kerk en
maatschappii
Oosteuropese
kerken:
leven met
spelregels
van het
communisme
Noodmaatregelen
in de
hervormde kerk
MET EEN SCHONE
LEI BEGINNEN
Zaterdag 27 september 9 69
zaterdagnummer
De kerken in ons land, of liever: hun leden, hebben zich de afgelopen
week met een min of meer van een goddelijk vonk voorzien enthousias
me beziggehouden met de vrede. Waarbij dan ditmaal in deze vredes-
week informatie over en bezinnen op de verhouding rijke-arme landen
centraal stond.
Vorig jaar kreeg de Vredesweek (thema
Europa) een onvoorzien actueel gebeuren
te verwerken, dat enig verlegenheid te
weeg bracht ln het interkerkelijk vredes
beraad: de inval in Tsjecho-Slowakije, door
Russische, Hongaarse, Oost-Duitse, Poolse
en Bulgaarse troepen. Want: had deze vre
desweek nog zin met een dergelijk bewijs
van macht, wat dan tevens de macht van
de ónimadht inhield?
In dit verband graag hetgeen dr Bruins
Slot in Trouw schreef naar aanleiding van
die Invasie, over de Kremlin-politiek: ,Die
voert op het ogenblik een wel brute, maar
door angst gedreven isolementspolitiek. Het
lijkt van het grootste belang dat het wes
ten niet in die fout vervalt, dat hij toch
wereldpolitiek blijft voeren en z:ch niet,
uit slecht begrepen eigenbelang alleen op
machtsblokken blind staart. Want al kun
nen de Tsjechen nu niet helpen, als we
denken dat w« geen boodschap meer aan
ze hebben dan helpen we ze nooit', aldus
te vinden in de IKV-documentatae over de
,zaak-Tsjecho-Slowakije'.
SPELREGELS
confrontatie van West- en Oost-Europese
journalisten, publicisten en kerkelijke lei
ders. In veel Oost-Europese toespraken
werd gesproken over de vredeswil der ker
ken, over de samenleving in dit verband
met de staat over een .evangelisch patriot
tisme', waarbij men zich als kerken wél
akkoord verklaart met de socialistische
beeld in Hongarije de protestantse kerken
en geloofsgemeenschappen als Pinksterbe
weging en Adventisten, zeggen zich mo
menteel in een betere situatie te bevinden
dan vroeger, ten tijde van een r-k over
heersing cq achtervolging, men zich in ze
kere zin schikt, naar de omstandigheden.
Dat daarbij Romeinen 13 en de van God ge
geven overheid ten tonele worden gevoerd
doet een .westerling' wat vreemd aan. Het
zijn zaken, waarop ik graag in een vol
gend artikel nader wil ingaan. Ditmaal
slechts enkele voorlopige en bepaald onvol
ledige indrukken. Het gaat hier om de kei
zer te geven wat de keizer toekomt, en
God wat God toekomt. En zeker is, dat de
TEKST: WILL. J. VERKERK
staat, waar deze het welzijn van het land
op 't oog heeft, maar waar uiteratrd
het ideologische verschil blijft. In zekere
zin in ruil voor deze coöperatie met de CONTACTEN
staat is er vrijheid van godsdienst, maar
men zal zich wel aan de .spelregels van
de socialistische staat moeten houden. Of
zoals iemand ons zei: .kritiek is mogelijk,
maar binnen het socialistische kader'.
economische situatie is verbeterd in verge
lijking met vroeger.
Nederlandse kerken hebben een vredesweek
In de Oost-Europese kerken wordt in of
ficiële toespraken herinnerd aan de vredes
beweging dezer kerken, waaraan men zich
,op grond va.n geloof en theologische over
tuiging wil mijden'. We hebben h t recen
telijk kunnen vernemen tijdens de jaarver
gadering van de Europese werkgemeen
schap voor protestantse informatie in Hon
garije.
Het was voor het eerst dat deze werkge
meenschap in een Oost-Europees land ver
gaderde en voor het eerst ook was er onder
auspiciën van deze .Kreis' en de oecume
nische raad van kerken in Hongarije een
Zo'n indruk was het voortdurend wijzen
op de liefde tot het vaderland, op trouw
aan de overheid in haar streven naar ont
wikkeling van het land. Wel enigszins te
recht dacht ik zei een inleider van West-
Europese kant, Friedrich König van de
lutherse wereldbond in Genève dat vader
landsliefde vanzelfsprekend is, maar dat
men moet waken, in oost en west, voor
nationalisme. .Vaderlandsliefde is een van
zelfsprekendheid, waarover men in de grond
van de zaak even weinig zou moeten spre
ken, als dat men vermijdt de liefde tot
een vrouw voortdurend op de markt te be
spreken, om daarmee misschien te bewij
zen dat men een goed echtgenoot is. Wie
voortdurend van trouw spreekt, kan ge
makkelijk ervan worden verdacht eigenlijk
helemaal niet zo zeker van zijn zaak te
zijn, als hij voorgeeft', aldus König.
Nochtans blijft het feit dat, waar bijvoor-
Zo'n indruk is dan dat er een duidelijke
wens is tot meer contact btj de kerken
in Oost-Europa met die van west. Het is
duidelijk dat die wens al gestalte kreeg in
toetreding van bijvoorbeeld de Orthodoxie
tot de wereldraad van kerken en in vele
contacten op velerlei niveau tussen oost
en west. Er zijn wat ons land betreft
bijvoorbeeld historisch gegroeide relaties
tussen de Nederlands Hervormde Kerk en
de Gereformeerde Kerken met de Cal
vinistische Kerk van Hongarije (meer
gereformeerd dan hervormd), en er zijn de
relaties in het kader van de lutherse we
reldbond en zo nog heel wat meer. Daar
bij is van belang, dat men elkaar tracht
te begrijpen in de eigen situatie, dat men
zonder vooroordelen elkaar tegemoet treedt,
zonder West- noch Oost-Europese maat
staven zich inleeft in eikaars denk- en
leefwereld. Het betekent voor Oost-Euro
pese kerken en hun leden evengoed een
stuk informatie verkrijgen als dat dit voor
westelijke kant een verdieping betekent.
Wat dat betreft was heel duidelijk wat een
deelnemer uit de DDR Oost-Duitsland
Zo erg veel trekt men zich in de hervormde kerk niet aan van de kerkorde. Er Is
voor gestreden dat de reglementen van 1816 zouden worden vervangen door een
kerkorde. Er is alle mogelijke blijdschap uitgesproken toen de kerkorde was aan
genomen en ten teken dat we nu in een geheel andere tijd waren aangeland, heeft
dr. K. H. E. Gravemeijer, toenmaals secretaris-generaal van de N.H. Kerk, sym
bolisch de bijbel gelegd bovenop de reglementenbundel. Sinds die aanneming ligt
de kerkorde er en bij mijn weten is er nooit iets aan veranderd.
Dat moet ook niet al te spoedig gebeuren,
want zo'n kerkorde is zo iets, als wat een
grondwet is voor de staat. Die wordt ook
niet zo spoedig veranderd. Die kerkorde is
omringd door een heleboel ordinantiën.
Daarmee heeft men in de kerk meer van
doen gehad en wat veranderingen en aan
vullingen betreft, hebben die ordinantiën
volkomen de plaats ingenomen van de
vroegere reglementen. Er gaat bijna geen
classicale vergadering voorbij of er liggen
enige voorstellen waarover de synode het
oordeel van de gehele kerk vraagt. Alles
wat leeft is aan verandering onderhevig en
hoe zou een kerk daaraan kunnen ont
komen en dat des te meer nu zij moet leven
in een tijd die zózeer wisselt en verandert
als wij dit nog niet hebben meegemaakt.
Met een geleerd woord spreekt men van
'een dynamische tijd', wat zoveel wil zeg
gen als dat er nu letterlijk onder alles een
stuk dynamiet ligt.
Die kerkorde is dan gelijk gebleven. Als
een rots in de branding van de tijd heeft
ze er gestaan. Met haar is hetzelfde ge
beurd als wat de schepen met een rots in
d6 zee doen. Ze mag een baken zijn, maar
de schepen varen er rond heen. Artikel X,
over het belijden van de kerk, wordt nog
al eens aangehaald. Van de andere 28 ar
tikelen horen en lezen we slechts zelden
iets. Nu ligt er op de tafel van hen die zijn
afgevaardigd naar de classicale vergade
ringen een voorstel een 30e artikel aan de
kerkorde toe te voegen, dat tot titel heeft
meegekregen: van de orde der kerk in bij
zondere omstandigheden. 'Indien bijzondere
omstandigheden, verband houdende met de
•ontwikkeling van het kerkelijke en maat
schappelijke leven zulks noodzakelijk of ge
wenst doen zijn, kan de generale synode,
nadat de consideraties van de classicale
vergaderingen zijn gevraagd, voor een bij
besluit vast te stellen tijdsduur, bijzondere
regelingen treffen voor een goede voort
gang van het kerkelijk leven, die afwijken
van de orde der kerk.' Een meerderheid
van tenminste tweederde der geldig uitge
brachte stemmen zal er nodig zijn om zulk
een bijzondere regeling aangenomen te
krijgen. Vóór 1 november vraagt de synode
hierover de consideraties (overwegingen)
van de classicale vergaderingen.
De toelichting welke van de zijde der
synode bij dit nieuwe artikel XXX wordt
gegeven, is niet in alle opzichten even
duidelijk, tenminste wanneer men niet in
gegroeid is in hef kerkelijk bestel waar
zulke artikelen en bepalingen worden uit
gebroed. Zoveel is wel duidelijk dat het
gaat om regelingen die afwijken van de
kerkorde met haar ordinantiën, en die daar
om kerkordelijk onmogelijk zouden zijn,
toch mogelijk te maken. Dat is natuurlijk
een bijzonder wonderlijk geval, want dan
wordt, ten behoeve van die regelingen,
feitelijk heel de kerkorde en wat er bij
behoort, op non-actief gezet. Dit is in ieder
geval een nog al waf eigenaardige con
structie. Nu worden in de toelichting van
synodale zijde twee mogelijkheden als
voorbeeld genoemd die het den burger
duidelijker moeten maken waarom het gaat,
nl. de inschakeling van een gereformeerd
predikant als bijstand in hef pastoraat in
een hervormde gemeente en 'hef treffen
van tijdelijke regelingen in verband met het
toenemend gebrek aan predikanten.' De
eerste mogelijkheid is reeds werkelijkheid
geworden in Veldhoven, waarover we veer
tien dagen geleden iets hebben geschreven.
De tweede mogelijkheid, dat er binnenkort
een toenemend gebrek aan predikanten zal
zijn, staaf dus voor de deur. Toen dat ook
het geval was na de laatste oorlog, heeft
de toenmalige synode ook bepaalde rege
lingen getroffen. Nu wil men dus door dit
nieuwe artikel de mogelijkheid scheppen
om toch kerkordelijk wat te kunnen doen
in noodgevallen, zodat het niet helemaal
een warboel wordt in de kerk. De synode
wil het ergens in de hand houden en dat is
haar goed recht. Hoe het precies gegaan
is met het geval Veldhoven en welke on
derhandelingen er zijn geweest voordat dit
z'n beslag kreeg, weten we niet. Er moet
toch wel contact zijn geweest tussen de
hoogste instanties van de hervormde en de
gereformeerde kerken. Toen het doorging
dat een gereformeerd predikant tot bij
stand in het pastoraat in een hervormde
gemeente werd geroepen, gebeurde er iets
wat van weerszijden kerkordelijk eigenlijk
niet kon. Toch is het doorgegaan en daar
voor zijn we alleen maar dankbaar. En
waarom? We zien het als een vooruitgrijpen
op wat er helemaal zou moeten zijn, dat
lesamen optrekken omdat men staat voor
een en dezelfde zaak. We denken hier
nog niet aan een hereniging.
Nu komen er allerlei bezwaren naar boven
in de hervormde kerk tegen het voorge
stelde artikel XXX. Het voornaamste be
zwaar is wel dat er van zo'n artikel mis
bruik kan worden gemaakt. Dat kan natuur
lijk, hoewel daarvoor enige zekeringen zijn
aangebracht. De 'consideraties van de clas
sicale vergaderingen' moeten worden ge
vraagd. Maar goed, de mogelijkheid zit er
in dat met dit artikel de synode zo iets
wordt als de Curie in Rome. Wie weet met
welke bijzondere regelingen men voor de
dag zou kunnen komen. Alsof de mogelijk
heid van pauselijke intenties bij een synode
en haar secretariaat er niet zou kunnen zijn
zónder dit voorgestelde artikel. We vragen
ons wel af, of het werkelijk noodzakelijk is
hiervoor een nieuw artikel aan de kerkorde
te breien. Dat vragen we nog des te meer
omdat het een artikel moet zijn dat zó
vaag moet wezen dat het allerlei bijzondere
regelingen toelaat, regelingen voor omstan
digheden waaraan nu gedacht wordt, maar
eveneens voor omstandigheden waaraan op
het ogenblik nog niemand denkt. Een kerk
orde moet aangeven op welke wijze de kerk
een Christus-belijdende kerk in onze samen
leving kan zijn. Dat is de diepste zin van
een kerkorde dat zij enigszins de v/eg mar
keert hoe de kerk in deze wereld kan ge
tuigen van Hem, die zij belijdt als haar
Heer. Met of zonder kerkorde, met of zon
der bijzondere regeling, doet het onkerk-
ordelijk gevel van Veldhoven dit.
Op het Pastoraal Concilie van de R.K. Kerk
in Nederland is er na Pasen veel gesproken
over hef 'experiment' in de kerk. In het
algemeen is ieder het'er over eens dat ook
in de kerk moet kunnen worden geëxperi
menteerd. Maar laaf men dan tevoren wel
weten dat ieder experiment altijd ergens
gaat buiten de orde van de kerk. Zo is er
STEMMEN UIT
DE KERKEN
toen nadrukkelijk gesteld, en dat terecht.
Dit ligt voor alle kerken gelijk. Is hef wen
selijk en is het mogelijk dat voor ieder
experiment een bijzondere regeling wordt
gemaakt? Nood breekt wet. Die regel geldt
ook voor de kerk. Het is toch een hevige
nood wanneer kerken zó langs elkaar heen
leven als wij dat in het verleden hebben
meegemaakt. We zeggen het nu nog zeer
voorzichtig. In een kerkorde met z'n ordi
nantiën ligt een stuk bescherming. We
weten dat en daarom zullen we niet zeggen,
zoals sommigen dat doen, dat we heel die
kerkorde met wat er bij behoort wel aan
onze laars kunnen lappen.
Maar of het voorgestelde artikel wordt aan
genomen of niet, is voor ons lood om oud
ijzer, mits er maar de mogelijkheid blijft
dat we in de kerk kunnen experimenteren,
d.w.z. buiten de schreef gaan. Als er maar
de Christus-belijdende roeping van de kerk
tot uiting komt. Het geval Veldhoven zien
we nog helemaal als een experiment. We
hopen in Christus' naam dat het gelukt.
Dit zullen we moeten afwachten. h.
Ps. 103:3 'Die al uw onge
rechtigheid vergeeft'
Dat was vroeger een er
varing, die veel gezin
nen kenden: wanneer men
boodschappen deed in een
winkel en niet direct kon
betalen, dan werd het be
drag op een lei geschreven
op naam van de klant. We
kunnen wel aannemen, dat
't vaak voorkwam, in de
wintertijd vooral, wanneer
er weinig of niets verdiend
werd. Het werd soms een
heel rijtje getallen, hoe
zuinig de huismoeder ook
te werk ging.
Maar dan in 't voorjaar, als
vader weer aan de slag kon
gaan, er geld binnen kwam.
dan zo gauw mogelijk de
schulden betalen, stukje by
beetje. En heerlijk was het.
wanneer het laatste vol
daan was dan veegde de
winkelier alles uit, er bleef
niets staan je kon weer
met een schone lei be-
ginnen.
Wal een opluchting, als dal
kan. Schulden, die helemaal
weg zijn, er is ook niets
meer van te zien, geen snip
pertje van een verscheurd
papier zelfs, waar nog een
naam of een getal opstaat
alles is finaal uitgeveegd.
Dat is het nu ook, wat de
Bijbel bedoelt met 'ver
geven'. Wat wij aan schul
den tegenover Cod en men
sen hebben, wil Hij zo radi-
TER OVERDENKING
caal uitvegen, er blijft dan
geen herinnering meer aan
En Hij zegt, dat tvij met
een schone lei mogen be
ginnen. Elke dag is dat er
weer. Hy denkt niet meer
aan de schulden en Hij
geeft ons opnieuw 'crediet'
we ontvangen toch elke
dag Zijn gaven weer'.
Dit overkomt ons. Kunnen
wij nu op dezelfde manier
handelen tegenover onze
medemensen? Deze dagen
wordt onze aandacht ge
vraagd voor de Reclas
sering. Mensen, voor wie
de straf ten einde is, om
wat zij anderen of de maat
schappij hebben aangedaan,
die mogen weer terug in
onze samenleving. Hun
schuld is betaald dat is
dus helemaal afgedaan.
Daar mag dan ook niet
mee gerekend worden, dat
zou volstrekt onrechtvaar
dig 2ün. Het verleden moet
zijn uitgewist, zoals de
schulden van de lei: uitge
veegd.
Of kunnen wg dat niet
tegenover onze medemens?
Zijn wij dan beter dan God
zelf?
't Is geen best getuigenis
over ons zelf, wanneer wij
zeggen dankbaar te zijn,
omdat we met een schone
lei mogen beginnen, elke
dag, maar het een ander
niet gunnen.
A. v. d. BERG
Wolphaartsdijk
De Stefanusbasilielc in Boedapestde grootste kerk in deze fraaie stad, is maar liefst 96 me
ter hoog.
aan de conferentie mij zei: ,leg geen wes
terse maatstaven aan voor de situatie van
onze kerken in onze maatschappij, want
daarmee kunnen wij niet verder komen'.
Zeker na Tsjecho-Slowakije zullen de chris
tenen in het westen die in Oost-Europa
niet in de steek moeten laten. Zie ook wat
Bruins Slot schreef. Niét om die christe
nen ter verantwoording te roepen vanuit
een wantrouwen en angst, dat in de poli
tiek zijn oorsprong vindt en dat met chris
tendom niets heeft te maken. Men zal de
christenen in de Oost-Europese landen in
het persoonlijk vlak kunnen helpen en voor
al is van belang dat er meer contacten op
groepsniveau worden gelegd. Te denken
valt aan conferenties, aan uitwisseling. Het
is zeker noodzakelijk. Karl Barth adviseer
de in zijn omstreden .Brief aan een domi
nee in de Duitse Democratische Republiek'
tien jaar geleden al dat zijns inziens loya
liteit betrachten tegenover de staat niet
bezwaarlijk was. Maar hij stelde wel dit
duidelijk: .Loyaliteit betekent niet: het
sanctioneren van de aan deze orde ten
grondslag liggende ideologie. Loyaliteit be
tekent ook niet: het goedkeuren van alle
mogelijke maatregelen van de feitelijke
steunpilaren en vertegenwoordigers van de
ze orde. Loyaliteit sluit het voorbehoud van
vrijheid van gedachte ten opzichte van de
ideologie, ook het voorbehoud van eventue
le tegenspraak en tegenstand ten opzichte
van bepaalde explicaties en applicaties van
een bestaande staatsorde, in zich. Er is
nog zoiets als een loyale oppositie. Loyaal
ten opzichte van een bestaande staatsorde
gedraagt hij zich, die haar geldigheid en ge
zag ook voor zichzelf erkent en van plan
is, zich aan haar, binnen de grenzen van
wat hem innerlijk en uiterlijk mogelijk
is, te houden'.
KRITIEK
.Kritiek is mogelijk, wordt van ons zelfs
gevraagd', zei mij een Hongaarse theolo
gisch hoogleraar'. Hij wees op de seculari
satie van het gewone leven, waarmee ook
de kerken in Oost-Europa hebben te ma
ken.
Een secularisatie, die wellicht al veel ster
ker in alle geledingen dan in het westen,
op een mogelijk strikt zakelijker basis, is
doorgevoerd. Zo'n secularisatiefacet is mis
schien de redenering, dat een niet-partij-
lid, zoals iemand mij vertelde, geen kri
tiek op de staat kan hebben, want dan
zal nren hem vragen: waarom wérk je dan
in die staat en dus voor de opbouw van
die staat?'
De kerk heeft in de na-oorlogse situatie
in' Oost-Europa in elk communistisch land
min of meer verschillend een nieuw stand
punt moeten bepalen ten aanzien van mee
werken aan de nieuwe machthebbers. Of
zoals bisschop Zoltén Kaldy van de Hon
gaarse lutherse kerk formuleerde: men koos
niet de weg van ae oppositie, noch die van
conformisme, van het getto of de weg van
lerugverovering van de vroegere heersende
positie, van restauratie dus. Men koos de
weg van de dienstbaarheid, de weg der
diaconie. In een Hongarije, dat zich niet
eenvoudigweg meer als .christelijk' laat
betitelen. Want de marxist)sch-leninistiscbe
ideologie is materialistisch. Bisschop Kaldy
zei dat men .volgens de theologische over
tuiging van de Hongaarse kerk gelovigen
en niet-gelovigen voor humanistische doel
einden m het belang van het volk en van
de gehele mensheid ethisch mee kunnen
werken'.
Maar dat meewerken gaat bepaald niet al
tijd van ganser harte, zoals mij duidelijk
is geworden. Dat is ook wel moeilijk als
men tot de ontdekking komt. dat in som
mige studierichtingen, ik denk hier bijvoor
beeld aan de theologie, de filosofie- infor
matie niet verder komt dan Kant en Barlhs
meest recente boek dat uit 1926 dateert.
GesiclU op ae Do na a met de parlementsgebouwen t»i de Hongaarse hoofdstad Boedapest.