ZEELAND: VERWOESTING EN HERSTEL 1900-2000 WE HADDEN WEL ANGST, MAAR HET BEHEERSTE JE LEVEN NIET ,ZEG, HEBBEN JULLIE IEDERE NACHT HIER ZO'N LAWAAI?' provinciale zeeuwse courant kerst 1969 WOENSDAG 24 DECEMBER 1969 Zeelandtussen 191/0 en 1950. Zeeland, tussen ver woesting en herstel, in de periode van wederop bouw. Als je nu tegen de dertig loopt herinner je je niet in de eerste plaats de wederopbouw. Dan herinner je je de bunlcer tegen de dijk, waar in je met de andere jongens van de vijfde en de zesde klus soldaatje speelde met Duitse hel men op. die je in de duinen had gevonden en je herinnert je de marsen voor een stevige vecht partij tegen de christelijke school door Westka- pelse straten, umar de sporen van de oorlog nog niet allemaal waren verdwenen Als je geëvacueerd was, herinner je je de opluch ting, waarmee je bij terugkomst zag dat er alleen een scheur in een muur van 't huis zat - of de ver slagenheid, als je ontdekte, dat het huis was ver woest. Je herinnert je de taxaties van de schade 'iet noodherstel, de dag dat je weer een eigen huis kon betrekken, de vlaggen als het laatste huis van een wederopbouwwijk gereed was. Als je aannemer was of betrokken bij de weder opbouw herinner je je het touwtrekken om ma teriaal voor het herstel, het zoeken naar arbei ders, de reizen naar bijvoorbeeld Den Haag om er puin van het Beznidenhout te kopen, naar de Als je in de wederopbouw werkte, komen er her overingen aan gebrek aun materiaal aan zoet water waardoor je eens cement met slootwa ter hebt gemaakt en de stalmuur war,ar, - zig was de volgende dag door de storm omver was geblazen. Je herinnert je het wantrouwen lat je soms bij de bevolking ontmoette n de ka le barak, waarin je was gehuisvest. J' herinnert ie ook de vorderingen bij het herstel, die de oor zaken van de wederopbouw langzaam naar de achtergrond schoven. Br waren eerst de verwoestingen. Verwoestingen door oorlogsgeweld. Gebla kerde linizen zonder ramen, gaten in de muren, stakerige daken /.onder pan nen, in elkaar gevallen gevels, onherkenbare straten, met aan weerszijden in puin geschoten huizen, dorpen, die soms maar meer voor de helft of nog min der overeind stonden: Zeeland tegen het einde van de oorlog. Ergst getroffen gebieden: Walcheren en West-Zeeuwseh-Vlaanderen. Aardenburg, Ereskens. Cadzand, Sluis. Oostburg, Westkapelle, VILssingen, Domburg, Souburg, eer der ook Middelburg om een rijtje plaatsen te noemen. Er ziin officiële cijfers, bij de direc tie Zeeland van het ministerie van volkshuisvesting, bij het ministerie. In de oorlog werden in Zeeland niet alleen 6670 woningen verwoest, er werden er ook 5100 zwaar bescha digd. terwijl 32.000 gebouwen lichte oorlogsschade opliepen. Eind 1940 had Zeeland een voorraad van ruim 69.300 woningen, tellingen eind 1945 kwamen od een totale woningvoor raad van bijna 64.200. Bekend is hoe in jaren de verwoestingen aan de huizen in Zeeland was gespreid: in 1940 kwamen er 670 meldingen van verwoeste woningen binnen, in 1943 war en dat er 370. 1944 was voor Zeeland een topjaar met 4000 huizen, terwijl in 1945 nog 1170 meldingen van verwoestingen binnenkwamen. Het jaar daarop waren er nog 440 nagekomen meldingen. In Zeeland waren in de oorlogsjaren verder 750 boerderijen al dan niet met woon gedeelten vernield. orde in chaos Na de oorlog moest er orde in de chaos worden geschapen, er moesten informaties zijn over de schade, het herstel moest op gang komen. Be staande herhouwbureaus op Walche ren en on Zuid-Beveland kregen ge zelschap van nieuwe regionale bu reaus in Zeeuwsch-Vlaanderen en op Schouwen-Duiveland. er kwam een provinciaal bureau wederopbouw in brek aan geschoolde vakmensen bij de wederopbouw. En er bleef gebrek aan materiaal. En er werd gewerkt met vallen en opstaan, maar niette min: gewerkt. Er werd langdurig gepraat over schade, er werden ver goedingen vastgesteld, er werd ge bouwd. Zeeland, herverkavelingsinstituten bekeken de situatie in de landbouw, er kwamen rijksambtenaren van el ders om in samenwerking met ver trouwenscommissies uit de bevolking leiding te geven aan de wederop bouw van het trieste, troosteloze Zeeland. Voorop stond het noodherstel, het bewoonbaar maken van die 32.000 licht beschadigde woningen om zo veel mogelijk mensen zo snel moge lijk weer een dak boven het hoofd te geven. Mensen en dieren: er werden ook noodvoorzieningen getroffen voor driehonderd boerderijen en zes honderd stallen, zodat er weer ge werkt kon worden. Er werden ver der tot eind 1946 2000 noodwoningen op verschillende zwaar getroffen plaatsen in Zeeland gebouwd. Intussen was er een wettelijke basis gelegd voor de schadevergoeding aan de duizenden gedupeerden voor de financiering van het herstel, via de wet materiële oorlogsschade, waar bij werd uitgegaan van de situatie van de woningen in 1940. Toen het definitieve herstel op gang kwam, werd Zeeland sterker be mand met arbeiders uit andere pro vincies. Er werden in 1947 zo'n vijf entwintig arbeidskampen voor de wederopbouw opgezet, die plaats bo den aan bijna 2pn0 arbeiders. Maar de factoren, die i.e eerste fase van het herstel al bemoeilijkten, werden steeds klemmender: er blééf een ge- bouwen woningen geboekt, 1949 Is een top jaar met bijna 2850 huizen. In 1950 kwamen 1800 won.ngen gereed. Te gen het einde van dat juar waren ook 170 complete boerderijen weer hersteld of vernieuwd en 250 gedeel ten van boerderijen. herstel Tot eind 1950 kwamen in Zeeland 7400 woningen gereed. Eind 1940 had de provincie 69.346 woningen, eind 1945 lag dat aantal op 64.175, eind 1950 was de Zeeuwse woningvoor raad opgevoerd tot 71.670. De - ver geelde staat van gereedgekomen woningen geeft er voor 1945 één aan, met rijkssteun gebouwd- Er is nau welijks meer na te gaan voor wie en %vaar die ene woning het eerste jaar na de oorlog werd gebouwd, want .Er werd toen nauwelijks gedocumen teerd, er was geen tijd voor. de we deropbouw eiste alle aandacht op', zegt ir L. D. Huisman van de pro vinciale directie voor de volkshuis vesting in Zeeland. Voor 1946 ver meldt de lijst veertien gereedgeko men woningen, in 1947 loopt dat aantal op tot 310. Het volgende jaar werden er ruim 2400 wederopbouw- Globaa! geldt, dat de oorlogsschade in 1950 hersteld was. Maar er zijn u;tlopers tot enkele jaren later. In 1950 werd nog de bouw van 250 com plete en 210 delen van boerderijen aanbesteed, ook niet alle woningen waren al weer bewoond. De uitlo pers van de wederopbouw in Zeeland komen tot 1953 toen ze voor een deel weer werden bedolven onder de gevolgen van de stormramp van fe bruari. Het is nu bijna 1970. Er liggen geen muren meer in puin, alle galen zijn gedicht. Wederophouwkampen zijn afgebroken of worden gebruikt in de recreatie, noodwoningen zijn ver dwenen. Niet allemaal, er zijn nog sporen. Een tank op een dijk. een bunker langs de kust, nog bewoon de noodwoningen. Er is een nieuwe generatie bijgekomen. Wederopbouw hoe zat dat ook alweer? Een wederopbouwstraat in Breskem OUD-VERZETSSTRIJDSTER MEVROUW VAN HET HARDT: rugkerende gedachte: ,'t Is over twee maanden afgelopen'. ,We hadden allemaal angst, maar niet zodanig dat het je leven beheerste. AI voor de oorlog had ik Iets van de sfeer geproefd vanwege de joden, die ille gaal de grens overkwamen. Ik ben zelf jodin, maar in de oorlog heb ik daar nooit last mee gehad. Zelfs de Duilsers hebben het nooit geweten. Ik had een vals persoonsbewijs, waarop stond aangegeven dat ik gereformeerd was'. Mevrouw Van het Hardt, wil niet graag in hel nieuws komen. Toen zij op 30 april 1945 door de Amerikanen uit het concentratiekamp Dacliau werd be vrijd, heeft zij onder haar oorlogservaringen een dikke streep gezet. .Ik kan er niet meer tegen. Als er een oorlogsfilm op de televisie komt ga ik in een andere kamer zitten. Boeken over de oorlog kan ik niet meer lezen. Ils krijg nu al kippcvel omdat ik er over praat. Als u van avond was gekomen zou ik daarna zeker nachtmerries hebben gehad'. Mevrouw Van het Hardt is een half jaar koerierster geweest van de be kende verzetsstrijder, wijlen Johan nes Post. Na de tweede overval op het bureau Weteringschans, die door verraad mislukte, werd zij gearre steerd. Via de gevangenis aan de Amstelveenseweg en de concentra tiekampen Vught en Ravensbrück be landde zij in het buitencommando van Dachau. Zij vertelt: .De eerste dagen was ik doodsbang. Ik moest berichten en wapens overbrengen door 't hele land. Vaak ook geid en distributiebonnen. Ik verborg het in de voering van -mijn korset. Als verzetsstrijder mag je niet gespannen zijn. Je moet je hersens gebruiken- Maar maak als jeblieft geen heldin van me. want dat ben ik niet. Ik kwam pas begin 1944 bij de ondergrondse. Daarvoor had ik ondergedoken gezeten in Ugche- len en Rijnsburg. Mijn ouders, twee broers, zuster en zwager waren al opgepakt. Alleen mijn zuster en zwa ger zijn teruggekeerd. Ik vond dat ik iets moest doen .anderen, die ook in nood zaten, helpen. Maar ik blijf liever op slag dood dan dat ik het weer zou moeten beleven'. kameraadschap Mevrouw van der Hardt was .23. toen de oorlog uitbrak. Zij offerde haar jeugd op aan een goede zaak, maar in die dagen heeft zij daar nooit bij stilgestaan. ,Je bent jong ,je kunt een heleboel verzetten. In de ondergrondse be stond een geweldige kameraadschap. Dat vergeet ik nooiit meer. Johannes Post, een Groningse boer, was een man met overwicht. Dat had je no dig. Ilt heb dat gemerkt tijdens de geen rust verhoren.- De man die mij verhoorde zei: ,Uw persoonsbewijs is vals'. Ik antwoordde dat het echt was en ad viseerde hem bij de autoriteiten te informeren. Tijdens het tweede ver hoor zei hij weer dat het persoonsbe wijs vals was. Nee, antwoordde ik. het is niet vals, want u heeft toch geïnformeerd? Ik was ijzig kalm en dat is in zekere zin mijn redding ge weest. Zo heb ik eens in de trein tegenover een NSB-er uit Hoogeveen gezeten. Ik kom zelf oorspronkelijk ook uit Hoogeveen. Hij zei mij te kennen en bleef daarom doorvragen. Ilt ont kende glashard en veronderstelde dat hij mij verwarde met een ander. Op mijn persoonsbewijs stond ik als ne gen jaar ouder aangegeven. In de ge vangenis werd mijn korset niet door zocht. Daar zaten duizenden guldens aan papiergeld in en vele documen ten. Die heb ik aan kleine snippers gescheurd, in de toiletten gedepo neerd maar ook wel opgegeten. Daar heb ik dagen over gedaan. In het kamp bleef ilt zoveel mogelijk in de massa. Op de voorgrond treden was verkeerd. In de massa was je in ze kere mate veilig. Ze kunnen niet 50.000 mensen om de oren slaan'. Dat de verzetsstrijders ondanks alle gevaren overeind bleven, vindt vol gens mevrouw Van het Hart zijn oorzaak in de algemene, steeds te De bevrijding bracht geen rust. Vijf entwintig jaar later zegt mevrouw Van het Hardt: ,In Duitsland hielpen de vrouwen bij dë wegenaanleg. Wij duwden de- wals heen en weer en zongen: ,Waar de blanke top der duinen'. Enkele maanden geleden, terwijl ik hier 's avonds zat te lezen met de radio aan, barstte ik in hui len uit. Toen pas viel het me op, dat een orkest hetzelfde liedje speelde. Een paar maanden nadat ik was te ruggekeerd in Nederalnd zag ik in de buurt van Apeldoorn een begra fenis. Ik kreeg een enorme lachbui, want 't idee dat men zoveel drukte maakte om één dode leek me krank zinnig. Enkele jaren geleden lag ik in het ziekenhuis Bronovo in Den Haag. Tegen etenstijd klonk er een bel. Ik lag te rillen van angst, want die bel had dezelfde klank als de bel in de gevangenis. Het betekende dat de verhoren weer begonnen. Als mijn kampvriendinnen hier zijn en we zit ten gezellig met elkaar te praten, dan is er soms een moment dat we alle drie huilen. Zo maar'. Wanneer het Nederlandsche Roode- Kruis ter sprake komt is mevrouw Van het Hardt nog even ontzettend kwaad. Als in het kamp Polen stier ven, gingen de Rode-Kruïspakketjes naar de Nederlanders, want die kre gen van hun eigen Rode-Kruis nim mer een pakje. Toen de kampbewo- vvoners in 1945 naar huis terugkeer den werden zij in Zwitserland, Frankrijk en België vorstelijk ont vangen en verzorgd. Op het perron in Breda stonden gedekte tafels klaar, maar niet voor de kampbewo ners. De tafels waren bestemd voor de Canadezen. De trein met de kamp bewoners werd op een zijspoor ge zet. Op dat moment scheurden man nen huilend het rood-wit- en blauw van hun kraag en vertrapten het. De politionele actie in Indonesië is ten einde. Duizenden militairen keren terug naar Nederland. De koninklijke familie vluchtte voor de aanstormende Duitsers naar Engeland. Een Londense Ooboy helpt prinses Juliana en prinses Beatrix bij het oversteken. STRIJD OP DE GREBBEBERG Waarschijnlijk zijn de jaren veertig het meest bewogen decennium uit de twintigste eeuw, tot nu toe al thans. Voor velen betekende de twee de wereldoorlog een negatief hoogte punt in hun leven. Als een rode draad lopen de duizenden gebeurtenissen uit de oorlog nog door de maat schappij. De gemoederen kunnen nog hoog oplaaien als onthullingen van dertig jaar geleden ter sprake komen. Het is echter bepaald geen onthul ling als we stellen, dat de Neder landse soldaat voor het uitbreker van de oorlog vrijwel geen idee had van de politieke toestand in Europa. Te lang waren de mensen in slaap gesust door politici, die Hitiers be doelingen niet onderkenden. Voor het 8e regiment infanterie, dat op 1 sep tember 1939 in Rhenen bij de Greb- beberg werd gelegerd, gold hetzelfde. De heer J. H. F. Kieviet uit Amster dam, toen een 29-jarige dienstplich tig sergeant-majoor: ,ln onze com pagnie zaten nogal wat mensen uit ae Betuwe en de Achternoek, die meer bezorgd waren over bijvoor beeld hun boomgaard, hun boerde rij, dan de politieke toestand. Er heerste het idee van ,het zal allemaal wel meevallen'. De aanval in mei 1940 kwam dan ook als een complete verrassing. De nacht dat de oorlog uitbrak zou ik juist overgeplaatst worden naai Amsterdam. Mijn vervanger was al vanuit de hoofdstad naar Rhenen ge komen. Toen de aanval door «ae Duit sers werd ingezet vroeg hij mij nog argeloos: ,zeg. hebben jullie dat iede re nacht hier, dat lawaai Hoe voelde de Nederlandse soldaat zich in een strijd die hij nooit had kunnen vermoeden en eigenlijk ook niet had zien aankomen misleid De heer Kieviet: Mijn reactie was .Wat moet er met mijn vrouw ge beuren, ik ben nog maar net ge trouwd. Waarom moet ze juist van daag jarig zijn? Hoe moet dat af lopen met soldaten, die nooit van Sluka's hebben gehoord Wij dach ten eerst dat het een nieuw soort bommen waren'. Met ontsteltenis realiseerde ik ook opeens hoe slecht we eigenlijk uit gerust waren. We schrokken van de goede camouflage van de Duitsers. Hun strijdmethoden waren stukken geraffineerder. Je voelde je steeds misleid. Ondei meer door bommetjes, die zij gooiden, waarvan er een geluid als van een mitrailleur uitkwam, zodat onze jon gens die dachten op de vijand te schieten soms eigen stellingen on der vuur namen! De gebeurtenissen op de Grebbe- berg schieten nu. anno 1969, als een kaleidoscoop voorbij. Veel mensen hebben op de berg zoveel beleefd, dat zij principieel nooit meer terugkeren naar de Grebbeberg, de plaats waar velen onvermoede heldenmoed beza ten, bang bleken, overmoedig waren; de plaats waar een sergeant om een voorbeeld te steiien ter plaatse werd gefusilleerd wegens desertie. De heer Kieviet: .Het vreemde is dat je mensen zo ziet veranderen Sommigen bleken opeens doodsbang ie zijn.' anderen weigerden te schie ten omdat zij tegen doden waren De man, die een heldendaad ver richtte, kon zich daarna vaalt niet meer voorstellen dat hij het zelf was geweest die dat of dat had gedaan. Het is vaak moeilijk te zeggen wat dapperheid is. Ik herinner mij een luitenant uit Indonesië, die met ge trokken pistool met een aantal men sen een stelling bestormde, zich niet storend aan dekking of iets anders. Voordat hij een paar passen had kun nen doen was hij al gesneuveld'. inferno Wat hij na de slag zag was een wat- inferno. ,Ik was als eerste op de ber. om een lijst te maken van de slacht offers. Hei was een chaotisch geheel. Veel gesneuvelden konden wij niet direct identificeren*. Er verschijnen, aldus de heer Kieviet, we) eens wat te veel oorlogsverha len. ,Soms gaan de mensen, die er dan bij waren, twijfelen of hetgeen zij met levensgevaar hebben verricht wel nut heeft gehad als zij de strijd in groter verband zien. Ik ben er eenter van overtuigd dat onze strijd op de Grebbeberg niet tevergeefs is geweest, dat er met voor niets veie doden zijn te betreuren. In welke vorm of percentage dan ook, onze strijd is een waardevol offer geweest voor de vrijheid, die we op hef ogen blik hebben" 1940-1945: Het mensonterende drama van de jodentransporten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 23