STUDENTENREBELLIE IN VERENIGDE STATEN OPSTAND VAN EEN DOMPELENDE GENERATIE' RACIALE FACTOREN IN STRIJDTEGEN HET .ESTABLISHMENT' GEESTEN VERWARD BIJ .LINKS' EN .RECHTS' zaterdagnummer ptC'D 1' (Van onze correspondent) WASHINGTON De studentenre- jjellie, die nu ruim 200 van de 2500 universiteiten en colleges in Amerika in beroering heeft gebracht, heeft het punt van een nationale crisis bereikt. In tegenstelling tot andere crises waar een duidelijk verband is aan te wijzen tussen oorzaak en gevolg, wordt de huidige toestand gekarak teriseerd door verwarring en onze kerheid waar het in de rellen eigen lijk om gaat De studenten zelf zijn het er niet over tens wat hun precies voor ogen staat, es -j% minder kunnen ouderen aan dc uni- resiielten en in de politiek zich gerust- tólad vastklampen aan een vastomlijnd f.fi3gspunt. Het zijn deze vaagheid en d«B onzekerheid die de kern zijn van het jespannen klimaat in Amerika. Be onzekerheid over de betekenis van de opstanden heeft de republikeinse regering C.« verleid een dreigende houding aan Ie nemen. President Nixon, vice-president AgMW, minister van justitie MitcheU, en andere topfiguren in de regering hebben in toespraken laten weten dat zij hun ge duld hebben verloren en de justitie en po litie zullen inschakelen om ,orde en recht' t« handhaven. Het ziet er naar uit dat dit precies is wat de studenten zal dwingen zich aaneen te sluiten,.omdat in alle verwarring die er tot nog toe heeft bestaan dan tenminste een duidelijk omlijnde oppositie is ontstaan. Wanneer dit geen tactiek is geweest, dan ls het in leder geval iets dat vol ledig parallel loopt aan de gebeurtenis sen tijdens het democratisch-party-congres in Chicago in augustus verleden jaar, toen het gewelddadige optreden van de stads politie en de nationale garde voor de dui zenden jongeren die uit vage onlustgevoe lens naar de stad waren gekomen, plotse ling duidelijk maakte waar het om ging. De neiging bestaat in Amerika die onvoor stelbare week in Chicago te vergeten. Er zijn televisie-documentaires over gemaakt, rapport over geschreven, persconferenties over belegd, en debatten over gevoerd en daarmee was op Amerikaanse manier de zaak zo niet afgedaan, dan wel door alge mene moeheid.doodgepraat en doodgeschre ven. Maar de gebeurtenissen in Chicago kunnen niet anders gezien worden dan als de aan kondiging van iets dat daar in geweld werd gesmoord, maar dat zich later op nieuw zou aandienen. Want in Chicago kwam tot uitbarsting al de frustratie, alle gevoelens van onrecht, alle gevoelens van wanhoop ook die duizenden jongeren in Amerika al jaren koesteren. Pistratie over de dood van John en Robert Kennedy en van dominee Mar tin Luther King. Frustratie over de uit schakeling van senator Eugene McCarthy als een serieuze kandidaat voor het presi dentschap. Gevoelens van onrecht over het zegevieren van politieke partijbonzen over de gedachten en gevoelens van de kiezers. Wanhoop over een samenleving die zich de grootste democratie ter wereld noemt, die zich dagelijks voorstaat op principes van vrijheid en recht, tegelijkertijd een mee dogenloze en uitzichtloze oorlog voert in Vietnam, miljoenen in Amerika zelf onvol doende voedt en kleedt, en miljoenen an deren gelijkheid belooft maar niet geeft. Geen der jongeren in Chicago (zo makke lijk door burgemeester Daley afgedaan als .schorrie-morrie uit andere staten' en als .langharige hippies') zou het zo onder woorden hebben gebracht. Maar wanneer men in die dagen met hen sprak en hen deze vragen voorlegde, dan kwam het al tijd daarop neer. Het ls karakteristiek voor de jongeren, die toen in Chicago waren en evenzeer voor de studenten die nu aan de universiteiten van hun onvrede getuigen, dat zij niet spreken in weloverwogen volzinnen. Volzin nen liggen hen in de mond als retoriek, het rcdenaarsfoefje van de politici die zij verafschuwen. Deze jongeren spreken hak kelend, onsamenhangend, onduidelijk en verward. Iemand noemde hen de .mompe lende generatie'. Wat zij echter tot uitdruk king brengen zijn geen goed geformuleerde ideeën, maar gevoel. Gevoeligheid ls tn Amerika echter nooit iets geweest om trots op te zijn. Het werd gelijkgeschakeld met onzakelijkheid. Wie onzakelijk was, kwam niet aan zijn trekken. De nationale moraal was en is nog steeds dié van zakelijkheid, efficiency, en ambitie. Het is een moraal die deze jon geren niet langer onderschrijven. Het is on getwijfeld op dit punt dat zich één van de belangrijkste conflicten voordoet tussen hen en de oudere generatie. Om van hun afwijzing van deze zo geëi gende Amerikaanse waarden te getuigen (en dus van de Amerikaanse conformiteit), lieten zij hun haar groeien, verwaarloosden hun kleren en adopteerden een manier van nortend praten. Dit geldt niet alleen voor de zogenaamde hippies en ytppies die in augustus verleden Jaar naar Chicago kwa- imen, maar tn zekere zin ook voor hun voorgangers, de beatniks van de jaren vijf tig en nu van de studenten. •yoch ls er geen direct verband te Ieg- gen tussen de hippies en de rebelle rende studenten. Maar wat hen samenbindt, is dat zij tot hun positiebepaling zijn ge dwongen door de catharsis van de Viet- nam-ooriog. Waren de beatniks van omstreeks 1955 nog bohemlen die ongeëngageerd lak hadden aan de officiële samenleving, de hippies en de studenten zijn rebellen met meer of minder duidelijke ideeën over een samenle ving die hen voor ogen staat. Zij hebben geen lak aan de samenleving, maar verlangen er iets van, iets beters, menselljkers, openhartigers. Dit verlangen is ingegeven door de nieuwe kijk op zich zelf die Amerika ls opgedrongen door de gruwelijkheid en uitzichtloosheid van de oorlog in Vietnam. De onrust aan de Amerikaanse universi teiten ls een direct gevolg van deze nieuwe kijk op zichzelf, en van een nleUwe bewustwording van andere waarden dan de tot nog toe geproclameerde en als zoete koek aangenomen principes. Tref Jen tussen politie en studenten van de universiteit van Californiè. Gehelmde politie nu nog vredig kijkend naar een studente op de campus. ^ASHINGTON Een duidelijk keerpunt in de onlusten aan de Amerikaanse uni versiteiten werd enkele weken geleden be reikt, toen rebellerende negerstudenten aan de universiteit van Cornell in de staat New York zich bewapenden met geweren. TV interpretaties over dit voorval Iepen uiteen H 'de negers zelf zeggen zich bewapend te heb- ba toen zij hoorden dat er gewapende blanken on- fencg waren om het door hen bezette gebouw te KtKf.en), maar de reacties op het incident luid- feiover het algemeen: dit ging te ver. Sindsdien is er op de belegerde universiteiten ook onder de studenten verzet ontstaan tegen de rebel- to- Vuistgevechten braken uit, vergaderingen wer- «a geïnterumpeerd, tegen-toespraken werden ge- :-a- Eet was alsof de tot dan toe zwijgende op positie de moed had gekregen van zich te laten peren. Het was korte tijd later dat ook de Ameri- fciise regenng zich drastisch over de rellen uitliet. A sn alle universiteiten gaat het in wezen om de- Rfde zaken: meer zeggenschap van de stu- in het universitaire beleid, in de aanstelling ha de professoren, en m de samenstelling van het studieprogramma. In een groot aantal gevallen komt er ook nog de eis van negerstudenten bij voor een eigen .zwarte' faculteit, waar door zwarte pro fessoren een Afro-Amerikaans studieprogramma ge doceerd zou moeten worden. Daarnaast is nu ook verzet gerezen tegen het onderricht in militaire on derwerpen ten behoeve van aspirant-reserve-offi cieren, die op deze manier aan de universiteit een deel van hun dienstplicht vervullen. Maar ondanks deze min of meer duidelijke eisen blijft de indruk dat deze wensen in wezen maar de zichtbare toppen zijn van een ijsberg. Dat wil zeggen, dat zij voor komen uit iets dat groter, veel omvattender, en mis schien ook gevaarlijker ls. Amerikaanse universiteiten verschillen belangrijk van die in Nederland. Waar in Nederland de student vrij is om college te lopen of ervan weg te blijven, en in de stad op kamers woont, moet de Amerikaanse student op straffe van onvoldoendes de colleges bijwonen. Door het zogenaamde .campus'- systeem moet hij ook tot na zijn kandidaatsexa men samen met andere studenten op .dormitories' wonen. De Nederlandse student krijgt een algemene literatuurlijst op en kan daarnaast zoveel andere werken lezen als hij wil. De Amerikaanse student komt aan extra lectuur niet toe. omdat het universi taire jaar in kwartalen is onderverdeeld en de col leges ook per kwartaal worden afgesloten. Dit brengt een grote pressie met zich mee om de verplichte lectuur op tijd door te werken. Het netto-resultaat van deze opzet is, in Nederlandse ogen, een tame lijk middelbare-schoolachtlg systeem, dat de Ame rikaanse student veel minder vrijheden laat dan zijn Nederlandse collega. Een deel van het verzet van de studenten ln Ame rika is te verklaren uit de .onmondigheid' die het systeem hem oplegt, en hun rebellie is in die zin een opstand tegen het gezag. In groter verband doorgetrokken wordt dit tenslotte de opstand tegen het establishment, tegen de gevestigde nationale be langen van de industrie en van de politiek. Het bo venstaand artikel heeft aangeduid hoe deze aanval op het establishment ontstond in een algemeen na tionaal klimaat van vertwijfeling over het beleid in zake Vietnam. T*veze oorlog heeft verder nog het belangrijke aspect dat zij die zich ln Amerika er tegen ver zetten. zich vaak identificeren met de tegenstan ders, in dit geval het communistische Noord-Viet- nam. Dit heeft in de praktijk als resultaat, dat een aantal opstandige studenten en andere groepen een ware hutspot van pseudo-theorteën offreren, varië rend van marxisme en leninisme, tot trotzkyisme en Chinees-revisionisme. In de rechtse politieke krin gen in Amerika is dat op zichzelf al voldoende om in de onlusten een internationaal communistisch complot te zien. Wat de doorzichtigheid van de problematiek verder niet bevordert, is dat groepen van zeer verschillend pluimage elkaar tijdelijk hebben ge vonden in de studentenrellen. De militante jonge negers, ze hebben een gelegenheidshuwelijk geslo ten met de studentenbeweging voor een democrati sche samenleving (SDS) en de SDS heeft op zijn beurt weer het accent gelegd op het belang van sa menwerking met arbeiders en vakbonden. Dan zijn er groepen, die zich voornamelijk bezighouden met het pacifisme (dienstweigering) en anderen die zich beijveren om de oorlog in Vietnam tot een eind te brengen, hoewel deze twee ook weer in elk aar kunnen overvloeien. Van deze organisaties, waarvan gescnat wordt, dat er ruim honderd zijn, is de SDS het bekendst. Michael Klonsky, nationaal secretaris van de SDS, omschreef zijn organisatie onlangs als volgt: ,De SDS is een werktuig voor alle jonge mensen in het hele land. De SDS is op zichzelf niet belangrijk, wij zijn een onderdeel van een grotere beweging, een verzet dat door de structuur van deze samen leving in het leven ls geroepen. Wij zijn een ge centraliseerde beweging, we omvatten ongeveer 100.000 jonge mensen met verschillende gezichts punten, en wij proberen daaruit Iets op te bouwen'. Klonsky maakte ook duidelijk dat de SDS niet langer geïnteresseerd is ln meer inspraak en zeggenschap voor de studenten. HIJ zei dat de strijd zich verlegd had naar het algemene vlak van de samenleving. ,Wij proberen het vertrouwen te win nen van de arbeiders. We willen ze laten weten dat wij de vijand niet zijn. Wij willen revolutionaire verandering van deze samenleving, al weten wij ook dat de SDS dit alleen nóóit zal kunnen volbrengen'. Deze uitspraken tonen twee dingen aan. In de eer ste plaats dat de opstanden aan de universiteiten geen geïsoleerde gebeurtenissen zijn. In de tweed* plaats dat de oudere intellectuelen (door deze Jonge ren ,de nieuwe mandarijnen' genoemd, voor zover zij zich met de politiek hebben ingelaten) en de politi ci die zich bezorgd maken over de toekomst van de universiteiten, achter de feiten aanlopen, wan neer zij menen dat met het onderdrukken van d* studentenrellen de kern van het probleem is bestre den. tl rant deze kern is niet langer studentemnspraaJt en medezeggenschap ln universitaire aangele genheden, maar onlust en onvrede over de aard van de Amerikaanse samenleving zelf. WASHINGTON Naarmate de zomer maanden naderen, wanneer tienduizen- genten vrijaf hebben, vragen rege- "ngsleiders en de besturen van de staten en e grote steden zich met groeiende ongerust- e'd af, met welke moeilijkheden zij te kam pen zullen krijgen. In tenminste 24 staten zijn wetgevers bezig met het formuleren van maatregelen om eventuele onlusten het hoofd ieden. In sommige steden is de politie gerust met nieuwe wapens, zelfs met en krijgen de agentep een semi-mili- Ttt*» wordt door de ouderen vooral aan il-r Wan» êrSf gedebatteerd over een hou- bereikt iA ?e studentenopstanden vooral heb- 'J Esaii vnnio de oudere generatie zich onzeker !;i 2;i -fit n °Ver de Juistheid van de opvattingen ïirr,., L TF het>ben aangehangen. De ver- fciTT? stuk ls groot. Als conservatief be ren blijken meegaand te zijn, terwijl liberalen zich soms schrap zetten. In beide gevallen verkijkt men zich op het probleem als een strikt universitaire aangelegenheid. Prof. Sidney Hook, voormalig van de filosofische faculteit van de universiteit van New York en een bekend voorstander van .linkse' ideeën, ziet in de opstanden een ernstige bedreiging van het traditio nele principe van academische vrijheid. Hij noemde de onlusten aan Harvard erf het daarop gesloten compromis, het .lynchen van het onderwijs', en de opstanden aan Cornel, waar de negerstudenten zich hebben bewapend, het Pearl-Harbour van het on derwijs' TJet eindresultaat, zei prof. Hook, zou een verpo- liticering zijn van de universiteiten, vergelijk baar met de toestanden aan de universiteiten in Harvey en ln Latijns-Amerlka. Hij is van mening dat de enig juiste houding is niet toe te geven aan de studenten. De professoren moeten zich aaneen sluiten en de studenten laten zien, zegt hij, dat er een verschil is tussen autoriteiten en mensen die. autoritair optreden. Opvallend bij alle onlusten ls geweest, dat tot nog toe geen enkele student door een universi teit werd geroyeerd. Op dit punt doet zich een op merkelijke tegenstelling voor met het door de Nixon- regering gepropageerde beleid, dat studenten wil laten arresteren en rechtszaken aanhangig wil ma ken. Het lijdt geen twijfel dat een aantal van de universitaire bestuurders graag van deze middelen gebruik zal maken, maar het niet doet omdat men onzeker is over de te venvachten gevolgen. Maar er is vermoedelijk toch een groter aantal onder hen dat van mening is dat de universiteiten deze zaken zonder inmenging van buitenaf moeten be horen op te lossen. Hierbij kan men zich ook nog afvragen hoeveel universitaire leiders uit deze groep ook niet in principe gereserveerd staan tegenover een republikeinse regering in het algemeen, en te genover president Nixon in het bijzonder. president Nixon's recente opmerking tegenover minister Luns, dat zich onder de Intellectuelen zoveel arrogante mensen bevonden, duldt er niet op dat hij zijn houding gewijzigd heeft sinds zijn eer ste verkiezingscampagne, toen zijn wantrouwen te gen academici voor het eerst aan de dag trad. Het is dan ook niet te verwachten dat van de president in de huidige crisis een vertrouwenwekkende Invloed zal uitgaan, zoals van president Kennedy, die ln staat was de intellectuelen ln Amerika voor zich te winnen. Dit is te betreuren, temeer omdat een aan zienlijk deel van de huidige jongerenproblematiek toe te schrijven is aan het onvermogen om .contact' te maken met de oudere generatie. Deze contact-stoornis ls op dramatische wijze aan de dag getreden tijdens het bewind van president Johnson, toen tenslotte een meerderheid van de bevolking niet langer geloofde in zijn goede wil. En het waren toen de jongeren die een ronduit kwade wil aannamen. Het is te hopen dat president Nixon dat lot bespaard wordt, maar daarbij kan niet verdoezeld worden, dat het wantrouwen van de negers jegens hem alleen maar overtroffen kan wor den door het totale gebrek aan belangstelling van de jongeren voor de nieuwe president Onder alle misprijzende woorden over de studen tenrellen en de rebellie van de jongeren in het algemeen, zijn er echter ook die getuigen van waar dering en hoop. Senator William Fullbright zei: ,Ik houd niet van de extreme uitbarstingen maar an derzijds houd ik wel van hun bezorgdheid over de toestand waarin het land zich bevindt. Denk eens; hoeveel meer gedeprimeerd u zou zijn wanneer alle studenten rond liepen en het equivalent riepen van heil Hitier'. Een socioloog schreef ln een vaktijdschrift dat niet alleen de blanke radicale jongeren, maar ook de zwarte panters en de dienstwe.geraars Ame rika op een keerpunt in haar geschiedenis hebben gebracht. Deze socioloog ls ervan overtuigd dat de ze sociale revolutie een eind zal maken aan het mi litaire ,eD civiele gezag zoals dat nu bekend ls. De beroemde antropologe Margareth Mead zei een maand geleden in een lezing: .De jongeren kunnen niet zien hoe het doden van een vijand ver schilt van het vermoorden van je eigen kinderen, en zij kunnen evenmin zien hoe wij aan de een kant alles doen om onze kinderen te redden, en aan de andere kant bereid zijn om napalm uit te storten over de kinderen van anderen'. Mevrouw Mead is van mening dat de jongeren zich de noodzaak reali seren om te voorkomen dat de wereld ondergaat in honger, overbevolking en in een fataal conflict met kernwapens. ,Deze jongeren', zei zij, .vertalen deze noodzaak ln een behoefte om de baan voor nieuwe opvattingen vrij te maken, door het omver werpen van alle uitdrukkingen van het verleden, die niet# bereikt hebben. Het verleden is, ln hun ogen, een kolossale, onontwarbare mislukking". Vanuit dit ruime gezichtspunt bekeken, kan men een eventuele confrontatie tussen de overheid en de idealistische, maar vaak verwarde jongeren van deze .mompelende generatie' alleen als tragisch er varen. Wat hen voor ogen staat, zij het vaak ln niet veel meer dan een groot gevoel van onbehagen, is de moeite niet waard om te drukken, maar om te behouden. Amerika staat niet aan het begin van het verlies van academische vrijheden, maar aan da vooravond van een grote sociale omwenteling.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 17