HELP DE
KLEUTER IN
HET VERKEER
JANTJE OVERLEED OP WEG NAAR HET ZIEKENHUIS
VEILIG VERKEERSWEEK 1969
Zaterdag 4 oktober 1969
zaterdagnummer
Een kleuter is niet in staat zich alleen in het verkeer te bewegen. In iedere kleuter leeft
een sterke drang om de wereld te verkennen: bekende feiten die er vaak, te vaak, oorzaak
van zijn, dat kleuters het slachtoffer worden van het verkeer.
Het verbond voor veilig verkeer organiseert de komende week zijn Veilig-Verkeersweek
onder het motto: Help de kleuter in het verkeer. Helpen kan men op veel manieren: door
de kleuter te wijzen op de gevaren van het verkeer, zonder het kind een angstcomplex aan
te praten. Door de kleuter te leren, dat het trottoir de enige veilige plaats is om te lopen.
Helpen kunnen vooral de ouders, verzorgers en weggebruikers, door voortdurend op te
letten en attent te zijn. Want, de foto's op deze pagina bewijzen het, een kleuter kan plot
seling tussen twee geparkeerde auto's uit de straat oplopen. U had het kind nauwelijks
tijdig kunnen zien, maar het kind zag uw auto ook niet. Een kleuter is klein en de motor
kap, waar u gemakkelijk overheen kijktis voor haar/hem een hoge muur.
Hieronder volgt een verslag van een verkeersongeval, waarvan een 5-jarig jongetje het
slachtoffer werd. Het verhaal is waar gebeurd, alleen namen en niet ter zake doende
feiten zijn veranderd. Dergelijke ongevallen gebeuren vrijwel dagelijks. Vaak is het kind
de enige juridisch schuldige, maar nog vaker kunnen deze fatale ongelukken worden
voorkomen door goed opletten van alle betrokkenen.
Christie Smeels (5) is de laatste, die nog
lieeft gesproken met Jantje Smeels. Jan heeft
net zijn zesde verjaardag niet meer gehaald.
Christie was vier toen het gebeurde, op een
mooie zaterdagmorgen in mei.
Beide kinderen logeerden in Middelburg, bij
him tante en oom. Op de bewuste zaterdag
morgen ging tante Riet boodschappen doen.
Ze stuurde de kinderen naar buiten, daar
konden ze oom Frans helpen met autowassen.
Christie had genoeg van het autowassen.
.Mogen wij gaan spelen oom Frans?' ,Ja,
maar op de stoep blijven en niet ver weg gaan
hoor', zei deze, blij dat hij eindelijk op kon
schiten. Christie rende weg, Jan haalde haar
snel in. Hij greep de hand van zijn zusje en
sleepte haar mee. Ze sloegen een hoek om en
Jan begon te slenteren. Nu hij zeker wist dat
zijn ooom hen niet meer kon zien en ze dus
konden doen wat ze wilden vond hij het on
nodig om hard te lopen. Tenslotte waren ze
in een nieuwe omgeving, waar nog heel wat
te zien was.
Hoiaas viel het een beetje tegen. De huizen leken erg
op de huizen thuis en langs de stoep stonden alle
maal auto's, die net als thuis op zaterdag gewassen
werden. Toch voelden beide kinderen zich een beetje
opgewonden, terwijl ze hand in hand verder slen
terden. Toen ze nog een hoek omsloegen, zagen ze
(Int in de verte geen huizen meer stonden. Ze Hepen
door en kwamen bij een hele drukke weg. Christie
was een beetje bang voor al die auto's, die heel dicht
l'ij zó hard langs reden, dat ze de wind ervan voelde.
rVe<jcnover de politie verklaarde de heer S. Pal-
1 man later, dat hij de kinderen wel degelijk langs
de weg heeft zien staan. ,lk reed in mijn Opel-cara
van.en was met mijn vrouw op weg van Vlissingen
naar Middelburg', vertelde de 1,6-jarige Vlissingse
frisdranlcenhandelaar. Juist voorbij Souburg stonden
een jongetje en een meisje de voor mij linker weg
berm, Eet was op de plaats, waar de Abeelseweg uit-
koiiit cp de Nieuwe Vlissingseweg.' Mevrouw Palman
bevestigde de verklaringen van haar echtgenoot.
Omdai Jantje Smeels hei zo mooi vond om naar
ai die snelle auto's te kijken, bleef Christie ook
maai staan Jan vertelde haar dat hij ook wilde
autorijden. ,Dan moet je wel veel ouder zijn,' vond
Christie, Dat wist haar broer ook wel. .Ik ben bijna
jarig en als de grote vakantie geweest is mag ik
naar de grote school. Christie werd altijd een beetje
droevig als hij dat vertelde. Zij moest nog een jaar
op de kleuterschool blijven Nu kon zij nooit meer sa
men met haar broer naar school gaan. De grote
school was ergens anders. Zij zou voortaan alleen
moeten gaan. Er was één lichtpuntje: als zij nog
twee keer jarig was geweest, mocht zij ook naar de
grote school, dan zou ze weer samen met Jan kun
nen gaan.
.Zullen we weer terug gaan, stelde ze voor, .mis
schien wordt oom Frans boos.' Jan voelde er niets
voor. Hij had allang begrepen dat oom Frans bijna
nooit boos werd op hen. Het jongetje had
aan de overkant van de weg een klein paadje gezien,
dat tegen een dijkje omhoog liep Dat vond hij veel
mooier dan al die huizen Daar wilde hij naartoe.
,Kijk eens Christie, zie je dar weggetje daar, ga je
mee er naartoe?'
.nhoew wij die kinderen zagen, kwam uit tegen-
- t, f onergestelde richting"een andere auto, een witte
NSU, vertelde de heer Palman later aan de politie.
Hij kon geen schatting geven van de snelheid, waar
mee ds NSU reed, Zelf had hij met zijn Opel-caravan
ongeveer 10 kilometer gereden. Op het moment dat
hij de kinderen naderde, schatte hij, dat de NSU nog
zo'n ISO meter van de kruising Nieuwe Vlissingse
weg-Abeelseweg was verwijderd. Volgens mevrouw
Palman was de NSU veel dichterbij. Zeker niet ver
der aan too meter,' verklaarde zij.
De NSU werd bestuurd door de heer J. Makkinga
een Ui.-jarige assistent-boekhouder uit Middelburg.
Makkinga had geen rijbewijs, de NSU was een les-
wagen Naast hem zat rij-instructeur Karei Smit.
Jk zag de kinderen net even voor de struiken in de
berm staan' zei Smit, toen de politie later het pro
ces ve-rbaai van het ongeluk opstelde. ,We reden ze
ker niet harder dan 80 kilometer per uur. Ik heb in
mijn beroep al vaak meegemaakt, dat kinderen plot
seling, zonder te kijken, de weg oversteken. Meneer
Makkinga wist ook wel, hoe gevaarlijk het kan zijn.
Tijdens zijn eerste lessen hebben we in Middelburg
se nieuwbouwwijken al twee keer een noodstop moe
ten maken. Ik hoefde hem nu maar even op die kin
deren te wijzen en toen ging hij al langzamer rijden.
JDe instructeur zag de kinderen het eerst, herinner
de Makkinga zich tegenover de politie, ,hij wees me
er op en ik nam wat gas terug. Remmen icas niet no
dig, ik rekende erop, dat die kinderen niet de weg
op zouden lopen, maar langzamer rijden is altijd
goed:, je kan tenslotte nooit weten, dacht ik.'
Het kleine weggetje en het dijkje aan de andere
kant van de grote straat leken Christie, stadskind
als ze was, ook wel avontuurlijk. Toch was ze een
beetje bang om met Jan de straat over te steken.
,Oom Frans heeft gezegd, dat we niet van de stoep
afmogen weerde ze af. Ze voelde zich al schuldig
genoeg, omdat ze om in de berm te komen al
een straatje hadden overgestoken. De straat, waar
ze nu bij stonden was zo breed en er reden zoveel au
to's, eigenlijk durfde ze niet meer, maar dat wilde ze
tegen Jan ook niet zeggen. Jan greep haar hand.
,Kom nou, dan gaan we daar spelen.' ,Nee, ik wil te
rug,' riep Christie. ,Dan ga ik lekker alleen,' zei
Jan.
'T'oen de heer Palman, aan het stuur van zijn Opel
beide kinderen al voorbij waspasseerde hij de
NSUAchter die witte wagen reed een Austin Cam
bridge, een donkerrode,' wist hy later de politie
vertellen. Volgens mevrouw Palman reed de Austin
wat harder dan de NSU. helemaal zeker was ze daar
niet van. zo goed had ze nou ook weer niet opgelet.
Jan had bij zijn zusje de juiste snaar getroffen.
Christie vond het helemaal niet leuk, dat hij al
leen naar de overkant wilde. Ze durfde niet eens al
leen terug te gaan. ,Ik ga ook mee, maar dan moet
jij eerst oversteken,' zei ze, ,als je aan de andere kant
bent, rnoet je heel goed uitkijken en als er geen auto's
komen, steek ik ook over.
Jan was allang blij. De overkant leek hem fijn.
Misschien was er wel water of een bos aan de andere
kant «ar het dijkje. Hij keek langs de weg. Van één
kant kwam er een witte auto, van de andere kant
kwam pi niets. Die witte auto was nog heel ver weg,
hij kor best oversteken.
T"\e Austin reed inderdaad harder dan de NSU. In
zijn spiegel zag de heer Palman, dat de donker
rode auto naar links ging om de leswagen in te ha
len. De frisdrankenhandelaar bleef in zijn spiegeltje
kijken,want, zo liet hij de politie later weten, ,ik
hoorde plotseling remmen gieren. Ik zag de Austin
helemaal naar de linkerberm zwenken. Volgens mij
werd in de NSU hard geremd. Er kwam zelfs rook
onder de auto uit.' Die rook deed de heer Palman
Tekst HANS TEN HOUTEN
Ipto's DICK FABER
vermoeden, dat de NSU een Vtniihnnd had gehad of
iets aergelijks.
.Waarschijnlijk moest die Ausiu luarvooi uitwij
ken. Ik ben zelf maar doorgereden naar Middelburg.
Nog voor hij die plaats binnenreed, zag Palman een
politieauto en daarachter een ambulance uit Middel
burg komen. Met luide sirene en zwaailicht reden
de auto's in de richting Souburg plotseling dacht ik
aan de kinderen. Ik draaide ds auto en ben terugge
reden, tekende een politieman later op uit de mond
van de Vlissinger.
Treti we vlak bij de Abeelseweg waren, stak het
Jongetje plotseling over. Ik stond meteen op mijn
rempedaal,' zei Instructeur Smit die zaterdagmiddag
op het politiebureau. .Tegelijk met mij remde meneer
Makkinga'. ,Mijn eerste reactie daarna was: geluk
kig, we staan nog op tijd stil', aldus Makkinga.
Het was op het nippertje, maar een aanrijding was
voorkomen Jantje liep al op het midden van de weg,
toen de NSU stilstond. Hijzelf was helemaal niet ge
schrokken. verbaasd keek hij om naar de auto, die
zo'n lawaai had gemaakt. Hij kon zijn zusje niet
meer zien, de witte auto stond tussen hem en Chris
tie. Jan liep door.
Jakkinga's eerste opluchting duurde nog geeD
IVJ fractie van een seconde. Toen hij door zijn lin
ker zijruit keek, zag hij de Austin hem inhalen. ,Ik
kreeg de indruk, dat de bestuurder probeerde te rem
men.'
pve Austin werd bestuurd door een monteur, die
•- op toeg was van zijn werk in Middelburg naar
huis m Souburg. Jk zag het jongetje pas, toen ik
naast de NSU reed. Hij was op het midden van de
weg. Eerst leek het, alsof hij zou blijven wachten,
maar ik geloof niet dat hij mij zag. Ik remde zo hard
mogelijk. Omdat hij plotseling doorliep kon ik een
aanrijding niet meer voorkomen. Ik stuurde nog
wel wat naar links, geloof ik. Ik raakte hem met
het. midden van mijn motorkap. Het hoofdje stak er
nog even boven uit. Toen zag ik hem voor de auto
uitrollen Ik was aan hel slippen. In de linkerberm
vlak bit he* benzinestation stond ik stil.'
rtjé overleed op -veg naai net ziekenhuis. Zijn
lichaam werd pas later voor de familie vrijge
geven nadat de officier van justitie het proces-ver
baal hao gezien. Uit het verbaal bleek, dat de rem
men van de Austin in orde waren. De heer en me
vrouw Palman, de heer Smit en de heer Makkinga
verklaarden allen tegenovei de politie, dat de mon
teur in de Austin de kinderen niet eerder gezien kon
hebber., omdat hij achter de NSU reed! Op het mo
ment, dat de Austin ging inhalen, was de weg vrij.
Zoals de meeste ongevallen met kinderen was ook
dit een ongeval, waar eigenlijk niemand schuld aan
had. Ook het slachtoffer niet, want kinderen zijn
niet toerekenbaar. Men kan ze best uitleggen, dat
het verkeei gevaarlijk is, maar voor ieder kind kan
er een moment komep, dat ze het verkeer ver
geten. omdat ze iets mooiers hebben gezien. Ten al
len tijde zullen weggebruikers en ook ouders of ver
zorgers hiermee rekening moeten houden.