DE JAREN DERTIG:
VAN DE ENE CRISIS
NAAR DE ANDERE
geen maagdenhuis-affaires
«el
ilP
1900-2000
,JE HAALDE JE RIEM AAN EN DE KINDEREN
ZOCHTEN SINTELS'
iSpiêtt>L
provinciale
zeeuwse
courant
JACOBUS RIEMENS:
L. P. VAN OORSCHOT:
Ju
4
WOENSDAG 24 DECEMBER 1969
Na de .roaring twenties' de lousy thir
ties'. Na de levendige, vrolijke jaren
twintig van deze eeuw kwam het tijd
perk van de grote crisis, de reeks van
armoejaren met de uitzichtloze werk
loosheid. Het .Decennium Colijn', waar
in opeenvolgende regeringen machteloos
stonden tegenover het economische pro
bleem. Ineenstortende bedrijven, faillis
sementen aan de lopende hand. Kleine
zelfstandigen, die hun zaakjes sloten en
zich aan de steunlokalen meldden omdat
ze het zout in de pap niet meer konden
verdienen.
Een tijdperk van enorme tegenstellin-
krach' In New York begon ook i
ropa al spoedig de rampzalige dalende
spiraal van loonsverlaging-koopkraeht-
da li n g-loons verlaging. Begeleid door
werkstakingen, waarvan de grote Twent
se textielstaking in 1931 de inleiding
vormde. Tegen salarisverlaging was ook
de befaamde muiterij op de kruiser .Ze
ven Provinciën' gericht.
In troebel water riste, evenals zijn
Duitse meester, Anton Mussert, die in
1981 zijn NSB oprichtte, al maakten
de Nederlandse werklozen zich voorals
nog drukker over het Nationaal Crisis
Comité of over de concurrentie van
buitenlandse arbeidskrachten (Duitse
dienstboden bij voorbeeld). Een Hage
naar riep per advertentie op tot actie
tegen het aannemen van buitenlanders.
Na loonsverlagingen in het bedrijfsle
ven, steunverlagingen door de overheid.
Gevolg onder meer: het Amsterdamse
Jordaanoproer in 1934. Het werd een
lange, hete zomer in de hoofdstad. Ook
in Den Haag, Rotterdam en Utrecht
kwam het tot botsingen tussen werk
lozen en politie. Het is na alles wat er
na de jaren dertig is gebeurd wat in
het vergeetboek geraakt, maar in die
.halve burgeroorlog' van 1934 vielen er
zes doden en werden tientallen mensen
min of meer ernstig gewond.
GALGEHUMOR
Er was ook humor, al leek het soms op
galgehumor. .Benno heeft voor iedereen
een knaak meegebracht', was zo'n grap
je, toen de werklozen ter gelegenheid
van de verloving van prinses Juliana
met prins Bernhard een extra uitkering
van 2,50 kregen. En we lachten om
Louis Davids, Buziau, Lou Bandy en
,Ome Keesje'. En om zoo, dat zo werd.
Intussen ontvielen het koningshuis ko
ningin-moeder Emma en prins Hendrik,
maar in 1987 was er bij alle narigheid
vreugde om het huwelijk van Juliana
en Bernhard al was er het incident
in het Gebouw voor K. en W., waar
de Kon. Militaire Kapel na het Wilhel-
De Nederlandse Toonkunstenaarsbond houdteen collecte voor behoeftige musici.
mus het Horst Wessellied ten gehore
bracht. Zo eindigden die jaren dertig
met de onvermijdelijke explosie. Italië
viel in 1935 als een gruwelijke pre
lude het weerloze Abessinië aan, een
jaar later begonnen in Spanje de rebel
lerende fascistische generaals hun op
mars onder Franco, Duitsland begon
zijn .Lebensraum' te zoeken met de .An
schluss' van Oostenrijk (1988) en de in
val in Polen, die tot de tweede wereld
oorlog leidde. De jaren dertig eindigden
zoals ze begonnen: in een diepe crisis.
TERNEUZEN Tien jaar, van 1930 tot
1940, is Jacobus Riemens uit Terne-u-
zen met langere en kortere tussenpozen
werkloos geweest. Tien jaar van zijn le
ven hoorde hij bij het gilde van de
.stempelaars'. ,Wat je deed in die tijd?
Je haalde je riem strakker aan en je
kinderen gingen, voor schooltijd, sintels
zoeken bij 't station. Dan kon je sto
ken. En als er kleren gekocht werden,
kwam de winkelier iedere week om een,
kwartje. Soms had je 't niet, je had het
heel vaak niet'. Jacobus Riemens nu
81, oud-bestuurslid van de NVV-Trans-
portarbeidersbond in Terneuzen, van de
toenmalige SDAP en van de VARA,
woont met zijn vrouw (80) in het rust
huis .Scheldeoord'. Een kleine, brede
man, die zich de jaren '30 maar al te
goed herinnert. ,Ik was niet constant
zonder werk. Er waren periodes dat ik
■>aren periodes da
baantje als v
>or de PZEM-ceni
M-centrale
in Terneuzen. Maar dat gebeurde maar
een aantal keren per jaar, gemiddeld
zat je 6. 7 maanden toch wel zonder
werk. Wanneer je pas had gewerkt
en als je goed je best deed kwam je met
kolensjouwen aan zo'n 40.in een
week. dat werd allemaal per ton be
leven. Daarna kon je naar de gemeente
voor steun. De bond betaalde over een
tijd van tweemaal 21 weken per jaar
ook nog een uitkering, maar als je al
leen op de gemeente was aangewezen
moest je iedere morgen naa.r de ar
beidsbeurs komen om te tekenen. Had
je een dag gewerkt dan hoefde dat niet.
Op die getekende briefjes, loonbriefjes
heetten ze, werd je uitkering gebaseerd.
's-Maandags kreeg je zo'n briefje, 's-za-
terdags moest je 't inleveren en dan
kwam woensdags 't geld. Wat ik kreeg?
Dertien gulden in de week. Een tientje
voor mezelf en voor elk kind dat ik
thuis had een gulden. Mijn dochter
werkte. Ze verdiende eerst 2,50, later
5,in de week. Tweederde van dat
bedrag werd er ingehouden op je uit
kering. Ja, zo ging dat. We legden ie
dere week een kwartje opzij voor een
spaarsysteem, het spaarsysteem Rom-
me. Als er dan vis werd doorgedraaid
kon je daar voordelig aankomen of je
had een pakje margarine voor 11 cent.
Er was ook Ingeblikt vlees, maar je
moest niet staan kijken als daar nóg
een vinger met een doekje in zat. Mijn
zoon was ook werkloos. Daar kreeg ik
drie gulden voor. Hij zat ook in de
bond. Dat kostte 80 cent per week. Dan
HET GILDE VAN
DE STEMPELAARS
had ik nog 20 cent over om hem te
voeden en te kleden. Je weet eigenlijk
niet hoe je 't allemaal hebt klaarge
speeld. Mijn ene dochter ging op klom
pen naar haar werk. Toen ze nog op
school zat waste mijn vrouw 's-avonds
haar kleren uit: ze had alleen wat ze
droeg'. Volgens Riemens was de steun
uitkering vaak afhankelijk van 't ge
drag van de steuntrekker. ,Op de markt
liep een ambtenaar van de gemeente
rond en die keek, als het marktdag was,
of je vrouw niet teveel en te duur
kocht. Ook als ze bijvoorbeeld hoorden
dat je op stap was geweest, ook al had
een ander je getrakteerd, dan kon je
naar je geld fluiten. Dan zeiden ze: die
vent heeft het met nodig. Ik weet nog
goed dat de werklozen bij de Axelse-
bnig stonden. Daar kwamen dan de ba
zen. Die hadden een 6Chip te lossen of
zoiets. Daar werd je uitgezocht. Wij
hadden als afdeling van de Transportar
beidersbond een oüwe fabriek ingericht,
in de Tramstraat. Daar konden de men
sen kaarten en sjoelen. Nadat ze 's-mor-
gens op de beurs waren geweest om te
tekenen gingen ze daar naartoe'. In '36
kwam Riemens terecht in een kamp
van de DUW, de werkverschaffing,
't Duurde maar even. .Die mensen zaten
allemaal zo te mopperen oa die uitvoer
der. Dat was niet rechtvaardig. Ik
kwam er en zei: mensen, laten we nou
eens goed gaan werken. Dat was alle
maal grondwerk, sloten graven en zo.
Maar na afloop van die week en we
hadden echt ons best gedaan kreeg
ik nog maar ƒ10,50 in m'n handen. Ik
ging naar het hoofd van de werkver
schaffing en ik zei: volgens de regering
moet u anderhalf maal "het steunbedrag
betalen. Hij wilde toen het bedrag per
meter graafwerk met 15 cent optrek
ken, zoaat het ƒ2,30 zou worden. Maar
daar ging ik niet mee akkoord. Hij
vond wel dat we goed hadden gewerkt.
Je bent een goeie kracht, zei-ie. Maar
toen ik op de arbeidsbeurs kwam om
m'n geld te halen vertelden ze dat ik
niet meer naar de DUW hoefde. ,Je
dochter verdient ook, je bent boven de
grens'. Toen werd het weer de steun. En
in '40 begon de oorlog'.
VLISSINGEN ,Ja, ze waren recalcitrant, de jon
geren in de jaren dertig. Strijdbaar ook. De AJC-ers
(socialistische jeugd) hadden hun eigen kampen, hun
eigen liederen, hun eigen, specifieke inbreng. Ze
vochten voor hun mening, maar het ontaardde nim
mer in rellen. Dót is het grote verschil tussen de
jeugd van nu en «lie van de jaren dertig. Aan een
Maagdenhuisbezetting deden ze niet, rotte tomaten
waren er niet bij. Dat is geloof ik, de verkeerde weg.
Neen, de jeugd in de periode 1930-1940 was anders.'
Aan het woord de 84-jarige L. P. van Oorschot, ja
renlang een vooraanstaand strijder voor de socialis
tische zaak in onder meer functies als raadslid en
statenlid. De wapperende manen, die eens het han
delsmerk waren van de socialist Van Oorschot, zijn
nu grijs en sterk gedund. Zijn toch al niet zo forse
gestalte is nu die van een man, die de leeftijd der
sterken, in overigens goede gezondheid, heeft bereikt.
Gebleven ls echter de vechtlust, de vasthoudendheid
van een terriër, die hem kenmerkte in raad en staten.
Fel lichten zijn ogen op als zaken ter sprake komen,
waarin Van Oorschot vermeend onrecht bespeurt.
Heftiger trekt hij aan zijn sigaar als hij een ver
gelijking maakt tussen de jeugd van vroeger en nu.
Sinds een jaar verblijft de heer Van Oorschot met
zijn vrouw in het bejaardentehuis .Ter Reede' in
Vlissingen. ,Het heeft zijn vóór en tegens.' Een van
die .tegens', is dat hij zijn telefoon mist. Toen hij
verhuisde naar Ter Reede, was hij nog secretaris
van het Ziekenfonds Walcheren. Privé en in verband
met zijn werk achtte Van Oorschot telefoon onont
beerlijk. Maar het bleek niet mogelijk zijn kamer
van een aansluiting te voorzien. Van Oorschot fel
als in zijn beste tijd als fractievoorzitter in de raad
of staten: ,Fout van het bestuur. Iedere kamer in
een bejaardentehuis moet in principe de mogelijk
heid hebben een telefoonaansluiting te krijgen. Ik
heb er hard achteraan gezeten, links en rechts ge
schreven. Het heeft niks geholpen. Niet .ian gedacht
bij de bouw, zegt het bestuur. Maar ik weet wel
beter. Architect en PTT hebben me geze-gd, dat het
bestuui er niets voor voelde. Kijk, voor dit soort
zaken kan Ik nog altijd warm lopen. Als bejaarde
in een tehuis heb je ook je rechten.'
LINKSE JONGEN
L. P. van Oorschot en de jaren dertig. Het oud-raads
lid (liefst 34 jaar) en oud-statenlid zegt: ,Ik kwam
voort uit de Vrij Socialistische Beweging. Erg linkse
jongens hoor. We stelden ons linkser op dan de
SDAP. Tk zat als eenling namens mijn groepering
in de raad. Jarenlang. Ik heb getracht in de poli
tiek de menselijke verhoudingen te laten meespre
ken. Geprobeerd ook mijn tegenstanders te begrij-
september 1936: Verloving van prinses Juliana en prins Bernhard. Achter het paar konin
gin Wilhelmina.
pen. Zeg maar gerust: tolerant zijn. Ik wil wel
vechten. Maar niet om het vechten zelf. Het gaat
om het principe, dat eraan ten grondslag ligt. Enfin,
zo rond 1935 ik zat sinds 1919 in de raad voor de
vrije socialisten kwam ik tot de conclusie, dat je
ils eenling zo verrekt weinig kunt doen. Ik heb toen
gezegd: .Jongens, ik stop ermee. Maar ja, een goed
jaar later was ik er weer bij. De SDAP kwam bij
me. Van Oorschot, zeiden ze. je bent toch socialist?
In grote lijnen denken we toch het zelfde. Kom toch
bij ons! Ik ben toen lid geworden. In de SDAP zag
ik meer mogelijkheden om een groter publiek te be
reiken. Zeven van de negentien leden van de Vlis-
singse raad van 1937 waren SDAP'.
,Als je me vraagt of ik Marxist ben, dan luidt het
antwoord: .Neen'. De marxisten zitten tr veel vast
aan het dogma, het doctrine. Dat is een ontkenning
van de vrije menselijke persoonlijkheid, waarin ik
geloof. Ik ben altijd uitgegaan van de praktische toe
passing, van wat ik als socialisme zag. En als ik
dan een vergelijking maak, dan zie ik die vooral op
sociaal terrein. Denk aan de aow, de voorzieningen
voor weduwen en wezen, enfin de gehele sociale wet-
feving van nu. Vóór de oorlog werd dat als het hoogst
bereikbare ideaal gezien. Nu is het gemeengoed. Ik
herinner me bijvoorbeeld nog een voorstel in de ge
meenteraad om de mensen, die van maatschapplijk
hulpbetoon leefden een kersttoelage van 2,50 te ge
ven. Het is onvoorstelbaar, maar het voorstel werd
afgewezen'.
Als Van Ooi-schot nog meer vergelijkingen maakt,
dan spreekt hij over ,de rustige jaren dertig', met
weliswaai vele problemen, zoals de werkloosheid,
maar toch jaren, die als een stilte de storm vooraf
gingen, die in alle hevigheid losbarste toen de in
1933 aan de macht gekomen Duitse führer Adolf
Hitler zijn strooptocht tegen de helft van de wereld
ondernam aan het eind van dat decennium. Maar
turbulent waren die jaren niet, althans niet in de
ogen van de heer Van Oorschot. Hij was toen een
man in de kracht van zijn leven, die met zwier zijn
multatulie vrijheidsdas droeg en die zijn linkse
ideeën met de inzet van zijn gehele persoon uitdroeg.
Het trieste dagelijksebeeld in een van de stemlokalen
n W- ir-iSH
JOjj
Woningen waren er volop te huur. De huurder was koning.