VERKIEZINGS-ONDERZOEK: vele factoren spelen een rol bij berekening uitslag ANDRE KLOOS: NOOIT AAN CATSHUIS GEDACHT VOORKEUR voor KLOOS als PREMIER ELECTORAAT DENKT GENUANCEERD OVER REGERINGSVORMING HOE NEDERLAND VANDAAG ZOU STEMMEN Signalement van een mogelijke premier Zaterdag 27 september '69 (Door dra Hans Gruyters, politicoloog) Maktolest ondervroeg in totaal 2326 Nederlanders, die in de eerste week van september 18 jaar of onder wa ren. Nu wordt wel gesproken over verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd tot achttien jaar,' maar voor het moment is het nog steeds 21. Voor het berekenen van de meest waarschijnlijke zetelverdeling werden daarom de kiezers, die nog geen 21 waren, buiten be schouwing gelaten. Van de steekproef van 2326 bleven daarna 2137 personen over. Hun >verd niet alleen ge vraagd, hoe zij op het moment van het onderzoek zou den stemmen, maar ook, hoe zij bij de laatste tweede- kamerverkiezingen op 15 februari 1967 hun stem hadden uitgebracht. Dit was de verdeling van hun ant woorden, uitgedrukt ïu percentages: De verdeling van de antwoorden per keuzemogelijkheid stem nu stem 15-2-'67 in steekproef in steekproef N=2137 N=2137 KVP 18*3 21,0 PvdA 20,0 22,5 WD 10,4 10,1 ARP 7,1 8.1 CHU 7,3 7,5 D'66 11,3 6.0 CPN 1,9 1,7 PSP 2,0 2,1 Boerenpartij (Koekoek) 0,8 1,5 Boerenpartij (Harmsen) SGP 1,2 1,5 PPR 1,0 0.1 GPV 0,7 0.8 Andere partij 0.2 0,2 Blanco 3.5 2.8 Ongeldig 0,9 0,7 Stemt niet 1,6 8.7* Weet het niet 10,1 2.7 Wil het niet zeggen 1,7 1,9 Stemde niet en te jong) 100 Het blijkt dus, dat in de Makrotest-steekproef niet min der dan 17,8 het laat afweten, als het gaat om een keuze maken voor een bepaalde partij. Van die 17,8 zou 6 blanco of ongeldig willen stemmen of helemaal niet willen opkomen; 10,1 blijft in onzekerheid ste ken; 1,7 laat de onderzoekers in onzekerheid. Nu is het zo, dat kiezers, die het op de verkiezingsdag zelf ook laten afweten, voor het vaststellen van de uit slag niet meetellen. Alleen die kiezers, die een geldige stem op een partij uitbrengen, beïnvloeden de uitslag; hun stemmen bepalen de zetelverdeling. Vanzelfspre kend staat het helemaal niet vast, dat de kiezers, die in ons onderzoek zeggen niet te weten, hoe zij zouden stemmen, bij echte verkiezingen in hun onzekerheid zouden blijven steken en bijvoorbeeld een blanco stem zouden uitbrengen. Integendeel, het is gezien het aantal kiezers, dat gewoonlijk verstek laat gaan, zelfs waarschijnlijk, dat het grootste deel van die 10,1 wel degelijk een keuze zal maken. En dat het resultaat van die beslissingen overeen zou komen met de stemverde ling van diegenen, die in de Makrotest-steekproef wel een voorkeur voor een partij uitspreken, staat daarbij helemaal niet vast. Toch moeten wij dat terwille van een berekening van de .verkiezingsuitslag' uit ons onderzoek aannemen. Zodoende sluipt een eerste element van wil lekeur in ons resultaat. Het zal waarschijnlijk geen gro te afwijkingen ten opzichte va.n de werkelijkheid van echte verkiezingen veroorzaken, maar het is toch goed er rekening mee te houden. Laten we ook bij de .uitslag" van de verkiezingen van 15 februari 1967 degenen, die zeggen toen niet gestemd te hebben (de meesten, omdat ze toen nog te jong wa ren), het niet meer weten of niet willen zeggen, hoe ze gestemd hebben, uit het beeld, dan krijgen we de vol gende cijfers: Stem nu In steekproef N=1756 N=1777 15-2-1967 KVP 22.3 25,3 26,5 PvdA 24.3 27.0 23.5 WD 12,6 12,1 10,7 ARP 8.6 9,8 9,9 CHU 8.9 9,1 8,1 D'66 13,7 7,3 4,5 CPN 2.3 2,1 3.6 PSP 2,4 2,5 2,9 Boerenpartij Koekoek 1.0 1,7 4.8 Boerenpartij (Harmsen) SGP 1.5 1,7 2,0 PPR 1.2 0,1 GPV 0.9 -.0 0.9 Andere partij 0,2 0.3 2,6 100 100 100 Het valt direct op, dat er nogal wat afwijkingen zijn tussen de werkelijke uitslag van de verkiezingen van 15 februari 1967 en de opgaven van dé kiezers uit onze steekproef. Kleine afwijkingen zijn normaal, ook by een vr(j grol'- steekproef, maar de 3,5 waarmee hij voor beeld de uitkomst voor de PvdA in de steekproef het werkelijke resultaat van die party op 15 februari 1967 overtreft, gaat daar ver bovenuit. Ook de 2,8 afwij king tussen de steekproef en de werkelijkheid by het resultaat van D'66 is veel te groot om als een normale, statistische afwijking beschouwd te worden. Dat geldt ook voor de VVD, de CHU, De Boerenpartij en de CPN. Voor de meeste van die afwijkingen valt wel een vei» klaring te geven. Zo is het bekend, dat veel kiezers, die hun stem op de CPN uitbrengen, dat liever niet tegen ,een vreemde' zeggen, die aan de deur vragen koml stellen, ook al komt hij namens een bureau voor opinie onderzoek. Sommige van die kiezers weigeren dan de vraag naar hun vorige stem te beantwoorden, anderen geven een partij op, die ook wel eens hun stem heeft ge- nad of waarop ze hun stem uitgebracht zouden hebben ils de CPN niet had meegedaan. In veel gevallen is dat de Party van de Arbeid. Zowel voor de lage uitkomst van de CPN als voor de hoge van de PvdA kan dit vei» schijnsel een gedeeltelijke verklaring zijn. Ec.i geheel andere ooi-zaak van afwijkingen is te vinden in het feit. dat ondanks de meest zorgvuldige voorberei dingen de groep met de laagste inkomens in steekproe ven vaak te zwak vertegenwoordigd is; in de .volks- ouurten' krijgen interviewers veel vaker nul op het rekest dan in de middenstandswijken. Een .dure' partij als de WD komt daardoor in steekproeven meestal iets te hoog uit de bus, een uitgesproken arbeiderspartij als de CPN, maar ook de Boerenpartij, die relatief veei aanhang heeft onder de laagst betaalden, meestal iets ce laag. Weer een heel andere oorzaak van afwijkingen steekl m een-gecompliceerd verschijnsel, dat naar Amerikaans voorbeeld .bandwagon effect' wordt genoemd. De kie zers hebben de neiging met de muziek mee te gaan: een partij, die goed uit de bus komt bij verkiezingen, krijgt zelfs bij een opiniepeiling, die onmiddellijk na de verkiezingen wordt gehouden, meer stemmen in een steekproef dan met de werkelijkheid overeenkomt. Een aantal kiezers wil bij de winnaar horen en .corrigeert' alsnog zijn stem. Het omgekeerde doet zich voor bij de «erliezers; zij zijn bij een peiling meestal ondervertegen woordigd. Een voorbeeld van zo'n winnaar was op 15 februari 1967 D'66, een voorbeeld van een verliezer was Koekoeks Boerenpartij. Nu is het ongelukkige, dat "al deze .verklaringen' op goede gronden gegeven worden, maar niemand is in staat om er een gewicht in cijfers aan toe te kennen. Het blijft bij schattingen en aanwijzingen. Daarom is het gebruikelijk voor het vaststellen van de uitslag een herberekening uit te voeren, waarbij de opgave van de stemmen voor een verkiezing op dit moment wordt her zien aan de hand van een vergelijking van de werkelijke uitslag van de stemming op 15 februari 1967 en de .uit slag' zoals die in de steekproef voor die verkiezingen voorkomt. Hieronder is de uitslag van de steekproef zonder en met herberekening weergegeven. Naast de percentages de zetelverdeling, zoals die uit deze twee .uitslagen' zou voortkomen. Uitslag gewogen steekproef volgens verkiezingsuitslag 15-2-1967 Uitslag steekproef N=1760 zetels N=1756 zetels KVP 413 23,5 36 392 22,3 34 PvdA 394 22,4 35 427 24,3 38 VVD 210 11,9 18 222 12,6 19 ARP 166 9,4 14 151 8,6 13 CHU 142 8,1 12 156 8,9 13 D'66 211 12,0 18 241 13,7 21 CPN 63 3,6 5 41 2,3 3 PSP 45 2,6 4 42 2.4 3 BP Koekoek 31 1,8 2 17 1.0 1 BP Harmsen SGP 34 1.9 3 26 1.5 2 PPR 24 1,4 2 21 1.2 2 GPV 14 0,8 1 16 0.9 1 Andere 11 0,6 4 0,2 100 150 100 150 Stem 15-2-'67 Werkeljjke in steekproef uitslag Noch de uitslag met noch de uitslag zonder herbereke ning mag als het laatste woord worden beschouwd. Bij de herberekening worden bijvoorbeeld de .bandwagon effecten' verwaarloosd. Een winnaar komt daardoor te laag, een verliezer te hoog uit in de herberekende uit slag. Verstandig lijkt het om met beide cijferreeksen rekening te houden. Bovendien dient ook de normale, statistische afwijking vermeld te worden. Brengt men beide bereke ningen in het geding en houdt men rekening met de .gewone' afwijkingen, dan ontstaat dit beeld van de huidige stand der partijen: Huidige stand 32/34—36/38 33/35—38/40 16/18—19/21 U/13—14/16 10/12—13/15 16/18—21/23 2/ 3— 5/ 6 2/ 3— 4/ 5 0/ 1—2/ 3 KVP PvdA WD ARP CHU D'66 CPN PSP Boerenpartij Koekoek Boerenpartij Harmsen SGP 1/ 2— 3/ 4 PPR 1/ 2— 2/ 3 GPV 0/ 1— 1/ 2 Andere partijen 0/ 00/ 1 Verkiezingen 1967 42 (39) 1) staat duidelijk op verlies gelijke kans op winst en verlies staat licht op winst staat licht op verlies stabiel staat op ruime winst (2 a 3X staat licht op verlies staat licht op verlies op verlies ICVP PvdA WD ARP CHU D'66 CPN PSP Boerenpartij staat Harmsen geen Kans 3GP licht op verlies PPR maakt kans op 1 a 3 zetels GPV stabiel Een paar aantekeningen zijn tot slot noodzakelijk: De KVP verloor drie leden van de oorspronkelijke fractie van 42 als gevolg van de afscheiding van de PPR. Van daar dc- vermelding tussen haakjes bij KVP en PPR. De fractie van de Boerenpartij viel uiteen in drieën: Koekoek en twee getrouwen, de drie leden van Binding Rechts en de heer Kronenburg, die vermeld werd achter .andere partijen'. Copyright GPD Makrotewt Jongste Lichting: als liet van hen afhingkreeg D'66 't in de (Va e parlementaire redactie) NVV-voorzitter André H. Iiioos is op dit moment voor vele kiezers kennelijk de man die premier De Jong in het Catshuis zou moeten af lossen. Hij bPjkt plotseling populairder dan bekende mannen als Luns, Biesheuvel, Zijlstra, Van Mierlo. Kloos (47) zelf is daar niet kapot van. In zijn zakelijk gemeubileerde werkkamer in het hoofdstedelijke NVV-kantoor Idjkt hij wat argwanen naar de cijfers uit de GPD- steekproef. ,De mensen krijgen een rij na men onder hun neus en pikken daar iemand uit die ze op de te levisie hebben gezien en die het op de beeldbuis misschien wel goed doet op zijn eigen vakge bied', zegt hij aarzelend. .Maar daarmee ben je nog geen goede minister-president. Ik omkleed die cijfers met veel reserve. Uit zo'n enquête kun je toch moeilijk afleiden dat je de geschikte man voor het Catshuis bent. Wat dat betreft schat ik Luns ook met hoog'. Om premier te worden moet men wel een politieke loopbaan kie zen. Hoe staat Kloos daar tegen over? Zou hij zijn eigen partij, de PvdA, als lijsttrekker willen aanvoeren Kloos: ,Ik heb er nooit serieus over nagedacht. Het zou een enorme stap zijn. Ik sta zeker n et te dringen. Maar het is ook niet zo dat Tk het verre van mij zou werpen. In de vakbeweging moet je al een flink stuk politiek bedrijven. Bovendien ben ik lid van de eerste kamer. Ik zit dus al wel een beetje in de sfeer. Als men een beroep op mij zou doen om lijsttrekker te worden, zou ik dat bekijken in het licht van de dan heersende omstandig heden. Maar nogmaals: die cijfers zeggen niets over geschiktheid. Den Uyl doet het veel beter dan ik het zou doen'. Gesteld dat hij een kabinet moest formeren. Welke coalitie zou dan zijn voorkeur hebben Kloos: ,Een combinatie van PvdA, D '66, PPR en een ge splitste PSP. Die partij gaat bin nen afzienbare tijd m tweeën. Maar die combinatie zou geen meerderheid hebben. Zij is daar om alleen maar denkbaar bij een openbreken van de confessionele partijen. D '66 zou bereid moe ten zijn voor de verkiezingen een (progressief) akkoord te sluiten'. De GPD-steekproef brengt als meest gewenste coalitie een com binatie van PvdA, KYP en D '66 aan het licht. Kloos: ,Dat lijkt me een theore tische constructie. D '66 in een kabinet met de KVP? Dat tast de bestaansgrond van D '66 aan. Van Mierlo wil de confessionele Sartijen :mmers opblazen? De iVP lijkt me ook geen geschikte partij om mee samen te werken. Het is trouwens ondenkbaar dat de PvdA met de KVP in zee gaat. Tenzij de progressieve vleu gel in de KVP het heft in han den zou krijgen. Maar dat zie ik nog niet gebeuren'. Naam: Kloos, André H. Geboortedatum: 12-8-1922. Beroep: vakverenigingsbe stuurder. Woonplaats: Amsterdam. Gehuwd, geen kinderen. Opleiding: 5-jarige hbs, m.o. economie. Loopbaan: van 1939 tot 1942 assistent-accountant. Daarna tot de bevrijding ondergedo ken. In 1946 in dienst getre den van het NW. Vervulde werkzaamheden op het secre tariaat. Vervolgens naar het wetenschappelijk bureau van het NW als economisch mede werker. later adjunct-directeur. In 1962 tweede voorzitter, in 1965 voorzitter NW. Verdere functies: vice-voorzit- ter SER, lid eerste kamer; lid bfinkraad; pres.-commissa- ris NV de Arbeiderspers, com missaris Co-op Nederland; voorzitter Europees verbond van vrije vakverenigingen; plv. bestuurslid internationaal verbond van vrije vakvereni gingen; lid executieve Euro pees vakbewegingssecretariaat. Zou hij zich laten kiezen als pre- Kloos: ,Ik zet mijn vraagtekens bij de direct gekozen minister president, zoals D '66 dat wil. Ik zie meer in het idee om met een aantal partijen tot overeenstem ming te komen over een program ma, waarna iemand uit de groep wordt aangewezen die zo nodig als premier kan optreden. Hij moet namelijk tussentijds kunnen worden weggestuurd, als de ka mer hem niet meer lust. En de ARP? ,Daar zie ik geen brood in. Je hebt het weer bij de behandeling van de loonwet gezien: ze gaan iedere keer weer door de pomp. Als de anti-revolutionairen in hun partijorganen bij elkaar komen blijkt telkens weer dat de ach terban ook niet zo progressief is als sommigen hopen. Met welk programma zou de NVV-voorzitter komen Kloos: ,In de binnenlandse poli tiek zouden de machtsverhoudin gen en de openheid een centraal punt zijn, vooral de doorbreking van de economische machtsstruc tuur. Ook zou ik iets doen aan de opeenstapeling van vermogens. Ik zou met maatregelen komen om de spreiding van het inkomen te verbeteren en de groei van de vermogens te corrigeren. Vermo- gensaanwasdeling zou zeker op mijn lijst staan, evenals nationa lisatie van de grond. Dat met de grond nog steeds gewoekerd kan worden is toch een belachelijke zaak. Verder natuurlijk de ruimtelijke ordening en de leefbaarheid. Hoge prioriteit zou de democratisering van het onderwijs moeten krij gen. Het onderwijs is nog steeds een zaak ven standen. We kun nen daar niet genoeg geld instop pen om de aanwezige capacitei ten tot ontplooiing te brengen. Kijk eens naar het lager beroeps onderwijs: dat is nog steeds een bijzonder armzalige zaak. Cul tuur? Wat leer je daarvan op de ambachtsschool?' En de buitenlandse politiek .Daarvoor zie ik op twee terrei nen grote moeilijkheden. Op het gebied van de ontwikkelingshulp zouden we ons wat meer moeten spiegelen aan de Scandinavische initiatieven in de Verenigde Na ties. Ons land zou op dit ter rein in West-Europa de rol van katalysator moeten vervullen. De tweede kans ligt op 't vlak van de Europese politiek. We zouden ons sterk moeten maken voor uitbreiding en verdieping van de EEG. Voor de rest "is voor ons in de grote buitenlandse politiek slechts een rol van ondergeschik te betekenis weggelegd. Luns ziet dat helaas wel eens anders'. Wat vindt Kloos van Nieuw- Links Die is in de steekproef frappant getypeerd als een club die goed bij de jongeren valt op grond van haar vernieuwingsdrang. Dat is ook wel de positie van Nieuw- Links. Het is een wat ander beeld dan uit de publieke opinie naar voren komt. Dat beeld spreekt me overigens wel aan. Nieuw-Links heeft vee) aantrekkelijks, al is de methodiek niet altijd even sympathiek en worden de proble men niet altijd even grondig doordacht. Ook overziet men er het politieke krachtenveld niet altijd even goed. Maar de wijze waarop Nieuw- Links probeert oude structuren open te breken, is goed werk. Vooral wat dit betreft kan ik een heel eind met de groep meegaan.' (I)oor «Irs Hans Gruyters, politicoloog) Gevraagd, wie de eer van het minis ter-presidentschap te beurt zou moe ten vallen, geeft de steekproef de volgende antwoorden: Biesheuvel Zijlstra De Jong Van Mierlo Cals Vondeling Toxopeus Den Uyl Schmelzer Mertens Mevr. Van Someren-Downer Mej. Klompé Samkalden Koekoek geen van deze geen opgave 100 De ondervraagde kiezers kregen een alfabetische lijst voorgelegd, waar bij Biesheuvel dus op kop ging. Mo gelijk heeft dit .zijn' percentage iets verhoogd. In tegenstelling tot een veel gehoor de mening zijn Biesheuvel en van Mierlo even populair bij mannen als bij vrouwen. Uitgesproken .vrouwen kandidaten' zijn Luns en De Jong. Kloos en Zijlstra krijgen meer stem men bij mannen dan bij vrouwen. Koploper Kloos krijgt zijn aanhang in de eerste plaats uit de PvdA, maar ook uit de aanhang van de CPN, de PSP, de PPR en D'66. Het minst krijgt hij stemmen uit de aan hang van de VVD. Behoudens bij de allerjongsten, die in hoge mate voor keur voor Van Mierlo uitspreken, is Kloos in alle leeftijdsgroepen even populair. (Door drs Hans Gruyters, politicoloog) Volgens het in ons land gangbare stelsel wordt een regering gevormd, na dat de Kiezers hebben gesproken. De politici, die dat werk in onderling overleg moeten verrichten, beschikken dan over de uitslag van de ver kiezingen, die overigens niel meer aangeeft oan de aantallen kiezers voor elk van de deelnemende partijen. Hoe de kiezers over de regeringsvorming denken van daaruit niet ot bijna niet af te leiden Bijvoorbeeld de waag, welke partijen ministers zouden moeten leveren wordt niet gevraagd. Aan de 2326 mannen en vrouwen uit de Makrotest- steekproef werd die vraag wel voorgelegd. Dit was het resultaat: De mate «vaariu de partijen als regeringspartij gekozen worden N=2326 8 X X X X X 1,8 9 X X X X 1,7 10 X X X 1.7 11 X X X X X 1,6 12 X X X 1.6 13 X X X 1.5 14 X X X X 1,5 15 X X X 1.4 16 X X X X X 1.4 17 X X X X 1.2 18 X i.i 19 X X X 1,1 20 X X X 1,0 De huidige legeiii ugscualil .ie (kvp. arp. chu en wdKrijgt met meer KVP PvdA WD ARP CHU D'66 CPN PSP Boerenpartij 10,6 SGP PPR GPV 63.5 69.6 45.1 44.1 42.3 64.2 11.7 19.3 12,1 5,5 Doordat de kiezers zo veel of zo weinig partijen mochten aanwijzen als ze wilden zijn er theoretisch ruim 4000 combinaties In de praktijk van onze steekproef werden er niet minder dan 277 inderdaad genoemd Geen enkele combinatie Kreeg 5 van de .stemmen' of meer Het hoogste aantal (4,6 '-'Awerd uitgebracht op de vijf .grote" partijen plus U'66 Hieronder volgt hel lijstje van de combinaties, die het tot 1 brengen: dan 3,z het .dee van een uitgebreid PAK (pvda, d'66. psp en ppr) komt zelfs niet tot 1 Slechts 0,9 geeft die combinatie op als de ge wenste regeringscoalitie Over de regeringsvorming kan aan de kiezers ook een uitspraak worden gevraagd door hen een stem te laten uitbrengen voor een eerste minister. Een meerderheid van de kiezers voelt voot d:e methode Over de aan hang van de partijen is die voorkeur als volgt verdeeld: De voorkeur voor een gekozen premier Zou nu stemmen op: Totaal KVP PvdA WD ARP CHU D'66 CPN Voor gekozen premier Tegen gekozen premier Weet niet/geen opgave Di- coalitie die ni en zou samenstellen (combinaties die minstens 1 van de stemmen op zich verenigen) N=2326 KVP PvdA WD ARP CHU D'66 PSP PPR 1 X X X X X X 4,6 2 X X - X 4,2 3 X r-Are X X X 3.2 4 X X X X 2.7 5 X X 2,3 6 X X 2,1 7 X X X X X 1,9 N= N= N= N= N= N= N= N= 2326 409 453 232 161 162 282 45 c?c 55 52 67 40 37 40 71 76 35 39 23 53 57 52 23 15 10 9 10 7 6 8 6 9 100 100 100 100 100 100 100 100 PSP Boeren- SGP PPR GPV andere net/blanco partij partij ongeldig/ N— N= N= -\*= N= Voor gekozen premier Tegen gekozen premier Weet niet/geen opgave 100 100 100 100 Copyright GPD Makrotest

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 17