PECHINEY
ZEELAND EN BASISINDUSTRIEËN
WOENSDAG 8 OKTOBER 1969
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
De algemeen voorzitter van de ZLM
Bruin Hanson 'in Belling!min. Links m
J. Prins, kijkt toe hoe dr J. Tesink planten onderzoekt op liet bedrijf
Hanson.
Een luchtfoto van het in aanbouw zijnde bedrijf bij Frederick, vlakbij de hoofdstad Washington. Uit deze foto blijkt duidelijk dat de begrenzing
ruim is gehouden. Bovendien zijn groensingels opgenomen.
het terrein
ter): duidelijke aantasting van
het vee, gladiolen niet bestand
tegen fluor. Fluorgehalte in
gras en hooi hoger dan de
staatsnormen toelaatbaar acli-
Algemeen: geen invloed aan
toonbaar op de melk en de
melkproduhlen.
3. ZEEUWS
ONDERZOEK
Dr Tesink uit Goes onderzocht de
koeien van Simon Timmermans uit
Custer bij Bellingham, hij heeft ze
in de bek gekeken, zoals dat heet.
De eenvoudigste manier voor een die
renarts om vast te stellen of een
koe fluorvergiftiging heeft is name
lijk een controle van het doorgeko
men bl(jvend gebit, dat werd gevormd
toen de dieren met fluor .besmet'
voedsel opnamen. Vergiftiging veroor
zaakt aantasting van de tanden, zoals
bruine vlekken en beschadigingen aan
het email. Timmermans was eén van
de drie veehouders in Bellingham, die
door de Zeeuwse delegatie werd be
zocht. De beide anderen waren Ervin
Hanson en Jack Vanschindel. De af
standen hemelsbreed gemeten
tusen hun bedrijf en de aluminiumfa-
brlek zijn: Timmermans acht kilome
ter, Hanson ruim drieënhalve kilome
ter en Vanschindel ruim anderhalve
kilometer. Dit ontdekte dr Tesink:
Op acht kilometer: bij Tim
mermans aan het gebit van de
koeien geen verkleuringen
noch beschadigingen.
Op drieënhalve kilometer: bij
de koeien van Hanson geringe
symptomen, zij gaven echter
onvoldoende aanleiding tot het
stellen van een vergiftigings
diagnose.
Op anderhalve kilometer: bij
het vee van Vanschindel ster
ke verkleuringen en grondige
aantasting van het gebit, de
algemene toestand van de die
ren slecht.
bijzonder slecht uit. Direct na het
vaststellen van de verkleuringen bij
het eerste dier, heb ik Vanschindel
de beesten zelf laten aanwijzen om
dat ik niet dc schijn van partijdig
heid op mij wilde laden. Elke koe had
echter dezelfde verschijnselen'.
,De resultaten van dit snelle on
derzoek verbazen me overigens niet:
mijn ervaring met dit soort fluor-uït-
stotende bedrijven is, dat in een
straal van ongeveer anderhalf tot
twee kilometer rond de fabriek de
al'stand is afhankelijk van de wind
richting geen voor de boer econo
misch vee kan worden, gefokt en aan
gehouden. Datzelfde geldt trouwens
voor bepaalde gewassen'.
Een tweede punt tijdens het .blik-
semonderzoek': de plantengroei. Zo
had algemeen ZLM-voorziüter ir J.
Prins vooral belangstelling voor de
situatie van bomen in de nabijheid
van de fabriek. Ir Prins: ,Ik kan
uiteraard tijdens zo'n kort bezoek al
leen maar op uLterCijke kenmerken
afgaan. Mij valt op dat hier in de
directe omgeving van het bedrijf
alle bomen verschijnselen verto
nen, die op fluor kunnen wijzen. In
het algemeen is overigens de toe
stand landschappelijk in zoverre gun
stig dat hier sprake is van een weel
derige bomengroei. Bomen hebben
een .uitzevend effect', ze vangen
enigszins de fCuor op, al kunnen ze
die nooit geheel absorberen'.
in de omgeving van de fabriek tot
één h anderhalve kilometer doet
denken aan bepaalde stukken van de
Manteling op Walcheren: de boven
ste takken zijn namelijk bladerloos.
In de Manteling is dat een gevolg
van zeewind.
4. VERGELIJK
BAARHEID
omgeving (Vlissingen vlak. geen
bos). Regenval gemfddeld 900 mm
per jaar, geen mist (Vlissingen wel
mist, regenval 760-800 mm), zee
wind. De landbouw: veeteelt en eni
ge eenzijdige akkerbouw, voorname
lijk peulvruchten. Industriegebied
nieuw: behalve Intalco is er een raf
finaderij van Mobiloil gevestigd en
een raffinaderij van Standard Oil is
ln opbouw. De .oude' industrie be
staat uit papierfabrieken, die verder
landinwaarts zijn gelegen. Er bevin
den zich in de omgeving enkele na
tuurreservaten. onder andere één
grenzend aan het Intalco-terrein. De
streek is populair als vis- en jacht
gebied.
FREDERICK. Stad in de staat
Maryland, niet ver van Washington,
attractief voor forensen, die in
Washington DC (Amerika's hoofd
stad) werken. Fabriek Eastalco
wordt gebouwd midden in een tot
nu toe vrijwel uitsluitend agraiische
streeik: de keus werd bepaald door
de gunstige geografische ligging, na
melijk centraal tussen de grote in
dustriegebieden. Het terrein, aange
kocht voor de bouw van de fabriek,
is aanzienlijk groter dan nodig is
voor de produlctie. Ervaringen in
Bellingham opgedaan, worden hier
toegepast. Zo zorgt de fabriek zelf
voor een .bufferzone' van groen, an
derhalf tot tweeënhalve kilometer
breed. De breedte is afhankelijk van
de overheersende windrichting. De
zoom bestaat voor een deel uit (aan
gekocht) bos, voor een deel uit jonge
aanplant. Voor die aanplant worden
op advies van net staatsbosbeheer
ln de staat Maryland snelgroeiende
populieren gebruikt. Sommige stro
ken hebben een diepte van ongeveer
honderd meter, de afstand tussen de
bomenrijen is ongeveer drie meter, de
afstand tussen de bomen twee me
ter. Omgeving: heuvelachtig en be
bost, gemengde bedrijven, bouwplan
gevarieerd.
Dr Tesink: .Vanschindel
beesten wel opruimen, ze
Het is vaai belang na te gaan in
hoeverre de hier aangeduide Ame
rikaanse situatie kan worden .ver
taald' ln Zeeuwse omstandigheden.
In dit verband een reeks gegevens.
BELLINGHAM. Gebied met gerin
ge bevolkingsdichtheid, aan zee ge-
tegen ln bosrijke en heuvelachtige
5. OPENBARE
MENING
Discussies over industrialisatie en
over problemen van luchtverontrei
niging is geen uitsluitend Nederland
se zaak: ook in de Vereniade Sta
ten bestaat grote belangstelling voor
deze problematiek. In Frederick/Ma
ryland, svaar Eastalco op dit ogen
blik zijn aluminiumfabriek neerzet,
is in het recente verleden druk ge
debatteerd over de vraag of dit be
drijf in die plaats nu wei gewenst
was. Frederick is een stad met zelf
bewuste inwoners: hier werd het eer
ste verzet tegen de Britse overheer
sing georganiseerd, de beroemde En
gelse Stamp Act, de directe aanlei
ding tot de Amerikaanse opstand,
werd hier in het openbaar verbrand.
Bovendien is Maryland een staat met
slagvelden uit de burgeroorlog. De
inwoners van Frederick hebben een
sterk historisch besef: hun land is
heilige grond.
Daarnaast een praktisch punt: in
Frederick wonen veel hoge federale
ambtenaren, die weliswaar in
Washington DC werken, maar voor
hun huis een plattelandsstreek ver
kiezen. Een laatste punt tenslotte:
het gaat hier om een agrarisch ge
bied.
Charles Scliroer, bedrijfsdirecteur
van tie fabriek in aanbouw: ,Er is
hier verzet tegen onze komst, ge
weest. Dat schépt voor ons verplich
tingen. Wij moeten er nu meer <lan
ooit voor zorgen, dat onze omgeving
ons als goede buren beschouwt. Van
daar dat we daarvoor een speciaal
programma hebben ontworpen en er
ook een man voor hebben aange
steld: hij verzorgt de contacten met
de burgerij in al haar geledingen. We
zorgen bovendien voor een zo goed
mogelijke voorlichting over de op
bouw van het bedrijf, er is hier een
voorlichtingsstand gebouwd aan de
grens van ons terrein, waar met be
hulp van foto's en kaarten allerlei
informatie wordt verstrekt*
George B. Delaplaine jr directeur
hoofdredacteur van de Frederick
Newspost: ,Er was verzet, hoofdza
kelijk geleid door één man, namelijk
de pastoor van Frederick. Maar ik
geloof nu. dat dc gemeenschap als
geheel volkomen akkoord gaat met
ae vestiging. Eastalco heeft ons dui
delijk kunnen maken dat allerlei
voorzorgsmaatregelen worden geno
men en dat er jreen schade zal optre
den voor de volksgezondheid. De boe
ren hebben zekerheid zo er al scha
de aan vee of gewassen zou ontstaan,
dat de fabriek bereid is die te ver
goeden. Het bedrijf heeft bovendien
iets op zich genomen da.t eigenlijk
de staat behoort te doen: er is een
meetnet opgebouwd in samenwer
king met de boeren uit de omgeving.
Zoiets wekt vertrouwen. Gevaarlijk?
Welnee, we hebben wei andere din
gen hier in de buurt, bijvoorbeeld
Forth Detrick. Dat is het grote la
boratorium van het leger voor biolo
gische oorlogsvoering. Ik zie voorde
len in de vestiging van het bedrijf:
het geeft bedrijvigheid, het zorgt
voor werkgelegenheid, het maakt de
economie van ons gebied sterker. Bo
vendien betekent Eastalco een
hogere belastingopbrengst: zo'n fa
briek brengt heel wat meer op aan
de bij ons zo belangrijke grondbe
lasting dan weidegrond van de boe
ren. En dat betekent dat het voor-
zieningenpeil van de overheid om
hoog gaat zonder dat de burgers
meer belasting moeten betalen. Een
belangrijk punt'.
Ir Ph. Thaure, bedrijfsdirecteur In
talco, Bellingham: ,Ons is alles ge
legen aan goede verhoudingen met
onze omgeving. De boeren weten dat.
Tussen hen en ons bestaat een goede
relatie. We hebben geen klachten'.
Simon Timmermans, veehouder in
Bellingham: ,De Amerikaanse boe
ren zijn nogal individualistisch, ze
zijn niet zo goed georganiseerd als
hun Nederlandse collega's. Ik weet
dus niet of er een andere verhou
ding zou zijn met Intalco als we
ons beter zouden hebben georgani
seerd. Over klachten heb ik echter
niets gehoord'.
Ir Thaure over het veehoudersbe-
drijf van Vanschindel, waar dr Te
sink bij het vee een opvallende fluor-
aantasting had geconstateerd: ,De
man woont ongunstig, namelijk op
ongeveer anderhalve kilometer van de
fabriek, bovendien vormt zijn bedrijf
een soort enclave in het gebied dat
wij als bufferzone hebben aangekocht.
Als de man het zou willen, zouden
wij hem zonder meer uitkopen'.
die ons van belang leken voor Zee
land nu ook hier een aluminiumbe-
drijf wordt gebouwd. De antwoorden
op die vragen zijn vervolgens uitvoe
rig weergegeven in bovenstaande op
merkingen, antwoorden die echter
conclusies toelaten. Wij willen die
aan het slot van deze reportage no
teren. Ze zijn de volgende:
IHet Pechiney-concern doet
zo is ons gebleken uit
mededelingen van de be
drijfsleiding en van deskun
digen buiten het bedrijf
het uiterste om de lucht
verontreiniging tegen te
gaan. Fr wordt géén ver
ontreiniging veroorzaakt,
schadelijk voor de volksge
zondheid, een mededeling
die ons van officieel-ambte-
lijke zijde in Nederland na
drukkelijk is bevestigd,
2 Het Pechiney-concern heeft
aan onafhankelijke weten
schappelijke instituten de
controle opgedragen van de
luchtverontreiniging ver
oorzaakt door zijn bedrij
ven in de Verenigde Sta
ten. Daartoe werd besloten
omdat de staatscontrole
in Amerika te weinig ef
fectief werd geacht. In
Vlissingen zal echter geen
eigen meetnet worden ge
bouwd omdat hier de pro
vinciale overheid wel eer
sluitende controle toepast.
3 De resultaten van een
Zeeuws .bliksemonderzoek'
ln Bellingham kwamen ge
heel overeen met de uitsla
gen van het wetenschappe
lijk onderzoek, verricht on
der leiding van professor
Adams van de universiteit
van de staat Washington.
4 De situatie in Bellingham
en Frederick rond de alu-
mlniumfabrieken aldaar is
.vertaalbaar' voor "Vlissin
gen. Deze vertaling komt in
grote lijnen neer op de vol
gende punten:
binnen een straal van
anderhalve tot tweeën
halve kilometer rond het
Sloegebied wordt veeteelt
zeer moeilijk tot onmoge
lijk, evenals fruitteelt
en bloembollenteelt (gla
diolen) daarbuiten kan
aan vee en gewassen
schade optreden, waar
bij moet worden gere
kend op een straal van
ongeveer vijf kilometer;
klimatologische omstan
digheden (regen, mist,
wind) maken een exac
te aanduiding van het
.schadegebïed' moeilijk:
de grenzen variëren al
naar gelang van de om
standigheden; van be
lang is in dit opzicht
ook de houtopstand, een
bufferzone van bomen
blijkt namelijk een .uit
zevend' effect voor fluor
te hebben;
de kwetsbaarheid van de
Zeeuwse landbouw is
groter dan in de hier be
schreven Amerikaanse
gebieden, de teelt in Zee
land is namelijk inten
siever en het bouwplan
gevarieerder, bovenal is
het Zeeuwse land vlak
ker en opener;
Het Pechiney-concern is er
alles aan gelegen een goede
reputatie op te bouwen als
goede buur'. Het is bereid
met name contact op te ne-'
men met de georganiseerde
landbouw. Daarbij zal het
concern niet schromen al
die inlichtingen te verstrek
ken, die met name de land
bouw nodig zal hebben om
een standpunt inzake de
schade-oorzaak te bepalen.
Vijf vragen, vijf antwoorden, vijf
conclusies. We hebben ze neerge
schreven naar aanleiding van bezoek
aan Pechiney-bedrijven in de Ver
enigde Staten. Ze bonden worden ge
noteerd omdat Pechiney bereid was
alle inlichtingen te verstrekken,
waarom werd gevraagd: een open
heid die frappeerde en vertrouwen
gaf in dit bedrijf als partner in de
Zeeuwse industrie. Maar zoals altijd:
antwoorden roepen weer vragen op,
in dit geval vragen over de toekomst
van het industrialisatiebeleid in Zee
land. In het hieronder staande arti
kel wordt daarop nader ingegaan.
G. A. DE KOE
niet vooral worden gelet op een duidelijke schelding
van de werkgebieden door ruime groenzones? Is daar
ruimte voor? Als deze vragen in een concrete situatie
worden gesteld, bijvoorbeeld met het oog op de verdere
ontwikkeling In Vlissingen-Oost, dan ontstaan er nog
wel eens twijfels
^Tet een enkel voorbeeld kan die twijfel worden aan
getoond. Wij herhalen daartoe één van de hier
boven gestelde vragen: zal een nieuwe vestiging niet
een zo grote schadepost betekenen voor de landbouw,
dat sprake is van een duidelijke verschraling van die
bedrijfstak? Het is in dit verband onweerlegbaar, dat
de aluminiumfabriek van Pechiney een beperking van
bepaalde agrarische mogelijkheden oplevert. Bolgewas
sen, veeteelt, fruitteelt, het zal In de onmiddellijke om
geving van het bedrijf moeilijk of niet mogelijk zijn.
Dat is een waardevermindering van de grond, die bij
bepaalde marktsituaties flink kan aankomen. Wanneer
echter de landbouw deze beperking nog zou willen
accepteren zij het met pijn rond de vestiging van
één aluminiumbedrijf, dan staat tevens vast dat hij zich
zonder meer fel zal verzetten tegen een verdere aan
tasting, Met andere woorden: niet alleen géén verdere
luor-verontrelnlging, maar ook geladen verzet tegen an
dere, eventueel nog komende verontrelnigers. In dit ver
band moet vooral, worden gedacht aan raffinaderijen.
die zwaveldioxyde produceren. Vestiging van een raffi
naderij kan immers betekenen, dat weer andere land-
bouwprodukten worden aangetast Men zal er dan ook
in Zeeland goed aan doen te beseffen, dat de landbouw
nu nog wel akkoord gaande met een aluminiumbedrijf
zich in den vervolge fel zal verzetten tegen andere
vervuilers. Men zal vanuit die hoek niet nalaten forse
politieke pressie uit te oefenen, zo is ons wel duidelijk
geworden. Bij de landbouw is derhalve twijfel en meer
dan dat.
pen tweede voorbeeld: wordt bij de planologische
■*-1 vormgeving in Zeeland wel voldoende rekening ge
houden met een scheiding via groenzones tussen de
woon- en werkgebieden? Denkt het havenschap Müs-
singen aan een bescherming rond zijn industriegebieden?
In Economisch Statistische Berichten van 12 en 19
februari van dit jaar hebben prof. dr ir F. M. Maas en
ïr A. J. Beenhakker over dit onderwerp een aantal be-
hartenswaardige opmerkingen gemaakt. Wij citeren:
,Voor de groenzones in de nabijheid van basis
industrieën kan men slechts die soorten bomen en
struiken gebruiken, welke resistent zijn tegen de
optredende luchtverontreinigingen. Vlak bij dp bron
(intensieve neerslag) blijkt vrijwel geen boom, struik
of plant resistent te zijn. Pp eniga efatand van ds
bron (meer dan 100 a 200 meter over het algemeen)
zijn verschillende soortéh resistent en wel de loof
houtgewassen: populier, wilg. els. eik. plataan, berk,
beuk en liguster. Deze soorten kan men het best
aan de windzijden planten. Achter deze loofhout
stroken van 100 a 200 meter breedte kan men dan
eventueel altijd groene en daardoor ook 's winters
v/erkzame. maar in het algemeen minder resistente
naaldhoutsoorten planten als Sitkaspar. Oostenrijkse
den en Lariks. Men kan ook achter de gevarieerde
loofhoutrandsingels bijvoorbeeld pionier- en produk-
tlebossen van populieren planten, eventueel In af
wisseling met open ruimten van weiden en wateren
en plaatselijk op hogere delen gemengd naaldhout
en loofhoutbos. In de beschutting van de pionier-
bossen blijken de bostypen van het schermbos en
het parkbos de beste resultaten te leveren In de be
strijding van de verschillende vormen van lucht
verontreiniging.'
Zal het havenschap of zal de gemeente Vlissingen tot
dergelijke aanplant besluiten? Wordt bij de aanwijzing
van nieuwe terreinen bij Vlissingen-Oost, maar ook
elders In Zeeland, rekening gehouden met de aanleg
van dergelijke groensingels? In Zeeland is met name
dr Tesink de grote pleitbezorger voor .bufferzones'
(rondom bepaalds fabrieken, bv nluminJumbadrlJven. H(J
wil een ,kale strook' van minstens 400 a 500 meter om
de fabriek, met aansluitend een groenstrook van groeps
gewijze en in diverse singels geplante bomen, die resis
tent zijn voor fluor. Breedte van de groene zoom: 400
a 500 meter. In de .kale strook" mogen uiteraard wel
bedrijven worden gevestigd, maar zij moeten .schoon"
zijn. Dr Tesink propageert ook reeds vele jaren groen
stroken tussen industrie- en werkgebieden. Nogmaals:
wordt bij de planologie van Zeeland met dergelijke ver
langens rekening gehouden?
'T'er afsluiting enkele overwegingen, waaraan naar ons
gevoel noch het bestuur ln Zeeland noch de bevol
king zelf aan voorbij zal kunnen gaan.
Het zal nodig zijn te bepalen welke waarde In
Zeeland en dat niet alleen in strikt-economl-
sche zin de landbouw langs de Westerschelde
heeft. Is de landbouw volstrekt ondergeschikt
aan de industriële ontwikkeling?
Indien men de landbouw rond het Sloe niet wil
afschrijven gaat het er In concreto om of verdere
fluor-uitstotende bedrijven In Vlispingen-Oost ge
wenst zijn en of zwaveldioxyde-producerende fa
brieken (raffinaderijen) toegelaten kunnen worden.
Bij de aanwijzing van nieuwe Industriegebieden
•n bU hst bahser vare bestaande dient te worden
nagegaan in hoeverre de groenvoorziening Is
aangepast of aangepast kan worden aan reeds
gevestigde of nog te verwachten bedrijfstypen.
Gelet op cumulatieprocessen bij luchtverontreini
ging. een combinatie van vervulling door ver
schillende bedrijven veroorzaakt, is uit een oog
punt van volksgezondheid een uiterst scherpa
selectie van de bedrijven nodig: is het in dit ver
band niet gewenst dat provinciale staten en da
raad Vlissingen duidelijke indicaties geven aan
het havenschap?
Naar ons gevoel gaat het hier om belangrijke punten,
die allen aangaan, bestuur en bevolking van Zeeland,
ln de begeleidingsbrief bij de provinciale begroting van
Zeeland zijn recentelijk enkele waardevolle opmarklngen
gemaakt over de spanning tussen welvaart en welzijn
bij een verdere ontwikkeling van deze provincie. Het
gaat echter ook om spanning tussen diverse sectoren,
tussen landbouw en recreatie enerzijds en industrie
anderzijds. Men zal er goed aan doen bij de bespreking
van Zeelands toekomst daarover niet al te vaag te zijn:
het gaat om zeer concrete zaken, zoals groenvoorzie
ningen, de vraag of petrochemische industrie in Vlis
singen-Oost wel gewenst is, of na Pechiney nog meer
fluor-ultetotande bedr(jven kunnen worden toegelaten.
Daarom gaat bat. Niet om algemeenheden.