VAN MUZIEK IN BLIK NAAR LEVENDE MUZIEK .SARNAMI, HAI' concert op de plaat zeeuws museum LUISTERCURSUS BEA VIANEN: Zaterdag 20 sept. 1969 J In een provincie waar alles wat met cultuur te maken heeft de houdgreep van de samen werkende instellingen voelt, komt Middelburger Laurens van der Pol met een zaak die volgens het boekje tot het particulier initiatief gerekend zal worden: Van der Pol raapt op wat de instellingen zo'n beetje laten liggen en verzorgt dit najaar een eerste serie londagmiddagconcerten op de plaat. Van der Pol: ,Voor alles wil ik duidelijk stellen, dat dit plannetje niets bestaands wil doorkruisen. Inte gendeel, er wordt Mer in Zeeland al heel wat ge daan eD dat wil ik op alle mogelijke manieren pro pageren. De ZVU doet veel en de opgang van Jeugd k Muziek vind ik prachtig. Als je de programma's =chter naast elkaar legt, mis je toch heel wat. Daarom zal voor onze concerten op de plaat die muziek centraal staan die hier niet zo vaak ge hoord wordt, waarbij ik al vast wel kan zegigen dat het experiment echt niet geschuwd za.l worden.' Van der Pol: ,De ontsluiting van Zeeland is een eind gevorderd, maar de wat excentrische ligging blijft. Daaraan zal het onder meer te wijten zijn dat het moeilijk is en blijft grote orkesten, grote horen en solisten aan te trekken. Praten we over koorwerken en 11c zeg .modern' dan denk Ik bij voorbeeld aan .Jeanne d'Arc au bucher', aan het (Var-requiem van Britten. Het is erg moeilijk om mensen er hier voor te krijgen, s je als ik van elders komt en je. houdt van muziek, mis je juist dit soort mooie dingen. De nu-muziek is hier haast niet géhoord. Vandaar iet initiatief'. Van der Pols particulier Initiatief, misschien te ungen in de regel .propaganda voor de levende muziek door middel van muziek in blik', heeft In middels al enige weerklank gevonden. Het bestuur van de Zeeuwse museumstichting heeft de met de wijdse benaming getooide .grote zaal' van het Zeeuws museum in de Middelburgse Wagenaar- straat graag ter beschikking gesteld. Met de grote zaal' wordt de zaal van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen bedoeld. wat merkwaardige samenloop wil dat Lau rens van der Pol, organisator van zondagmiddag- concerten, hiervoor onderdak vindt in de voormali ge behuizing van mr G. N. de Stoppelaar, president van h'et Zeeuwsch Genootschap en organisa tor van de destijds befaamde Middelburgse zon dagmiddag- en avondconcerten. Eén zondagmiddag per maand zal Van der Pol met zijn gehoor in het voor die gelegenheid open huis van het Zeeuws museum Iets méér ,aan muziek doen'. De openingsmiddag wordt zondag 5 oktober om twee uur gehouden. Onderwerp van concert en om lijsting: .Muziek horen en zien'. Van der Pol: Kijk eens, concerten, op de plaat dat weet u net zo goed als lk zijn niet nieuw. Ik heb bewust gestreefd naar een nieuw aspect. Het nieuwe bestaat dan hierin dat geen programma zal worden afgewerkt, maar dat een onderwerp cen traal staat. Op die manier is .Muziek horen en zien' tot stand gekomen. Dde eerste middag wil verband leggen tussen het beleven van muziek en beeldende kunst'. Hoe staat iemand tegenover een schilderij, hoe staat die iemand tegenover muziek? De vraag ,wat stelt het nu eigenlijk voor? mag ik er ook een bootje Ln zien?' komt bij de schilderijlqfker blijkbaar gauw naar boven. Ais het antwoord, eerlijk, .niets" moet zijn, ontstaan onzekerheid en zelfs weerstand. Voor muziek ligt dat anders, men luistert eerder en vraagt ziöh niet zo gauw af wat het voorstelt, al groeit de vraag naar houvast, herkenningspun ten. Van der Pol: .Waarom zou ik niet eens een stukje muziek kunnen laten zien of wat schilderijen laten horen? Ik hoop dat beeldende kunstenaars op dit concert een kijkje komen nemen. Misschien kunnen we dan een basis leggen voor een levende' uitbouw van het gegeven'. Andere onderwerpen die op het lijstje staan: mu ziek en rel, humor in de muziek, oorlog en vrede, het sprookje in de muziek en de dans. Van der Pol: ,De plaat, muziek ln blik, heeft op zich het nadeel dat het allemaal nogal steriel ós. Geen dirigent, geen musici, geen instrumenten voor je. Veel van de sfeer ontbreekt en daarom wil ik op elk zondagmiddagconcert een sterk visueel element inlassen. Bovendien, ik verklap liever niets, is er beslist aardig te werken met Zeeuwse as pecten. Er is hier heel wat te vinden, dat nagenoeg niet beleend is'. Laurens van der Pol staat beslist niet alleen. Hij heeft zich al kunnen verzekeren van de medewer king van de heer G. W. Bergman, directeur van de Zeeuwse muziekschool en voorzitter van Jeugd Muziek, die de onderwerpen mede zal toelichten. ,De heer Bergman zal de eerste keer een belangrijk pianoconcert toelichten. Namen van componisten noem ik liever niet. Ik kan u wel zeggen dat hij dat op een originele manier doet, zonder ingewikkel de technische beschouwingen, direct tot het hart gericht. Je kunt het aangrijpen als middel om van muziek te gaan houden'. Zondagmiddag 5 oktober dus. Twee uur, Zeeuw» museum, Wagenaarstraat, Middelburg. Geen cursus- kosten, alleen een goedkoop museumkaartje. Eerste concert: .Muziek horen en zien'. ben we er al op gewezen dat er voor Zeeland dit sedzoen beslist erg weinig moderns in zit. Eensdeels een begrijpelijke zaak: men ziet liever volle zalen dan van die bedenkelijk lege. Moderne muziek staat nu eenmaal nog niet borg voor een run op de kas sa's. Aan de andere kant kan men zich afvragen wat bedenkelijker is: een lege zaal of een beslist vacuüm ln een programma dat toch algemeen wil zijn. De programma's voor zover vastgesteld ver melden werken van Beethoven, Elgar, Berlioz, Dvo rak, Ravel, Mozart, Haydn, Sjostakowltsj Rossini, Von Weber, Wouter Paap, Teleroann, Furcell, Rims- icy Korsakoff, Van Otterlo Moessongski, Thomas, Sibelius, Glinka, Boyce, Vivaldi, Rameau, Fortner en Papandopulo. Wat het schoolconcert oplevert is nog niet bekend, maar of het uitbreiding zal geven aan het vleugje .moderns' mag worden betwijfeld. De platen van Van der Pol kunnen er wel heel wat aan doen, zeker als een goede combinatie met de herkenning gevonden wordt. De onderwerpen bie den op het eerste gezicht al mogelijkheden te over. We nemen er één: .Muziek en rel': Stockhausen, bij voorbeeld of (Zeeuws aspectje) Eduard Flipse en het grof schandaal van Rotterdam, bijvoorbeeld, de con troverse Diepenbrock-P. C. Boutens, bijvoorbeeld. Voorbeelden genoeg en ook zonder deze zal Van der Pol best kunnen draaien... ANDRé OOSTHOEK. VACUUM Laurens van der Pol noemt (liever) geen componis ten en ook wij praten liever over muziek. Toch even lit: het Initiatief om de muziek van nu, zolang die hier nog niet levend op het podium is te zien, alvast op de plaat onder de aandacht te brengen, heeft recht op enkele waarderingssterretjes. Bij publikatie van het ZVTT-jaarprogramma heb De heer G. W. Bergman be perkt zich niet alleen tot het geven van een korte inleiding op de concerten van de heer Laurens van der Pol. In Mid delburg verzorgt hij dit seizoen ook de ZVU-cursus .Luisteren naar muziek', verdeeld over vier avonden, de dinsdagen 14 oktober, 25 november, 18 janu ari en 10 februari, telkens om acht uur In het gebouw van de Zeeuwse Muziekschool te Mid delburg. Voor één rijksdaalder per avond kan wie het wil leren luisteren. BEA VIANEN HEEFT tot nu toe verhalen en gedichten in Podium en de Gids en in het damesblad Avenue gepubli ceerd. Querido brengt haar eerste roman, .Sarnami, hai' wat betekent .Suriname, ik ben'. Die titel klinkt erg exotisch, en Bea Vianen, onderwijzeres in Amsterdam, is ondanks haar Nederlandse naam exotisch. Haar foto toont het duidelijk: een knappe jonge vrouw met overwegend Indiase en Afrikaanse trekken. Zij komt dan ook uit de smeltkroes van volkeren die Suriname bevolken, en haar boek is daarvan een hartstochelijk getuigenis. De mengcultuur in de Oost hoeft vele voortreffelijke schrijvers op geleverd en ook vele Nederlandse auteurs tot prachtige boeken ge ïnspireerd. De West daarentegen bracht er maar heel weinige voort. He zou interessant zijn, eerst na te gaan wat daar de voornaamste redenen van zijn. Vrijwel leder facet van de Indonesische archipel werd belicht, daartegenover liggen er ln de West nog grote terreinen braak. In Bea Vianen nu, ontmoeten we een schrijfster die door haar afkomst en opvoeding in staat Ls, veel in ons land nog onbekende aspecten van het Surinaamse leven indringend te tekenen, en die bovendien door haar grote talent in staat is dit op een werkelijk boeiende manier te doen. Zij schrijft gevoelig, eerlijk en heel zuiver. Het is, uit een eerste boek, nooit te zeggen hoe een jong auteur zich ontwikkelen zal, maar dit werk wekt wel verwachtingen. Want zelfs als men de extra charme die het weinig bekende onherroepelijk met zich meebrengt aftrekt (zo dit mogelijk ware) blijft toch nog een uitstekende uitbeelding van menselijke conflicten over, een boeiend levensbeeld, de bewustwording van een jong meisje dat van ver drukt schepseltje tot zelfstandige vrouw rijpt Zij wordt symbolisch het hele boek aangeduid als S; pas op de laatste pagina roept zij uit: ,Ik ben geen S. of het meisje. Niet meer. Sita! Sita! Ik durf mezelf bij de naam te noemen. Omdat ik weet wat ik niet wil: Stikken! Stikken-' Zij is S. tot op pagina 55, waar haar naam, Sita, voor het eerst door derden wordt gebruikt. In hoeverre Bea Vianen eigen ervaringen verwerkt heeft in dit boek is moeilijk te constateren, maar vele pas sages hebben wel een bijzonder authentiek accent. Sita is, ais zij, een meisje van gemengde, inaar voornamelijk Hindostaanse af komst. Wanneer het boek begint is het haar zestiende jaardag. We schrijven 1951. Sita is nog op de mulo. Zij heeft een goed verstand, ze is geestelijk vrijwel volwassen, maar haar lichaam ontwikkelt zich bijzonder langzaam. .Veel te traag en aarzelend is haar uiterlijke groei. Zij is mager op een jongensachtige manier, maar daarom ook sterk. Zij heeft een vitaliteit die benijdenswaardig is. Toch heeft zij door de stormachtige geestelijke groei het gevoel dat zij volwassen is. Als volwassenheid dr drang is naar het wezen van de dingen, ont daan van bijkomstigheden' (p. 26) Haar schoolvriendinnetjes lachen in dit opzicht om haar, fluisteren. Zij hoort het later van dé ene werkelijke intieme vriendin die zij heeft, de vroegrijpe Selinha. Sita's leven is verder moeilijk en ongelukkig. Haar moeder, een Hindostaanse, is een jaar geleden, nog maar drie en dertig jaar oud, na een slecht huwelijksleven aan tbc gestorven. Haar vader, een zakenman met zowel neger- als blank bloed in de aderen, is een vreemde voor haar. Ze vreest en haat hem, en zijn ontloopt hem daarom zo veel mogelijk. Ze weet dat haar vader verliefd is op een getrouwde vrouw. Roekmina, en dat hij financieel door de man en een zwager van Roekmien ten val wordt gebracht. Ze ziet de ramp aankomen, zonder iets te kunnen ondernemen om het onheil te stui ten. Er is nog een klem broertje, Ata. Door dit volkomen gebrek aan contact en liefde is Sita in deze kri tieke periode van haar leven verschrikkelijk eenzaam. Zij haat haar hele familie, alleen de herinnering aan haar moeder Radjkumarie is haar lief, en ook voor haar broertje Ata voelt zij een grote gene genheid. Zij speurt naar het verleden, haar afkomst. Ze weet dat haar grootouders van moederszijde destijds teruggekeerd zijn naar India, en dat zij hun kind. Sita's moeder, achterlieten bij een groen tevrouw die nog moet leven Wanneer zij op haar zestiende jaardag weer niets dan narigheid on dervindt ieder vergeet de dag, haar vader is bij Roekmina en be ledigt haar daar wanneer ze er tegen haar zin verschijnt doet zij voor de zoveelste maal een poging de groentevrouw te vinden, en deze keer heeft zij succes. De vrouw is vervuild en dronken, ze wordt er niet veel wijzer. Haar grootmoeder zou zich verhangen hebben. Ze weet de vrouw te dwingen, haar een paar foto's van haar groot ouders af te staan. Het is een onfrisse atmosfeer, klemmend gete kend. De vrouw verwenst haar en roept haar na dat ze precies op haar grootvader lijkt. S. komt thuis, sluit zich op met de foto's, kijkt naar haar grootvader Harynarain en zijn jonge vrouw Jana- kaya. >z'j heeft haar grootouders nooit gezien, nooit aangeraakt, ze heeft ze nooit tegen elkaar horen praten, tegen anderen, tegen haar moe der, tegen haar, Ata. Zij zijn alle twee ontstaan, zij zowel als Ata, uit een nachtmerrie van situaties, uit een verleden waarvan zij niets weten. Ajodiadei (de groentevrouw) is niet de enige overlevende, zoals zij altijd heeft gedacht. De overlevenden zijn zij zelf: S. en Ala. Het begin zijn zij zeil. Met. hen begint een eigen geschiedenis. Hun eigen leven waarin zij voor en tegen zichzelf zullen getuigen met de dingen die zij van en voer zichzelf weten. Al die anderen, die vóór hen hebben geleefd, zijn gestorven, opgegaan in een wereld van hon gersnood, aardbevingen, heilige olifanten, heilige koeien, heilige apen en tempels. Gestorven zijn zij in de chaos van de tijd, van tradities. Van immigratie.' Zij hebben niets achtergelaten. Alleen namen, num mersnamen die door duizenden andere Indiërs, misschien wel mil joenen, gedragen worden. Harynarain en Janakaya hebben zich geen rekenschap gegeven van hun daden. Zij lieten een kind achter, beiden op hun eigenverdorven manier. Waarom zal zij zich rekenschap ge ven van hun ellende, hun daden, de geestelijke moord van Radjku marie, de zelfmoord van JanakayaZij weet nu dat het zinloos is zich bezig te houden met deze zaken omdat ze een afgelsoten geheel vormen binnen de tijd waarin ze zich hebben afgespeeld, ,Zij heeft ze niet kunnen ophelderen(pag. 1,1) De enige andere persoon waar ze prettig mee om kan gaan is Soekhia, een oudere zuster van Roekminia, die haar wel eens een geschenkje geeft of meeneemt naar een bruiloft van een van haar fa milieleden ergens in het district. Bij een van die gelegenheden heeft zij gemerkt dat een jongeman met een heel knap gezicht, Islam ge heten, haar indringend aankeek. Pas wanneer haai- vriendin Selinha haar komt vertellen over haar liefdesperikelen (zij is mohamme daanse en verliefd op een hindoe, waartegen thuis grote bezwaren bestaan) wordt zij .voorgelicht' en weldra voltrekt zich dan in haar lichaam wat, gezien haar in dat opzicht gevorderde leeftijd, toch wel gebeuren moest. Deze episode is in de literatuur vaalt behandeld en meestal gebeurt dat op een erg overdreven, vervelende manier. Ook Bea Vianen had hier alle kans te ontsporen. Niet alleen dat haar Sita ondanks haar 16 jaren zo verschrikkelijk onnozel is in juist die omgeving, maar ook omdat er koortsen en inheemse brouwseltjes en van alles en nos wat aan te pas komen. Het lijkt ons echter geen klein bewijs van de sterkte van haar talenl dat zij ondanks dat alles juist niet ontspoor de: zoals we Sita leren kennen met haar complexen en angsten, haar vrijwel volwassen geest en nog kinderlijke, jongensachtige lichaam, is deze gang van zaken aanvaardbaar. zet zich heftig, maar geeft geleidelijk toe. Deze liefde, die geen lief de is, behoort tot de aangrijpendste intrigues uit het boek, dit lijkt haast naar het leven getekend. Elk woord, ieder gebaar is levensecht. Hoe Islam opdringerig en handtastelijk is zodra ze hem ziet, en een kinderlijke toon aanslaat, zachte woorden gebruikt wanneer hij haar schrijft om haar te overreden. Haar angst, diep ingeworteld, voor alle mannen. Ze kan niet zijn als haar vriendinnen, de dreigende fi guur van haar vader en zelfs de dode grootvader staat tussen haar en de man die om haar werft: Waarom is zij niet als de anderen? Als Selinha? Die alles gewoon vindt, ijdel i-s omdat zij volwassen is, ijdel omdat zij weet dat er naar haar gekeken en gefloten wordtZij weet het. Het komt door de schim daar beneden, die haar nooit een kans heeft gegeven een meisje te zijn. Het komt door zijn achterdocht om vriendelijk tegen haar te zijn. Hij sluit haar op, terwijl anderen zich amuseren, naar de bioscoop gaan. Zij is bang van hem. Zij is bang van mannen. Me neer Ha-bib die naast hen woond is het sprekende voorbeeld van een zelfingenomen tiran. Hij tuigt zijn vrouw af en geeft haar nauwe lijks geld om te koken. En dan maar bidden en Allah aanroepen om da nieuwe dag te zegenen. Zijn vrouxo heeft zich vaak bij Soekhia be klaagd. ook aan de overkant is er geregeld ruzie, wanneer vrouw Jo op de werkplaats van de man is geweest die haar zes kinderen heeft bezorgd, ruzie omdat zij geld heeft gevaargd voor eten en kleren. De man leeft met een andere vrouw. Roekminia moet klaar staan met het eten als de donkere Soekhoe aan tafel plaats neemt. Ildar ouders hebben een koude, stilzwijgende oorlog gevoerd. Zij en Afa. zijn de bezegeling van een wapenstilstand. Ja, dat moet het ge weest zijneen koude oorlog. En het is allemaal begonnen door de lafheid van Harynarain Hirjalee'. Doch Islam houdt aan, en Sita geeft uiteindelijk toe. Hun eerste samenzijn (pag. 102) is een der gevoeligste, meest raak gete kende episodes uit het boek. Prachtig zijn de ervaren jongeman en het volkomen onervaren meisje ln hun reacties geschetst als Bea Vianen dit .verzonnen' heeft, is ze een rasschrijfster, begiftigd met een enorme mensenkennis. maar het lijkt ons eerder ,naar het leven getekend'. Niet dat het daardoor minder treffend is! Doch met haai- verboden liefde, die eigenlijk geen liefde is, maar een vullen van de ondraaglijke eenzaamheid, komt er nog een doem over haar. en de angst voor haar vader wordt er nog sterker door. En ook bij haar gaat het natuurlijk mis. Ze wordt zwanger, vlucht thuis weg, neemt haar intrek in het vervuilde huis van Islams broer Azaat. Ze trouwen (minder geloofwaardig beschreven) krijgen een zoontje, maar hun huwelijk wordt niets. Sita vindt een eigen huis, doch het wordt steeds duidelijker dat Islam en zij totaal niet bij el kaar passen. Zij voelt zich gefrustreerd, ze wil verder studeren, haar leven is in een slop geraakt. Na vele ruzies verlaten zij elkaar (ook hier is de huwelijksband en de houding van Islam weinig geloofwaar dig; wèl bij voorbeeld zo'n trekje waar Azaat ('s-morgens voor dag en dauw Islam's kieren komt ophalen) en de geschiedenis zal zich herhalen: ook Sit? zal haar kind-verlaten om naar elders te ver trekken, zoals eens haar grootvader, waar ze immers op lijkt, zijn kind (Sita's moeder) achter gelaten had toen hij naar India terug- Letterkundige kroniék door HANS WARREN Zoals aanvaardbaar is wat volgt. De meisjes slagen voor hun eïnc examen, Sita gaat verder studeren, Selinha zoekt een kantoorbaai Selinha wordt weldra zwanger, trouwt, en vertrekt naar een ander plaats. Het is Sita niet mogelijk, het contact met haar te onder houden, hoewel Selinha steeds schrijft en aandringt, eens te kome: logeren. Zij weet zich hoe langer hoe eenzamer, en met haar vader gaat het financieel helemaal mis. Hij wordt uitgeschud door Roek mmia's Aziaten. Hij breekt met hen, weet zijn hoofd nog net bovei water te houden, maar de sfeer wordt er beslist niet beter op. pve jongeman Islam heeft zijn zinnen op Sita gezet. Met een \-J Arabische vasthoudendheid probeert hij haar te veroveren. Ze ver TTet is dus een vrij droef verhaal, maar het is zo helder verteld 11 dat het geen sentimentele bijsmaak heeft Het boek geeft, behalve de ontwikkelingsgeschiedenis van Sita een bijzonder goede blik in de verwarde smeltkroes van volkeren in Suriname, elke groep zoveel mogelijk met zijn eigen levensstijl, geloof, vaste gebruiken, en toch vol overgangen. Boeiend wordt dat getekend in het geval van Seiinha, de mohammedaanse met haar hindoese aanbidder Radj. Zij vertelt ite^- de sche!dpartiï in optima forma tussen beide uitgelopen fami- Ze stonden op de brug. Mijn vader werd uitgemaakt voor een koeien- vreter. Wij scholden ze uit voor varkensvreters. Mijn moeder werd net gespaard. Zs scholden op de negers' Selinha buigt haar hoofd. Mijn moeder heeft ze flink uitgekafferd natuurlijk. Ze zei dat Hin- loes slordig zijn en dat ze liever hun privaten konden gaan schoon maken. Ze hebben mijn vader een schurk genoemd. Alle mohamme danen zijn schurken, zeiden ze. .Moordenaars' zij mijn vader'. Jul lie doen niets anders dan je vrouwen met houwers afslachten' (p. 63) A ojpnaals: Sarnami, hai' is een door zijn bijzonderheid opvallend boek. dat bovendien uitstekend geschreven is, zodat het verlangen doet naar meer werk van deze jonge auteur. Bea Vianen: Sarnami. Lal Querido Amsterdam.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 17