11900-19101 INGESNOERDE WESPEN TAILLES, HET LOT VAN ALLE VROUWEN 1900-2000 Men sprak van 's morgens 8 tot 's nachts 12 uur VOETBAL WEDSTRIJD EEN PARTIJTJE GOAL- SCHIETEN provinciale zeeuwse courant WOENSDAG 24 DECEMBER 1969 Het resultaat was teleurstellend. De vrouwen van toen leken door hun vormeloze gewaden die nergens mochten knellen, inderdaad op .hob bezakken', en dat was dan ook de reden waarom Poiret, heersend mo dekoning van toen, ijlings het cor set weer in ere herstelde. Een cor set dat niet langer de maag en de ademhalingsorganen geweld aan deed maar slechts de buik moest steunen, en ook de bovenbenen in het gareel liet. In Zeelands steden en ook in de dor pen waar men veel in contact kwam met .Holland' werd deze mode kalm pjes gevolgd. Na de corsetvrije pe riode konden de dames van de ge goede burgerij zibh heel goed ver oorloven om k la Poiret gekleed te gaan. De ingesnoerde taille en de lange nauwsluitende .mummierok' daaronder, die alle overbodige be wegingen uitsloot, verbood hen meer werk te doen dan nodig was. Bovendien was er personeel aan wezig om lange rijen knopen (zo wel aan de voor- als aan de achter kant!) dicht dan wel open te doen. In de arbeidersklasse ontbrak het geld in de eerste plaats om de .mummierok-mode' te kunnen vol gen en bovendien was het een on mogelijke dracht om er in te wer ken. klederdrachten Op de dorpen waar de klederdrach ten nog algemeen en gewaardeerd goed waren, was er zij het iets geleidelijker ook een hele veran dering te constateren. Tegen het eind van de vorige eeuw waren vrij wel alle kleuren uit de diverse kle derdrachten verdwenen om plaats te maken voor soberder kleuren. En na zo'n .zwarte' periode volgde dan meestal de overgang naar de .burgerdracht'. In Tholen was dat eerder dan op Walcheren, in Middel burg was dat eerder dan in Gapinge. Het zou te ver voeren om in een halve kolom te proberen wat niet lukt in een dik boekwerk: de mode- ontwikkeling in die tijd in de ver schillende streken en plaatsen te schetsen. We beperken ons daarom tot ot de Waicherse dracht zoals me vrouw P. de Jager uit Domburg (be kend van haar shows van oude Wai cherse klederdrachten) die op de fo to draagt. Het is de dracht van de jaren rond de eeuwwisseling. De beuk die veel hoger rond de hals sloot dan tegen woordig, is gemaakt van een roze gladde stof met daarover heen rijk- geborduurde tule. Omdat de beuken indertijd veel hoger sloten werden de kralen ook dichter en hoger om de hals gedragen. sober Ook de Waicherse klederdracht on derging rond de eeuwwisseling, die kleurveranderingen. In de achttiende en negentiende eeuw werden er niet sledhts gekleurde beuken, maar ook gekleurde hoeden, jakken, on derrokken, rokken en schorten ge dragen. Bij de intrede van de twin tigste eeuw waren er hoogstens nog donker gekleurde rokken; me vrouw De Jager draagt onder haar zwarte schort een blauw-zwart ge streepte rok. Kleurrijk waren ook de linten van de hoed die in die tijd nog in zwang was. De .kaphoed' was gemaakt van fijn Italiaans stro en werd over de muts gezet om ,uit' tegaan, naar de marlet, op visite of naar de kerk. Achterop de hoed was een blauw zijden lint gespeld, in keurige plooi tjes en rozetjes gelegd. Die linten werden op de rug met een gouden haak en oog vastgespeld. Aan de voorzijde waren ook linten die soms wel, dan weer niet onder de keel werden vastgemaakt aan elkaar. (Die linten werden niet gestrikt, maar weer met een gouden speld vastgezet). Het jak woidt in de (ingesnoerde!!) taille met enkele haken gesloten. Onder de rokken werd ter hoogte van de heupen een opgevulde rol gedragen om de heupen breder te doen lijken. Die rol noemde men ,eupe' ofwel .keutepari' (Queu de Paris!). Over de extra-brede heupen werden volgens de overlevering vele rokken over elkaar heen gedragen. Mevrouw De Jager veronderstelt dat het zwaar overdreven is: ,Twee onderrokken een bovenrok en een schort, dat was al' De schort werd rond 1900 van een glanzende stof gemaakt, rond 1910 schakelde men nog over naar een doffe zwarte stof, bij voorkeur wol. Ook nu nog zijn de schorten dofzwart. goud De gouden sieraden hebben altijd een grote rol gespeeld in de Zeeuw se klederdrachten. Rond 1900 ver dween er zo'n traditioneel sieraad: de .naelde', een rond gebogen dunne drie tot vijf centimeter brede voor- hoofdsnaald die horizontaal over het voorhoofd werd gedragen. De ,nae!- de' was gegraveerd; vrijwel altijd stonden er enkele zwanen op. On- gehuwden droegen de voorhoofds- naald links, gehuwden rechts. In de twintigste eeuw :3 de .nacldc' al snel van het toneel verdwenen. Krullen, strikken en spelden waren er zeventig jaar geleden zoals ze er nu nog zijn. Er is alleen een ver schil in de draagwijze gekomen. Toen werden de krullen op ooghoog te- gedragen, nu worden ze ter hoog te van het voorhoofd gedragen. onfatsoenlijk Werd er ook in Zeeland wel burger kleding gedragen, en zeker ook mo dieuze kleding, de eerste pantalon voor dames, m 1910 gelanceerd, zal hier ook niet enthousiast ontvangen zijn. Een pantalon was onfatsoenlijk en daarmee uit. Het heeft trouwens nog bijna tien jaar geduurd voordat er naast de oorsetten eenvoudige Icousengordeltj es kwamen en voor dat een bustehouder intrede deed. En de pantalons hebben pas eerst in de jaren vijftig een come-back kunnen maken Pas nu, in 1969, wordt de pantalon als volwaardig kledingstuk voor de moderne jonge vrouw geaccepteerd en geprezen. 0UD-G0ES-SPELER NICO DE N00IJER: GOES ,Toen ik 13 Jaar was, Ln 1909, speelde ik mijn eerste wedstrijd in Goes. Er waren me despelers en tegenstanders die wel 27 jaar waren, of nóg ouder, en ik had het toen dan ook bij de strijd om de bal zwaar te ver duren, dat kunt u begrijpen. Want er was toen nog geen Indeling ln senioren en junioren. Naar jeugdvoetbal keken ze toen nog lang niet.' Het zijn voetbalherinneringen uil de eerste tien jaar van deze eeuw van de 74-jarige Nico de Nooijer, thans in het. verpleegtehuis Ter Valcke in Goes herstellend van ten beroerte en een hartaanval! jVolgend jaarzegt de Nooijer, ,ben ik 65 jaar lid van Goes'. Dit erelid van Zeelands oudste voet balvereniging in 1898 opge richt was in zijn goede jaren de snelle rechtsbuiten van Goes ,ik liep de 80 meter in 10. seconden en soms moest ilc op m'n maats wachten als ik langs de lijn naar het vijandelijk doel- aebied was gesneldJ en ook vtas hij zeventien jaar terrein- knecht van de Goese sportvelden. Echte sportvelden waren er in het begin van onze eeuw nog maar weinig. TVe speelden in de wider bij Wilhelm-,nadorp op een gewone wei. die was afgezet met palendraad en touwen. Voordat, de wedstrijd begon moesten die palen, draad en touwen even op zijgezet worden, want dan moes ten we de koeiegrammofoonpla- ten' van de grasvlakte verwijde ren. Daarna kon de afrastering weer op z'n plaats en toen kon den we voetballen', merkt Nico de Nooijer op. Als negenjarige was Nico de Nooijer al bij de wedstrijden van Goes betrokken, als maunusje- van-alles. Jk was bollenjongen, moest het terrein kalken en voor andere zaken zorgen', herinnert hij zich. Ook verschillende, spelers uit die tijd ziet hij nog voor zich. Krans Kakebeeke, de doelman, de dikke Piet Oele als back, zijn broer Max Oele, middenv'eldspc- ler, de aanvallers Rein Sturm, de gebroeders Moor en ook de vader van schoolarts dokier Van de Put te'. gegoede burgerij fDat waren zowat allemaal jon gens van de hbs, zoons van de gegoede burgerij. Maar ik kon er als volksjongen, ik was toen arm, wel goed mee opschieten', herin nert De Nooijer zich. ,Toen ik dertien was mocht ik dus mijn eerste wedstrijd spelen. Een paar voetbalschoenen had ik overigens niet, ik speelde op een schoen en een klomp. Chris Zandee betaal de toen de contributie voor me, want die kon ik nog niet op brengen'. Hij voegt er aan toe: fDe hele sport die toen opkwam voetbal was toen al de popu lairste sport richtte zich op de kringen van beter gesitueer den. Van volksvoetbal bijvoorbeeld was nog geen sprake. Gevoetbald werd er door de studerende jeugd en de gegoede middenstand, han delslui.' Bezoekers vjaren er toen ook wei- nig. AIs er eens een guldentje of zes binnenkwam. v:ns dat veel', herinnert Nico de Nooijer zich nog. Alleen later, toen we tegen Belgische clubs speelden, waren er wél eens duizend bezoekers.' Voetbalspel, zoals we dat nu ken nen, was er natuurlijk nog lang niet bij. Het was allemaal erg eenvoudig. Nico de Nooijer: ,Of we met een opdracht, het veld in werden gestuurd'/ Nee hoor, we speelden zomaar een partijtje, het was eigenlijk een beetje op de goal schieten. We speelden toen het aloude ,systeem' vijf van vo ren, drie in het midden, twee backs en de keeperlaat Nico de Nooijer weten. De voorbereidin gen waren in vergelijking mat nu uiteraard ook minimaal. Ge traind werd cr alleen op woens dagmiddag, als de scholieren vrij af hadden. En vóór de wedstrijd namen de spelers ook nog even vijf minuten de tijd om in te trappen en dan ging het er op los. Goes vjas toen een van de wei nige verenigingen, die netten bij het doel had. Want daarvan was in het begin van deze eeuw nog maar weinig sprake: de meeste clubspelers moesten zeV de doel palen naar het veld sjouwen en na afloop moesten vele elftallen zich maar zien te redden met één kraan. Nog een interessante mededeling uit die tijd. Als ie in Goes speel de was je ook lid van de Neder- 'andse voetbalbond (nog niet ko ninklijk) en dan mocht je ook voor andere clubs spelen. Zo kwam bijvoorbeeld Robur. foei: nog KDO. herhaaldelijk om me als ze een mannetje tekort kwa men. En dan was ie blij, dat je nog een partijtje kon spelen. En voor het overige ivas het', al dus Nico de Nooijer, .eerst de man en dan de bal. Je werkt eerst je tegenstander tegen de grond en pas dan speelde je de boe. Emancipatie van de vrouw kende men niet. Op de Rotterdamse Adniiraalskade werkten vrouwen als stenensjouwera. 0UD-KAMERSTEN0GRAAF WILLEM DREES: Dr Willem Drees in een makkelijke stoel in zijn uiterst sober Ingerichte werk kamer aan de Beeklaan praat over vroeger. De periode, waarin hij ais steno graaf de politieke debatten volgde in de tweede kamer, het gebouw, dat hij later als minister en ministerpresident jarenlang dagelijks zou binnengaan. Dr Drees verliest zich niet in gemijmer. Geen sentiment over ,die goeie ouwe tijd'. Ondanks zjjn 83 jaar is hij even zakelijk, nuchter en bedachtzaam ais een paar jaar, 20 jaar, 40 jaar geleden. .Mijn tijd als kamer-stenograaf'... Dr Drees lacht. ,Dat waren me tijden... Die eerste week, dat ik in de kamer stenografeerde, werd er gesproken van 's morgens acht tot 's avonds twaalf met een paar kleine pauzes. Men kende nog geen spreektijdenrantsoenering. Iedereen kon aan het woord komen zolang hij wilde en nam die gelegen heid ook ruim te baat. Uren, urenlang soms werd er door één kamerlid ge sproken. En dat terwijl er veel minder x- *-i was dan nu'. eerste clubje In Amsterdam richtte dr Drees zijn eerste clubje op: .Steeds Sneller'. Hier in verzamelde hij aanhangers van hem toen fel omstreden systeem-Groote. Stenografie-enthousiasten, die tevens vurig socialist waren. Dr Drees: Jk was in die tijd sterk beïnvloed door Henri Polak. Bovendien waren veel van mijn schoolvrienden zoons van diamantbe werkers, de enige arbeiders die toen een sterke vakbeweging hadden. Op onze club .Steeds Sneller' discussieer den we dan over onze toen nog a-soci- ale politiek en er werd bovendien druk S'stenografeerd. Mooie oefening... ort daarna werd de jonge Willem Drees lid van de SDAP. Zijn eerste po litieke daad. Dr Drees was wat trots op zijn .Steeds Sneller', want triomfan telijk zegt hij nog: ,Wij hebben zelfs het zilveren jubileum gehaald'. Dr Drees: ,Ja ik heb alles zien groeien sinds 1908. Ik kreeg eens een boekje in handen over de begroting. Dat was toen bijna 200 miljoen. Nu zo'n 29 mil jard...'. ,Maar de politiek was in die tijd wat principiëler en algemener. De grond beginselen van de partijen waren toen steeds de inhoud van breedvoerige dis cussies. Nu is er een verzakelijking ingetreden. De problemen zijn thans van een totaal andere orde. Neem nu de sociale verzekeringen. Toen werd er gepraat over de vraag of er wel een sociale verzekering moest komen. Nu gaat het er om of de aow-uitkeringen verhoogd kunnen worden en zo ja, met hoeveel. De politiek sprak meer aan. Er werd minder tot stand gebracht voor de bevolking maar wét er ge beurde had z'n directie invloed op de mensen. Onder het kabinet-Heemskerk beleefde ik de uitbreiding van de ziekte-, inva- liditeits- en ouderdomsverzekering. Na 40 jaar loondienst zou men, schrik niet, op zijn zeventigste zes gulden in de week krijgen. Twee en drie gulden kregen de mannen (alleen de mannen), die konden aantonen dat ze vóór hun zeventigste in loondienst waren ge weest. Ër is nooit zoveel gelogen als in die tijd... Het gevolg was dat er veel meer moest worden uitgekeerd dan men verwachtte'. Nee. het regeren-van-toen is niet meer te vergelijken met de huidige politiek. De tegenstellingen waren duidelijker, de vraagstukken overzichtelijker. Toen: vrijhandel of protectie? Nu: de EEG past protectionisme toen en in Brussel worden de belangrijkste zaken beslist. Defensieproblemen worden voor een groot deel in de NAVO beslist. Nee, de beslissingen zijn verlegd. Al spreekt de politiek het publiek nu minder aan, er wordt méér gedaan. Toen ik in '47 de noodvoorziening ouden van dagen voorstelde, kreeg ik stromen brieven met dankbetuigingen. Inmiddels is de aow zo enorm opge trokken, doch er is minder tevreden heid. Natuurlijk, de aow is te laag, daar kun je niet van leven, althans, je hebt geen enkele marge. Levenonder- houd is een relatief begrip. Er zijn nieuwe behoeften ontstaan. Maar men miskent wel eens wét er allemaal ge daan wordt en is voor ons volk'. Dr Drees kan uren praten. Hij is nog steeds actief. Ondanks zijn slechte gehoor en zijn steeds slechter wordende ogen. ,ïk kom bijna niet meer op straat. Dat zou te gevaarlijk ln de jaren rond de eeuwwisseling is de mode vrij hevig in be roering geweest. Wespentailles, korsetten en andere benauwen de zaken kwamen en gingen voor onze modebewuste grootmoe ders tussen 1900 en 1910. De commissionairs lieten hun bottines lieten. stelen als zij de Koopmansbeurs ver- Wie in die tijd de haute couture wilde volgen moest zich tot het ei" d van de negentiende eeuw bewegen in .aangeklede baleinen'. Rond 1900 vonden de modemakers van toen het meer dan genoeg en zij banden alles wat maar in de verte op een korset leek, uit de mode. Dr. Willem Drees in de tijd, dat hij kamerstenograaf was.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 19