LOUIS VAN GASTEREN
GOED VOOR
DE HOOFDROL IN ZIJN
NIEUWSTE FILM
zaterdagnummer
Jéerdag 2 augustus 1969
teertalent. .Fellini (een der bekendste film
regisseurs) vond dit wel een probleem en
probeerde toen de acteur Marcello Mastro-
ianni de rol van zijn leven te laten spelen,
maar ik geloof dat hij daardoor juist heeft
gefaald. Ik heb er uren met hen over ge
sproken. Ik ben ervan overtuigd dat er geen
enkele acteur is die mij in mijn rol kan
evenaren'.
Louis van Gasteren die via de elektrotech
niek de film wereld binnenkwam, deed in
1948 reeds een eerste poging om een film
maatschappij op te richten. Jk had een
tijdje voor Polygoon (nieuwsfilms) ge
werkt, nadat ik eerst in Parijs als geluids
technicus werkte, toen ik met een paar
mensen voor mezelf iets wilde beginnen.
Het mislukte. Ik had te maken met jongens
die al helemaal .verzuild' waren.'
Zijn voornaamste bron van inkomsten
krijgt hij thans via het vervaardigen van
films in opdracht. .Films over speciale on
derwerpen, nou ja, ik doe eigenlijk van al
les. Behalve reclamefilms'. ,ïk ben een non-
specialist, dat wil dus zeggen dat ik een
.allesspecialisf, moet zijn. Als ik een film
over ,de telefoon' maak, dan moet lk ook
alles over de telefoon weten. Wanneer ik
een film over .cacao' heb gemaakt, weet
ik ook alles van cacao af'. Nadat deze film
In diverse bedrijven had gerouleerd, werd
hij dan ook verscheidene malen uitgeno
digd om lezingen over cacao te houden.
,Die film over de telefoon bijvoorbeeld. Ik
kreeg het onderwerp geïsoleerd voorgescho
teld. Ik ben daarin geen specialist. Van ,de
telefoon' weet ik niet meer dan dat ik het
ding gebruik. Het eerste wat je dan doet
ls een of andere dissertatie over dit onder
werp opzoeken. Maar die vind je niet. De
heb dus niets anders dan mijn waarnemin
gen. Ik begin te denken: ,wat heeft die
mensen in Amsterdam in de vorige eeuw
bewogen om een telefoon te nemen? Enfin,
van het een komt het ander en wanneer
je dan ook nog ergens in een oud archief
foto's vindt, die uit de beginperiode van de
telefoon stammen, dan heb je het onder
werp rond.
CONFLICT
,Ek lig vaak in conflict met Jonge mensen',
zegt hij. ,Zij hebben het over vernieuwin
gen, zij praten maar en doen maar.
Wat schieten ze ermee op, als ze hun vak
niet verstaan? Ik werk vaak met mensen
die niets van mijn ideeën begrijpen. Ik
neem het ze niet kwalijk, ze hebben een
opleiding gehad waar ze datgene leerden
wat een stel oude heren voor hen hebben
ontdekt*.
Zoals de meeste kunstenaars kent Van Gas
teren de worsteling met zijn materiaal,
zijn techniek. Van Gasteren: ,Op technisch
gebied schiet de film tekort. Je kunt er
niet alles weergeven wat je wilt. Je kunt
Je emoties niet in een concreet beeld plaat
sen. Filmen blijft echt een wijze van waar
nemen, zoals je dat ais men? denkt te doen.
Maar ach, wat is film eigenlijk
Verder: ,Ik kruip eigenlijk in de huid van
een ander, het zijn niet mijn eigen beelden
die ik weergeef. Ik ben slechts de maker,
ik geef datgene weer, dat al een functie
heeft, in een context zoals ik die zie en
ervaar. Een vorm heet dat'.
,Ik heb eigenlijk niets te vertellen. Ja, ik ben bezig aan een speelfilm, lk
hou er echter niet van om op de dingen vooruit te lopenwat kan ik nu voor
zinnigs over die film vertellen. Ik ben er mee bezig en ik doe er lang over'.
Dit zegt Louis van Gasteren, de maker van de opzienbarende en aangrijpen
de film Begrijpt u nu waarom ik huil?', waarin de hoofdpersoon onder in
vloed van Isd zijn oorlogservaringen vertelt. Zijn nieuwe film, waarvoor hij
o.a. opnamen heeft gemaakt in India, Amerika, Spanje en Nederland, zou
bijna zijn levenswerk' kunnen worden genoemd.
'Het is mijn film, waarin mijn gedachtenwereld wordt geopenbaard. Ik
speel er zelf de hoofdrol in', zegt de 46-jarige Van Gasteren en draait
daarbij even de punten van zijn snor op, een gebaar dat hij vaker maakt.
,Het zijn mijn eigen gedachten en mijn eigen waarnemingen, die ik wil
overbrengen. Ik geloof daarom ook dat ik de enige ben die deze rol kan
spelen
op het strand. Zij droegen allemaal een
beeldje, de zoon van God, boven hun hoofd,
tot diep in zee. Later realiseerde ik me in
eens, terwijl ik aan iets anders in India
bezig ben, dat ik een roeibootje met een
heel groot beeld dat in zee wordt gedragen
sta te filmen. Toen ik terug kwam hier in
Amsterdam en dit vertélde, zeiden zijn me-
dewerekrs: .Maar dat stond toch in je
script
Deze merkwaardige samenloop is bijvoor
beeld een van de problemen waarmee Louis
van Gasteren te maken krjjgt bij het vol
tooien van zijn film. ,De technische mid
delen schieten te kort. Hoe moet ik zo'n
emotie overbrengen. Ik werk, om een ac
cent te leggen met bijvoorbeeld een vries-
beeld (een beeldje blijft stilstaan, terwijl
ervoor en erna een scène gewoon door
gaat) maar technisch schiet daarbij het
medium film heel wat te kort'.
HOOFDROL
Hoewel hijzelf de hoofdrol speelt, maakt
Louis van Gasteren, een telg uit een to-
neelfamilie.zic hgeen zorgenom zijn ac
De film die uit vier cycli bestaat, han
delt over het leven van een schildpad
in vier verschillende levenssituaties.
,In de eerste fase zie je hoe een
schildpad door de toeristen bekeken
wordt. In de tweede fase is de schild
pad het onderwerp van een dialoog
tussen mijn kinderen. Op het laatst
hoor je dan het jongetje zeggen. ,Hij
leeft toch'. Daarna komt het eigen
leven van de schildpad aan de orde.
Hij wordt naar de markt gebracht en
op de visafslag voor drie peseta's
verkocht. In de vierde fase dan,
wordt hij terug in zee gegooid'.
Dat er een diepere achtergrond moet wor
den gezocht dan uit dit eenvoudig weerge
geven script blijkt, toont zijn verhaal over
een ervaring die Louis van Gasteren mee
maakte toen hij in India filmde: ,Ik was
in Bombay, er was een feest. In tijd van
een uur stonden driehonderdduizend mensen
JUIST IN DEZE tijd ontvingen we
een pakketje dat net een vakantiege
schenkje leek: acht miniatuurboek
jes, de tweede serie ,Top-punten' die
Bert Bakker, na het grote succes van
zijn eerste reeks, op de markt heeft
gebracht. Het zijn boèkjes die zonder
enig bezwaar in elke koffer mee kun
nen, er gaan er zelfs wel een stuk of
wat tegelijk in een dameshandtas, zo
klein zijn zei (9% x 12% cm, 32
bladzijden)
We hebben altijd een zwak voor dit soort dwergboekjes gehad ze
zijn immers alle eeuwen door verschenen. De enige moeilijkheid vroe
ger was altijd het opbergen in de bibliotheek, het is grut dat nergens
tussen de grotere broeders past en overal zoekraakt of verdruk!
wordt, Maar sinds we het al lang opgegeven hebben een echte biblio
tneek op te bouwen (je huis zakt op de duur in elkaar van de boekei
3e nooit meer leest, die wijsheid komt pas met de jaren
wippen die miniboekjes vrolijk verder naar de plekjes waar ze ziel
net meeste thuisvoelen bij vriend en maag en leveren ze enkel no;
piezier op. Alle acht samen vormen ze een bont gevarieerd gezel
saiap eigenlijk een kleine spiegel van Bert Bakkers brede belang
s tiling en zijn gevoel voor kwaliteit. Dat ze mooi verzorgd en pret
g gepresenteerd zijn spreekt bij deze uitgeverij vanzelf. De iiumme
rmg wordt door blauwe stippen op het achteromslag aangegeven; he
T0® even voordat we dat in de gaten hadden, maar het doet e
ets toe, want de boekjes uit deze reeks hebben niets met elkaar t
maken
7nli 1S van Rabelais' het heeft de titel ,Zeer geliefde zoon
uidt de aanhef van de brief van de reus Gargantua aan zijn zoo
WfifU01, uit omstreeks 1532, uit het boek .Pantangruel' (achtst
otüstuk). De brief is afgedrukt in het oorspronkelijke, zestiend:
Wit i ans en in de ni0uwe vertaling van dr Warners en dr Dt
vau'pTi ?ie in Nederlandse vertaling van de complete werkei
ijl opgenomen. Uitvoerig geannoteerd, en voor deze ge
«geilheid nog eens voorzien van een naschrift van prof. Dresden
reiiAbrief iS geno6°zaam bekend (of toch niet??). Hoewel door eer
een hMiV61! I,eus Schreven, en nog wel vanuit Utopia, houdt hi.
Franco ÜUldeli* Program in:'zó wilde een humanistisch vader in d(
hhtnri- [enajfsance dat zijn zoon zou worden opgevoed. Cultuur
j. ook hVT 626 brief dan ook van het grootste belang. Heel typeren:
uit rto, v ®sef van het aangebroken zijn van een nieuwe tijd da
donkr-T ef ,sPree'tt. In Gargantua's eigen jeugd was de tijd ,no;
"oprio iw naar het onheil en de rampspoed der Gothen die all
heid wopfil Ur verniet'gd hadden; maar door de goddelijke goed
geven en m- miïn daoen hcht en waardigheid aan de letteren hei
de sriinni zie llier zo'n verbetering dat ik thans nauwelijks me-
in miin tot de eei'S'te Mas zou worden toegelaten, ik, du
geleerd» J°n&e jaren de naam had (niet ten onrechte) de grootste
WHb„it„ an, 'r ?euw te zijn. Ik zie de boeven, de beulen de
de stalknechts van heden beter onderlegd dan de doctors
en predikers van mijn tijd. Meer nog. De vrouwen en meisjes hebbei
deze glorie, dit hemels manna der ware kennis, begeerd', (pp. 6-7)
Het tweede boekje, een kleine keuze uit de gedichten van Emilv
Dickinson, vertaald door S. Vestdijk, kunnen we maar half aanbeve
len, helaas. En dat enkel omdat het, gelukkig, tweetalig is. Want df
ooëzie van Emiily Dickinson (1830-1886) ds werkelijk groot, maai
log nooit heeft een vertaler poëzie zo grondig vermoord als Vest
lijk dit hier deed. Onbegrijpelijk, want wie zal twijfelen aan zijr.
tegrepenheid? Vergeleken met de eerste uitgave zijn de meest apert<
fouten, voorkomend uit een onvoldoende beheersen van het Engels, ei
vel uitgelicht, maar toch vraagt men zich hier en daar nog af o;
Vestdijk de portée van menige regel begrepen heeft. En zó hij die al
>egreep, dan heeft hij altijd kans gezien een beknopt, tekenend
•chokkend crisp' detail om te leuteren in een uitgelubberd Neder
ands vol overbodige, verslappende toevoegsels van eigen vinding
let zou te ver voeren, daar in details op in te gaan, maar een paa
oorbeelden willen we de lezer toch geven, juist omdat dit oordec
teel hard is. De slotstrofe van het aangrijpende gedicht .1 nanno
ve with you' luidt in het oorspronkelijk:
lo we must keep apart,
'ou there 11 here,
With just the door ajar
'hat oceans are,
And prayer,
Vnd that pale sustenance,
Despair!
Neen, nimmer dus tezamen
Jij daar, ik eeuwig hier,
Met slechts een smalle kier.
Breed als de oceanen.
En het gebed
Als trooster met
De bleke wanhoopstranen.
,Dat ,op de been' en het rympje ,zijn' hoe bestaat het. Maar léés
het boekje, terwille van Emily Dickinson!
Ook het derde ,Top-punt' bevat voor een groot gedeelte poëzie, het
is ,De kamer die de kamer van mijn leven was' van A. Roland Holst
een uiterst beknopte bloemlezing uit zijn gedichten gewijd aan zijn
werkkamer in zijn huis te Bergen, voorafgegaan door het heel tref
fende opstel van Nijhoff, die deze kamer goed heeft gekend. Daarin
beschrijft hij een imaginaire dag uit het leven van de dichter, en wel
23 mei 1948, de dag van zijn zestigste verjaardag (Holst is inmiddels
81 geworden). Het is een spiritueel, indringend en toch licht stuk
(voor een weekblad geschreven)de gekozen poëzie van Holst dateert
merendeeds uit zijn latere bundels.
Het vierde boekje bevat vier van de reisbrieven die Abel J. Herzberg
In de herfst van 1967 schreef voor De Volkskrant; brieven met een
direct verslag van zijn ervaringen in Israël kort na de zesdaagse oor
log. De verzameltitel is: ,De schaduw van mijn bomen'. Deze brieven
staan beslist niet op het peil van de .Brieven aan mijn kleinzoon',
ze maken een wat vermoeide en soms zelfs wat zeurderige indruk.
De situatie is ook moeilijk: Herzberg werd wellicht gefnuikt door het
weten dat bij zovele Nederlanders (voor wie hij toch schrijft) de sym
pathie voor Israël een geduchte knak gekregen heeft, zelfs bij men
sen die heus geen reden zoeken om langs een onberedeneerde weg hun
anti-joodse gevoelens te spuien. Mogelijk voelde hij zich te oud en te
moe en wist hij het ook zelfs niet meer zo goed in de hitte en het stof.
De beste bladzij mogelijk bladzij 30: ,De moeilijkheid is, dat het pa
triottisme van de ingezetene voor het land van zijn geboorte en inwo
ning steeds algemeen begrepen wordt. Het is immers een universeel
/erschijnsel. Ieder voelt hetzelfde voor zijn land en ieder voelt daarom
mét de Palestijnse Arabier mee. Maar het patriottisme van de joden
.en aanzien van het door heh eeuwen geleden zij het dan onder
Iwang verlaten land is een op zichzelf staand verschijnsel, waar-
'oor geen analoog of parallel verschijnsel bestaat. Vandaar dat het.
net name in West-Europa met zijn vergevorderde assimilatie van de
oden zo vaak niet, of ternauwernood begrepen wordt. Des te meer
dient men zich er voor te hoeden, de historische verknochtheid der
oden aan Palestina te onderschatten als men tenminste realistisch
lenken wil. Het valt mij niet in te beweren, dat deze verknochtheid
loor alle joden gedeeld wordt.
lommentaar overbodig, het lijkt eenvoudig nergens naar! Men stelli
ich eens voor dat men énkel de vertaling onder ogen kreeg. Hei
>ngineel geeft het gezwets van de vertaling nog enige ruggegraat!
If I shouldn't be alive When the robins come Give the one
n red cravat A memorial crumb' wordt sullig uitgebreid, één
echts één averechts tot: ,Als ik niet meer in leven zal zijn En
,1e roodborstjes komen, zul je dan schenken De ene met 't dasje
an karmozijn Een kruimel brood als aandenken?' en het monster-
li jlcst van al is nu het slot van het beroemde ,To make a prairie'
(dat hier helaas in het origineel verminkt over ls .gekomen!) de regels
The revery alone will do If bees are few' die geworden is tot
,Of dromerij alleen Wanneer er weinig bijen op de been zijn.
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
Dat is zelfs in Israël niet het geval. Dit neemt niet weg, dat zij hei
volk in Israël in hoge mate inspireert en het is het volk niet het
leger! dat een oorlog wint of verliest'. We noemen nu direct deel
tje 8 hierna, .Israël is zelf een mens' van Harry Mulisch. Dit is een
door Bert Bakker gemaakte keuze .onzakelijke notities' uit Mulisch'
boek, De Zaak 40/61' van 1962 Eichmann-procesWat in deze
versie overbleef heeft met Eichmann weinig meer te maken; het is een
zeer persoonlijk reisverslag uit 1961 over Israël, boeiend, spits en tref
fend. Mulisch op zijn best: ,Wij komen over een rivier van een meter
of twintig breed beschaduwd door populieren, oleanders en wilgen,
waarvan de toppen elkaar bijna raken: de Jordaan. Zij verbindt het
meer van Tiberias met haar helse tegendeel: de Dode Zee. Het land is
als een ziel. Als een land heilig is, dan is het diit land. Er moet een
reden zijn voor de fantastische, onafzienbare gebeurtenissen, die hier
eeuw in eeuw uit hebben plaatsgegrepen die men natuurlijk het
geloof kan ontzeggen, maar niet het geloof aan de gevolgen. Er staat
een kerk tegenover mijn huis in Amsterdam. De twintigduizend rid
ders zijn gesneuveld in het dal van Hittim. En ik weet de reden,
waarom het allemaal hier was en niet ergens anders: Israël is zelf
een mens. Het lieflijkste meer op aarde verbonden met bet afgrijse
lijkste door een rivier, waarin de god wordt gedoopt: dat is een mens.
Dat is geen geografie, dat is theografïe.' In dit boekje staat ook de
opmerkelijke uitspraak: .Wanneer zal eens een politicus zich tegen
de welvaart durven uitspreken En dat niet tijdelijk, om een nog gro
ter welvaart te beloven, maar eens en voorgoed, omdat zij mensont
erend is zoals armoede', en dat brengt ons bij het deeltje dat een
Top-punt van journalistiek bevat, ,Een onfatsoenlijke zaak' door H. M.
van Randwijk, oorsponkelijk in 1964 in .Maatstaf verschenen en
thans iets beknot herdrukt. De ondertitel luidde toen. ,Twee redevoe
ringen die op de wereldhandelsconferentie niet werden uitgesproken'.
Van Randwijk laat in dit knap opgebouwde, scherp en bewogen stuk
twee mensen aan het woord: een vertegenwoordiger van een wel
vaartsstaat en een vertegenwoordiger van een arm land. Ze zijn ont
sprongen aan zijn verbeelding maar geheel geboetseerd naar de wer
kelijkheid. Het opstel heeft nog niets van zijn striemende kracht ver
loren, het is in zijn veelzijdige benadering van deze grote problemen
ook zelfs na vijf jaar nog actueel. En meer: het zal door zijn goede
stijl en helder ontwikkelde gedachtengang een kleine klassiek worden,
een gaaf voorbeeld van superieure journalistiek, de kaders van het
genre doorbrekend.
Een goede gedachte was het ook om een paar van de bewogen toe
spraken van Martin Luther King in deze reeks op te nemen. In ,Ik
heb een droom vandaag" vindt men de beroemde redevoering die
van King, gedeeltelijk improviserend op 13 augustus 1963 hield aan de
voet van het Lincolnmonument aan het einde van de mars op
Washington; een fragment uit zijn laatste kerstpreek uit 1967, en de
korte, profetische toespraak die hij hield op 3 april 1968 te Memphis
de dag voor hij werd neergeschoten. De toespraken werden (uitste
kend) vertaald en toegelicht door dr J. J. Buskes, die in zijn nawoord
ook even de achtergronden van de Black Powerbeweging aanstipt en
begrip opbrengt voor Stokely Carmichael. Ook hier is het thans
.either reform or your necks.'
Carmichael zei na de moord op King o. a. .King is een groot man
geweest, die Amerika had kunnen redden. Zijn "dood is de oorlogs
verklaring van blank aan zwart in Amerika' en .Toen blank Amerika
King doodde, heeft het de ogen van elke zwarte in dit land geopend'.
Wie de woorden van King herleest, of hij nu christen is of niet, wordt
steeds weer getroffen door de gruwel van die moord op een negenen,
dertig jarig, groot mens die enkel het goede nastreefde, die altijd aan
spoorde tot een zich verheffen tot de majestueuze hoogte waarop
fysiek geweld beantwoord kan worden met zielekracht.
Het laatste Top-puntboekje tenslotte bevat de .Gebruiksaanwijzing
der lyriek', de tekst van een voordracht die Paul van Ostayen in de
winter van 1925/26, een jaar voor zijn dood. te Antwerpen en te
Brussel heeft gehouden. Het is een belangrijke tekst over poëzie
,die laagste trap van de ekstase', ook te vinden in Verzameld Werk
Proza n, pag 311. Al met al is dit weer een aantrekkelijke veel
zijdige en zeer aan te bevelen reeks.
Rabelais: Zeer beminde zoon; Emily Dickinson: Gedichten; A. Roland Holst: De kamer
die de kamer van mijn leven was; Abel J. Herzberg; De schaduw van mijn bomen;
Paul van Ostaijen: Gebruiksaanwijzing dor lyriek; H. M. van Randwijk: Een onfatsoen
lijke zaak; Martin Luther King: Ik heb een droom vandaag; Harry Mulisch: Israël Ia
Bert Bakker NV. Den Haag, t dalen a
n f 12,-j par deel f 1,75. Top-punten aerfe 2.