen een recht streekse verkiezing. Er bestaan op dit ogenblik grote vragen over de werkelijke situatie omdat elementaire statistische gegevens over de Nederlandse burgemeesters ontbreken of niet openbaar zijn. Exclusief worden hierbij enkele gegevens gepubliceerd die de Leidse gociologie-student Albert van Diggele over de periode 1963-1968 ver zamelde over burgemeestersbenoemingen in ons land. De gegevens werden tevens gebruikt voor de samenstelling van een doctoraal- LEIDEN (GPD) ,De politieke conflictsituaties die zich in ons land voordoen bij de benoeming van nieuwe burgemeesters door de minister van binnenlandse zaken, zijn te wijten aan de twee uiteenlopende richtlijnen die de minister hanteert. Ze zijn niet met elkaar te verenigen. Aan de end kant moet rekening worden gehouden met de politieke kleur van de gemeente en aan de andere kant moet ook het landelijke politieke beeld niet teveel worden vertekend. Nog te vaak wordt gewerkt met ver ouderde gegevens. Het invoeren van de gewijzigde gemeentewet zal de bestuurlijke problemen nog vergroten, omdat daarin geen aandacht wordt geschonken aan de wezenlijke veranderingen en conflicten. Het type van de nachtwaker-burgemeester'de controleur namens hogere overheden, maakt steeds meer plaats voor de manager-burgemeester'die de belangen van zijn gemeente, ook tegen die van de hogere overheden in, behartigt.' Dat zijn enkele van de conclusies van d; 27-jarige Leidse student Albert van Disrgele naar aanleiding van zijn onderzoek naar de burgemeestersbe noemingen in de periode van 1963 tot 1968. Voor zijn scriptie onde-r- ht hij onder meer of het aantoon- ir is dat de minister van bimnen- _..dse zaken de leden van zijn ei gen partij bevoordeelt. Uit de verzamelde gegevens blijkt, in 1964 acht VVD-ers tot burge- ster werden benoemd, van wis lts twee in typische WD-ge- iten. Van de overige zes werden er twee ra PvdA-gemeenten benoemd, één in een KVP-gemeente en drie in een protestantse gemeente. In 1965 werden er drie VVD-ers tot burge meester benoemd, van wie een in een WD gemeente en de andere twee in o PvdA- en een protestantse ge meente. d, de heer Toxopeus. Dut kan na- arlijk een toevallige samenhang .a,' aldus Albert van Diggele. .maar ha lijkt zeer goed mogelijk, dat de ze bewindsman er naar heeft ge streefd bet aandeed van zijn partij snel meer in overeenstemming te brengen met het landelijke beeld. Een Toxcpeus-effect?' Het onder zoek, in hoeverre de politieke kleur van de gemeente overeenstemde met de daar benoemde burgemeesters, le verde de volgende cijfers op: gemid deld bleek dat de PvdA het karigste bedeeld werd in de periode '63 tot '68 omdat slechts 59,7 procent overeen stemde in politieke kleur. De confes sionele partijen stonden hier duide lijk bovenaan: de KVP met 87,7 pro cent en de protestamt-christelijken met 82,9 procent. De WD ligt daar onder met 71.4 procent. .Hieruit is te concluderen,' aldus Al- bert van Diggele, ,dat wanneer er een vakature is in een gemeente met PvdA-signatuur de kans bijna één op twee is, dat er een niet-PvdA-burge- meester zal worden benoemd. Omge keerd werkt het ook en nog sterker wellicht: leden van de PvdA maken weinig kans op een burgermeesters- po stin een niet-PvdA-gemeente. Grote plaatsen een zeker anti-socialisme, dat hier en daar in ons land nog leeft. ,De rede nering van: .socialisten willen de maatschappij veranderen,' waarvoor men bevreesd is. Dan maar liever een herkenbare confessioneel op" een bestuurszetel, due niet zal aanstaren op mogelijke schokkende sociale ver anderingen,' aldus Albert van Digge le. Het .buirgemeesitarsanderzoek strekte zich ook uit over het vraag stuk in welke gemeente, iemand mat een bepaalde politieke overtuiging de beste kansen heeft. Uit de gege vens van 265 burgemeestersbenoe mingen van '63 tot '68 bleek, dat in de grote plaatsen de PvdA goed vertegenwoordigd is. In de gemeen ten boven de honderdduizend inwo ners is de PvdA zelfs 173,3 procent oververtegenwoordigd. Ook de VVD komt hoog uit de bus met een over vertegenwoordiging van 76,7 procent. Daarentegen zijn de ARP en de CHU duidelijk ondervertegenwoordigd in deze categorie grote gemeenten. ,Dit zou er', aldus Albert van Dig- t carrière ambieert en zijn collega van een niet-confessio- nele partij met hetzelfde doel. De ,ni et-confessioneel' komt er .onder aan' moeilijk in, omdat de meeste kleine - gemeenten confessioneel- al thans overwegend confessioneel stem men. Hij zal dus hogerop en dan van opzij een burgemeesterspost moeten zien te bereiken. Zijn vooruitzichten lijken dan gunstig im de catagoriën gemeenten, dilie groter zijn dan 20.000 inwoners. De potentiëlecarrièrebou- wer van een confessioneel politieke richting zal, wanneer de religies enigszins overeenkomen, zonder be lemmering onderaan kunnen begin nen en een stijgmogelijkheid hebben tot de 20.000 inwonersgrens. Aanbevolen route Aan de hand van de gegevens over burgeon eestersb enoemiinge n stippel de de Leidse sociologie student ook de route uit, die voor de aspirant- burgemeester de beste mogelijkheden biedt voor het maken van een car rière. De kandidaat zou eerst een rechtstudie moeten voltooien en ver volgens een functie aanvaarden op een gemeentesecretarie. De kans is dan groot dat hij eerst wordt be noemd in een kleine gemeente en ver volgens grotere. Volgens de cijfers van '63 tot '68 werd bijna dertig pro cent (29,8) gerecruteerd uüt de ge- meente-seoretariën Kijkt men naar de politieke kleur van die gemeenten waar in de periode van 1963 tot 1968 burgemeesters terecht zijn gekomen dan blijkt dat van de 265 burgemeesters er 106 naar een KVP-r-k-gemeente gingen. Al- bert van Diggele verklaart dit uit het aandeel van de provincies Noord- Brabant en Limburg, waar een groot aten is met bevolking. Het aantal PvdA-gemeenten (72) teLt vrij veel verstedelijkte gemeen ten, waar doorgaans de meeste so cialistische stemmers wonen. Het aantail brengt de WD nogal wat procenten op, maar plaatselijk zijn de ondiere landelijke partijen beter vertegenwoordigd. Bij het verdelen van de burgemeestersposten zal de WD dus het meest gebaat zijn bij een hanteren van de landelijke per centages. in plaats van de kleur van de gemeente. KVP.snel' beeld nte gegevens c bert van Diggele oak uit zijn onder verdeling van de benoemde burge meesters in .nieuwelingen,' .blijvers,' .stijgers' en .dalers'. Voor de nieuwe lingen lijkt het reeds eerder gesug gereerde Toxopeus-effect te werken: de WD telt 68,3 procent nieuwelin gen. Opvallend is het relatief hoge aantal .stijgers' van de confessionele partijen ten opzichte van de PvdA en WD. De KVP biedt het meest .snelle' beeld: veel nieuwelingen (58,9 proeent) weinig blijvers (4,2 pro cent) en veel stijgers (35,8 procent). Bij de ARP en CHU blijkt een merk waardig verschil. De ARP telt meer nieuwelingen, de CHU zelfs het minst van alle betrokken partijen. Deze laatste partij heeft het omvangrijke getal .stijgers (41,4 procent). De mogelijkheid bestaat, dat de CHU- miniisteir Be'arniimk ARP-plaa/tsen aan CHU-leden toedeelt om een verschil in de verdeling van de burgemeesters- zetel tussen ARP en CHU op te hef- deüjke politieke beeld. ■Ill LEIDEN (GPD) ,Ik ben een voor stander van een gekozen burgemeester. Dat geeft de burger tenminste de kans om zijn stem te laten gelden. Nu is het vaak afwachten, wie men toegewezen krijgt.' Dat zegt de Leidse student so ciologie Albert van Diggele (27), die een vijf jaar durend onderzoek heeft verricht naar de burgemeestersbenoe mingen in ons land. ,We zien op liet ogenblik de praktijk van de benoemingen: er treden steeds opnieuw con flicten op. De gemeentebesturen hadden lie ver een andere figuur gezien. In Maastricht bijvoorbeeld verlangde men een kundig man op economisch gebied. Het werd een jurist, de er naar aanleiding van de kritiek op zijn benoeming op wijst, dat hij voor zijn docto- raal-examen economie als keuzevak had. In Den Helder kwam de politiek om de hoek kijken. Er werd een liberaal benoemd, ter wijl de grootste fractie in de gemeenteraad de PvdA Was. Dat de nieuwe burgemeester nog een paar jaar van zijn pensioen af was, vormde een bijkomende ergerais. Ook hier w$s inspraak gewenst, maar niet verleend. ,Zo zijn er legio voorbeelden', aldus Albert van Diggele, ,ncem bijvoorbeeld Zaandam waar men streefde naar de benoeming van loco-burgemeester Hille. Er werd een ander benoemd. Nu is de heer Hille burgemeester van Wormerveer. Di:e conflicten bij benoemingen van burge meesters zijn voor een belangrijk deel te wijten aan de richtlijnen cüc moet hanteren. Hij moet hinken op twee ge dachten. Aan de ene kant moet hij rekening houden met de bevolking \-an de betrokken gemeente, maar aan de andere kant mag hij ook de landelijke politieke verhoudingen niet uit het oog verliezen. 00K NADELEN Natuurlijk zijn er aan het verkiezen van een burgemeester ook nadelen verbonden. Zou het rechtstreeks door de bevolking gebeuren dan is de kans niet uitgesloten dat er .schertsfi guren YY'orden benoemd die een grote popula riteit bezitten. Het zou theoretisch mogelijk zijn dat Mies Bouwman de komende zes jaar burgemeester van Amsterdam zou worden (,Ik wil haar niet onder de .schertsfiguren' rekenen') en dat de goalgetter van een plaatselijke voetbalclub de meeste stemmen zou vergaren voor de burgemeesterspost. Ook in zeer kleine gemeenten zouden moei lijkheden kunnen optreden omdat geen kun dige figuren aanwezig zijn. Maar dat pro bleem van de .schertsfiguur' is voorlopig te ondervangen dooi- er .zogenaamde getrapte verkiezingen' van te maken. De bevolking Iciest gewoon de gemeenteraad en de raad kiest op haar beurt de burgemeester. Het geruisloo carrière maken van een burgemees ter zal dan wel eens afgelopen kunnen zijn. .Overigens maak ik me er niet zo bezorgd over dat er overal .schertsfiguren' benoemd zullen worden. Als ze dat doen zullen we gauw genoeg bemerken, dat hij voor de ge meente niets waard is en bij de eerstvolgende (s£ Sfcs eerder) zullen ze hem direct wippen. Iedere burgemeester zal zich .waar' moeten maken. Bovendien zal de bur gemeester veel \raker dan nu gebeurt uit de eigen bevolking worden gekozen. Dat heeft het voordeel dat hij veel afweet van plaatse lijke omstandigheden. Iets dat nn lang niiet van elke nieuwe burgemeester gezegd kan worden. De burgemeester straks een politie ke figuur: een bezwaar? Integendeel. De burgemeester zal juist een politieke fi guur moeten zijn'. HERVORMERS Aan welke eisen een burgemeester moet vol doen? Van Diggele: ,Hij moet bewogen zijn door een sterk verlangen de publieke zaak te die- men. Hij moet een hervormer zijn, die be schikt over bestuurservating en vakmanschap, want het burgemeesterschap is een ,vak' ge worden. Een vak dat iets meer inhoudt dan het runnen van een gemeente. Wie als bur gemeester alleen manager is zal zeker mis lukken. Wie alleen burgervader is, slaagt ook niet'. Een laatste persoonlijke vraag: vanwaar uw grote belangstelling voor ,de burgemeester'? Van Diggele: ,Het is eigenlijk louter toeval. Voor mijn studie liep ik stage bij de Wiardi Beckmanstichting, het wetenschappelijk bu reau \ran de PvdA. Daar kon ik een keuze maken uit verschillende onderwerpen. Ik heb dat van de burgemeester gekozen en het was zo interessant, dat ik ook na de stageperiode verder gegaan ben met het onderzoek'. KVP/r-k raadsmeerderheid KVP/r-k grootste fractie PvdA/,rood' raadsmeerderheid PvdA/,rood' grootste fractie prot. (CHU, ARP, SGP) raadsmeerderheid prot. (CHU, ARP, SGP) grootste fractie VVD/lib./gem. bel. raadsmeerderheid VVD/lib./gem. bel. grootste fractie overwegend particuliere lijsten en dergelijke overig geen opgave totaal aan gemeenten aantal percentage 89 33,6 17 6,4 19 7,2 45 17,0 31 11,7 0.8 I 3 0A l.-l 265 100,0 Do politieke kleur v ui 265 ir de periode '68-'68 benoemde burgemeesters was, zoals onderstaande staat aangeeft: Gemeenten KVP PvdA VVD ARP CHU SGP overig tot. overwegend KVP 93 3 112 6 106 PvdA 1 43 8 6 5 72 VVD 1 5 1 7 prot.-elir. - 1 2 7 76 overige 2 1 1 4 Totaal 95 49 19 39 37 2 21 265 Vorig beroep/functie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 inwonertal benoeiningsgemeente: 100.000 en 37,5 12,5 33,0 12 5 12,5 100 3,0 20-100.000 60.7 3.0 3,0 3,0 94 9 1 3.0 9.1 100 12.4 10-20.000 88.9 6.7 2,2 2,2 100 17,0 5-10.000 45,6 28.0 13.2 1,5 2.9 5,9 2,9 100 25,7 minder dan 25,2 50,5 9.9 5,5 2.7 6.3 100 41,9 5.000 totaal 46.0 29,8 7,9 3.0 0,8 1,9 1 5 2,6 1,5 4,9 100 100,0 1 betekent: lurgemeesler gemeentesecretaris, gemeenteontvanger, overig pers. ter secr. ioco-burgemeester, wethouder en raadslid. prov. ambtenaar kab. c.d.k. lid gedeputeerde en provinciale staten. minister, staatssecretaris. lid staten-generaal. overig personeel in rijksdienst. partje, bedrijfsleven. overig, geen opgave. totaal percentage

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1970 | | pagina 15