DRS. MARTIN SNOECK OVER RIJNMOND VOETBAL GLORIE TOESCHOUWERS HEBBEN INVLOED OP SESULTATEN VAN EEN CLUB e EREDIVISIE VOOR SUCCES .ZWOEGERS' EN .STERREN' NODIG A EERSTE DIVISIE EERSTE DIVISIE EREDIVISIE Zaterdag 2 augustus 1969 zaterdagnummer Opmerkelijke voetbalvreugde in en rond Rot terdam, tijdens en na het afgelopen seizoen: Feijenoord landskampioen, SW uit Schie dam overvleugelde op de valreep Vitesse in de eerste divisie en promoveerde als kampi oen naar de hoogste voetbalafdeling. Excel sior en Fortuna Vlaardingen promoveerden met de Graafschap naar de eerste divi sie. De .dubbel' van Feijenoord was uiteraard het belangrijkste gebeuren in de Maasstad. Na drie seizoenen Ajax-suprematie heroverde de stadionclub weer eens dc landstitel en greep enige weken later de KNVB-beker na twee boeiende duels met PSV, die in totaal door rond 120.000 toeschouwers werden bij gewoond. Hoe moet dit opbloeien van het betaalde voetbal in de Rijnmond worden verklaard Welke factoren hebben daarbij een rol ge speeld? Drs. Martin Snoeck heeft voor ons gezocht naar een aantal van die factoren, die daarvoor een verklaring kunnen geven. Het .topvoetbal' in het Maasgebied heeft hij daar- (door drs. Martin Snoeck) ROTTERDAM (GPD) Het is beslist niet de bedoeling op weten schappelijk verantwoorde wijze een pasklaar antwoord te geven op de vraag waaraan de opbloei van het betaalde voetbal in de Rijn mond gedurende het seizoen 1968/1969 valt toe te schrijven. Het moet daarom worden gezien als een poging iets van de achtergron den te belichten van de successen' van Feijenoord, SW, Excelsior en Fortuna Vlaardingen. Ds grote moeilijkheid is namelijk, dat cr geen literatuur van enig be hang bestaat over dit onderwerp. Daarbij komt, dat voetbal nu een maal voetbal is en blijft, met andere woorden, er spelen zo ontzettend veel factoren een rol, dat het niet moge- iijk is daaruit die factoren te dis tilleren, die voor de opmerkelijke .Rotterdamse' successen hebben ge zoogd. 1 Toch zullen we enkele, mogelijk wel de belangrijkste factoren onder de loupe nemen, die deels een sociolo gische, sociaal-psychologische en/of eoonomisoh-statistisclie achtergrond bezitten. Zoals: de invloed van succes op het aantal toeschouwers; de invloed van toeschouwers op het succes van een ciud; de relatie tussen het team en fle teamleden; de rol van de trainer en de rol van de aanvoerder. SUCCES CLUB Niemand kan ontkennen dat er een zekere relatie bestaat bussen het suc- f?,.™, ®en ,club en vooral bij n het aantal toe- SMouweis. Door de Europa cup-suc- WnVan iax en eniSe jaren ge- Eeijenoord raakten de aanhan- ciub- hft A'e c'ubs in extase. Die rn7A brJcilten het hele land in be- zeif-de tweede kamer werden Kp'oTSS"1 over ""zors,"t Km ?[°ot Wej'd bijvoorbeeld het ver- rasma produktiove uren niet ge- SS wS n helangrijke oup-wed- zou li?.PVl g, A m'ddags via de tv waramt!^ u'téezndenHet waren tors dip L? al'een echte suppor- de tv Ler V001 over hadden bij den te «i .of naar de wedstrij- wordln !tan k Gedacht kan naar l Feijenoord-legioen K iGj,n S"Sï,°nler,J» "'reet,es van al- bered hö,a 1on^rnemingen waren naai- een latent'! mG varSaderinSe'' om nla-ite ïn tijdstip te verzetten uitzending '"aken voor die tv- kon5n lnD'nw lrammen van de weer "m, ALT3 %™kard toonden niet a 0 Wijze aan dat er b««4 in het'!eaiïb- het hele land Kg? i was- maar dal »>s betrün WAT IS SUCCES? Gedurende de competitie treedt de zelfde tendens aan de dag. Hetgeen wij hierbij met wat statistisch ma teriaal wat duidelijker hopen te ma ken. Bekijken wij de relatie tussen succes van een club en het aantal toeschouwers echter wat nauwkeuri ger, dan rijzen er meteen enkele vragen die haar gecompliceerder ma ken dan men in eerste instantie zou vermoeden, Te beginnen met dc vraag: wat is succes? Wanneer is er sprake van succes? Niet eenvoudig om daarop een ant woord te geven. Omdat succes voor de één nog geen succes betekent voor de ander. Voor Ajax bijvoor beeld is pas sprake van succes als de club kampioen of bekerwinnaar wordt. Voor DOS bijvoorbeeld wan neer de club in de middenmoot ein digt. Met succes bedoelén wij het eindigen van een club op een der bovenste plaatsen. Men kan ook zeg- fen: een club is succesvol als ze ïn et merendeel van haar wedstrijder overwinningen behaalt. De andere grootheid in de relatie is het aantal toeschouwers. Bdj de vergelijking is uitgegaan van de ge middelde aantallen toeschouwers over het afgelopen seizoen van iedere club. De totale aantallen zijn ver minderd met vijftien procent voor leden en officials, die geen entree betalen en de club dus niets ople veren. RANGLIJSTEN A EN E Hierbij moet worden aangetekend dat het gemiddelde aantal bezoekers in het vorige seizoen van Holland Sport en AZ '67 slaat op de eerste divisie, van Wageningen. Helmond Sport en Veendam op de tweede di visie en van VW en Velox op de eerste divisie. Betrokken clubs pro moveerden of degradeerden namelijk ïan het eind van het seizoen 1967- '68. Wanneer we beide grootheden bekij ken aan de hand van die staatjes valt het op dat voldoende steun wordt gegeven aan onze veronderstel ling, dat naarmate een club meer succes heeft zij ook meer toeschou wers trekt. Wat ook opvalt, is dat juist clubs die onderaan zijn geëin digd of nauwkeuriger gezegd: die 'n tijdlang in degradatiegevaar hebben verkeerd, dikwijls vrij veel publiek hebben getrokken. Dat brengt ons meteen bij een andere factor: spanning. Is een club zo sterk dat al lang voor de afloop van de competitie vaststaat dat ze onbe dreigd kampioen gaan worden, dan verdwijnt voor het grote publiek de spanning en daarmee de aantrek kelijkheid van de wedstrijden van die club. Dat geldt voor de meeste wed strijden: geen spanning, minder be zoekers. Nog een paar factoren die invloed iiebben op het aantal toeschouwers: concurrentie van buurtclubs, weers omstandigheden in het bijzonder in de winter en accommodaties. Succes inspireert in ieder geval toe schouwers om te gaan kijken. Aan de andere kamt: wat is de invloed van de toeschouwers op het succes van een club. Daarbij ontkomen we niet aan de vraag: wie of wat wn* er eerder: de kip of het ei. INVLOED PUBLIEK Stimuleren de grote aantallen pu bliek op de eerste zondagen van de competitie 1968-'69 in Rotterdam en omgeving de clubs daar tot grote prestaties of geven goede prestaties in het beginhet publiek het ver trouwen dat het er .wel in zou zit ten?' Een interessant vraagstuk, waar we in dit bestek maar niet verder op ingaan. schouwers. Zijn er bij Feijenoord bij een bepaalde wedstrijd 25.000 toe schouwers, dan maakt het stadion een lage indruk, hetgeen de spelers nauwelijks inspireert. Maa.r 25.000 toeschouwers bii Ajax en Sparta zor gen voor een uitverkocht huis en sfeer. Daarbij gewend is. Trekt men nonmaal 5000 toeschouwers en zijn er op een zon dag om welke reden dan ook 8000, dan heeft dat onmiskenbaar zijn in vloed op de spelers in het veld. Dat grotere aantal zorgt meteen voor meer sfeer. Ter ondersteuning van ons betoog een staatje .van de eredivisie, waarin per club naast elkaar staan de resul taten die zijn behaald in de thuis- en uitwedstrijden gedurende het af gelopen seizoen. Daaruit blijkt al dat geen enkele club in de eredivisie meer punten uit de uitwedstrijden haalde dan uit de thuiswedstrijden. Vooral GVAV. NEC. MW en AZ '67 moesten het van de thuiswedstrij den hebben. STAATJE C GEMIDD. GEMIDD. le HELFT EINDSTAND seiz. 68-69 seiz. 67-68 seiz. 68-69 Feijenoord 44.050 49.855 45.600 Feijenoord 34 26 5 3 57 73-21 Ajax 19.400 24.700 23.300 Ajax 34 25 4 5 54 90-34 Twente 15.200 9.350 17.500 FC Twente 34 21 5 8 47 69-38 Go Ahead 14.350 13.700 13.800 Go Ahead 34 19 7 8 45 63-34 Holland Sport 12.800 8.350 12.550 PSV 34 17 10 7 44 54-36 NEC 12.200 17.350 13.800 ADO 34 12 13 9 37 35-37 PSV 10.950 11.950 11.950 NAC 34 10 15 9 35 50-48 Sparta 10.900 12.500 13.150 Sparta 34 11 12 11 34 45-33 ADO 10.550 12.400 11.350 DWS 34 13 8 13 34 42-41 DOS 10.050 10.000 10.550 Holland Sport 34 12 9 13 33 32-54 NAC 9.050 8.100 9.000 GVAV 34 8 12 14 28 32-48 MW 8.550 8.100 8.400 NEC 34 9 9 16 27 29-38 AZ '67 7.350 8.700 9.000 MW 34 7 12 15 26 34-46 DWS 7.000 8.000 6.000 Telstar 34 7 10 17 24 33-65 FSC 6.850 5.750 AZ '67 34 5 13 16 23 27-53 Telstar 6.700 8.000 6.850 DOS 34 7 9 18 23 37-74 GVAV 5.950 9.400 5.400 Volendam 34 6 11 17 23 24-45 Molendam 5.850 5.700 5.950 FSC 34 3 12 19 18 18-61 EINDSTAND SW Haarlem Vitesse SC Cambuur Blauw Wit Helmond Sport Veendam DFC Den Bosch Heracles RCH Elinkwijk HVC Willem H Volewijckers Eindhoven Wageningen RBC 50-40 51-39 42-34 41-33 44-39 38-43 43-50 47-49 34-40 33-44 41-47 49-54 34-52 20-64 A bij op een niet gebruikelijke manier benaderd. De jonge econoom Martin Snoeck is geen on bekende in de Nederlandse -voetbalwereld. Als speler van Xerxes maakte hij de opmars mee van het amateurvoetbal naar de eredivi sie. Destijds speelde hij ook met Xerxes te gen Vlissingen om de landstitel bij de ama teurs. Hij kwam uit voor Xerxes/DHC, voor NAC en is weer bij Xerxes als amateur terugge keerd. Het betaalde voetbal steldé hem in staat zijn studie te bekostigen. Vitesse Haarlem SVV FC Den Bosch Cambuur Willem n Elinkwijk Veendam RCH Helmond Sport Heracles Eindhoven HVC GEMIDD. SEIZ. 68/69 7220 5800 5800 4610 4390 3990 3810 3520 3510 3420 EERSTE HELFT SEIZ. 68/69 7450 6750 5100 6120 3440 4570 3850 3859 3340 3770 3510 2810 3440 GEMIDD. SEIZ. 67;68 6550 5050 3700 6425 5400 3700 5900 3675 2909 3300 2750 3500 2750 DFC 2840 3250 3700 Wageningen 2730 3030 3850 Blauw-Wit 2230 2170 2800 RBC 2010 2510 2375 Volewijckers 1320 1940 2750 seiz. 68-69 seiz. 67-68 seiz. 68-69 EINDSTAND Graafschap 3680 (2950) (3810) Graafschap 34 20 9 5 49 77-29 Zwolse Boys 3130 (1575) (2970) Excelsior 34 19 10 5 48 55-28 Fortuna VL 3110 (3575) (2820) Fortuna VL 34 15 14 5 44 52-29 Excelsior 3020 (2025) "(3040) Roda JC 34 20 2 12 42 75-54 Limburgia 2790 (1700) (2630) Zwolse Boys 34 15 7 12 37 50-49 Roda JC 2510 (2575) (3340) Limburgia 34 13 10 11 36 50-44 PEC 2490 (3475) (2000) Gooiland 34 12 12 10 36 43-45 Gooiland 2390 (1975) (3080) ZFC 34 13 9 12 35 47-43 Heerenveen 2310 (1650) (2875) Heerenveen 34 12 10 12 34 46-38 VW 1630 (2650) (1910) Velox 34 12 10 12 34 52-52 EDO 1550 (2025) (2030) Baronie 34 14 5 15 33 55-59 Velox 1530 (2650) (1880) SC Drente 34 13 4 17 30 62-60 Drente 1510 (1725) (2000) EDO 34 11 8 15 30 43-51 AGOVV 1490 (2550) (2450) NO AD 34 10 8 16 28 48-59 ZFC 1450 11300) (1620) VW 34 9 9 16 27 40-69 NO AD 1390 f 825) (1910) HDVS 34 8 9 17 25 47-60 HDVS 1190 (1000) (1110) AGOW 34 10 3 21 23 49-79 Baronie 1160 (1650) (1210) PEC 34 8 5 21 21 47-82 Er bestaat dus een duidelijke relatie l.ussen invloed van toeschouwers op het succes van een club. Beter ge zegd: de invloed van de supporters Is groot op het succes van de thuis club. Er gaat een positieve invloed uit van het eigen publiek. Komt er meer publiek, aan stimuleert dat de spelers tot grotere prestaties. Bekijken we nu de situatie bij de succesvolle clubs m en rond Rotter dam, dan kan worden geconstateerd dat ze relatief hogere aantallen toe schouwers hebben gehad dan het seizoen e>r voor. Bij Feijenoord en Fortuna Vlaardingen lag het gemid delde weliswaar iets lager, maar dat lag vorig jaar dan ook erg hoog. In een grafiek is getracht die in vloed bij de succesvolle clubs in de Rijnmond in beeld te brengen. Over de helling van de lijn valt echter niets met zekerheid te zeggen. Betreffende de succesvolle clubs in en om Rotterdam kan als conclusie gelden dat ze méér publiek hebben getrokken dan c- clubs elders en dat het één van de verklarende fac toren kan zijn voor de opbloei van het Rijnmond-voetbal. Een andere factor: bij de spelers die de clubs in dienst hadden behoorden één of meer vedettes of betere individua listen. ANDERE FACTOREN Aan de hand van een studie op so ciaal-psychologisch terrein onderno men door Roy Payne van de Aston universiteit en Robert Cooper van de Liverpool Universiteit willen we de relatie tussen het team en de team leden, de rol van de trainer en van de aanvoerder eens nader bekijken betreffende mogelijke invloeden op het succes van een club. De heren Payne en Cooper hebben in hun studie clubs uit de eerste di visie van de Engelse league betrok ken. Zij maakten gebruik van een vragenlijst, samengesteld door pro fessor Bernard Bass van de univer siteit te Pittsburgh. Die lijst bevat te 27 gemakkelijk en vlug te beant woorden vragen. Met behulp van die vragen werd een onderzoek ingesteld naar drie karakteristieken: task-orientation. self-orientation en interaction-orien tation. Task-orientation. het belang rijkste criterium voor 'leiderschap, is de mate waarin iemand zich betrok ken voelt bij het totstandbrenger: van iets. Op grond van deze eigen schap wil men het zo goed moge lijk doen. Binnen een bepaalde groep resulteert dat in hard werken om zich in dal verband zo produktief mogelijk te maken. Self-orientation is de mate waarin iemand zijn eigen ,ik' wil la ten prevaleren. Onafhankelijk van het werk wat hij doet en het ef fect daarvan op anderen. Zo'n per soon vindt zichzelf belangrijker dar. de anderen om hem heen. Interaction-orientation is de mate waarin men betrokken is bij het in stand houden van harmonieuze op pervlakkige relaties. Daardoor is het dikwijls moeilijk anderen daadwer kelijk te helpen. De drie genoemde karakteristieken heeft iedereen, zij het uiteraard niet in gelijke mate. De vragenlijst bestond dus uit 27 vragen met 'telkens drie bijbehoren de antwoorden. Men moest bij hel invullen het antwoord kiezen," dat TOTAAL THUIS UIT Fej,jenoord 34 26 5 3 57 73-21 17 15 2 0 32 46- 6 17 11 3 3 25 27-15 Ajax 34 25 4 5 54 90-34 17 14 1 2 29 57-16 17 11 3 3 25 33-18 FC Twente 34 21 5 8 47 69-38 17 15 1 1 31 43-12 17 6 4 7 16 26-26 Go Ahead 34 19 7 8 45 63-34 17 15 2 0 32 33- 8 17 4 5 8 13 30-26 PSV 34 17 10 7 44 54-36 17 11 3 3 25 30-14 17 6 7 4 19 24-22 ADO 34 12 13 9 37 35-37 17 8 5 4 21 31-21 17 4 8 5 16 14-16 NAC 34 10 jö 9 35 50-48 17 9 6 2 24 33-14 17 1 9 7 11 17-34 Sparta 34 11 12 11 34 45-33 17 7 6 4 20 30-17 17 4 6 7 14 15-16 DWS 34 13 8 13 34 42-41 17 11 3 3 25 26-11 17 2 5 10 9 16-30 Holland Sport 34 12 9 13 33 32-45 17 9 6 2 24 22-11 17 3 3 11 9 10-34 GVAV 34 8 12 14 28 32-48 17 8 6 3 22 26-14 17 0 6 11 6 6 -34 NEC 34 9 9 16 27 29-38 17 8 4 5 20 21-12 17 1 5 11 7 8 -26 MW 34 7 12 15 26 34-46 17 7 5 5 19 24-17 17 0 7 10 7 10-29 Telstar 34 7 10 17 24 33-65 17 6 6 5 18 20-22 17 1 4 12 6 13-43 Volendam 34 6 11 17 23 24-45 17 6 5 6 17 18-20 17 0 6 11 6 6 -25 AZ '67 34 5 13 16 23 27-53 17 5 9 3 19 21-14 17 0 4 13 4 6- 39 DOS 34 7 9 18 23 37-74 17 4 8 5 16 20-29 17 3 1 13 7 17-45 FSC 34 3 12 19 18 18-61 17 2 10 5 14 12-16 17 1 2 14 4 6 -45 men het meest op zichzelf van toe- Êassing achtte. lijvoorbeeld: als ik voetbal zou spe len, zou ik graag willen zijn: A de coach, die zijn tactiek, zijn werkwijze beloond ziet bij de over winning; B de ster-voetballer of C dé gekozen aanvoerder van het team. Deze drie karakteristieken zijn niet slechts van belang voor het leider schap maar ook voor het spelersge- dfag. Bovendien kunnen we als we de individuele scores per team tota liseren. misschien bepaalde gevolg trekkingen ten aanzien van de teams en hun samenstelling maken. Waar schijnlijk is dat teams, die meer ol minder succesrijk zijn van elkaar - zullen wijken. MANAGER: GEEN POSITIEVE INVLOED ..iderzoekers geen rela tie Lussen de task-orientation van de manager en het succes van zijn team. Ais er wel een positieve in vloed van de manager op het resul taat uitgaat, zal die meer liggen op het tacrischa vlak of op het "gebied van de administratie, maar niet door die genoemde karakteristiek, zo ver onderstellen de onderzoekers. De uitkomsten van het onderzoek geven géén antwoord op de vraag of men om als manager te slagen al dan niet in hoge mate over ge noemde eigenschap dient te beschik ken. Het erulige, dat men uit de re sultaten van het onderzoek naar de invloed van de manager op de spe lers individueel heeft kunnen opma ken, is dat een grote mate van task- orientation niet aanwezig is. Een ma nager zou dan hechte relaties met de spelers individueel moeten onder houden. In het algemeen kan men wel stellen dat de "trainingsstaf van teams die succesrijk zijn, meer task -orientated blijken te zijn. Betreffende de rol van de aanvoer der concluderen de onderzoekers dat niet de interaction-orientation als karakteristiek duidelijk naar voren komt, hetgeen onderstreept dat een goed aanvoerder vooral belangrijk is en zijn taak ontleent aan het in stand houden van de goede relaties tussen de teamleden onderling. De individuele resultaten werden per team gebundeld om tot een gemiddel de te komen en om mogelijke ver schillen per clubs te kunnen ana lyseren. Duidelijke verschillen tussen de diverse teams bestaan er ten aan zien .van de twee karakteristieken self- en interaction-orientation, maar niet wat betreft de task-orientation. Ze hadden echter geen relatie tot de plaats van de clubs op de rang lijst. Bij het onderzoek verdeelde mer. de eerste Engelse divisie in twee groepen, namelijk de bovenste elf en de onderste elf. Uit het cijferma teriaal van 252 spelers werden 8 combinaties van pereoonliikheids-ka- rakteristieken samengesteld. Men on derzocht nu de beide groepen van clubs en concludeerde dat vergele ken met de onderste elf, de bovenste clubs meer spelers hadden van de volgende twee combinaties: Combinatie 1: hoge mate van self- orientabion en geringe mate van task- en interaction-orientation; Combinatie 2: geringe mate van self- orientation, behoorlijke mate van in teraction-orientation en hoge mat- van task-onentation. STERREN NODIG Onderzoekers concludeerden met at nodige voorzichtigheid dat teams mei deze twee combinaties van spelers meer succes behalen. Niet zo" ver rassend voor ons is dat een suc cesvol team de beschikking dient te hebben over spelers, die hun taak voor 100 procent kunnen uitvoeren, méér dan een ander team, maar ze dienen ook spelers te hebben van die eerste combi natie, dus met een hoge mate van self-orientation. Ln de ijk is het immers zo dat de ilbestuurders de samenwerking praktijk voetbalbt noodgedwongen worden gerespec teerd. De uitkomsten veronderstellen dat het succes van een bepaald team be rust op een evenwicht tussen een task-orientated, samenwerkend ele ment en een self-orientated, op per soonlijk succes gericht element. Een voudiger gezegd: dat een team niet alleen d'ient te beschikken over .zwoegers', maar dat het eerder een combinatie dient te zijn van zwoe gers en een aant 1 sterren, wil men succes boeken. Vervolgens bekeken de onderzoekers of internationals andere zijn dan de anderen. Er bleek dat zij in veel grotere mate self-orientated zijn en veel minder hadden van de andere karakteristieken. Tot slot werden de verschillende plaatsen in het team onder de loupe genomen. Algemeen wordt veronder steld dat een aanvaller over andere kwaliteiten dient te beschikken dan een verdediger. Dit feit bleek ook uit de studie. Aanvallers en vooral mid denvoors bleken meer self-orientated te zijn. Halfspelere zijn daarente gen het meest task-or:entated en backs hebben laatstgenoemde eigen schap in overwegende mate. Hoewel veel van bovengenoemde conclusies uit de praktijk bekend waren, is hier op wetenschappelijke wijze de juistheid ervan bevestigd. We hebben in kort bestek een aan tal factoren nader onder de loupe genomen en gezien dat zij hebben meegeholpen aan het bereiken van het succes van clubs als Feijenoord, SVV. Excelsior en Fortuna (VI.). We kunnen noemen de toeschouwere aantallen en de invloed die daarvan uitbaat op de resultaten van de club. Verder zijn we tot de conclusie ge komen dat alle clubs buiten spelers, die zich voiledig n dienst stellen van het elftal, ook de beschikking hadden over één of meerdere vedet tes of beter individualisten zoals: Van Hanegem. Kindvall en MouKjn bij Fejjenoord, Libregts bij Excel sior, Koudijzer bij SW en Bouman bij Fortuna VI. Een- factor, die in dit artikel nog niet genoemd is, maar die juist het afgelopen seizoen invloed op de si tuatie in en om Rotterdam heeft uitgeoefend is de opheffing geweest van Xerxes-DHC. Hét waren met na me de Rotterdamse clubs, die pro fiteerden van de vrijkomende goede spelers. geenszins de be- _u eens uit de c' ken te doen hoe een en ander z heeft toegedaan. Met behulp van een aantal factoren is slechts getracht een verklaring te geven van dit ver-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 17