psr Solidariteit van mens tot mens Stijlvol en sober Gevoelens van bewogenheid.,, vreugde en dankbaarheid5 Zeeland herdacht zijn bevrijding xeeaws Zeelands positie Inundatie verantwoord Toen en nu Internationale verhouding Welkomstwoord tot gasten van Zeeland MR DRIJBER TOT OUD-STRIJDERS: VRIENDEN VOOR ALTIJD' 6 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 3 NOVEMBER 1969 MIDDELBURG Zware, bronzen klnkketonen uit de Lange Jan weerklonken zater dag over Middelburg en wydo omgeving om eraan te herin neren, dat vijfentwintig jaar te voren de wapens op het eiland Walcheren waren neergelegd. Toen hadden die klokken ech ter niet kunnen luiden, want zoals dr L. De Jong zaterdag morgen in de Nieuwe Kerk zei ,liet centrum van Middel burg was onherkenbaar ver minkt en er was westwaarts water zover het oog reikte'. Maar er was toen aldus dr De Jong: ,Ecn stoer en on- schokbaar vertrouwen in de toekomst van de provincie, in welker wapenschildde leeuw zich aan het water ontwor stelt'. Een vertrouwen, dat niet is beschaamd: de klokken van de Middelburgse Abdij meldden het toen de bijeenkomst in de Nieuwe Kerk werd beëindigd. Vertegenwoordigers uit alle ge ledingen van de Zeeuwse be volking jongeren en ouderen waren zaterdag in deze kerk bijeen, toen om precies half 12 koningin Juliana binnentrad. President-kerkvoogd mr F. W. M. van Oppen en kerkeraads- voorzitter dr G. J. van Embden hadden haar bij de ingang van de kerk begroet. Organist De Vries had tevoren geïmprovi seerd op het Valerius-bed .Ge lukkig is het land' en voorts op het Zeeuws volkslied. Bij het binnentreden van de koningin iedereen was gaan staan speelde hij het .Geen dierder plek' geheel: deze Zeeuwse .hymne' eens door Jan Morks gecomponeerd op tekst van Poldermans tijdens de Bel gische annexatiewoelingen in 1919 werd staande aange hoord. De bijeenkomst werd een sobe re. maar stijlvolle plechtigheid: Nederlands van karakter, maar tevens ook met internationale fof liever: geallieerde) allure. Vóór de preekstoel waren de vlaggen van de geallieerde lan den opgesteld en achter konin gin Juliana en minister-presi dent De Jong zaten de ambas sadeurs van Engeland, België, Noorwegen en Canada, alsook de gouverneur van het Bel gische Oost-Vlaahderen dr R. de Kinder. De commissaris der koningin, mr J. van Aartsen, begroette zijn gasten in het Ne derlands eri het Engels en dr L. de Jong herhaalde later tij dens zijn indrukwekkende rede een kort deel daaruit in het Engels. Het ging hier om een passage, waarin hij herinnerde aan de duizenden geallieerde soldaten, die in de strijd rond de Schelde- monding waren gevallen of ge wond: ,De offers in het per soonlijke vlak zijn hier door bondgenoten en bevrijders in de eerste plaats gebracht. Deze of fers zullen bij ons in de herin nering blijven voortleven met een dankbaarheid die uit het hart komt, maar die wordt versterkt door hetgeen nuchter inzicht ons leert'. De koningin droeg een gouden broche met het wapen van Zeeland: ,Die heb ik hier eens gekregen en ik draag die al tijd als ik in Zeeland kom', zei ze later in de kloostergangen van de Abdij, toen ze gesprek ken voerde met vertegenwoor digers van de bevolking, de Britse oud-strijders en de ille galiteit. In de statenzaal was ook aanwezig mevrouw S. C. de Casembroot-barones van der Felsz. Later werd in de statenzaal een eenvoudige lunch geser veerd: in de oude refter van de Abdij heerste een ongedwongen sfeer. Ook hier werden velen aan de koningin voorgesteld en daarbij ontsponnen zich plezie rige gesprekken. Een actie van enkele Schotse oud-strijders: .Dat zou bij ons niet mogelijk zijn. daar is altijd afstand tus sen koningin en laten-we-maar- zeggen ,het volk'. Maar hier kan iedereen naar uw koningin toelopen. Dat is nog eens een gemoedelijke monarchie hier...' MIDDELBURG ,In deze provincie, op de plaats waar de laatste Nederlandse troepen in mei 1940 Zeeuwsch-Vlaanderen verlieten, betrad koningin Wilhelmina nog geen vijf jaar later weer de vaderlandse bodem. De grenspalen waren weggeschoten in dat ont redderd gebied er was geen grens. Kalk om een streep over de weg te trekken, ont brak; witte verf was nergens te vinden tot een meelhandelaar zei, dat hij wel een baal meel wilde afstaan. Met dat meel, grond stof voor ons dagelijks brood, heeft men toen een streep gemaakt en er is, om het verstui ven tegen te gaan, enig water over gespren keld. Ik ken geen gebeuren dat, symbolisch als het ware, sterker getuigt van de schamel heid van ons bestaan op dat moment in onze historie'. Met deze woorden besloot dr L. de Jong zaterdagmorgen zijn herdenkingsrede in de Nieuwe Kerk te Middelburg. In dit slot richtte hij zich tot koningin Juliana: ,Ik hoop in uw geest te spreken wanneer ik de bood schap van de dood van zovelen in 1940-1945 interpreteren wil als een omroep om, in onze welvaart en in deze verwarde en gecompli ceerde wereld, indachtig te blijven wat zo- velen ook in ons land in die jaren van scha melheid betracht hebben: solidariteit van mens tot mens'. Dr De Jong was zijn toespraak begonnen met en kele persoonlijke herinneringen, namelijk aan zijn eer3te naoorlogse bezoek aan Zeeland in februari 1035. .Grote moeite had het mij gekost om als burger niet in uniform, niet eens functionaris van het Militair Gezag steunend op een simpel briefje van professor Gerbrandy, van Eindhoven uit Bergen op Zoom te bereiken. Ik kreeg er na lang wachten een lift naar Goe3, waar ik tegen het einde van de middag aankwam. Hier liep ik vast. Er was op dat moment geen enkel verkeer meer in de richting van Walcheren, maar nadat enige tijd was verstreken, kon xie commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten in Goes mij helpen, doordat ik kon mee rijden op de enige vrachtauto, die die avond nog naar Middelburg ging.' Dr De Jong wilde daarheen om twee redenen: twee jaar tevoren hadden zijn enige broer en schoon zuster vergeefs gepoogd naar Zwitserland uit te wijken (ze waren al op Zwitsers gebied, toen de Zwitserse politie hen terugstuurde: beiden zijn omgekomen) en zij hadden hun jongste kind toe vertrouwd aan een Haags echtpaar dat naar Mid delburg was vertrokken. Dit niet-ingeschreven kind was door de Duitse controle gesmokkeld. .Wat door mij heenging toen ik mij over het bedje van het slapende kind boog, kunt U zich indenken.' De tweede reden om naar Walcheren te komen was: ,Het was mij innerlijk onmogelijk naar mijn post bij de Londense radio terug te keren zonder met mijn eigen ogen het ten naaste bij verdron ken eiland te hebben aanschouwd.' Zo trof dr De Jong Walcheren aan: >Het centrum van Middelburg onherkenbaar verminkt. West waarts water zo ver het oog reikte. Golven die huizen en boerderyen binnenspoelde, en daar hier og een deur waar doordrekie gordijnen heen en weer bewogen als spookten er geesten in die ver laten behuizingen. Hier en daar een oude dorps kern gespaard, maar dan overvol en met loop planken langs de gevels. Op tal van plaatsen waar schuwingen tegen landmijnen. In de puinhoop die eens Westkapelle was, gezinnen die bijeenhokten in de grauwe en kille Duitse bunkers. Ik sprak niet mensen met de burgemeesters en met de functionarissen van het Militair Gezag, met boeren en landarbeiders en hij allen trof ik aan een geest van aanvaarding van het noodlot dat Walcheren had getroffen, maar ook een stoer en onschok- haar vertrouwen in de toekomst van de provincie, in welker wapenschild de leeuw zich aan het wa ter ontworstelt'. Dr De Jong ging voorts in op de bijzondere positie van Zeeland in de tweede wereldoorlog. Die positie bleek al tijdens de Duitse inval in 1940. ,Ik ge loof niet dat Nederlandse troepen zich ooit psy chologisch m een moeilijker positie hebben be vonden dan die aan welke de verdediging van Zee land was toevertrouwd een paar duizend man, die op de avond van 14 mei vernamen dat in het gehele land de strijd gestaakt was, maar dat in Zeeland, in Zeeland alleen, moest worden doorge vochten, samen met en ook terwille van de Fran sen, die ons te hulp waren gesneld. Lang heeft die strijd niet geduurd, enkele dagen slechts. Men was tegen de formatie van de Waffen-SS, die hier aanviel, niet opgewassen en toen het er op de ochtend van 17 mei korte tijd naar uitzag dat de Fransen toch de Waffen-SS-ers aan de Sloedam konden tegenhouden, werden een luchtbombarde ment en een artillerie-beschieting van het centrum van Middelburg ingezet, die beide evenals het bombardement van Rotterdam die dagen tevoren een terroristisch karakter droegen, en die aan het centrum van Middelburg haar intieme sfeer voor altoos ontnamen.' Vervolgens behandelde dr De Jong enkele aspecten van de strijd in Zeeland iin 1944, waarbij hij in de eerste plaats op de oorlogsgevolgen voor West- Zeeuwsch-Vlaanderen wees: ,Geen deel van ons land met uitzondering misschien van midden- en Noord-Limburg werd zo zwaar door het oor logsgeweld getroffen als westelijk Zeeuwsch-Vlaan deren, waar de Duitsrs slechts stap voor stap werden teruggedrongen en waar dorpen en hehuizingen puin hopen werden. In die kletsnatte en kille herfst wist de bevolking nauwelijks waar zij het vege lijf moest bergen.' Uitvoerig besprak dr De Jong de inundatie van Walcheren daarbij evenals hij in de televisie reeks ,De bezetting' het deed het standpunt verdedigend, dat de inundatie van het eiland ver antwoord was. Het onder water zetten van Wal cheren is overigens niet voorgelegd (naar da- De Jongs oordeel opzettelijk niet voorgelegd) aan de Nederlandse regering in Londen .vermoedelijk van uit het besef dat men van die regering nauwelijks kon vergen dat zij haar uitdrukkelijkeinstemming betuigde met een operatie, die duizenden burgers het leven kon kosten en die Walcheren naar toen werd gevreesd voor lange tijd tot een troosteloze en onvruchtbare woestenij zou maken'. Is deze inundatie uit een militair oogpunt ver- antwoord geweest? Het vormt slechts een schrale troost voor de nabestaanden van die genen, die toen met name in Westkapelle het leven verloren, maar ik meen dat deze kern vraag in het licht van alles wat wij thans we ten, bevestigend kan worden beantwoord. De totale desorganisatie van hel, Duitse verdedi gingsapparaat waar men van Canadese kant op rekende heeft zich niet voorgedaan en daar is uit voortgevloeid, dat Britten en Cann» dezen hun ongeleend hachelijke landingen moes- en uitvoeren bij Vlissïngen en Westkapelle. Alleszins is het waarschijnlijk, dat de belang rijkste landing, die bij Westkapelle, zou zijn mislukt ware het niet dat de gevaarlijkste van de grote Duitse kustbatterïjen na twintig fni- nuten door zijn granaatvoor raad heen was een voorraad die men juist door de inundatie van het eiland niet had kunnen aanvullen.' Dr De Jong herinnerde er in dit verband aan, dat op 28 november 1944 het eerste convooi de haven van Antwerpen binnenvoer: daarmee kwam de be voorrading van de geallieerden op een hechte ha- sis. Had die basis ontbroken, zouden de gevolgen van Hitiers Ardennenoffensief vermoedelijk veel ernstiger zijn geweest. Ook die overweging be stempelt het onderwater zetten van Walcheren als een bittere noodzaak. Dr de Jong herinnerde er aan dat de Canadezen ,in de modder va.n deze provincie' aan gesneuvelden en gewonden meer dan dertienduizend man verloren. Dat betekent dat ,wlj daar de tot bescheidenheid nopende conclusie aan mogen verbinden dat de offers in het persoonlijke vlak in de eerste plaats door onze bondgenoten en bevrijders zijn gebracht'. ,Ik weet namens u allen te sproken wanneer ik uit drukking geef aan de hoop dat deze offers on persoonlijk voor de meeaten onzer doeh maar al te persoonlijk voor vaders en moedors, voor verloofden, echtgenoten en kinderen, voor vrienden en beken den ver overzee, bij ons volk als geheel en bij de Zeeuwen in het bijzonder, in de herinnering blijven voortleven met een dankbaarheid die uit het hart komt, maar die wordt versterkt door hetgeen nuch ter inzicht ons leert'. In het vervolg van zijn rede toetste dr De Jong de idealen van toen aan de situatie van thans: ,Er zijn er, die nu ouder geworden, maar ergens nog ha kend naar dat bezielend ideaal, om zich heen zien met verbijstering. Hebben wij zo vragen sommi gen zich af voor de vrijheid van godsdienst ge streden om een kerkgebouw te zien gebruiken voor een huldiging die dwars tegen onze normen ingaat? Hebben wij gestreden voor de vrijheid van onder wijs om een deel van onze universiteiten en hoge scholen zich te zien ontwikkelen tot centra van de batten, waar het intolerant extremisme van de ene dag plaats maakt voor een nog intoleranter, nog extremer extremisme op de volgende?' Het antwoord van dr De Jong: ,Ja juist daar ging het om. Het ging er ora dat wat in ons volk naar boven zou komen aan rijp en groen, aan gezonde en ongezonde krachten, aan vruchtbare en onvruchtbare denkbeelden, zich weer in vrij heid kon nieten, ook opdat datgene wat onge zond en onvruchtbaar zou blijken, in vrijheid weerstaan zou worden. Deze nimmer aflatende worsteling is het, die vooral sinds liet begin van vorige eeuw, de inhoud vormt van onze geschie denis. Wie deze geschiedenis nagaat, constateert een groei, een aanpassing aan gewijzigde verhou dingen, een doorbraak, telkens opnieuw, van nieuwe normen. Deze doorbraak beeft zich vol trokken met heftige debatten, met heftige po litieke strijd, maar zonder veel geweldpleging en praktisch ook zonder bioed\ergieten. Waardoor? Doordat ons volk door zijn aard en ons staatsbe stel, door zijn aanpasbaarheid telkens die aan passing en die doorbraak mogelijk gemaakt heb ben'. Bezinning op de bezettingstijd, toen een intolerante tyrannie hier de scepter zwaaide, houdt ons voor en scherpt ons in dat tolerantie een deugd is. aldus dr De Jong. De grens wordt alleen dan bereikt wan neer een extremistische minderheid er bewust op uit is aan een meerderheid haar wil op te leggen. Tot slot stipte dr De Jong de internationale ver houdingen sinds de tweede wereldoorlog aan: De merkwaardige dialectiek van de ontwikkeling heeft er toe geleid, dat de grote machtconcentraties die onze aarde kent, of zij het willen of niet, gedwongen worden juist bij hun onderlinge conflicten een mate van behoedzaamheid te betrachten, die in de wereldgeschiedenis een volstrekt novum betekent'. In dit verband meende dr De Jong de stelling aan te durven ,dat wij in de jaren sinds 1945 ettelijke in ternationale crisissen hebben beleefd, die in een vorig tijdgewricht met grote waarschijnlijkheid tot een nieuwe wereldoorlog zouden hebben geleid'. .Wanneer wij thans balans opmaken van ons weder varen sinds de vernietiging van do misschien meest misdadige macht, die de historie ooit heeft gekend, dun lijkt het gepast te bedenken, dat in die algelo pen vijfentwintig jaar proefondervindelijk is aange toond, dat de veiligheid onzer democratische samen leving bepaald wordt door bet nauwe samengaan niet gelijkgezinden. Want. wanneer de meidagen van 1940 en de jaren die er op volgden, ons één les bobben ingebrand, dan toch wel deze dat in deze hachelijke en onzekere wereld een klein volk als het onze in zichzelf alleen onvoldoende steun en onvoldoende beveiliging vindt'. MIDDELBURG -- B:.i de tan- vang van de herdenkingsbijeen komst in de Nieuwe Kerk t.e mid delburgvan rechts naar links: burgemeester mr J. J. Drijber, me vrouw De Jong (echtgenote van prof. dr L. de Jang), mr J. van Aartsenhm de koningin, minis ter-president De Jong, mevrouw Van Aartsen, dr De Kinder, gou verneur van Belgisch Oost-VIaan- deren en prof. dr L. de Jong. TOEVALS TREFFER IN DOMBURG DOMBURG Twee Engelse oud-strijders beleefden zterdag in' Domburg enkele momenten vol emoties toen zij precies 25 jaar nadat zij op de ,hoge hill' in Domburg de laatste Duitse tegenstanders hadden uitgeschakeld elkaar ont moeten. Het was een complete toevalstreffer. William David Hurley uit Wicksord was voor de herdenkingsbijeenkomst uit genodigd. Hij verbleef het af gelopen weekeinde bij de fami lie Mes in Middelburg, vrienden sinds de bevrijding. Met dit echtpaar maakte Hurley zater dag een autotocht over Walche ren. Toen zij er niet in slaagden de bussen van de battle-field tour' te achterhalen vroegen ze enkele heren met groene ba retten, die in Domburg bij de hoge hill liepen, waar deze bus sen konden zijn. Tijdens dit ge sprek herkende Hurley plotse ling zijn ,maat' Alex Cryan uit Eccleston. Deze Cryan was op eigen gelegenheid naar Wal cheren gekomen nadat hij had vernomen dat de bevrijding van Zeeland zou worden herdacht. Het werd daar in Domburg een ontroerend weerzien na zoveel jaar. .Corunna' verliet Vlissingse haven zonder tamtam VLISSÏNGEN Zonder enig tam tam verliet zondagmorgen even na half twaalf de Britse oorlogsbodem .Corunna' de buitenhaven van Vlissin- gen met aan boord een aantal pers mensen en Schotse oud-strijders. Op de valreep kwam een enkeling voor het laatst iemand de hand drukken. De enige aanwezige vertegenwoordi ger van de Nederlandse marine was de matroos die eenzaam de laatste kabel, die de .Corunna' nog met de kade verbond, in het water liet plon zen. Op volle kracht verdween het oorlogsschip langs de Zeeuws-Vlaam se kust uit het zicht richting Groot- Britannië. Mr Van Aartsen in Nieuwerherk: Slot van pagina 1) burg in de ontvangstkamer van de ambtswoning waren voorgesteld. Het waren minister president P. J. C. de Jong, prof dr De Jong, de ambassa deurs sir Peter Garran (Groot-Brit- tannië), dr W. van Cauwenberg (Bel gië), G. Rogstad (Noorwegen), Chr. de Margerie (Frankrijk) en A. J. Piek (Canada). Voorts dr R. de Kin der, gouverneur van Oost-Vlaande- reu, generaal-majoor W. M. Berk hout, territoriaal bevelhebber zuid, rn.gr Ernst, bisschop van Breda, de leden van gedeputeerde staten van Zeeland J. M. A. C. van Dongen, jhr mr T. A. J. W. Schorer, J. van den Bos. A. J. Kaland, A. L. van Gees- bergen en griffier der staten dr D. van der Wel. En verder de lieer J. Parent, kabinetssecretaris van de commissaris der koningin en mr M. J. M. van Driel, referendaris bij het kabinet. Kranslegging In de luwte van de omringende Abdy- complexmuren begon zaterdagmid dag om half drie de plechtigheid bij het verzetsmonument op de Groen markt. De organisatoren hadden een heel vak vrijgehouden voor de oud strijders, die zaterdagmorgen waren begonnen aan de zogenaamde battle field tour langs landingsplaatsen en de plekken waar gevechtshandelin gen hadden plaats gevonden. De oud strijders die onder meer naar Baar land gingen arriveerden echter te laat voor de plechtigheid. Men had zich kennelijk verkeken in de duur van de trip. Na het ,Last Post'-signaal door een lid van de Marinierskapel werd een minuut stilte betracht. De vlag ging in top en de marinierskapel speelde de Valeriusliederen .Gelukkig is het land' en ,0 Heer die daer'. Het was de sfeervolle muzikale entourage voor de kranslegging door de konin gin, door commissaris der koningin mr Van Aartsen en door burgemees ter mr Drijber van Middelburg. Bij het leggen van een krans namens de geallieerden traden ook de ambassa deurs naar voren. Er werden bij het monument ook bloemen gelegd na mens het voormalig verzet, het Ve- teranenlegioen Nederland en de B.N. M.O. De sobere, maar indrukwekken de plechtigheid werd afgesloten met het spelen van het Wilhelmus. Het magere najaarszonnetje gaf aan de wandeling van het hoge gezelschap vanaf de Groenmarkt naar het stadhuis toch een fees telijke aanblik. Ook bij deze wan deling was de belangstelling niet overweldigend, het publiek ge droeg zich disciplinair, zodat men zonder problemen het stadhuis be reikte. Wat het publiek opviel was het ontbreken van bloemen in de hand van de koningin tijdens deze wandeling door de stad. De muzikale show op de markt vorm- de de afsluiting van de bevrijding®, herdenking. Een uur lang was men blootgesteld aan een nogal gure na- jaarswind, die het bijwonen van het overigens fraaie kijk- en luisterspel tot een ,kouwe bedoening' maakte, Het was vijf uur toen het einde kwam van het bezoek van koningin Juliana aan Middelburg. Het op de kleine steentjes samengedromd pu bliek was er getuige van hoe zij har- telijk afscheid nam van burgemeester Drijber. De commissaris der koningin reed mee naar de vliegbasis Woens- drecht om de vorstin uitgeleide tc doen. MIDDELBURG Bewogen heid, vreugde en dankbaarheid. Met deze drie gevoelens is vol gens de commissaris der ko ningin in Zeeland, mr J. van Aartsen zaterdagmorgen in zijn welkomstrede in de Nieuwe Kerk te Middelburg, de bevrij ding herdacht. Bewogenheid om hetgeen in vijf donkere oorlogs jaren is geschied, vreugde en dankbaarheid om het herstel en de bloei van na de oorlog. ,Met bewogenheid herdenken wij, als onze gedachten verwijlen bij hen, die voor onze bevrijding hun leven verlo ren, de gevallenen van de geallieerde strijdkrachten, mannen en vrouwen van het verzet, de slachtoffers onder de burgerbevolking en zovele ande ren. Wij denken daarbij ook aan het leed, dat nog in grote delen van ons land, waaronder ook Schouwen-Dud- veland, geleden zou worden in de laatste oorlogswinter 1944-1945', al dus de commissaris. .Maar ook met mote vreugde en dankbaarheid mogen en kunnen wij heden de bevrijding van 25 jaar te rug gedenken. Reeds in de eerste troonrede, uitgesproken door Hare Majesteit koningin Wilhelmina na de bevrijding, namelijk op 20 novem ber 1945, wordt met voldoening ge wag gemaakt van de krachtsinspan ning gericht op het herstel van ons land. Met name wordt met dank baarheid gewaagd van de redding van Walcheren, dankbaarheid tenvil- le van de getroffen landstreek, maar bovenal als symbool van herwonnen levenskracht. Ook op die hei-wonnen kracht mogen wij vandaag even het licht laten vallen. In de afgelopen 25 jaar is niet alleen een volledig her stel bereikt, maar is onze provincie ook tot nieuwe bloei gekomen. Nieu we toekomstmogelijkheden zijn voor Zeeland open gelegd, zij het dan na zwaar te zijn geteisterd door oorlogs handelingen en watersnood', aldus de woorden van mr Van Aartsen. ZINVOL AUeen reeds hierom achtte hij her denken van de bevrijding zinvol. .Maar ook om andere redenen', zo vervolgde hij. ,Ec dacht, dnt wij met name tegenover hen, die dc oorlogs jaren niet bewust hebben meege maakt en dat Is zo langzamer hand een hele generatie verplicht zyn duidelijk te maken en levend te houden welke offers gebracht moes ten worden om vrijheid en gerech tigheid te herwinnen, indien deze hebben moeten plaats maken voor dictatuur en willekeur'. Zich richtend tot koningin Juliana zei de heer Van Aartsen. dat haar aanwezigheid een bijzonder accent aan deze bevrijdingsherdenking gaf. .Wederom worden wij er bij bepaald hoe uwe majesteit meeleeft met ons volk, met zijn zorgen en zijn vreug den. Dat geldt ook alle wederwaar- MIDDELBURG De toegang tot het stadhuis werd na afloop van de militaire muziekshow byna be stormd door de verkleumde genodig den. Dat leverde wat moeilijkheden op want op dat moment verlieten juist de ambassadeurs het gebouw aan de voorzyde. En zo moesten ve len even buiten blyven. Zoals oud burgemeester Bolkestein van Mid delburg. Ook oud-burgemeester mr B. Kolff van Vlissingen was by de ontvangst door het Middelburgs ge meentebestuur in een stadhuis waar hal, trouwzaal, raadzaal en burger zaal al snel waren volgestroomd met genodigden. Hoewel er in de toekomst geen reünies meer zullen plaatsvinden blijft u altijd welkom, zo zei bur gemeester Drijber in een toe spraak. ,U bent vrienden voor al tijd'. Jhr Schorer sprak eveneens een kort woord tot de gasten. Generaal Hakewill Smith bedank te met name het verzet voor wat zij hebben gedaan aan het op rollen van de Duitsers in en om Middelburg. Nog altijd komt. al dus de generaal, te weinig naar voren de grote rol die het verzet heeft gespeeld in de beslissende dagen. Het gaat niet alleen om de geallieer den maar wel degelijk ook om het verzet, zo zei de generaal. Burge meester Drijber bedankte bij de ont vangst op het stadhuis met name de heer J. Parent, secretaris van het kabinet van de commissaris van de koningin voor zijn werkzaamheden bij de organisatie van de herdenking van de bevrijding. De dag werd af gesloten met een massale maaltijd in het Vlissingse Scheldekwartier. MIDDELBURG Bij de aan komst van koningin Juliana bij de Nieuwe Kerk in Middelburg werden bloemen aangeboden door mevrouw M. M. Antheunisse - Walrave, echtgenote van de heer C. Antheunisse, voormalig verzets strijder. MIDDELBURG Toen de konin gin zich in het Middelburgse stad huis bevond waaide van een ex tra vlaggestok de koninklijke standaard. digheden van onze provincie en haar bewoners', aldus de commissaris. Tot de minister-president zei hij: ,U zult begrijpen, dat 'ik slechts met enige moeite weerstand kan bieden aan de verleiding uw aandacht te vragen voor bepaalde aspecten van het Zee land van nu'. De heer Van Aartsen maakte voorts met genoegen gewag van de aanwe zigheid van de ambassadeurs van Groot-Britannië, België, Noorwegen, Frankrijk en Canada. ,Uw aanwezig heid vandaag herinnert ons er aan hoe zonen van de naties die u ver tegenwoordigt, hebben gestreden en zijn gevallen ook voor de vrijheid van de inwoners van deze provincie', al dus mr Van Aartsen. Hij sprak ook een welkomstwoord tot de gouver neur van Oost-Vlaanderen, wiens aanwezigheid er aan herinnerde, dat van Belgisch Vlaanderen uit Zeeuwsch-Vlaanderen is bevrijd. Tot professor De Jong zei hij. dat het voor het provinciaal bestuur van Zeeland n- mmer een vraag is ge weest wie het zou uitnodigen voor het uitspreken van een rede in deze bijeenkomst. De commissaris merkte voorts op, dat het provinciaal be stuur er bij de voorbereiding zeer bewust naar heeft gestreefd alle groeperingen van de Zeeuwse bevol king in de gelegenheid te stellen zich te doen vertegenwoordigen. ,Met al zij» gasten van elders waartoe ik niet in de laatste, plaats de commandanten van de geallieerde strijdkrachten van weleer reken wil het Zeeuwse volk vandaag zijn bevrijding herdenken én weren', al. dus mr -van Aartsen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 6