DRS.
MARTIN
SNOECK
OVER
RIJNMOND
VOETBAL
GLORIE
TOESCHOUWERS HEBBEN INVLOED OP
SESULTATEN VAN EEN CLUB
e
EREDIVISIE
VOOR SUCCES .ZWOEGERS' EN .STERREN' NODIG
A
EERSTE
DIVISIE
EERSTE
DIVISIE
EREDIVISIE
Zaterdag 2 augustus 1969
zaterdagnummer
Opmerkelijke voetbalvreugde in en rond Rot
terdam, tijdens en na het afgelopen seizoen:
Feijenoord landskampioen, SW uit Schie
dam overvleugelde op de valreep Vitesse in
de eerste divisie en promoveerde als kampi
oen naar de hoogste voetbalafdeling. Excel
sior en Fortuna Vlaardingen promoveerden
met de Graafschap naar de eerste divi
sie.
De .dubbel' van Feijenoord was uiteraard het
belangrijkste gebeuren in de Maasstad. Na
drie seizoenen Ajax-suprematie heroverde
de stadionclub weer eens dc landstitel en
greep enige weken later de KNVB-beker na
twee boeiende duels met PSV, die in totaal
door rond 120.000 toeschouwers werden bij
gewoond.
Hoe moet dit opbloeien van het betaalde
voetbal in de Rijnmond worden verklaard
Welke factoren hebben daarbij een rol ge
speeld? Drs. Martin Snoeck heeft voor ons
gezocht naar een aantal van die factoren, die
daarvoor een verklaring kunnen geven. Het
.topvoetbal' in het Maasgebied heeft hij daar-
(door drs. Martin Snoeck)
ROTTERDAM (GPD) Het is beslist niet de bedoeling op weten
schappelijk verantwoorde wijze een pasklaar antwoord te geven op
de vraag waaraan de opbloei van het betaalde voetbal in de Rijn
mond gedurende het seizoen 1968/1969 valt toe te schrijven. Het
moet daarom worden gezien als een poging iets van de achtergron
den te belichten van de successen' van Feijenoord, SW, Excelsior en
Fortuna Vlaardingen.
Ds grote moeilijkheid is namelijk,
dat cr geen literatuur van enig be
hang bestaat over dit onderwerp.
Daarbij komt, dat voetbal nu een
maal voetbal is en blijft, met andere
woorden, er spelen zo ontzettend veel
factoren een rol, dat het niet moge-
iijk is daaruit die factoren te dis
tilleren, die voor de opmerkelijke
.Rotterdamse' successen hebben ge
zoogd. 1
Toch zullen we enkele, mogelijk wel
de belangrijkste factoren onder de
loupe nemen, die deels een sociolo
gische, sociaal-psychologische en/of
eoonomisoh-statistisclie achtergrond
bezitten.
Zoals: de invloed van succes op het
aantal toeschouwers; de invloed van
toeschouwers op het succes van een
ciud; de relatie tussen het team en
fle teamleden; de rol van de trainer
en de rol van de aanvoerder.
SUCCES CLUB
Niemand kan ontkennen dat er een
zekere relatie bestaat bussen het suc-
f?,.™, ®en ,club en vooral bij
n het aantal toe-
SMouweis. Door de Europa cup-suc-
WnVan iax en eniSe jaren ge-
Eeijenoord raakten de aanhan-
ciub- hft A'e c'ubs in extase. Die
rn7A brJcilten het hele land in be-
zeif-de tweede kamer werden
Kp'oTSS"1 over ""zors,"t
Km ?[°ot Wej'd bijvoorbeeld het ver-
rasma produktiove uren niet ge-
SS wS n helangrijke oup-wed-
zou li?.PVl g, A m'ddags via de tv
waramt!^ u'téezndenHet waren
tors dip L? al'een echte suppor-
de tv Ler V001 over hadden bij
den te «i .of naar de wedstrij-
wordln !tan k Gedacht kan
naar l Feijenoord-legioen
K iGj,n
S"Sï,°nler,J» "'reet,es van al-
bered hö,a 1on^rnemingen waren
naai- een latent'! mG varSaderinSe''
om nla-ite ïn tijdstip te verzetten
uitzending '"aken voor die tv-
kon5n lnD'nw lrammen van de
weer "m, ALT3 %™kard toonden
niet a 0 Wijze aan dat er
b««4 in het'!eaiïb-
het hele land Kg? i was- maar dal
»>s betrün
WAT IS SUCCES?
Gedurende de competitie treedt de
zelfde tendens aan de dag. Hetgeen
wij hierbij met wat statistisch ma
teriaal wat duidelijker hopen te ma
ken. Bekijken wij de relatie tussen
succes van een club en het aantal
toeschouwers echter wat nauwkeuri
ger, dan rijzen er meteen enkele
vragen die haar gecompliceerder ma
ken dan men in eerste instantie zou
vermoeden, Te beginnen met dc
vraag: wat is succes?
Wanneer is er sprake van succes?
Niet eenvoudig om daarop een ant
woord te geven. Omdat succes voor
de één nog geen succes betekent
voor de ander. Voor Ajax bijvoor
beeld is pas sprake van succes als
de club kampioen of bekerwinnaar
wordt. Voor DOS bijvoorbeeld wan
neer de club in de middenmoot ein
digt. Met succes bedoelén wij het
eindigen van een club op een der
bovenste plaatsen. Men kan ook zeg-
fen: een club is succesvol als ze ïn
et merendeel van haar wedstrijder
overwinningen behaalt.
De andere grootheid in de relatie
is het aantal toeschouwers. Bdj de
vergelijking is uitgegaan van de ge
middelde aantallen toeschouwers
over het afgelopen seizoen van iedere
club. De totale aantallen zijn ver
minderd met vijftien procent voor
leden en officials, die geen entree
betalen en de club dus niets ople
veren.
RANGLIJSTEN A EN E
Hierbij moet worden aangetekend
dat het gemiddelde aantal bezoekers
in het vorige seizoen van Holland
Sport en AZ '67 slaat op de eerste
divisie, van Wageningen. Helmond
Sport en Veendam op de tweede di
visie en van VW en Velox op de
eerste divisie. Betrokken clubs pro
moveerden of degradeerden namelijk
ïan het eind van het seizoen 1967-
'68.
Wanneer we beide grootheden bekij
ken aan de hand van die staatjes
valt het op dat voldoende steun
wordt gegeven aan onze veronderstel
ling, dat naarmate een club meer
succes heeft zij ook meer toeschou
wers trekt. Wat ook opvalt, is dat
juist clubs die onderaan zijn geëin
digd of nauwkeuriger gezegd: die 'n
tijdlang in degradatiegevaar hebben
verkeerd, dikwijls vrij veel publiek
hebben getrokken.
Dat brengt ons meteen bij een andere
factor: spanning. Is een club zo sterk
dat al lang voor de afloop van de
competitie vaststaat dat ze onbe
dreigd kampioen gaan worden, dan
verdwijnt voor het grote publiek de
spanning en daarmee de aantrek
kelijkheid van de wedstrijden van die
club. Dat geldt voor de meeste wed
strijden: geen spanning, minder be
zoekers.
Nog een paar factoren die invloed
iiebben op het aantal toeschouwers:
concurrentie van buurtclubs, weers
omstandigheden in het bijzonder
in de winter en accommodaties.
Succes inspireert in ieder geval toe
schouwers om te gaan kijken. Aan
de andere kamt: wat is de invloed
van de toeschouwers op het succes
van een club. Daarbij ontkomen we
niet aan de vraag: wie of wat wn*
er eerder: de kip of het ei.
INVLOED PUBLIEK
Stimuleren de grote aantallen pu
bliek op de eerste zondagen van de
competitie 1968-'69 in Rotterdam en
omgeving de clubs daar tot grote
prestaties of geven goede prestaties
in het beginhet publiek het ver
trouwen dat het er .wel in zou zit
ten?' Een interessant vraagstuk,
waar we in dit bestek maar niet
verder op ingaan.
schouwers. Zijn er bij Feijenoord bij
een bepaalde wedstrijd 25.000 toe
schouwers, dan maakt het stadion
een lage indruk, hetgeen de spelers
nauwelijks inspireert. Maa.r 25.000
toeschouwers bii Ajax en Sparta zor
gen voor een uitverkocht huis en
sfeer.
Daarbij
gewend is. Trekt men nonmaal 5000
toeschouwers en zijn er op een zon
dag om welke reden dan ook 8000,
dan heeft dat onmiskenbaar zijn in
vloed op de spelers in het veld. Dat
grotere aantal zorgt meteen voor
meer sfeer.
Ter ondersteuning van ons betoog
een staatje .van de eredivisie, waarin
per club naast elkaar staan de resul
taten die zijn behaald in de thuis-
en uitwedstrijden gedurende het af
gelopen seizoen. Daaruit blijkt al dat
geen enkele club in de eredivisie
meer punten uit de uitwedstrijden
haalde dan uit de thuiswedstrijden.
Vooral GVAV. NEC. MW en AZ '67
moesten het van de thuiswedstrij
den hebben.
STAATJE C
GEMIDD.
GEMIDD.
le HELFT
EINDSTAND
seiz. 68-69
seiz. 67-68
seiz. 68-69
Feijenoord
44.050
49.855
45.600
Feijenoord
34
26
5
3
57
73-21
Ajax
19.400
24.700
23.300
Ajax
34
25
4
5
54
90-34
Twente
15.200
9.350
17.500
FC Twente
34
21
5
8
47
69-38
Go Ahead
14.350
13.700
13.800
Go Ahead
34
19
7
8
45
63-34
Holland Sport
12.800
8.350
12.550
PSV
34
17
10
7
44
54-36
NEC
12.200
17.350
13.800
ADO
34
12
13
9
37
35-37
PSV
10.950
11.950
11.950
NAC
34
10
15
9
35
50-48
Sparta
10.900
12.500
13.150
Sparta
34
11
12
11
34
45-33
ADO
10.550
12.400
11.350
DWS
34
13
8
13
34
42-41
DOS
10.050
10.000
10.550
Holland Sport
34
12
9
13
33
32-54
NAC
9.050
8.100
9.000
GVAV
34
8
12
14
28
32-48
MW
8.550
8.100
8.400
NEC
34
9
9
16
27
29-38
AZ '67
7.350
8.700
9.000
MW
34
7
12
15
26
34-46
DWS
7.000
8.000
6.000
Telstar
34
7
10
17
24
33-65
FSC
6.850
5.750
AZ '67
34
5
13
16
23
27-53
Telstar
6.700
8.000
6.850
DOS
34
7
9
18
23
37-74
GVAV
5.950
9.400
5.400
Volendam
34
6
11
17
23
24-45
Molendam
5.850
5.700
5.950
FSC
34
3
12
19
18
18-61
EINDSTAND
SW
Haarlem
Vitesse
SC Cambuur
Blauw Wit
Helmond Sport
Veendam
DFC
Den Bosch
Heracles
RCH
Elinkwijk
HVC
Willem H
Volewijckers
Eindhoven
Wageningen
RBC
50-40
51-39
42-34
41-33
44-39
38-43
43-50
47-49
34-40
33-44
41-47
49-54
34-52
20-64
A
bij op een niet gebruikelijke manier benaderd.
De jonge econoom Martin Snoeck is geen on
bekende in de Nederlandse -voetbalwereld.
Als speler van Xerxes maakte hij de opmars
mee van het amateurvoetbal naar de eredivi
sie. Destijds speelde hij ook met Xerxes te
gen Vlissingen om de landstitel bij de ama
teurs.
Hij kwam uit voor Xerxes/DHC, voor NAC
en is weer bij Xerxes als amateur terugge
keerd. Het betaalde voetbal steldé hem in
staat zijn studie te bekostigen.
Vitesse
Haarlem
SVV
FC Den Bosch
Cambuur
Willem n
Elinkwijk
Veendam
RCH
Helmond Sport
Heracles
Eindhoven
HVC
GEMIDD.
SEIZ. 68/69
7220
5800
5800
4610
4390
3990
3810
3520
3510
3420
EERSTE HELFT
SEIZ. 68/69
7450
6750
5100
6120
3440
4570
3850
3859
3340
3770
3510
2810
3440
GEMIDD.
SEIZ. 67;68
6550
5050
3700
6425
5400
3700
5900
3675
2909
3300
2750
3500
2750
DFC
2840
3250
3700
Wageningen
2730
3030
3850
Blauw-Wit
2230
2170
2800
RBC
2010
2510
2375
Volewijckers
1320
1940
2750
seiz. 68-69
seiz. 67-68
seiz. 68-69
EINDSTAND
Graafschap
3680
(2950)
(3810)
Graafschap
34
20
9
5
49 77-29
Zwolse Boys
3130
(1575)
(2970)
Excelsior
34
19
10
5
48 55-28
Fortuna VL
3110
(3575)
(2820)
Fortuna VL
34
15
14
5
44 52-29
Excelsior
3020
(2025)
"(3040)
Roda JC
34
20
2
12
42 75-54
Limburgia
2790
(1700)
(2630)
Zwolse Boys
34
15
7
12
37 50-49
Roda JC
2510
(2575)
(3340)
Limburgia
34
13
10
11
36 50-44
PEC
2490
(3475)
(2000)
Gooiland
34
12
12
10
36 43-45
Gooiland
2390
(1975)
(3080)
ZFC
34
13
9
12
35 47-43
Heerenveen
2310
(1650)
(2875)
Heerenveen
34
12
10
12
34 46-38
VW
1630
(2650)
(1910)
Velox
34
12
10
12
34 52-52
EDO
1550
(2025)
(2030)
Baronie
34
14
5
15
33 55-59
Velox
1530
(2650)
(1880)
SC Drente
34
13
4
17
30 62-60
Drente
1510
(1725)
(2000)
EDO
34
11
8
15
30 43-51
AGOVV
1490
(2550)
(2450)
NO AD
34
10
8
16
28 48-59
ZFC
1450
11300)
(1620)
VW
34
9
9
16
27 40-69
NO AD
1390
f 825)
(1910)
HDVS
34
8
9
17
25 47-60
HDVS
1190
(1000)
(1110)
AGOW
34
10
3
21
23 49-79
Baronie
1160
(1650)
(1210)
PEC
34
8
5
21
21 47-82
Er bestaat dus een duidelijke relatie
l.ussen invloed van toeschouwers op
het succes van een club. Beter ge
zegd: de invloed van de supporters
Is groot op het succes van de thuis
club. Er gaat een positieve invloed
uit van het eigen publiek. Komt er
meer publiek, aan stimuleert dat de
spelers tot grotere prestaties.
Bekijken we nu de situatie bij de
succesvolle clubs m en rond Rotter
dam, dan kan worden geconstateerd
dat ze relatief hogere aantallen toe
schouwers hebben gehad dan het
seizoen e>r voor. Bij Feijenoord en
Fortuna Vlaardingen lag het gemid
delde weliswaar iets lager, maar dat
lag vorig jaar dan ook erg hoog.
In een grafiek is getracht die in
vloed bij de succesvolle clubs in de
Rijnmond in beeld te brengen. Over
de helling van de lijn valt echter
niets met zekerheid te zeggen.
Betreffende de succesvolle clubs in
en om Rotterdam kan als conclusie
gelden dat ze méér publiek hebben
getrokken dan c- clubs elders en
dat het één van de verklarende fac
toren kan zijn voor de opbloei van
het Rijnmond-voetbal. Een andere
factor: bij de spelers die de clubs
in dienst hadden behoorden één of
meer vedettes of betere individua
listen.
ANDERE FACTOREN
Aan de hand van een studie op so
ciaal-psychologisch terrein onderno
men door Roy Payne van de Aston
universiteit en Robert Cooper van de
Liverpool Universiteit willen we de
relatie tussen het team en de team
leden, de rol van de trainer en van
de aanvoerder eens nader bekijken
betreffende mogelijke invloeden op
het succes van een club.
De heren Payne en Cooper hebben
in hun studie clubs uit de eerste di
visie van de Engelse league betrok
ken. Zij maakten gebruik van een
vragenlijst, samengesteld door pro
fessor Bernard Bass van de univer
siteit te Pittsburgh. Die lijst bevat
te 27 gemakkelijk en vlug te beant
woorden vragen.
Met behulp van die vragen werd
een onderzoek ingesteld naar drie
karakteristieken: task-orientation.
self-orientation en interaction-orien
tation. Task-orientation. het belang
rijkste criterium voor 'leiderschap, is
de mate waarin iemand zich betrok
ken voelt bij het totstandbrenger:
van iets. Op grond van deze eigen
schap wil men het zo goed moge
lijk doen.
Binnen een bepaalde groep resulteert
dat in hard werken om zich in dal
verband zo produktief mogelijk te
maken. Self-orientation is de mate
waarin iemand zijn eigen ,ik' wil la
ten prevaleren. Onafhankelijk van
het werk wat hij doet en het ef
fect daarvan op anderen. Zo'n per
soon vindt zichzelf belangrijker dar.
de anderen om hem heen.
Interaction-orientation is de mate
waarin men betrokken is bij het in
stand houden van harmonieuze op
pervlakkige relaties. Daardoor is het
dikwijls moeilijk anderen daadwer
kelijk te helpen. De drie genoemde
karakteristieken heeft iedereen, zij
het uiteraard niet in gelijke mate.
De vragenlijst bestond dus uit 27
vragen met 'telkens drie bijbehoren
de antwoorden. Men moest bij hel
invullen het antwoord kiezen," dat
TOTAAL
THUIS
UIT
Fej,jenoord
34
26 5 3
57
73-21
17
15
2
0
32
46- 6
17
11
3 3
25
27-15
Ajax
34
25 4 5
54
90-34
17
14
1
2
29
57-16
17
11
3 3
25
33-18
FC Twente
34
21 5 8
47
69-38
17
15
1
1
31
43-12
17
6
4 7
16
26-26
Go Ahead
34
19 7 8
45
63-34
17
15
2
0
32
33- 8
17
4
5 8
13
30-26
PSV
34
17 10 7
44
54-36
17
11
3
3
25
30-14
17
6
7 4
19
24-22
ADO
34
12 13 9
37
35-37
17
8
5
4
21
31-21
17
4
8 5
16
14-16
NAC
34
10 jö 9
35
50-48
17
9
6
2
24
33-14
17
1
9 7
11
17-34
Sparta
34
11 12 11
34
45-33
17
7
6
4
20
30-17
17
4
6 7
14
15-16
DWS
34
13 8 13
34
42-41
17
11
3
3
25
26-11
17
2
5 10
9
16-30
Holland Sport
34
12 9 13
33
32-45
17
9
6
2
24
22-11
17
3
3 11
9
10-34
GVAV
34
8 12 14
28
32-48
17
8
6
3
22
26-14
17
0
6 11
6
6 -34
NEC
34
9 9 16
27
29-38
17
8
4
5
20
21-12
17
1
5 11
7
8 -26
MW
34
7 12 15
26
34-46
17
7
5
5
19
24-17
17
0
7 10
7
10-29
Telstar
34
7 10 17
24
33-65
17
6
6
5
18
20-22
17
1
4 12
6
13-43
Volendam
34
6 11 17
23
24-45
17
6
5
6
17
18-20
17
0
6 11
6
6 -25
AZ '67
34
5 13 16
23
27-53
17
5
9
3
19
21-14
17
0
4 13
4
6- 39
DOS
34
7 9 18
23
37-74
17
4
8
5
16
20-29
17
3
1 13
7
17-45
FSC
34
3 12 19
18
18-61
17
2
10
5
14
12-16
17
1
2 14
4
6 -45
men het meest op zichzelf van toe-
Êassing achtte.
lijvoorbeeld: als ik voetbal zou spe
len, zou ik graag willen zijn:
A de coach, die zijn tactiek, zijn
werkwijze beloond ziet bij de over
winning;
B de ster-voetballer of
C dé gekozen aanvoerder van het
team.
Deze drie karakteristieken zijn niet
slechts van belang voor het leider
schap maar ook voor het spelersge-
dfag. Bovendien kunnen we als we
de individuele scores per team tota
liseren. misschien bepaalde gevolg
trekkingen ten aanzien van de teams
en hun samenstelling maken. Waar
schijnlijk is dat teams, die meer ol
minder succesrijk zijn van elkaar -
zullen wijken.
MANAGER: GEEN
POSITIEVE INVLOED
..iderzoekers geen rela
tie Lussen de task-orientation van
de manager en het succes van zijn
team. Ais er wel een positieve in
vloed van de manager op het resul
taat uitgaat, zal die meer liggen op
het tacrischa vlak of op het "gebied
van de administratie, maar niet door
die genoemde karakteristiek, zo ver
onderstellen de onderzoekers.
De uitkomsten van het onderzoek
geven géén antwoord op de vraag
of men om als manager te slagen
al dan niet in hoge mate over ge
noemde eigenschap dient te beschik
ken. Het erulige, dat men uit de re
sultaten van het onderzoek naar de
invloed van de manager op de spe
lers individueel heeft kunnen opma
ken, is dat een grote mate van task-
orientation niet aanwezig is. Een ma
nager zou dan hechte relaties met
de spelers individueel moeten onder
houden. In het algemeen kan men
wel stellen dat de "trainingsstaf van
teams die succesrijk zijn, meer task
-orientated blijken te zijn.
Betreffende de rol van de aanvoer
der concluderen de onderzoekers dat
niet de interaction-orientation als
karakteristiek duidelijk naar voren
komt, hetgeen onderstreept dat een
goed aanvoerder vooral belangrijk is
en zijn taak ontleent aan het in
stand houden van de goede relaties
tussen de teamleden onderling.
De individuele resultaten werden per
team gebundeld om tot een gemiddel
de te komen en om mogelijke ver
schillen per clubs te kunnen ana
lyseren. Duidelijke verschillen tussen
de diverse teams bestaan er ten aan
zien .van de twee karakteristieken
self- en interaction-orientation, maar
niet wat betreft de task-orientation.
Ze hadden echter geen relatie tot
de plaats van de clubs op de rang
lijst.
Bij het onderzoek verdeelde mer.
de eerste Engelse divisie in twee
groepen, namelijk de bovenste elf
en de onderste elf. Uit het cijferma
teriaal van 252 spelers werden 8
combinaties van pereoonliikheids-ka-
rakteristieken samengesteld. Men on
derzocht nu de beide groepen van
clubs en concludeerde dat vergele
ken met de onderste elf, de bovenste
clubs meer spelers hadden van de
volgende twee combinaties:
Combinatie 1: hoge mate van self-
orientabion en geringe mate van
task- en interaction-orientation;
Combinatie 2: geringe mate van self-
orientation, behoorlijke mate van in
teraction-orientation en hoge mat-
van task-onentation.
STERREN NODIG
Onderzoekers concludeerden met at
nodige voorzichtigheid dat teams mei
deze twee combinaties van spelers
meer succes behalen. Niet zo" ver
rassend voor ons is dat een suc
cesvol team de beschikking dient te
hebben over spelers, die hun taak
voor 100 procent kunnen uitvoeren,
méér dan een ander team, maar ze
dienen ook spelers te hebben van die
eerste combi natie, dus met een hoge
mate van self-orientation. Ln de
ijk is het immers zo dat de
ilbestuurders de samenwerking
praktijk
voetbalbt
noodgedwongen worden gerespec
teerd.
De uitkomsten veronderstellen dat
het succes van een bepaald team be
rust op een evenwicht tussen een
task-orientated, samenwerkend ele
ment en een self-orientated, op per
soonlijk succes gericht element. Een
voudiger gezegd: dat een team niet
alleen d'ient te beschikken over
.zwoegers', maar dat het eerder een
combinatie dient te zijn van zwoe
gers en een aant 1 sterren, wil men
succes boeken.
Vervolgens bekeken de onderzoekers
of internationals andere zijn dan de
anderen. Er bleek dat zij in veel
grotere mate self-orientated zijn en
veel minder hadden van de andere
karakteristieken.
Tot slot werden de verschillende
plaatsen in het team onder de loupe
genomen. Algemeen wordt veronder
steld dat een aanvaller over andere
kwaliteiten dient te beschikken dan
een verdediger. Dit feit bleek ook uit
de studie. Aanvallers en vooral mid
denvoors bleken meer self-orientated
te zijn. Halfspelere zijn daarente
gen het meest task-or:entated en
backs hebben laatstgenoemde eigen
schap in overwegende mate. Hoewel
veel van bovengenoemde conclusies
uit de praktijk bekend waren, is
hier op wetenschappelijke wijze de
juistheid ervan bevestigd.
We hebben in kort bestek een aan
tal factoren nader onder de loupe
genomen en gezien dat zij hebben
meegeholpen aan het bereiken van
het succes van clubs als Feijenoord,
SVV. Excelsior en Fortuna (VI.).
We kunnen noemen de toeschouwere
aantallen en de invloed die daarvan
uitbaat op de resultaten van de
club.
Verder zijn we tot de conclusie ge
komen dat alle clubs buiten spelers,
die zich voiledig n dienst stellen
van het elftal, ook de beschikking
hadden over één of meerdere vedet
tes of beter individualisten zoals:
Van Hanegem. Kindvall en MouKjn
bij Fejjenoord, Libregts bij Excel
sior, Koudijzer bij SW en Bouman
bij Fortuna VI.
Een- factor, die in dit artikel nog
niet genoemd is, maar die juist het
afgelopen seizoen invloed op de si
tuatie in en om Rotterdam heeft
uitgeoefend is de opheffing geweest
van Xerxes-DHC. Hét waren met na
me de Rotterdamse clubs, die pro
fiteerden van de vrijkomende goede
spelers.
geenszins de be-
_u eens uit de c'
ken te doen hoe een en ander z
heeft toegedaan. Met behulp van een
aantal factoren is slechts getracht
een verklaring te geven van dit ver-