engelands
WILDE STAKINGEN:
REM OP
VOORUITGANG
Wilsons stakingswet
een omstreden stuk
Premier
voor
moeilijke
beslissing
MAANDAG
,9 MEI I969
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
hangijzer in het Engelse politieke leven van het
het nog steeds niet ingediende wetsontwerp tot
r van het stakingsrecht. Duidelijk is gebleken, dat een
iL Wilsons aanhang openlijk rebelleert tegen aan-
van deze wet, de zogenaamde Jndustial relations
Bill'. Drs M. L. Snijders heelt zich verdiept in de achter
gronden van de groeiende oppositie tegen de regering-Wil-
son in verband met deze stakingswet. In een tweetal artikelen
heeft hij zijn bevindingen neergelegd.
LONDEN I" februari van dit jaar was het tekort op de Britse
handelsbalans 41 miljoen pond. Van 24 februari tot 20 maart
vond bij Ford Dagenham een staking plaats die aan produktie-
verlies 40 miljoen pond kostte. De helft daarvan zou normaal
lijn geëxporteerd.
Bij het bouwen van een Brits huis zijn arbeiders betrokken die
behoren tot 51 verschillende vakbonden.
Onlangs vond een staking plaats in een machinefabriek. De ene
vakbond meende dat zijn leden een bepaalde oliekraan moesten
dichtdraaien, de andere eiste dat recht voor zijn leden op. De
staking die uit dit demarcatiedispuut' voorkwam, heeft twee
weken geduurd.
Engeland kent geen nationaal minimumloon. Er zijn vijftig ver
schillende minimumlonen in verschillende takken van industrie.
Van alle stakingen in Engeland wordt 95 procent niet door de
vakbonden georganiseerd of uitgeroepen.
In de herfst van vorig jaar ontstond een conflict in een fabriek
die remmen maakt voor auto's. Tweeëntwintig man ging in
staking, waardoor de fabriek stil kwam te liggen. Maar omdat
auto's niet kunnen worden afgeleverd zonder remmen, lag na
een paar dagen ook de gehele auto-industrie stil.
Recentelijk zijn 300 van de 500 werknemers .van een speelgoed
fabriek bedreigd met ontslag als zij niet binnen een week het
lidmaatschap van hun vakbonden opzegden.
In Engeland bestaat geen wettelijke regeling van het ontslag
recht.
Voor het maken van een auto in Engeland zijn mannen nodig die
lid zijn van 21 verschillende unions'.
Half maart gingen 400 arbeiders in een fabriek van elektrische
apparaten in staking omdat door een nieuw produktieschema
hun werk veranderde. Er waren minder mensen nodig maar
er behoefde niemand te worden ontslagen, want de fabriek had
een tekort aan arbeiders. Het nieuwe schema bracht ook een
verhoging mee van het loon. De vakbonden vonden niet dat er
reden was tot staken. De arbeiders wel. Zij legden drie weken
het werk weer neer en begonnen pas weer nadat ze met ontslag
waren bedreigd.
Dit zijn allemaal voorbeelden van de bijzonder slechte arbeidsverhoudingen
die in Engeland bestaan. Verhoudingen die meer en meer de overtuiging
hebben doen groeien, dat alle maatregelen ter verbetering van de stabiliteit
van het pond, alle verbeteringen in het produktieproces en het concurren
tievermogen van de Britse industrie, niet voldoende heipen als er met een
einde komt aan de verwoestende golven van stakingen die met grote regel
maat over de Britse eilanden slaan.
In 1957 waren er in het Verenigd Koninkrijk 635 stakingen in de industrie
de kolenmijnen niet meegerekend. In 1960 waren het er 1166. in 1964 was
het aantal 1466, en in de daarop volgende vier jaar 1965 tot en met 1968,
waren er respectievelijk 1614. 1384, 1722 en 2131 stakingen. Van het ge
middelde jaarlijkse aantal van 2233 stakingen, zijn er 2125 niet uitgeroepen
door een vakbond en het aantal arbeiders dat daarbij gemiddeld per jaar
was betrokken bedroeg 663 300. Van de 2.5 miljoen arbeidsdagen die er
gemiddeld per jaar verloren gingen, was 1.8 miljoen het gevolg van wilde
stakingen.
Per 100 000 arbeiders was het gemiddeld aantal stakingen in Engeland van
1964 tot en met 1966: 16.8, voor Nederland bedroeg dat 2,2, voor Noor
wegen en Zweden zelfs 0.6 en 0.5. maar voor Frankrijk 21,8 en voor Italië
32,9. Wat het aantal werknemers betreft dat bij stakingen betrokken zijn
staat Engeland nog een iets beter figuur: alleen Nieuw Zeeland en Noor
wegen komen er beter af, maar Nederland, de V.S., Frankrijk, Finland.
Japan en nog een hele reeks industriële landen tonen ongunstiger cijfers.
En dat zelfde geldt voor het verlóren gegane aantal arbeidsdagen. Toch
kunnen die cijfers misleidend zijn. De typische Britse staking duurt wel
niet zo verschrikkelijk lang en er zijn wel niet zoveel mensen bij betrokken,
maar heel dikwijls is de keuze van het stilgelegde deel van een onder
neming zo. dat na korte tijd een veelvoud van de stakende werknemers
zonder werk komt zonder dat zij tot de stakers kunnen worden ge
rekend. Hoe dan ook: het inzicht dat er iets aan de arbeidsverhoudingen
moet worden gedaan, is in Engeland wijdverbreid en vandaar dat in Januari
de regering met een witboek kwam waarin een wet op de arbeidsrelaties
in de industrie wordt aangekondigd dat sindsdien in de Labourpartij zowel
als tussen de Labourleiding en de vakbonden een geweldige deining heeft
teweeggebracht. Verantwoordelijk voor het witboek en voor het nog
steeds niet ingediende wetsontwerp is Wilson vurige minister voor
werkgelegenheid en produktiviteit Barbara Castle.
FEL VERZET
Felst omstreden bepaling is, dat de minister de bevoegdheid krijgt een
staking waaraan niet het overleg Is voorafgegaan dat in een c.a o. bij
conflicten is voorgeschreven voor een periode van 28 dagen op te
schorten. Deze bevoegdheid zal alleen worden gebruikt wanneer de ge
volgen van zo'n .onconstitutionele' staking ernstig zijn voor de economie:
maar de naleving van deze opschorting kan zo nodig met behulp van
boetes worden afgedwongen. Verder kan de minister ook vorderen dat in
gevallen van een staking die door een vakbond dreigt te worden uit
geroepen een geheime stemming wordt gehouden om te zien of de leden
dat wel willen. BIJ ruzies tussen vakbonden die in Engeland dikwijls ont
staan en die vaak oorzaak zijn van stakingen kan de minister een of
meer bonden uitsluiten van erkenning en eveneens boetes laten opleggen
als dat besluit niet wordt nagekomen. Anderszijds kan de minister een
werkgever ook opdracht geven een of meer vakbonden te erkennen
door de veelheid ven bonden komt het namelijk nogal eens voor dat werk
gevers met een of meer bonden niet willen praten. Hoe achterlijk de
industriële verhoudingen hier en daar in Engeland nog zijn, blijkt ook uit de
bepaling, dat de werkgevers niet meer het recht zal hebben het lidmaat
schap van een vakbond te verbieden of te hinderen.
Er zullen verder (voor het eerst In een wet) regels komen tegen onbillijk
ontslag en in c.a.o.'s kan voortaan komen te staan dat naleving wettelijk
bindend is. Vakbonden kunnen het recht krijgen op bepaalde informatie
van de werkgevers en zo nodig zal de benoeming van werknemers
vertegenwoordigers in de raden van beheer worden vergemakkelijkt. Maar
ondanks deze laatste, voor de vakbonden gunstige regelingen, is het
duidelijk dat er door deze wet een rem zou worden gelegd op stakingen,
zowel de wilde (waarbij niet het geélgenle patroon van onderhandelingen
is gevolgd) als van officiële (omdat daarover nu een geheime stemming
kan worden voorgeschreven),
WILSON WIPPEN?
Vakbeweging en linkervleugel van Labour hebben felle oppositie aan
gekondigd en er worden al pogingen ondernomen de wet ingetrokken te
krijgen en zelfs om Wilson te wippen. De leider van de Labourfractie in
het Lagerhuis, Hougton. heeft deze week voorspeld dat de regerings-
politiek door deze wet door te willen drukken, zal leiden tot het uiteen
vallen van de partij, de val van de regering en een zware nederlaag voor
Labour in de volgende parlementsverkiezingen.
Intussen roepen de Conservatieven plagerig vanaf de zijlijnen, dat de
wet lang niet ver genoeg gaat en dat de regering hem toch wel niet zeI
durven doorzetten, zegt de federatie van Britse industrieën, dat het in
grijpen van de minister, waartoe de wet machtigt, veel te laat in de ont
wikkeling van een geschil komt, maken peilingen van de openbare mening
duidelijk dat de grote meerderheid van het volk wil dat er nu eindelijk eens
wat gedaan wordt tegen het onverantwoordelijke gedoe van de vakbonden
die zich maar net gedragen alsof de Britse economie er niet uiterst droevig
voor staat en heeft premier Wilson op 17 april aangekondigd dat hij zal
aftreden els de wet niet wordt aangenomen.
Ten politieke crisis lijkt ieder moment te kunnen uitbreken. Maar of dat
al gebeuren?
LONDEN Als er op dit moment in Engeland verkiezingen zouden wor
den gehouden, zouden de conservatieven een grandioze overwinning be
halen. Dat is vorige week bij de gemeenteraadsverkiezingen weer eens
duidelijk onderstreept. Premier Wilson en zijn ploeg hebben het niet zo
briljant gedaan. Niet met Rhodesië en niet met Anguila, niet met hun
houding tegenover de Amerikaanse politiek in Vietnam, niet met Biafra
en vooral niet met de economie; die er gewoon helemaal niet beter voor
staat dan toen Labour in 1964 aan het bewind kwam. Uiterlijk in 1971
moet de premier verkiezingen uitschrijven en als hij voor die tijd niet
iets heel bijzonders presenteert, kan hij met zijn partij verhuizen naar
de overkant van de smalle leren bankjes in het Lagerhuis: links van de
speaker, waar nu de Conservatieven opgewekt op dat moment zitten te
wachten: de plaats van de oppositie.
Als Wilson niet voor die tijd iets
heel bijzonders presteert: en uit die
nood is de Industrial relations bill
geboren. Althans het voornemen een
wetsontwerp in te dienen, waarin de
vakbonden aan de teugel worden ge
nomen, o.m. door middel van ver
plichte stemmingen over stakingen en
door de mogelijkheid van een 28-
daagse .afkoelingsperiode'. Maar daar
mee heeft Wilson zich, met aan zijn
zijde de dappere minister van werk
gelegenheid en produktiviteit, mevrouw
Barbara Castle, begeven tussen de
duivel en de diepe blauwe zee.
De duivel is het Trade Union Congress,
het TUC, dat zich aangetast voelt in
zijn autonomie. Achter het TUC staan
vrijwel alle 555 vakbonden, die het
Verenigd Koninkrijk zo'n onverenigd
arbeidsrijk maken. En naast het TUC
staan linkse labourafgevaardigden die
al hebben gedreigd alle partijdisci
pline in de wind te zullen slaan als
dit ontwerp ooit in het House of Com
mons komt.
De diepe blauwe zee is het water
waar Wilson invalt als hij niet door
zet. Dan lachen de conservatieven
zich een kriek en - blijkens peilin
gen van de openbare meninq - vindt
de meerderheid van het volk hem dan
een slappeling omdat hij uiteindelijk
toch niet de almachtige durfde aan
te pakken. Een ding is zeker: bij de
kiezers is het optreden tegen de vak
bonden en tegen degenen die ver
antwoordelijk zijn voor Engelands ge
weldige hoeveelheid wilde stakingen,
bijzonder populair.
Verkiezingskansen
Dat betekent voor Wilson, dat er ach
ter de diepe blauwe zee een beloofd
land van een mogelijke verkiezings
overwinning opdoemt. Hoe neemt hij
die hindernis zonder erin te verdrin
ken? Als de Industrial relations bill
tot wet zou worden, zou Wilson rustig
kunnen afwachten tot het begin 1971,
voor hij verkiezingen uitschrijft. In de
tussentijd is de kans bepaald aanwe
zig dat de economische toestand van
het land zich herstelt. Het effect van
de devaluatie van het Britse pond in
november 1967 begint waarschijnlijk
pas echt ten gunste van de export te
werken in de tweede helft van dit
jaar. En de gevolgen van de nieuwe
monetaire politiek geen zelf op korte
termijn opgenomen geld meer voor
lange termijn uitlenen - zal ook pas la
ter gevolgen hebben. De kans is verder
groot dat tegen die tijd de vooruit
zichten dat Engeland eindelijk toch
zal worden toegelaten in de EEG,
zeer gunstig zijn en dat er onderhan
delingen aan de gang zijn, omdat de
Fransen zich zullen hebben bedacht. In
de loop van één jaar kunnen daar
voor de verkiezingskansen die nu zo
somber staan, volkomen in hun tegen
deel omslaan. Wilson zal dan de over
machtige vakbonden hebben getart
en overwonnen - en er is nog altijd
weinig waarvoor de Britten zoveel be
wondering hebben als voor onver
schrokken moed, ook in de politiek.
Vakbonden
De vakbonden zelf zullen misschien
tegen die tijd hebben ingezien dat de
wet van mevrouw Castle helemaal niet
zo slecht is voor ze als ze nu wel be
weren. Want de rol van de vakbonden
wordt eerder versterkt dan verzwakt,
nu bij de wet zoveel meer gereglemen
teerde onderhandelingen worden voor
geschreven. Wilde stakingen - vijfen
negentig procent van de Britse sta
kingen zijn wild - zijn namelijk stakin
gen die buiten de vakbonden om
gaan en waarop ze geen greep heb
ben.
En dat de wet, bij vele elkaar becon
currerende vakbonden, de mogelijk
heid schept een aantal bonden niet
meer te erkennen, is voor het aan
zien van de vakbonden in het alge
meen nu ook niet zo verschrikkelijk.
Van de 555 vakbonden zijn er nu 233
die minder dan 500 leden hebben en
nog eens 142 die minder hebben dan
2500 leden. Voor de betaalde bestuur
ders van die bonden zou opheffing
natuurlijk wel zuur zijn. Maar de macht
van de vakbonden wordt door concen
tratie alleen maar vergroot. Op iets
langere termijn zijn de vooruitzichten
voor Harold Wilson dus helemaal niet
zo slecht.
Mentaliteit
Als een buitenlander die een week in
Engeland rondloopt dat kan waar
nemen, waarom is er dan in de Labour-
party toch zoveel oppositie tegen de
premier - zoveel oppositie dat de mo
gelijkheid nog altijd aanwezig lijkt
dat hij zal worden gewipt en dat een
ander, bijvoorbeeld James Callaghan,
de leiding zal overnemen en het om
streden wetsontwerp zal laten vallen?
Een van de redenen daarvoor is, dat
het niet alleen genoeg is om veran-
ringen aan te brengen in de Britse wet
geving, niet voldoende is om vernieu
wingen te bevorderen in de Britse be
drijven en concentraties in de econo
mie, maar dat het ook nodig is dat er
iets verandert in de Britse mentaliteit.
Hoe is het te verklaren dat een volk
met zoveel plezierige mensen, een
volk dat zo gedisciplineerd op de bus
wacht en auto rijdt, een volk ook dat
zo gemakkelijk mensen uit de lagere
stand in de adel verheft, dat ditzelf
de volk zo snel tof conflicten komt
over arbeidsverhoudingen, zo emotio
neel wordt bij reorganisaties, zo onlo
gisch bij de invoering van arbeidsbe
sparende machines? De oorzaken moe
ten ergens liggen vergaard in de struc
tuur van de Britse samenleving. Er is
een tamelijk sterk conservatisme, dat
zijn mooie kant heeft bij het behou
den van tradities, naar zijn lelijke bij
het verzet tegen veranderingen. Tra
dities zowel als verzet tegen verande
ringen komen psychologisch overigens
uit dezelfde bron: vrees voor het on
verwachte.
Daarnaast is er een sterk bewustzijn in
Engeland van rangen en standen. Wij
buitenstaanders verkijken ons op het
gemak waarmee men verdienstelijke
mannen en vrouwen opneemt in de
adelstand: dat is echter eerder een be
vestiging van het belang der standen
dan een verzwakking ervan. Men weet
zijn plaats in het Britse systeem en
ontleent daarvan een sterk gevoel
voor eigenwaarde. Daaruit komt naar
de mooie kant voort de rust van da
Brit, die weet wat hij doet en kar».
Maar naar de lelijke kant hef verzet
tegen aantasting van de eigen sfeer,
de overdreven gevoeligheid wanneer
er iets afgedaan dreigt te worden
aan het eigen vakmanschap. Vandaar
de ruzies over wie er een oliekraan
mag opendraaien in de fabriek, van
daar de vrijwel volledig doorgevoerde
gewoonte in vele bedrijven dat iedere
werknemer lid van een vakbond moet
zijn, vandaar ook het grote aantal
vakbonden - een voor ieder specialis
me -en de moeite die het werkgevers
en werknemers kost om met elkaar te
praten.
Want deze structuur werkt natuurlijk
naar beide kanten: een niet gering
deel van de wilde stakingen komt
voort uit hef feit dat bedrijfsleidin
gen zeer ingrijpende wijzigingen, tot
massale ontslagen toe, aankondigen
met een simpel briefje aan een mede
delingsbord.
Daardoor heerst er in de Britse eco
nomie niet dat gevoel van gezamelijke
verantwoordelijkheid voor het natio
naal welzijn dat in Nederland toch
de karaktertrek is van de relaties tus
sen vakcentrales en werkgeversorgani
saties. Een Stichting van de Arbeid
die afspraken maakt die zowel naar
werknemerskant als naar werkgevers
kant worden nageleefd is een instel
ling die er, in Britse ogen als een
sprookje uitziet.
Een opname van het Lagerhuis, in vergadering bijeen. Rechts de leden van de regeringspartij (Labour); links de
oppositie.