EXTRA TERNEUZEN KREEG IN 1913 HBS REDERIJKERS OOSTBURG: SCHADUW OVER HO-JARIG BESTAAN, MAAR PIET BRUGGEMAN GAAT ERMEE DOOR Van lot (-je) getikt VAN D'EE TOT HONTENISSE ZEEUWSCH-VLAANDEREN xeeuwsch.vlaanderen AlttjA hebben we geloofd dat de lotsbestemming van de vrouw het. huwelijk en aanverwante artikelen was. ,Lesr sokken stoppen meisje, want een man met blote hielyn is zo'n akelig gezicht. ,We leerden het, zij het tegen onze zin. We leerden zemen, poetsen, boenen, dweilen, vegen, we gingen naar de breischool, we spraken over lekker gewassen', waarmee we dan niet onszelf, maar de lakens en het lijfgoed bedoel den, lekker geschuurd', lekker geboend' en we von den er niets lekkers aan. We deden het allemaal om dat het de scholing voor de Lotsbestemming van de Vrouw was. Van de hele scala huishoudelijke plichten werd het accent niet op culinaire kwaliteiten gelegd. Die kwa men pas na al dat gepoets en geboen aan de beurt en vormden de sluitpost van ons tijdschema. Als we konden poetsen schrobben etc. waren we rijp voor het huwelijk. Meer kennis hoefden we niet te bezitten. En nu wordt de laatste tijd opeens het tornmesje zeg maar fileermes gezet in de Lotsbestem ming van de Vrouw. Van de man ook trouwens. Het is heiemaal niet meer zo zeker dat de huwelijkse staat het ideaal voor mannen en vrouwen is. Mevrouw Jenny de Jong-Gierveld- heeft het gezegd in een proefschrift JJe Ongehuwden' waarmee zij promoveerde. Dank u mevrouw De Jong-Gierveld. Beter Iaat dan nooit ■De nadruk die op het huwelijk als dé levensbestem ming van man en vrouw wordt gelegd, is eenzijdig, onbarmhartig en dus onchristelijk ten opzichte van hen die ongehuwd zijn', zegt mevrouw De Jong-Gier veld. Dat wisten we reeds lang. Maar we stonden zo alleen met onze mening. Ongehuwd zijn, betekent in veler ogen dat je ah vrouw (en ook als man) een miskleun bent. Onge huwden voelen de suprematie van de gehuwden op zich afstralen, maar, volgens mevrouw De Jong- Gierveld tillen de ongehuwden hieraan te zwaar er. moeten zij zich een meer positieve levensinstelling eigen maken. Ze moeten niet blijven hangen in dt houding van misbaksel. Natuurlijk is het in de eerste plaats onbarmharti iemand die ongetrouwd is daarom en daarom allee) een etiket van minderwaardigheid proberen op te plakken. Het niet sluiten van een huwelijk heeft meestal een complex van oorzaken, die soms geheet los staan van de persoonlijkheid van de ongehuwde. Ook het verstarde beeld zegt mevrouw De Jong- GiervcJd dat vaak gevormd wordt over de onge huwde man als de ongebreidelde levensgenieter ,hij heeft het véél te goed om te trouwen' is er faliekant naast. Hij is niet de vrolijke Frans, de bon- vivant voor wie hij zo vaak ivordt aangezien. Waar om zou hij Wij vrouwen werden vroeger geremd door de scho ling voor onze lotsbestemming. We mochten niet laten blijgen dat we al dat stof- en sopdoekenge- wriji en geveeg, die afwas en dat sokken stoppen ei- genUj* verschrikkelijk vonden. Onesthetisch en slecht voor je rug met een dikke kans op een hernia op la tere jaren, voorovergebogen staan met een natte dweil tussen je vingers over de vloer zwieren, links rechts, rechts, links. Op je knieën met een dot boen was op een doek over de nauwelijks droge vloer kruipen. Dat waren de voorbereidingen voor je le vensbestemming. En wc knikten huichelachtig en zeiden: Ja, heer lijk, we hebben ook lekker gedweild en geboend en gezeema', als anderen erover praatten. We durfden niet te zeggen, dat we veel liever een boek lazen, naar muziek luisterden en nog een heleboel andere dingy...! liever deden, die niet degelijk waren maar wél erg prettig en die niets met de huishouding te maken hadden. De man die naar onze hand dong, deden we het ze dig voorkomen alsof we allerliefste sloofjes waren, die vaardig en met liefde zijn kapotte broeken zouden verstellen. We wisten toen nog niet dat je ook getrouwd, echt- genoie en moeder kon zijn zonder dat je begeesterd teas van dweil en stofdoek. We dachten en het was ons uit den treure voorgehouden dat tit a-Ves bij het wezen der vrouw hoorde. Een beetje voorzichtiger omspringen met bestem mingen is toch wel gewenst. Ze kunnen soms nog na ééuwen omver worden gegooid. Maur wij waren nog gebonden aan onze Lotsbestemming. Want, we waren toen immers van Lot-(je) getikt? Piet Bruggeman40 jaar lief en leed WBiSWSöAG 15 OKTOBER 1969 NU - ALS RIJKSSCHOLENGEMEENSCHAP - NAAR SPINTERNIEUW GEBOUW algewezen, verkreeg de commissie van de gemeente Terneuzen de toezegging, dat ze een hbs zou stichten. Er moest heel wat gedaan worden voordat deze belofte kon worden ingelost, maar op 11 au gustus 1910 besloot de gemeente over te gaan tot stichting er van. Het nemen van dit besluit werd vergemakkelijkt doordat het rijk een ruime subsidie liad toegezegd. Het zag er spoedig naar uit, dat het ook deze keer weer op niets zou uitlopen, want men hoorde voorlopig niets meer van de plannen. Het raadslid R. Drost zette ér echter zijn schouders onder, hetgeen tot gevolg had, dat op 28 december 1911 definitief tot de stichting werd besloten. Toen kwamen er grote acties van de tegenstanders, die meenden dat dit voor de gemeente Terneuzen te grote financiële offers zou ver gen. Ook waren er die helaas het nut van zo'n instelling niet zagen. Een verzoek aan de raad om het besluit in te trekken werd door zeer velen ondertekend, maar op 12 maart 1912 besloot die raad, on danks het protest, haar voornemen ten uitvoer te brengen. Op 29 mei 1912 werd de hbs aanbesteed. Ze werd ontworpen door de toenmalige gemeentebouwmeester, de heer Doorenbos, onder wiens leiding de bouw plaats vond door de heren A. Verlinde en J. /an de Velde te Terneuzen. lp 18 september 1913 was de school voor gebruik gereed. Het ge meentebestuur had veler uitgenodigd om op die dag tegen 3 uur n de gymzaal aanwezig te zijn voor de officiële opening. Het woord verd daar onder andere gevoerd door burgemeester Huizinga, mr I. J. Dijckmeester, commissaris der koningin, de heer Ten Bruggen late, inspecteur voor het middelbaar onderwijs en de heer dr Go- lee Moisbergen, directeur der school. Het zou te veel zijn om allen e noemen die nadien hun krachten gegeven hebben om de jeugd an die school te onderwijzen en va.n hen die daar onderwijs ontvin- ;en. Er werd 'echter op 11 september 1913 een man benoemd die we ven moeten noemen, omdat iedere Terneuzenaar en velen daarbui- en hem gekend hebben. iet was de heer A. I. B. Schirxis, die toen werd aangesteld als Vmanuensis-conciërge. Meer nog dan om zijn werk was hij be- :end doordat hij vele jaren de leiding had over ons muziekge- ;elschap ,De Verenigde Werklieden'. Ie hbs werd later lvceum en sinds de invoering van de mam- noetwet rijksscholengemeenschap. De tegenstanders van toen noesten hun strijd staken en bekennen dat ze ongelijk hadden. Dok hiin nakomelingen profiteren nog steeds van het feit dat de initiatiefnemers van zo'r. slordige 70 jaar geSeden het pleit (en de hbs) wonnen. P. J. BAERT Er wordt hard gewerkt nu nog in het nieuwe gebouw van de Katholieke kring aan het nieuwe toneelstuk. OOSTBURG In het jaar 1859 kwam een groepje Oostburgse notabelen op initiatief van ene notaris Renoble voor een gezellige ,praet-avond' bijeen. Alleen mannende vrouwen bleven thuis. RECEPTIE ge- maar hopen dat de rederij een goede reputatie hebben verworven, een nieuwe speelruimte vinden, hun enige bestaansmogelijk heid. Begin oktober betrekken de leerlingen van de rijksscholen gemeenschap Petrus Hondius in Terneuzen hun nieuwe gebouw aan de Zuidlandstraat. Daarmee bereikt de school een mijlpaal in haar geschiedenis. Die omvat 56 jaar en daarbij zijn de voorbereidingen nog niet eens meegeteld. Want al in 1891 werd er een commissie ingosteld, die tot doel hail het stichten van eeu rijks hogere, burgerschool in Zeeuwsch-Vlaan- deren. Een verzoek aan de regering om een dergelijke onderwijs instelling hier te vestigen had geen succes. Er werden toen geen verdere pogingen in het werk gesteld om het beoogde doel te berei ken. Het duurde tot 1903 voordat er weer actie kwam, maar ook toen bleef het zonder resultaat en de toen ingestelde commissie gaf de strijd op In 1910 werd opnieuw een commissie gevormd, die onmiddellijk ac tief optrad. Nadat het rijk het verzoek om een rhbs te stichten had Een vergrijsde ansicht van deGemeente Hoogere Burgerschool'. Het moet erg gezellig geweest zijn, want het bleef niet bij één avond. Er werd wat gekeuveld, gedronken en na enige tijd werden zelfs feest- avondjes gehouden met sketches, liedjes en voordrachten. Ook vrouw en waren toen welkom. En zo ontstond in Oostburg de ,Ca- mere van Rhetorica'. Zo moet het gegaan zijn En nu. anno 1969 kent Oostburg nog steeds zijn .rederijkersvereni ging', ofwel de .Kamer van Rheto rica'. zoals op hun vaandel staat te lezen. Onder de leuze .Oefening én vermaak' studeren de spelers twee maal per jaar een toneelstuk in dat meestal voor een uitverkochte zaal wordt opgevoerd. Alleen is er onver wacht een grote schaduw gevallen op het 110-jarig bestaan van ae Oost- burgse rederijkers: het gebouw van de katholieke kring kan niet lan ger gebruikt worden voor hun repe tities en opvoeringen, omdat het van af 1 januari 1970 voor 10 jaar ver huurd is aan een nieuwe bibliotheek. Niet alleen de rederijkers, maar ook enkele andere verenigingen die gre tig van de zaalruimte gebruik maak ten, moeten wel naar iets andere uitzien. Maar voor een toneelvereniging is dit wel het ergste dat men kan over komen: als er geen repetitieruimte meer is, zijn toneelspelers gauw uit gepraat. Repeteren in het gebouw van de Katholieke kring was vrij wel de enige mogelijkheid in Oost- burg. Er zijn natuurlijk wel enkele cafézalen, maar die voldoen niet aan de eisen, omdat er toch minstens een toneel nodig is om de stukken in scène te zetten, waar heel wat bij komt kijken. De huur van het Ledel- theater, waar de rederijkers een en kele keer optraden, is te hoog, want hun kosten kunnen maar amper ge dekt worden door de Dijdragen van enkele honderden donateurs. LUCT0R ET EMERG0 ,Maar de wil is sterk', zegt Piet Bruggeman, kapper in Oostburg en tevens vice-voorzitter (en nog veel meer) van de rederijkers vereniging. De heer Bruggeman is de man die wel het meeste over alle ,ups and downs' van de vereniging kan ver tellen en dat is niet verwonderlijk, want hij geeft zich al 40 jaar (samen met zijn vrouw) met hart en ziel aan de rederijkersvereniging. Hij vertelt dat het bestuur begrip heeft voor de nieuwe bestemming van de repetitieruimte, omdat het gebouw te weinig opbracht. .Maar ik vind het jammer dat er helemaal geen overleg is geweest', zegt hij. ,we kregen pas geleden een briefje, dat we maar naar ets anders moes ten uitzien. We hebben een briefje teruggeschreven, dat wij dat erg be treuren, maar dat zal niet veel hel pen natuurlijk'. Er wordt wel hard aan een oplossing gewerkt. Ook de Zeeuwsche Culturele Stichting doet haar best om aan zaalruimte te ko men. ,Onze zinspreuk Luctor et Emergo kan ons weieens heel goed van pas komen', aldus Piet Brugge man, want we zitten nu onder wa ter, maar we moeten er weer boven komen. Ik denk er nooit zo gauw aan om de zaak op te gevenEn dat zal wel waar zijn, anders had hij het geen 40 jaar volgehouden. VAN GEWOON LID TOT REGISSEUR Piet Bruggeman is iemand die niet meer kan stoppen, als hij ergens mee begonnen is, zoals hij zelf zegt. Hij is niet alleen Vice-voorzitter, maar regisseert zelf de toneelstuk ken, samen met zijn vrouw verzorgt hij de grime, hij is jaren voorzitter (en gewoon lid!) geweest, bemoeit zich met eventuele decorbouw en met allerlei andere zaak jes die daarbij ko men kijken. Hij leverde telkens de stroom als die eventjes weggevallen was. De heer Bruggeman is een door zetter, zo'n iemand die elke vere niging nodig heeft. IETS MEEGEVEN AAN PUBLIEK Regisseren is wel zijn belangrijkste taak op het ogenblik. En dat doet hij met veel enthousiasme. Zo ver telt hij over zijn plannen voor de toekomst, over het nieuwe toneel stuk waaraan druk gewerkt wordt. En als er over vroeger gepraat wordt, kan hij heel wat leuke herin neringen ophalen. Als we hem vragen wat hij het liefst op het toneel brengt, zegt hij vastberaden: .stukken met inhoud, met karakterrollen, je moet iets aan het publiek meegeven. Het moet niet zo zijn, dat de mensen het toneelstuk na een week vergeten zijn'. Als dat zo zou zijn, heeft de heer Bruggeman zijn doel gemist. En: afwisseling, niet ieder jaar het zelfde. De rederijkers brengen aller lei soorten toneel op de planken, hoewel drama's en moderne stukken minder op hun terrein liggen. Mo menteel piekert de heer Bruggeman erover om een openluchtspel op te voeren, bijvoorbeeld bij de wallen van Sluis of Retranchement. Hiervoor is een decoratieve omgeving nodig en er komt een geweldige figuratie bij kijken, zodat het er op neer komt dat mensen van buitenaf aangetrok ken moeten worden, wat niet de be doeling is. Het jeugdtoneel dat hij enkele ja ren geleden oprichtte en dat ter zie le ging, wil hij nieuw leven inblazen. .Het is jammer', zegt de heer Brug geman, .dat de jeugd alles weer zo gauw opgeeft. Ze beginnen eraan en laten het dan afweten Dat is de belangrijkste reden dat het jeugdto neel niet van de grond komt. Ook zijn vrouw spreekt hierin een woord je mee (zij speelt ook ai bijna 40 jaar mee). Zij zegt: .de jeugd houdt alleen maar van disco-bals en zo, maar als het er werkelijk opaan komt, zijn de meesten niet thuis'. ,Tja', zegt de heer Bruggeman', .waarom begin je eraan. Moeilijk te zeggen, ik organiseer graag, en de sfeer achter het doek, de geur van de grime, trekken me ook naar het toneel'. Alleen krijgt hij soms een beetje teveel van net goede, want bleef het nu maar bij de rederijkers. Nee, de heer Bruggeman is tevens voorzitter van de schietvereniging ,de Treffers', vice-voorzitter van de wielerclub, vice-voorzitter van de Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen en voorzitter van de Rijtoer van Oude van Dagen. Een man die men 's avonds weinig thuis zal treffen, SUBSIDIE Altijd vol ideeën en plannen. Over het gebouw van de Katholieke kring, zegt hij nog: ,Als we er niet meer uitkomen, kloppen we bij de gemeen te aan en vragen we om subsidie. Ik zie daar een goede kans in'. Hij hoopt het beste er maar van, maar hij heeft daar wel iedereen voor no dig. ,Mijn vrouw speelt al 38 jaar mee, zij doet het beter dan ik', zegt Bruggeman bescheiden. Desondanks gaat hij ermee doorhet eind is zoek.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 27