MIDDELBURGS BEVOLKING STOND KLAAR OM TE ONTWAPENEN DUITSERS 9 ANGST VOOR .PARTIZANEN' DE ZESDAAGSE STRIJD OM DE SCHELDEMOND (V EN SLOT) ,DE MERKWAARDIGSTE CAPITULATIE VAN DE OORLOG' DINSDAG 28 OKTOBER 1969 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Het is slechts weinigen bekend dat de zaterdag vóór de bevrijding van Mid delburg nog een aantal mensen a,ls gijzelaar is opgepikt. Eén van hen was Cor Antheunisse. Van hem vernam ik dat de Duitsers wel degelijk op de hoogte waren van sommige activiteiten van de OD en dat zij met name ook bijzonder persoonlijke gegevens van een aantal verzetsmensen kenden. Dat zij bijvoorbeeld de ,Walcherse Hulppolitie' waarvan zij wisten, dat. het een verzetsgroep was, hebben getolereerd, en niet hebben opgerold, doet vermoe den dat de staf van de Duitsers op Walcheren echt, niet zo krijgshaftig was als de gevechten in Vlissingen en langs de kust doen vermoeden. Generaal Daser was al kort na 1 november bereid met Nederlandse verbindingsmensen te onderhandelen. Steeds weer stelde hij als voorwaardedat de partizanen' niet in actie zouden mogen komen. De Duitse generaal, wiens twee divisies volkomen afgesloten waren van da rest van het Duitse leger, heeft alleen maar naar een voor hemzelf eervolle capitulatie gestreefd. Hij vermoedde dat de meeste van zijn manschappen, die in Middelburg waren samengedron gen, waarschijnlijk ook tegen de Nederlandse partzanen' niet meer zouden vechten, als deze hen, verspreid als zij waren en praktisch zonder verbinding met hun staf, zouden aanvallen. Eervoller leek 't hem de komst van de Engel sen af te wachten en door het oppikken van gijzelaars de verzetsmensen te binden. Het karakter van de generaal komt ook wel tot witling in de onder handelingen, die hij moest voeren met de parlementair van de geallieerden. Hij was aanvankelijk niet bereid een capitulatie te tekenen, omdat de com mandant van de eerste eenheden een mindere in rang wo,s en de parlementair slechtseen Noorse le luitenant. Toen hem werd meegedeeld, dat er zich bij de tweede groep puffalo'sdie in Middelburg binnenreed een kolonel bevond, heeft hij zich tegenover de parlementair bereid verklaard te capitu leren. Aan zijn krijgsmanseer was voldaan en hij had in ieder geval niet het hoofd moeten buigen voor de partizanen', die hij als militair alleen maar als burgers kon zien. De gijzelaars zijn later ongedeerd teruggekeerd.. Kranslegging bij het monument van koningin Emma op de Dam, een dag na de bevrijding. Van l.n.r. Van Woelderen, overste Slot, dr N. J. Hommes, geref. predikant, met firans de heer Visser van de rijksverkeersinspectie, een lid van de rechterlijke macht, Piet de Kam en Cor Antheunisse. Tijdens de operaties aan de kust was de situatie in Middelburg steeds moeilijker geworden. Het beste schetst misschien het rapport van de heer Meur- singse Reijnders de situatie: .Wanneer de geallieerden oprukken komt de gewes telijke staf van de OD in Middelburg bijeen. Er wer den voorzieningen getroffen. Kapitein Hamelinck werd benoemd tot commandant van alle politie-een- heden op Walcheren. Inspecteur Valk werd in Mid delburg en Bob van der Mark als commandant werd Vlissingen toegewezen. Alles was klaar om onmid dellijk te kunnen optreden, al maakte de voortdu rende beschietingen het contact moeilijk'. .Tijdens die laatste dagen van de bezetting werden door ons reeds alle voorraden van de DLiitsers over genomen. Zelf hadden zij hun legermateriaal al af gevoerd, grotendeels onklaar gemaakt of bij de Punt in het kanaal gesfort. Wjj hadden generaal Daser benaderd, die bereid bleek een capitulatie-be vel te tekenen, mits er geen .partisanen' zouden op treden. Wij hebben toen als voorwaarde gesteld, dat de Duitsers ons hun voedselvoorraden moesten ver strekken, De knokploegen zouden dan niet in actie komen'. .Maandag 6 november houdt de beschieting plotse ling op. Het is doodstil overal. In het gerechtsge bouw ia het een komen en gaan van stafleden en ploegcommandanten. Alle leden van de gewestelijke staf zijn aanwezig en ook liet districtsbevel Walche ren heeft er zijn hoofdkwartier. De Duitsers waren zeer teneergeslagen. De knokploegen wilden met de ontwapening beginnen, maar wij hadden de af spraak gemaakt, dat zij niet zouden optreden voor de Engelsen er waren'. Inmiddels had de stafofficier De Jonge besprekin gen gevoerd met de Duitsers en hun voedselvoorra den overgenomen, die nu werden bewaakt door leden van de OD om roof te voorkomen. De burgerij „kreeg nu ook het vermoeden, dat de Engelsen elk ogenblik konden komen, daar er op verschillende punten in de stad reeds in het openbaar door ons werd opgetreden'. ,Óm drie uur 's middags werd opnieuw overwogen zelf op te treden en de Duitsers te ontwapenen. Maar het gegeven woord woog zwaar en bovendien was de Duitse troepenmacht nog altijd 2500 man, die goed bewapend waren en wij konden in de over volle stad geen schietpartijen riskeren'. .Vrijwel voortdurend heeft onze zender aangedrongen op het doorstoten van de Engelsen. Alles stond klaar om de zaak af te werken'. Tot zover de heer Meur- singe Reijnders. De rest van het verhaal over de capitulatie kunnen wij het best verhalen aan de hand van de eigen waarnemingen. Met Herman Mulder had ik die middag een korte verkenningstocht gemaakt op het water, omdat er geruchten wilden, dat de Canadezen al Sint-Laurens bezet hadden. Teruggekeerd in Middelburg hielden enige burgers ons aan. Zij hadden ons herkend aan onze band van de Walcherse hulppolitie. Zij deelden ons mede, dat de Duitsers hun noodhospitaal had den ontruimd en in het gebouw (Gortstraat 38) voorraden hadden achtergelaten. Wij gingen kijken en het verhaal bleek juist. Toen we stonden te be raadslagen over wat ons verder te doen stond, kwam een Duitse patrouille de straat in. Het waren leden van het garnizoen van Vlissingen, die waren komen vluchten. Zij zagen onze armbanden en daar ook de Vlissingse OD-ers deze armbanden hadden gedra gen tijdens de gevechten, wisten zij onmiddellijk met wie ze te doen hadden. De Feldwebel was er kennelijk nog een die van geen capitulatie wilde weten. Hij schrreuwde om een .Sondercommando' en had het over .neerschieten'. Maar de Feldgendarmerle had het te druk met het opzoeken van deserteurs en was niet onmiddellijk bij de hand. Daarom werden we opgesloten. Of de Gefreiter, die met deze taak werd belast het open raam echt niet heeft gezien, betwijfel ik, maar een feit is, dat hij ons oplsoot en het raam open liet. Binnen twee minuten waren we buiten en zetten we het op een lopen. Herman naar de Noordstraat voor nadere instructies. Ik de Lange Viele af tot over de brug. Eerst daar haalde, ik even adem. IN SCHOTSE ARMEN En toen zag Ik het. In mijn ijver om uit de handen van de Duitsers te blijven was ik recht in de armen van de Schotten gelopen. Zij doken voor me op van af de kant van de Vbssingse weg. Ik weet niet eens meer, hoe ik me voelde. Wel wist ik, dat het ogen blik van de bevrijding nu eindelijk was aangebro ken. De Buffalo's met de A compagnie van 7/9 RS (Royal Scotts) bij de in Vlissingen gelande eenhe den, reden langzaam. Zij hadden geen tegenstand, maar waren uiterst voorzichtig in verband met het mijnengevaar. Vier Buffalo's reden achter elkaar in de richting van de stad, recht op me af. Ik maakte duidelijk, dat ik hen langs de kortste weg naar het hoofd kwartier van de Duitseres kon brengen, die onge twijfeld tot een capitulatie bereid waren. Op het hoofdkwartier had men die indruk en de besprekin gen, die reeds waren gevoerd onder andere door on ze directe commandant de heer de Jonge hadden dat ook uitgewezen. Niettemin was het een gokje, omdat do Duitsers, ook die in Middelburg, nog slechts verspreide groepen waren en er nog altijd heethoofden tussen hen rondliepen, die weieens zou den kunnen gaan schieten, 't Bleef altijd mogelijk, dat er toch nog gevochten moest worden, maar 't gokje was toch het proberen waard. De Duit sers waren uit het straatbeeld verdwenen en ver bleven voor zover ze niet zaten te verrekken van de koude op hun natte bunkers in de polder, voor het grootste gedeèlte in de kelders van de gevor derde huizen, waaruit ze ook bij het naderen der Tommies niet te voorschijn kwamen. Het lukte mij ook nog een boodschap naar ons hoofdkwartier in de Noordstraat te zenden en bij de Markt kwam luitenant Piet de Kam, de verbindingsofficier van 't hoofdkwartier ons al tegemoet. Samen brachten we de ducks naar de Dam. 't Valt me nu op, dat het er allemaal wat eenvou dig staat. Heb ik dan helemaal geen emoties ge voeld bij dat eerste contact met de bevrijders? Ik kan 't.me niet herinneren, maar wel weet ik, dat die tocht naar de Dam niet emotievrij is geweest. De Britse verslaggevei'3 schreven de volgende gag, dat het capituleren yam de drledutosmï Duit sers in Middelburg en de rest van Walcheren, de vreemdste operatie is geweest uit de tweede wereld oorlog. En inderdaad nu besef ik nog beter, hoe verschrik kelijk gedemoraliseerd die Duitsers geweeest moe ten zijn. Nog beter dan toen begrijp ik nu, dat die harde Britse frontsoldaten zelfs nauwelijks hebben kunnen geloven, dat de vijand, die bij Vlissingen, Westkapelle en Domburg zo verwoed had gevoch ten, nu te hooi en te gras bijeengeharkt werd door een stel gealarmeerde verzetsmensen, geholpen door burgers, die niet schroomden zelf de Duitsers op te pakken, als er. geen BS-ers in de buurt waren. Stel u het toneel nog eens even voor ogen. Vooraan de stoet een jonge Britse officier, geflankeerd door twee in burger geklede gidsen van de BS, daarom heen een groepje verzetsmensen, van wie er een, ik meen, dat het de latere directuer van de Schelde, Mulock Houwer was, als uit het niet een stapeltje rood-wit-blauwe armbanden van de ordedienst te voorschijn toverde en ze ook uitdeelde. Daarachter drie of vier Britse ducks met gewapende Tommies en daaromheen weer verzetsmensen en burgers. Bakker Piet Rotte van de Varkensmarkt, wiens be drijf de laatste dag nog door een granaat werd ge troffen, had geen tijd om aan de schade te denken. Hij begon meteen de Duitsers te ontwapenen door ze met een geweer te bedreigen, dat hij eerst van één van hen had afgepakt. De burgers begrepen hem meteen. Zij vingen de door hem en dc andere verzetsmensen van de OD ontwa pende Duitsers op en lieten hen met de handen ge vouwen boven het hoofd achter de ducks naar de Dam marcheren. De verzameling was al vrij groot, toen de stoet bij generaal Daser aankwam. AFGANG Deze was toch al niet te best gestemd, want kort te voren had waarnemend burgemeester Koene hem in opdracht van het BS-commando een door de ver bindingsdienst van de BS voor hem ontvangen te legram overhandigd, waarin hem opdracht werd ge geven te capituleren. De generaal had dit niet gedaan, maar nu zag hij, dat zijn troepen al door die verwenste .Partisanen' waren ontwapend en achter de overwinnaars mar cheerden, niet met opgeheven hoofd, ruaar met op gestoken armen en hij zag ook, dat niet de Schotten, maar de verzetsmensen en de burgers dit leger ont wapenden. Zo'n afgang van zijn militaire carrière had generaal Daser nooit gedacht. Daarom stond hem nog maar één ding voor ogen. Zijn eigen eer redden. Doorvechten was al onmogelijk geworden, want bij het hoofdkwartier waren de Tommies wel actief geworden en hadden de Dam en in 't bijzonder de woning van de burgemeester snel bezet door strate gische posities in te nemen. Reeds rolden acht andere Britse dues de stad in. Daser begon te marchanderen. Hij wilde wel capitu leren, maar dan tegenover een gelijke in rang. De Britse officier, die met een witte vlag het hoofd kwartier als parlementair was binnengegaan, was een Noor, die vloeiend Duits sprak. Hij kwam terug met de boodschap van de Duitse commandant. Ma joor Johnson de commandant wilde hem eerst op nieuw terugsturen met het bevel tot een onvoor waardelijke capitulatie (unconditioned surrender) maar daar er zich bij de nieuwe tanks een kolonel moest bevinden, zou hij Daser gaan mededelen, dat er .alleen' maar een kolonel voor handen was, daar er nu eenmaal niet op elke vijf tanks een gene raal bij de Britten meerijdt. Daser zag in, dat hij de zaken moest nemen zoals ze lagen. Hij capituleerde. Als tolk, toegevoegd aan de geallieerde commandant, heb ik de rest van de dag de onderhandelingen en ondervragingen gevolgd, die na die capitulatie begonnen. Maar eerst was er op de Dam een kleine plechtigheid. De staf van de BS, de waarnemend commissaris van de koningin, jhr mr A. F. C. de Casembroot, de in dienst van de staten van Zeeland vergrijsde griffier mr Teilegen, en tientallen burgers vormden een kleine groep naast die steeds sneller groeiende van de Duitse krijgsgevangenen. Toen klonk het. Wilhelmus, door jhr De Casembroot ingezet. Middelburg was vrij. Zeeland was vrij. Alleen Schou wen was nog in handen van de Duitsers. Ik heb later geprobeerd bij diverse Britse instanties nade re inlichtingen te krijgen, waarom men Schouwen in die tijd heeft laten .liggen'. Ik herinner me name lijk, dat tijdens de verhoren van de stafofficieren op Dam 6 en in de Molstraat, dat de officieren van de Canadian Field Security, aan wie de heer De Casembroot mij die nacht als tolk had toegewe zen, langdurig met een van de Duitse officieren over Schouwen hebben gesproken. Er kwamen ook kaar- ten bij te pas en de man is later in de nacht apart meegenomen en naar het hoofdkwartier overgebracht lit vermoed, dat hij volledig op de hoogte was van de inundaties, die de Duitsers op Schouwen hadden tot stand gebracht en dat na verdere besprekingen de geallieerden Schouwen strategisch te onbelang rijk vonden om opnieuw ernstige verliezen te riske ren, waardoor dit Zeeuws eiland moest wachten op de algehele capitulatie van de Duitsers in Noord west-Europa op de 4e mei 1945. VERANTWOORDING tk heb geprobeerd na 25 jaar nog eens na te gaan, wat er in de novembeiMlagen van 1944 precies is gebeurd. Ik heb namen genoemd. Ik heb er ook velen niet genoemd. Omdat het hier ging over de krijgsope raties en dan met name die op Walcheren, heb ik misschien andere delen van Zeeland te kort gedaan. Het boek over het Zeeuwse verzet is nooit geschre ven. Juist ook cloor de bezetting van Schouwen die gecontinueerd bleef is de Zeeuwse verzetsbeweging kort na de bevrijding zeer zwijgzaam geweest. Nadien waren vele van haar medewerkers naar In donesië vertrokken. Men achtte het bovendien on juist om de activiteiten te zeer aan de grote klok te hangen. Er zou immers weer een bezettingsperio de kunnen komen. Maar nu uit alles blijkt, dat men voor de activi teiten van de Zeeuwse illegaliteit te weinig belang stelling toont, evenals voor de betekenis van de vrij making van de Scheldemond en de rol, die Antwer pen heeft gespeeld bij het keren van het Duitse of fensief to de winter van 1944-1945 bij Bastogse a® De commandant, van de zevende compagnie van het negende bataljon Royal Scotfsmajoor Johnson, die Middelburg bevrijdde neemt hier afscheid van jhr mr A. F. C. de Casembroot, gewestelijk commandant der binnenlandse strijd krachten. Achter de Schotse officier, overste Slot van het militair gezag. Achter overste Slot (met donkere hoed) de tegenwoordige burgemeester van Vrouwen polder, A. de Kam, naast hem (met lichte hoedhet latera WD-kamerlid J. C. Gemier^ Majoor Johnson, die met twaalf Buffalo's (en niet acht, zoals Thompson schrijft) en 120 van zijn Schotten naar Middelburg doorstootte, luistert hier op dg Markt naar één der bevrijdingsfoespraken. Naast hem burgemeester C. A. van Woelderen, juist teruggekeerd van Noord-Beveland, waar hij was ondergedoken. Op de achtergrond (met hoed en snorde heer D. C. Meursïnge Reijnders, dis trictscommandant van da B.SDe slechts gedeeltelijk zichtbare officier achter majoor, Johnson is da Nederlandse verbindingsoff icier kapitein Van Deth, bij de landing over de Rijn bij Reniagen in het voorjaar van 1945, kan het niet anders, of oude herinneringen komen boven. Ik heb oude vrienden op gezocht en vooral ex-code-officier Anton J. Wens- voort heeft mij veel materiaal ter beschikking ge steld. Ik weet, dat van Engelse en Canadese zijde de waardering voor het werk van de inlichtingen diensten groot is geweest. Misschien komt de dag nog eens, dat een van ons zich za.l zetten om het beschikbare materiaal te selecteren om het te pu bliceren. Niet voor de roem van tot het verzet te hebben behoord, maar om de geschiedenis recht te doen. Bovenal pok uit dankbaarheid voor die ve len, die de bevrijding niet meer hebben mogen mee maken. Nogmaals, ik heb misschien sommige groepen tekort gedaan. Ik heb niet kunnen schrijven over de overval op het distributiekantoor van Sint-Laurens, over de voorbereidingen, die een aantal OD-ers in Zeeland heeft moeten treffen om op verzoek van de regering in Londen, prof. dr V. H. Rutgers, naar Engeland te helpen ontsnappen, over de betekenis van het werk van de groep-Albrecht en activiteiten van de LO in Zeeland. Er zijn misschien op afgelegen dorpen in de vuurlinie mensen geweest, die veel moed hebben getoond, naamlozen, die weer aan hun werk zijn gegaan. Toen ik kort na de bevrijding enige tijd voor de Canadian Field Security werkte heb ik van de offi cieren, die aan de actie bij Baarland hebben deelge nomen, verhalen gehoord over Nelerlanders. die vooraan bij de commando's liepen om de weg te wijzen en de opmars het verrassend element te laten behouden. Voor hen en de vele anderen moeten deze dagen wel weer bijzondere betekenis hebben. Ook voor hen heb ik deze artikelen geschreven, al zijn ze dan niet met name genoemd. En niet te vergeten heb ik nog eens willen memo reren aan de inspanningen en de verliezen van onze Engelse, Schotse en Canadese vrienden, aan de jon gens van de commando's en het onvergetelijke In terallied Commando. Nooit zal ik vergeten, hoe die avond van de bevrij ding een groep commando's van .Number Ten' Com mand' de markt bij Middelburg kwam opmarcheren, als gold het een parade. Het was de Nederlandse sectie van Number Ten', (lie was losgemaakt uit het grotere verband om aan de landing bij Vlissin gen te kunnen deelnemen en zo mee te werken aan de bevrijding van hun vaderland. Zij waren niet voor het eerst in acctie geweest, maar hadden het bijzon der zwaar gehad. En toch moesten zij op die Mid delburgse Markt nog even demonstreren, hoe ge traind ze wel waren. Na vijf dagen strijd, geen rust, maar een korte excercitie-show in een stad, die jaren had verlangd naar hun komst. Ik vroeg de comman dant, waarom hij die show opvoerde. Zijn antwoord was typerend voor de geest van deze troep: ,Dat is voor de discipline. Het is best mogelijk, dat ze van avond al weer ergens anders moeten worden ingezet.' Ik hoop, dat als straks de vertegenwoordigers van deze eenheden Middelburg en Vlissingen bezoeken met name ook de jeugd zich zal herinneren, welke offers gebracht werden, juist door deze militairen. H. HOGEWEG De eerste Buffalo's zijn op de Middelburgse Dam gearriveerd. Duidelijk blijkt uit deze foto, dat brigadier Thompson, de schrijver van fie 85 dagen' geen getuige is geweest van de intocht in Middelburg. Hij beschrijft de toestand als bijzonder hachelijk en beweert, dat majoor Johnson de commandant van de zevende compagnie Royal Scotts, die met 120 man Middelburg bezette, een nacht lang in angst heejt geleefd en zich als op een kruitvat voelde. In feite ■was een deel der Duitsers al ontwapend voor de Schotten op de Dam ariveerde, hetgeen duidelijk uit deze foto blijkt. De Duitsers staan in lange rijen op het trottoir en de burgers bekijken geïnteresseerd het Schotse oorlogsmateriaal. Ook uit deze foto blijkt, dat er van een gevaarlijke spanning geen sprake is. Een van de Schotten, vergezeld van de latere S.M.A. van II-lJ) R.I. Jos Brouwer, begeleidt hier een groep krijgsgevangenen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 9