RUIT ROND
ROTTERDAM
\w
MARNIX GIJSEN
ZEVENTIG
Zaterdag 18 oktober 1969
Maquette-tekening van het Kleinpolderplein: rechtsboven de uitgang naar Den Haag.
TToén haag
RIJKSWATERSTAAT
DIRECTIE WEGEN
o bestaande wegsnel
®!h te maken wegen
OVERSCHIET
- ■T.- :>Jii;dl8üï!QJT*iM1
a>3*
(Van onze correspondent)
UTRECHT GPDEr is geen oplossing in zicht voor de
verkeersproblemen in de randstad-Holland. De wegenbouw
blijft ondanks grootscheepse projecten als de ,Ruit om Rot
terdam' ver achter bij de toename van het verkeer. Als de
huidige inzichten over de financiering van de wegenbouw niet
worden losgelaten zal in die toestand geen verandering komen.
De ruit om Rotterdam: plattegrondje
mond. hoofdingenieur bijzondere dien
sten bij rijkswaterstaat, directie we
gen. Ir. Van Hellemond is onder
meer betrokken bij de uitvoering van
de ruit om Rotterdam, een gigantisch
complex van wegen, viaducten, plei
nen. bruggen en tunnels, waarvan
belangrijke onderdelen al in gebruik
zijn genomen. In 1972 is het pro
ject. dat rond 750 miljoen gulden
kost, nagenoeg gereed. Nu al ech
ter doen zich bij de van Brienenoord
brug één van de twee oeverver
bindingen van de ruit in de spits
uren grote opstoppingen voor. De 41
kilometer lange ruit om Rotterdam
bestaat op de Beneluxtunnel na uit
twee rijbanen van elk drie rijstro
ken en heeft duidelijk een dubbele
functie. Ze is niet al'een de grote
route voor het doorgaande verkeer,
maar fungeert tevens als een soort
superrondweg voor het lokale ver
keer. De totale oplossing voor alle
verkeersproblemen rond Rotterdam
biedt zij echter niet. ,Ons kruis is',
aldus ir. Van Hellemond, ,dat wij
moeten bouwen voor de spitsuren.
Dat is een onmogelijke opgave. Als
iedereen tegelijk de kerk uit wil
wordt het ook dringen. Maar je zou
toch al een heel stuk verder zijn,
-wanneer 't spitsuur zich meer spreid
de'. Op de van Brienenoordbrug duurt
het ochtendspitsuur van half acht
tot half negen en het middagspits
uur van vijf tot half zeven.
De brug verwerkt op het ogenblik
per etmaal 59.000 voertuigen en zit
daarmee vrijwel aan zijn topcapaci
teit, die eigenlijk vrij laag is. Ben
normale weg van twee keer drie rij
stroken kan gemakkelijk 100.000 au
to's per etmaal aan. De steile hel
lingen, de weefbewegingen die ge
maakt moeten worden en de openings
perioden voor de scheepvaart beïn
vloeden de capaciteit van de brug
zeer ongunstig (ter vergelijking: de
uit twee rijstroken bestaande Maas
tunnel verwerkt weliswaar met
veel pijn en moeite per dag zo'n
86.000 auto's. De drukte in de Maas
tunnel is overigens veel gelijkmati
ger over de dag verdeeld dan op de
van Brienenoordbrug). In Rotterdam
passeren dagelijks 206.400 voertuigen
de Nieuwe Maas. De twee niet tot
de ruit behorende oeververbindingen
(de Maastunnel en de Willemsbrug)
nemen er in totaal 133.000 voor hun
rekening, de van Brienenoordbrug
en de Beneluxtunnel 71.600, De Bene
luxtunnel (een toltunnel het ta
rief voor een personenauto bedraagt
één gulden) is één van Nederlands
opmerkelijkste voorbeelden van een
niet-kloppende verkeersprognose. In
1964 nog werd aangenomen dat de
tunnel in 1970 per dag 57.000 voertui
gen zou verwerken. Het gaat er ech
ter op lijken, dat het er nog geen
17.000 zullen zijn. Op het ogenblik
gaan er maar 12.600 auto's per dag
door. De Beneluxtunnel zal in de toe
komst behalve van de ruit om Rot
terdam ook deel uitmaken van een
nieuwe autosnelweg (de Beneluxweg)
van Den Haag naar Roosendaal en
wordt dan zeker een stuk drukker.
Er zal geen sprake van zijn, dat
van de overcapaciteit straks nog veel
over ls. Maar voorlopig is van de
vier zijden van de ruit de westelijke
(met de Beneluxtunnel) nog duide
lijk onderbelast') en de oostelijke
(met de van Brienenoordbrug) ei
genlijk al overbelast. De noordelijke
en de zuidelijke zijde (de noordelijke
randweg en de zuidelijke randweg)
functioneren nog maar voor een deel.
Pas rond 1972 zal blijken hoe groot
hun rol is.
De ruit is rijk aan tot de verbeel
ding sprekende kunstwerken als de
van Brienenoordbrug, de Beneluxtun
nel en het één kilometer lange via
duct door de Spaanse polder. Maar
ook het Kleinpolderplein wordt zeer
imposant. Op dit plein sluit rijksweg
13 (de overstelpend drukke weg
naar Den Haag) aan op het loka
le Rotterdamse wegennet en links en
rechts op de noordelijke randweg.
Om het gigantische verkeersaanbod
te verwerken wordt het plein in vier
lagen uitgevoerd. Op 1 november
komt de eerste fly-over op het plein
gereed en kan het viaduct door de
Spaanse polder, dat tot dusver al
leen in oost-west-richting bereden
mag worden, ook voor het west-oost-
verkeer in gebruik worden gesteld.
Indrukwekkend is ook het verkeers
plein in de vorm van een ster, dat
bij Pernis de zuidwestelijke hoek
van de ruit moet gaan vormen. Ook
de ster is getekend in vier lagen.
Waarschijnlijk worden er voorlopig
echter maar drie uitgevoerd. De ver
keersdrukte op de ,Ster van Pernis'
zal voor een belangrijk deel afhan
gen van de toekomst van de Zuid-
nollandse eilanden. Rotterdam heeft
met die eilanden grote havenplannen,
waar minister Schut op grond van
de tweede nota ruimtelijke ordening
echter niet aan wil. Maar Rotter
dam is er niet de stad naar om
het hoofd snel in de schoot te leg
gen. Het gemeentebestuur blijft ook
nog steeds vechten voor een contai
nerhaven op de noordelijke oever tus-'
sen Hoek van Holland en Maassluis.
Komt die haven er, dan zal dat dui
delijk van invloed zijn op de drukte
op het reeds voltooide Kethelplein
in de noordwestelijke hoek van de
ruit.
De Rand-stad-Holland is voor weg-
ontwerpers een probleemgebied. Niet
alleen om zijn dichte bebouwing en
zijn drassige bodem, maar vooral
ook om zijn dynamiek. In de rest
van het land ligt het wat gemak
kelijker. Als traks bijvoorbeeld de
E8 klaar is, dan ligt er een weg,
die Twente bij wijze van spreken
eens en voor altijd uitstekend met
West-Nederland verbindt. Je hebt er
haast geen omkijken meer naar. Over
de Randstad-problematiek zegt ir.
Van Hellemond: ,Als de mensen zeg
gen: ,We hebben geen zin meer om
in die hoge flats te wonen, we doe
ken dat groene hart van Holland
maar eens op', dan wil dat zeggen,
lat er een enorme aanpassing van
het wegennet nodig is. Als ze zeg
gen: ,Dat Westland daar maken we
grote havens van', dan heeft dat ook
weer voor ons consequenties'.
Een probleem is, dat het voorberei
den van een weg zo onnoemelijk veel
tijd kost. Je krijgt zittingen van een
landbouwschap, 3e krijgt handteke
ningenacties, etc. etc. en als het dan
eindelijk zover is, dat je beginnen
kunt, is je ontwerp vaak al weer
achterhaald door nieuwe ontwikke
lingen. Je kunt het dan alleen nog
maar zo'n beetje bijknutselen. Het
voorbereiden en bouwen van een
weg in de Randstad-Holland kost ze
ker zeven jaar'. ,De Randstad zal',
aldus de heer Van Hellemond, .al
tijd een stad blijven van files en
ronddolende automobilisten, op zoek
naar een parkeerplaats. Hoe groot
de rol van het openbaar vervoer zal
worden hangt volgens hem in de eer
ste plaats af van de lengte van de
files en de ruimte op de parkeer
plaatsen. ,De meeste mensen wachten
liever tien minuten in hun auto voor
de van Brienenoordbrug dan tien mi
nuten in regen en wind op de bus'.
(Van onze kunstredactie)
De schrijver Marnix Gijsen zal maandag de dag herdenken, waar
op hij zeventig jaar geleden, in de laatste herfst van de vorige
eeuw, als Jan Albert Goris in Antwerpen werd geboren.
Gijsen, zoals hij zich later als dichter
en romancier zou noemen, ontwik
kelde zich tot een unieke persoon
lijkheid in de Nederlandse letterkun
de. Toen hij twintig jaar oud was
debuteerde hij met expressionisti
sche gedichten die in elk opzicht
het stempel droegen van zijn opvoe
ding. Hij kwam van het jezuïeten
college, studeerde daan-na filosofie te
Leuven en was aanvankelijk een
strijdbaar en overtuigd katholiek.
Onder de jongeren had hij enige naam
als dichter, maar daar bleef het bij,
ook al omdat hij door zijn studie
in beslag werd genomen. Hij pro
moveerde tot doctor in de geschie
denis, vervulde enkele betrekkingen
in het ambtelijke leven en was een
tijdlang secretaris van de burge
meester van zijn geboortestad.
Voor zijn dertigste jaar werd hij
tot hoogleraar benoemd. Zijn ver
vreemding van het katholicisme zal
er toe hebben bijgedragen dat hij
weinig verzen schreef en. zich enige
jaren lang beperkte tot het publi
ceren van studies en reisverhalen.
Toen hij op 57-jarige leeftijd als
romanschrijver debuteerde met .Jo
achim van Babyion' dachten velen
dat Marnix Gijsen een jeugdige
sclirijver was. Inmiddels was hij
hoogleraar geworden in de Ameri
kaanse letterkunde te Gent en latei-
werd hij hoofd van de Belgische
voorlichtingsdienst te New York
niet de rang T an gezant.
Literaire diplomaten zijn vrij schaars
in de wereld en Gijsen met zijn voor
keur voor melancholieke ironie, com
bineerde zijn schrijven van romans
met de waardigheid van zijn ambt
door een taalgebruik, dat zo ver
zorgd was en zo' prachtig van struc
tuur, dat het een van de oorzaken
werd van zijn unieke literaire car
rière.
Hij is een hoffelijk realist, die in een
groot aantal korte romans afreken
de en nog eteeds afrekent met alles
wat in strijd is met menselijke waar
digheid. Zijn jeugd en zijn Ameri
kaanse ervaringen bezorgden hem
gegevens waarmee hij met weemoe,
dig sarcasme een omvangrijk oeuvre
bij elkaar schreef.
.Telemachus in het dorp', ,Goed en
Klaaglied om Agnes', ,Ter-
Leentje' en dan harder van
kwaad', .Klaaglied om
wille
toon,De vleespotten
,Wat de dag meebrengt', .Diaspora',
,Er gebeurt nooit iets', zijn slechts
een deel er van.
Zelfspot is hem nooit vreemd ge
weest: Ondanks het gemak waarmes
hij zich door de officiële ambtelijke
wereld beweegt, maakt hij een wat
gereserveerde indruk. Hij is ook een
beetje wereldvreemd.
Er wordt over hem verteld dat hij
in New York een auto ging kopen
en dat hij antwoordde op dé vraag
w;elke auto zijne excellentie dan zocht
met ,een rooie'.
Wie hem ontmoet, wordt altijd ge
boeid door zijn zachte, heldere en
rustige stem. Tegelijk valt het op
dat hij vrij klein en tenger is en da
nadrukkelijkheid mist die de mee3ta
jongere schrijvers eigen is.
Hij heeft eens in een vraagesprek
gezegd, dat verhalen schrijven ten
slotte niet anders is dan uitkiezen
van alles wat belangrijk is en dat
de rest moet worden verzwegen. Hij
noteerde daarbij ,ilc kan een schrij
ver niet anders zien dan als moralist.
Dat natuurlijk in de breedste zin van
het woord.'
Als motief voor het schrijven vond
hij een uitstekende formule: een boek
heeft geen andere bedoeling dan te
doen uitschijnen hoe moeilijk het le
ven is en hoe we, haast elke dag,
verplicht worden ons tegenover ons
zelf en anderen te verantwoorden.'
Marnix Gijsen heeft zich in al zijn
romans strikt aan dat voorschrift ge
houden. Het maakt hem tot een van
de belangrijkste auteurs van ons
taalgebied.
IEDER HANTEERT DE termen sadisme en masochisme, de eerste
voor de lust om pijn te doen lijden, de tweede voor die 0111 zelf pijn te
lijden. De term sadisme, afgeleid van de naam van de markies de Sade
(1740-1814) is al in de loop van de negentiende eeuw in zwang ge
raakt. Toen R. von Krafft-Ebing. de eerste wetenschappelijke, nn
geniale, sexuoloog, in 1886 zijn hoofdwerk ,Psychopathia Sexualis' uit
gaf, noemde hij de lust 0111 pijn te lijden en zich aan gewelddaden te
onderwerpen naar Leopold von Saclier-Masoeh, destijds een bekend
Oostenrijks schrijver, in wiens boeken herhaaldelijk personen voor
bomen die met deze afwijking zijn behept.
Von Krafft-Ebing schrijft dat deze lust .wissenschaftlioh damals
noch gar nicht gekannt war', wat er op wijst dat zelfs deze grote
geleerde en baanbreker te weinig van De Sade gelezen had. Want
ook in de tot 1886 bekend geworden werken van de mar ld es komt liet
.masochisme' als verschijnsel meermaals voor.
Maar goed, de aanduiding is blijven plakken, ook al zit het etiket
wat scheef, zoals in zovele gevallen, de erotiek betreffende, we noemen
het woord erotiek' zelf, dat algemeen, en ten onrechte, voor .sexuali-
teit' wordt gebruikt; de term .onamsme' (lees er de bijbel, het ver
haal over Onan maar op na. het slaat nergens op)met .sodomie' is het
al niet veel beter, enzovoorts. Dat Sacher-Masoch (1836-1895) die
ten tijde van die ongelukkige doop dus nog '.eefde. en bovendien van
aïjn nijvere schrijverij leefde, niet erg blij was met het etiketje,
valt te gissen. Lang heeft het er naar uitgezien dat het overigens
zijn enige roem zou blijven, want ais schrijver raakte hij volkomen in
het vergeetboek, ondanks zijn tachtig boeken. In ons '.and is het vooral
Alfred Kossmanndie die zich voor deze auteur en voor het masochisme
interesseert. Eerst voerde hij in een eigen boek (,De Misdaad' name
lijk) een masochist ten tonele, toen gaf hij een korte sayistische
biografie van Sacher-Masoch uit .Martelaar voor een dagdroom',
welk essay gevolgd werd door de vertaling van een tweetal uitsteken
de galicische vertellingen, ,De Capitu'.ant' en .Het Volksgericht'.
Thans brengt Kossmann een vertaling van de roman .Venus im
Pelz'. een onderdeel van de grote, onvoltooid gebleven comédie humai-
ne ,Dat Vermachtnis Kains'.
Het ;s een ondankbare en vrij zinloze bezigheid. De Sade met Von
Sacher-Masoch te vergelijken, maar het wordt natuurlijk gedaan
nu zij sinds Von Krafft-Ebing een soort negatieve Siamees tweelin
gen zijn, en sinds de belangstelling voor de Oostenrijker ook weer
iets is opgeleefd.
Von Sacher-Masoch ;s op z;,in schaarse beste momenten een schrijver
van zeer bijzondere kwaliteiten, maar hij kan eenvoudig niet in de
schaduw staan van de markies. De Sade was voor alles een origi
neel, glashelder denker, een filosoof. Sacher-Masoch was daarentegen
een uiterst zwakke denkei zodra hij redeneert komt men in de oa-
naliteit en in de mist terecht. Slechts zijn overprikkelde gevoelig
heid kon hem opzwepen tot geniale hoogten, en hij bezat een enorme
intuïtie, die tot een diep borend psychologisch inzicht leiden kon. Bij
hem loopt echter alles dood. hij heeft geen voorland. De Sade is een
man die een geweldige invloed uitgeoefend heeft, en nog steeds uit
oefent; hij doorbreekt alle grenzen en men heeft hem eigenlijk nog
niet .ingehaald'. Vandaar dat die enorme invloed nog steeds verder
werkt. Sacher-Masoch is als een slang die in zijn eigen staart bijt,
interessant en schitterend, maar je schiet er weinig mee op, je komt
er niet verder mee. Bij De Sade kijkt men als door een kristal klare
verrekijker naar het menselijk gewoel tot ver voorbij de .Verlichting',
bij Van Sacher kijkt men door een troebel glaasje naar de warwin
kel in een Victoriaanse salon.
Von Sacher is verschrikkelijk eenzijdig. Nu is het masochisme op
zichzelf een vrij hopeloze, eenzijdige zaak, Kossmann wees daar al
eens op :n .Martelaar voor een dagdroom'. Het is ondoenlijk, iemand
te dwingen, uit eigen behoefte datgene te doen wat men zelf gTaag
wil. De werkelijk wrede vervult zijn eigen wensen, niet a'.e van de
masochist. Heel duidelijk komt dat dan ook uit in het karakteristie
ke verhaal .Venus in bont": zodra de Venus werkelijk wreed wordt, en
de .masochist' voor haar eigen plezier* laat ranselen door haar min
naar. is die .genezen'. Wat ons overigens onzin lijkt, zo gemakkelijk
gaat dat niet.
A Tenus in bont' is een nog al fascinerend boek met magnifieke
v passages en vee! zwakke plekken. Het werd liefderijk en veer
krachtig door Kossmann vertaald; de waardering die hij het boek
toedraagt heeft zijn vertaling spankracht gegeven, het is .opge
frist' door dit hedendaagse Nederlands. Dat mocht ook wel, want
de Venus :s inmiddels merkbaar 99 jaar oud geworden Venus im
Pelz' verscheen in 1870). De inkleding is wat ouderwets-stereotiep,
een verhaal in een verhaal. Mogelijk heeft Von Sacher gehoopt dat
men hem minder .verdenken' zou wanneer hij zijn bekentenissen in
de mond van een derde legde. Vergeefs dan,
De .ik', een man uit het Noorden, droomt eerst dat hij een gesprek
met Venus, de klassieke godin der liefde (van marmer, maar in
bont, deze keer) een gesprek over de liefde heeft. Dat gesprek is
half komisch, half banaal. Hij vertelt de droom later aan zijn oudere
vriend Severim, een Galicisch edelman, even in de dertig, bij wie hij
een schilderij, Venus in bont" ziet hangen: een prachtige
vrouw in bont, zweep in de hand, die haar voet onverschillig rusten
laat op een neergeknielde man in wie Severin zelf, tien jaar jonger,
is te herkennen. Deze bekent hem dan dat hij dezelfde droom heeft
gedroomd, maar dan met open ogen, en hij voerhandigt hem een
manuscript om te lezen. Maar eerst laat hij zijn jonge vriend nog
zien hoe hij thans vrouwen dresseert, ze vliegen voor hem en aan
bidden hem.
.Goethes:
■Je moet hamer of aambeeld zijn' is nergens beter van
toepassing dan op de verhouding tussen de man en de mouw, dat
heeft trouwens mevrouw Venus uit je droom je ook toegegeven. Op
de hartstocht van de man berust de macht non de vroww, en tij
weet die te benutten wanneer de man niet oppast. Hij heeft geen
andere keus dan de tiran of de slaaf van een vrouw te zijn. Wan
neer hij zich aan haar overgeeft, krijgt ltij meteen het juk om de
nek en zal de zweep voelen', fp. IS).
Dit nu, en hier is in dit verband veel te weinig de nadruk op ge
legd, is eigenlijk de hoofdstrekking van hel hele verhaal. Wanneer de
,ik' het manuscript uit heeft, vraagt hij Severin naar de moraal
van de hele geschiedenis, en deze spreekt dan de verbluffende woor
den (in 1870)
,fde moraal?)' Dat de vrouw, zoals de natuur haar geschapen heeft
en zoals zij de man tegenwoordig behoort, zijn vijand is en enkel
of zijn slavin of zijn meesteres kan zijn, nooit echter zijn metgezel
lin. Dat zal ze pas kunnen zijnwanneer ze dezelfde rechten heeft
als hij, wanneer ,ze gelijkwaardig aan hem is door cultuur en
arbeid'.
Men zou vanuit dit uitgangspunt een heel andere theorie op kun
nen bouwen. Had Von Sachér die probleemstelling maar duidelijker
gekozen, dan was hij rnogeljk een belangrijk schrijver geworden.
Nu is hij helaas .geniaal, maar met te korte beentjes', zijn boek
krijgt geen vaart, men struikelt over pouffes en chauffeuses en
blijft tussen de draperieën hangen.
Severin verhaalt in zijn bekentenissen hoe hij, een echte levensdilet
tant, zich vervelend in een badplaats in de Karpaten, onder de
bekoring komt van een beelschone weduwe. Wanda von Dunajow.
Severin is gepredisponeerd tot het aanbidden van koude venussen
in bont, ze mogen gerust van marmer of zelfs van gips zijn; zijn
fantasie speelt er wel rondomheen. ,Ik ben ook in de liefde een
dilettant die nooit verder is gekomen dan de schets, het eerste bedrijf'.
We mogen aannemen dat ook Wanda zich verveelde, en dat Severin
niet lelijk, en in elk geval interessant was.
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
In het begin spreekt Wanda of ze de reïncarnatie van een Griek
se hetaere is. Romantisch gezien is die conversatie tussen Seve
rin en Wanda niet erg gelukkig, want uit liet verdere verloop van
het verhaal moet men wel opmaken dat Wanda vrij preutse Victori
aanse begrippen heeft, allerlei dubbelzinnig en onduidelijk gezwij
mel ten spijt. Want de zaak is door de schrijver onzuiver gesteld,
en daarmee heeft hij de kans een meesterwerk te schrijven, en die
zat er volop in, verprutst. Zoals het boek nu is, vol verkniptheden
en opzettelijke vaagheden vraagt het haast om een herschrijving in
een moderne, heldere -stijl. Het gekke is dat de intrigue, als men hem
er uitlicht, magnifiek blijkt, alleen de uitwerking is zo onbevredigend
gebleven.
Severin zoekt een heerszuchtige vrouw, die hem kwellen wil. Wanda
is daar aanvankelijk afkerig van. Een kiempje in haar rijpt, ze
wordt nieuwsgierig, laat zich langzamerhand overhalen, en gaat
op den duur zelfs in op een curieus contract: Severin wordt haar
slaaf in de letterlijke betekenis van het woord. Contractueel leg
gen ze vast dat zij zelfs over zijn leven beschikken mag. Ze zullen
zich naar een land begeven waar zo iets nog geldig is, en waar de
vernedering voor Severin (hij is tenslotte een edelman) minder op
vallend zal zijn. Weliswaar komen ze niet verder dan Rome, maar
de zaak spitst zich genoeg toe. Wanda houdt wel van Severin, zij
heeft hem talloze malen gewaarschuwd en hem zijn vrijheid terug
willen geven, maar zij komt tenslotte ook in zo n vreemde situatie
te verkeren dat zij ook gaat ontsporen en hem op alle mogelijke
manieren echt gaat vernederen. Hij is niet alleen werkelijk haar la
kei in livrei, ze gaat verder. Zo ver zelfs, dat ze hein bijvoorbeeld
een keer voor een ploeg spant die ze dan door negerinnen laat be
sturen.
Soms haat hij haar dan ook bijna, en eenmaal probeert hij zich
te verdrinken, maar hij blijft haar slaaf. Zij weet hem nu op zo'n ma
nier de vrijheid te hergeven dat de vernedering nog groter wordt,
door hem een beurs toe te gooien bijvoorbeeld, omdat hij geen cent
bezit om weg te gaan. Uiteindelijk wordt Wanda werkelijk gruwe
lijk wreed. Ze neemt een echte minnaar, een beeldschone Griek die
zowel het hoofd van mannen als vrouwen volkomen op hol brengt.
Ook Severin ondergaat zijn grote charme: .Nu begrijp ik de man
nelijke Eros en bewonder Soc-rates die ten opzichte van zo'n Alkibia-
des deugdzaam is gebleven'. Wanda gaat zo ver dat ze Severin in
haar boudoir door de Griek laat geselen. Dan is de cirkel gesloten.
Ze had hem gewaai-schuwd, zich als het ware gerechtvaardigd voor
het zover kwam: .Wat wil je nu? Er sluimerden gevaarlijke drif
ten in mij, maar jij hebt ze pas wakker gemaakt; wanneer het mij
nu genoegen doet om je te kwellen, te mishandelen, ben enkel jij
zelf schuldig, jij hebt van mij gemaakt wat ik nu ben'.
Het wordt de catastrofe, Severin keert naar huis terug, hij wordt
bedrijfsleider op het landgoed van zijn vader, en leert wat hij tot
dan toe niet gekend had, en wat was .als een dronk fris water":
werken en plichten te vervullen. Hij kon tegen zichzelf zeggen:
,de kuur was wreed maar radicaal, en de hoofdzaak is: ik ben ge
zond geworden'.
Nogmaals: erg geloofwaardig klinkt dat niet. en een geslaagd lo
gisch boek is .Venus in bont' evenmin. Wel is het een boek dat
geschreven moest worden, en die noodzakelijkheid voelt men nog
steeds, hij redt het werk, al heeft Von Sacher niet de moed gehad
volkomen eerlijk te zijn. Want, en dat is het vreemde, maar een
ander hoofdstuk: Leopold van Sacher-Masoch heeft in werkelijk
heid reizen ondernomen met contracten meesteres-knecht, minstens
met twee vrouwen. Bestond daar maar een oprecht dagboek vnn
het zou boeiender zijn dan deze opgeschroefde en wat henerm ge
romantiseerde versie.
I.eopolri von Saclicr-Masoclr.
Arbeiderspers, Amsterdam, grote A.B.C. UI.