watersnoodramp in 1953: 1835 doden in zuidwest nederland IÏ95Ö 1960 HET LINKERBEEN KWAM EERST 1900-2000 zeeuwse courant DEKEN PATER TH. J. A. GERAETS: kerst 1969 ppoirinelale Op 1 februari 1953 sloeg de zee toe, hard en onver biddelijk. Allen die deze dag bewust hebben meege maakt, zullen eraan blijven denken als aan een dag van schrik en angst. In 1940 legde Clara Eggink haar herinnering aan de brand van Rotterdam vast in een indrukwekkend gedicht, waarvan het slot luidt: ,als er gewerkt weer wordt op de asch, van wie voor kort nog werkend was, dan zullen nog bij nieuwe maan, uw schimmen door de straten gaan, links, rechts'. Deze strofe geldt ook voor het zuidwesten van Neder land. Als de branding stukslaat op de glooiing van de afsluitdijken en de verhoogde zeeweringen, dan zul len ,nog bij nieuwe maan hun schimmen langs het water gaan'. Welke waren de belangrijkste feiten van de reeks gebeurtenissen, die men sa menvat onder de naam ,de ramp'' Het antwoord kan niet in één zin worden samengevat. Br werden honderdvijftig gaten en bressen in de Zeeuwse dij ken geslagen, in Zuidwest-Nederland verdronken achttienhonderdvqfendertig mensen, van wie achthanderddneën- z even tig in Zeeland, mannen, vrouwen, kinderen. Het aantal slachtoffers op Sehouwen-Duiveland alleen al bedroeg vijfhonderdvijfentwintig. In Zeeland kwam ruim veertigduizend ha onder wa ter te staan. De evacuatie in het zuid westen van Nederland van meer dan t'.veeënzevencigduizend mensen was no dig. Het zwaarst van al was Sehou wen-Duiveland getroffen: slechts twee delen van het eiland waren drooggeble- ven, namelijk het duingebied in het westen en de .corridor', het gedeelte tussen Brouwershaven en Zierikzee. Dit stuk echter liep voortdurend kans even eens door het water overrompeld te worden, omdat het slechts door binnen dijken werd beschermd. In Zierikzee stroomden honderden en nog eens hon- slagen had- te verwanten. Vaak ook verkeerden ze in een martelende onzekerheid over het lot van familie en vrienden. Verbindin- r waren verbroken en oude vertrouw- relaties functioneerden niet meer. In sommige gemeenschappen kwam het s en tot conflictsituaties. .uigen vlogen boven het rampgebied en wierpen rubberboten en voedsel uit, heli kopters deden voortreffelijk werk bij de Twee, drie dagen na de ramp kon overal in het overstroomde gebied ook worden oegonnen met de redding van paarden, het vee en met het bergen van de machi nerieën. Een groot aantal dieren was verdronken, een met gering aantal had echter toevlucht gezocht op hoger gele gen plaatsen, op dijken, zzlfs op hooiber gen en zolders. Op boerderijen, die ho ger lagen, stonden de vastgebonden die ren bij hoog water telkens tot de hals in het koude water. In meer dan één geval had de boer met gevaar voor Vrij I in het rampgebied aieer van onzekerheid en gebrek earn vertrouwen, vooral op Sehouwen- Duiveland. Zij ontlaadde zich soms on gemotiveerd: de rijkswaterstaat bijvoor beeld werd in de eerste periode na de ramp nogal eens tot zondebok gekozen, omdat naar men ten onrechte dacht deze dienst te weinig zou doen. In die dagen ook werd de uitdrukking ,het vergeten eiland' geboren: men voelde zich op Sehouwen-Duiveland in de steek gelaten. Het vergeten eiland: in de eerste da gen na de ramp was deze uitdrukking volkomen verantwoord. In de berichtge ving van het eerste uur nam Sehou wen-Duiveland slechts een ondergeschik te plaats in. Tholen (Stavenisse voor al) werd in die tijd veel meer een begrip en pas langzamerhand werd dui delijk hoe groot de omvang van de ramp op Sehouwen-Duiveland was. Pas dinsdag' twee dagen na de ramp kwam het hulpwerk" voor dit eiland op volle toeren. De Oosterschelde wemel de van vissers- en andere schepen, vlieg- leven getracht zijn paarden vee te redden, bijvoorbeeld door de tou wen door te snijden, waarmee ze waren vastgebonden. In kleine polders, zoals Kruiningen, de Vier Bannen van Duive- land, Dreischor, verdronk bijna al het vee, in een grote polder als Schouwen slaagde men er nog in een vrij groot aantal dieren naar de dijk te drijven. Deze redding alsook de berging van waardevol materiaal vormden een ui terst moeilijk werk. Vele instellingen verleenden medewerking: plaatselijke bureauhouders van de provinciale voed- selcommissaris, rijkslandbouwvoorlich- tingsdlenst, het bureau oogstvoorziening landbouwherstel, volkshuisvesting en wederopbouw, de commissie noodvoor ziening landbouwwerktuigen, de in ternationale vrijwillige hulpdienst, bur gemeesters, particulieren, militairen, vis sers, honderden waren in touw dag en nacht om te redden wat mogelijk was. In totaal verdronken in Zeeland 949 paarden. 7520 runderen, 3355 varkens, 2366 geiten en schapen en een 60.000 kippen. Aan landbouwherstel werden 523 geredde paarden en 4879 runderen overgedragen. Een tragisch beeld uit die dagen is een ieder die het rampgebied heeft bezocht, •bijgebleven: de vele kadavers aan de zeedijken, in de stallen vastgebonden aan de stalstaken, tussen wrakhout en stro, vrijwel overal lagen dode paarden runderen en varkens. Het ruimen was een uiterst moeizaam, noodzakelijk, maar onaangenaam werk. Telkens op nieuw werden er ontdekt. Het kwam voor, dat er op een plaats, die goed was schoongemaakt, toch nog ruim hon derd werden aangetroffen, onder bergen wrakhout en stro. Br scheen geen eind aan te komen. Eindelijk op 14 mei 1953 vertrok tot grote opluchting van velen, het laatste schip met kadavers uit Zie rikzee naar de destructor. Veel werk ook vergde de berging van zware machines en werktuigen. Zij wer den op verzamelplaatsen bijeengebracht en daar deskundig behanded en gecon serveerd. Een commissie, bestaande uit een vertegenwoordiger van de rijks- landbouwvoorlichtingsdienst en twee boeren, zag erop toe dat deze behan deling goed en verantwoord gebeurde. In de gebieden, waar de dijken niet snel konden worden gedicht, moest nog heel wat meer arbeid worden verzet. Zwaar wrakhout, dat bij vloed in de polder ronddreef, beukte bij harde wind tegen de muren van huizen en schuren: het moest worden opgeruimd. Na elke vloed werden tientallen res tanten van huizen en meubilair langs de als waterkering fungerende binnen dijken gevonden. Gebouwen, waarvan de muren gedeeltelijk waren weggeslagen moesten worden gestut om instorten te voorkomen. Terwijl rijkswaterstaat de waterbouwkundige aannemers, de des kundigen van polders en provinciale waterstaat alles op alles zetten om de dijken dicht be krijgen, probeerden de getroffen boeren zoveel mogelijk te red den voor het ogenblik, waarop zij kon den terugkeren om weer aan de slag De gevoelens van de Zeeuwen in de fe bruaridagen van 1953 werden vertolkt door Zeelands commissaris der koningin. Zelf was hij dag in dag uit bezig in het rampgebied. Een bewogen man. Toen polderbestuurders uit de getroffen 'eden terugzag, bestuurders met wie meer dan twintig jaar lang con tacten onderhield, was hij vaak diep ontroerd. Maar dat duurde slechts kort, want onmiddellijk vroegen zaken van het moment de aandacht. En laconiek kon hij later opmerken: ,Te grote ont roering is niet goed. Daar slijt eén mens van. Dat kost kolen; Tijdens de eerste statenzitting na de rampdagen op 28 februari sprak hij over de hoofden van de statenleden heen tot allen, die Zeeland hadden bijgestaan: ,Van deze plaats wil ik een woord van nartelijk dank uitspreken voor de zo spontaan en in zo overweldigende mate geboden hulp en bijstand. Deze was van meet af aan zo veelzijdig en kwam van zo veel oorden, zowel in binnen- als buiten land, dat het bijna onmogelijk is daar van een opsomming te geven. De ont roerende saamhorigheid, de naastenlief de, die daarin uitdrukking zocht, is als een hoge vloed van verheuging en ster king over ons heengegaan. Koene red ders. en ik denk hierbij in het bijzon der aan de vissers, hebben met voor bijzien van gevaar voor eigen leven dat van hun naaste in uiterste nood gered. Er is en er wordt nog allerwe- ge geofferd om in de materiële nood van de getroffenen te voorzien op een wijze en m een mate als tevoren nimmer gekend Zonder aan verpozing te denken hebben zeer velen dag en nacht gezwoegd en geslaafd om verder onheil te weren, de berooiden te dek ken, de zieken en zwakken te verzor gen. Ootmoedig danken wij God, die zo veel vonken van Zijn liefde in mensen harten deed ontbranden. In onze ge dachten zijn de wapens in deze staten zaal van vele gemeenten met zwart omfloerst, de plaatsen waar Zeeuwen het leven hebben gelaten. Doch we moe ten verder. Ik denk aan de ontroerende kerkdienst op acht februari in de kerk te Zierikzee, die besloten werd met het zingen van gezang 300, dat culmineer de in de woorden ,Wat de toekomst brengen moge, ons geleidt des Heeren handDe vastberaden wijze, waarop dit gezongen werd, is voor mij een vast bewijs dat ons geliefd Zeeland uit deze ellende herrijzen zal, schoner dan ooit tevoren. God geeft ons hiertoe de wijs heid en de kracht'. TERUG Toen de bewoners van het overstroom de en met moeite op de zee ontwor stelde Zeeland terugkeerden van hun evacuatieadressen vonden zij de chaos. De boeren moesten onder primitieve om standigheden ploeteren om huis en hof weer enigszins voor werken en wonen geschikt te maken. Een zware opgave: de basis van elk boerenbestaan, de grond was in de nabijheid van de dijkbres- sen afgespoeld, met een dikke zand laag bedekt of voor jaren bedorven door het zeewater. Wat nu diende er te ge beuren? Deskundigen kwamen spoedig tot het inzicht, dat sommige gebieden zodanig hadden geleden door kreekvor ming, overspoeling met zand, afspoeling van vruchtbare teelaarde, dichtslibben, van watergangen enz., dat herstel in de oude toestand moeilijk en kostbaar zou zijn. Bovendien zou men dan een situatie herscheppen, die reeds vóór de ramp veel te wensen overliet en een economische bedrijfsvoering in de weg stond. Het lag daarom voor de hand de procedure van Walcheren te volgen, omdat de toestand in de Zeeuwse ramp gebieden veel overeenkomst had met die van Walcheren na de oorlog. Op 7 augustus 1953 reeds werd de her- verkavelingswet Walcheren van toepas sing verklaard op Schouwen - Duiveland (20.600 ha), Tholen (12.170 ha), de zak van Zuid-Beveland (4.530 ha) en de pol der Waarde (920 ha). De totale opper vlakte van de .Herverkaveling Zeeland' bedroeg ruim 38.000 ha. Met de leiding werd de Herverkavelingscommissie Zeeland belast, geadviseerd door een agrarische subcommissie voor elk van de vier gebieden. De overheid aarzel de niet geld en personeel in ruime ma te beschikbaar te stellen, maar aan de andere kant verleende de bevolking op bewonderenswaardige wijze alle mede werking. Mede dank zij dit gigantische herverkavelingswerk in Zeeland konden de inzichten in de wat altijd was genoemd .ruilverkaveling" nog weer verder worden verdiept. Met .ruilverka veling' immers werd vóór Walcheren van 1944-1945 uitsluitend een hergroe pering van eigendomskavels bedoeld. Op Walcheren leerde men evenwel, dat een dergelijk werk te beperkt was. Aldus zette een evolutie in, die zich bij de herverkaveling Zeeland voortzette: men leerde begrijpen dat het erom ging de plattelandssamenleving een ruim en geschakeerd patroon van voorzieningen te bieden. (UIT: VAN NABIJ EN VERRE) WOENSDAG 24 DECEMBER 1969 Hard en onverbiddelijk sloeg de watersnood van 1953 toe: ontredderde vluchtelingen nu in veiligheid. ,DE BOODSCHAP IS NIET WEZENLIJK VERANDERD' Jarenlang, eeuwenlang, stond het rooms- katholicisme er voor priester én voor kerk ganger als een vormvast geloof. ,Bij de heilige mis was alles voorgeschreven, je linkerbeen ging eerst de. trap op, je rechterbeen kwam na', zegt pater Th. J, A. Geraets S.J., deken van de r.-k. kerk te 's-Gravenhage. Tot hem hebben we ons gewend om nu eens niet de veranderingen in de kerk van bovenaf te ho ren bespreken, maar om te horen hoe die veranderingen verwerkt werden door de ge wone gelovige, die er moeite mee heeft. Waar zijn De Waarden met Hoofdletters? .Waarden?' Het is een woord, dat drs Geraets proeft op de tong. ,De Boodschap is niet wezenlijk veran derd, Iaat ik dat voorop stellen. Maar daaromheen was een reeks tradities opgebouwd, waartegen al lang verzet bestond. Dat is niet van vandaag of gis teren, dat was er al in de vorige eeuw, dat was er al in de tijd van de Franse revolutie, dat was er al bij Galilei. Alleen, het kon niet dóórbreken. Alles stond vast, niet alleen in de kerk, maar In de hele maait- sohappij. Nu in die maatschappij allerwegen ver nieuwingen worden doorgevoerd, kwam ook in de kerk de kans. Het pleit voor die kerk, dat ze In de wereld stond, en niet verstard was in die tijd. ZOUT Achttien jaar geleden werd drs Geraets tot pries ter gewijd en hij heeft dus de meest turbulente pe riode van nabij meegemaakt. Ook voor hem was er dat afstappen van zekerheden in liturgie en verkon diging. Hij zag in de melaatsenkolonies het gulle maatschappelijke engagement van de kerk, dat in eigen land óók als noodzaak werd gevoeld, maar door gebrek aan vertrouwen-in-de-wereld leidde tot spe ciale vernieuwingen als Protestantse Boerenbond of Katholieke Vrouwenclub. ,Men zag niet, hoe men als het ,zout der aarde' moest opgaan In het geheel. Wij moeten als Christus leven als het zout, dat eten smakelijker maakt. Zonder dat zout is het flauw Ik kan God niet in de ogen kijken, als ik hem niet in mijn medemens vind. Maar het gaat me wel te ver om alleen nog maar die mens te zien en ook Christus als niet meer dan mens te beschouwen. Sociale dienstbaarheid is belangrijk, maar waar blijft dan de Blijde Boodschap? Daar zijn uw Waar den- Er was een dame, die me vroeg of ik zou gaan trouwen als het mocht, en ik zei nee. ,Dan kan lk aan u zien, dat God de moeite waard is', zei ze een evangelisch woord!' Omdat deze priester zélf veel moest verwerken, kan hij begrijpen, wat er ln anderen omgaat. Vroege) elke zondag naar de kerk, ik vind dat nog steeds zin vol, maar er Is een verschuiving van de klemtonen Voordien was er het gevoel, in de kerk, daar is Christus tegenwoordig. Nu Mgt de nadruk erop dat Christus er altijd is en overal, wat dan wel de bevestiging krygt bij de eucharistieviering. Was het zo ook niet bij de Emmaüsgangers Christus wós er al, maar ze wisten het niet totdat hij het brood ging breken.' De deken gaat geen discussie of verandering uit de weg; hem benauwt alleen de onverdraagzaamheid tegenover de andorsdenkende medemens. Vele be jaarden hebben verrassend ruim op de veran deringen gereageerd en bij hen ziet de deken niet het probleem, dat wel loodzwaar weegt voor de groep van de rond-de-vijftlgers, die zelf ln een duidelijk ge- zagspatroon zijn opgevoed, maar dit niet meer op hun kinderen kunnen uitoefenen en zich ook niet meer gesteund weten door hun kerk ,Toeh moet die jeugd weten, dat ze pas het nageslacht kan opvoe den als ze bereid is te luisteren naar net voorge slacht Het staat voor mij vast, dat de mensen, die nu het hardst tegen de jeugd schoppen, in hun eigen jeugd tegen de oude mensen schopten. Als de men sen het maar konden opbrengen om, uitgaande van die ene onveranderlijke kern, begrip voor eikaars be- loelingen te krijgen Het is als in een huwelijk, waarin je óf bij voorbaat weet hoe je het wilt gaan regelen, óf waarin ik meer geloof de ander gaat proberen te begrijpen en te accepteren. Zo ook tegen de medemens; te veel neemt men de ander niet op waarden, maar op on waarden.' Een woord voor de kerst, maar het hele jaar geldig- Triest en verlaten, zó lagen de onder water gelopen polders erbi]. Slechts een eenzame roeiboot wist er zijn weg te vinden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 24