MONNIKENDIJK, EEN
VERLOREN STATION
Uoi'i '7 mel 1965
Is dit het gehucht Monnikendijk,
waarover de kranten vijf jaar geleden
zoveel onzin hebben geschreven Toe
gegeven, het was een verwarde zaak.
En het is nog altijd niet helemaal dui
delijk, waarom baron Maurice Huys-
sen van Kattendijke z'n Engelse neef
je lord Arran de drie grootste boer
derijen van Monnikendijk, de Adolf -
hoeve, de hoeve .Domburg' en het
.Monnikenhof' niet wilde nalaten.
Eerst stond neef Arran wel in het
testament, maar toen het werd ge
opend, bleek de baron van gedachten
te zijn veranderd. De drie boerderijen,
samen ruim tweehonderd hectare,
moesten worden ondergebracht in
een .Mauritsstichting', een stichting
ten algemene nutte', waaruit onder
meer de kerk, de leesbibliotheek en
de muziekvereniging van Kattendijke
subsidies zouden krijgen.
De inwoners van Monnikendijk, mgezete-
,'".n V'T kattendijke, hadden een accepta
tie theorie. Was baron Maurits ondanks
zijn rijkdommen niet af tijd een sober
rC !"ens Seweest? in het najaar, als
,,J, hem °aar de polders tassen Kat-
'j* en Kapelle voerde, had men hem
8s "e slootkant zien zitten, bezig
zn twaalfuurtje van meegebrachte
'1,' aTrT Was he' nil'' °P de Adolfs-
dat hij koffie en een warm maal
weigerde, toen hevige regens hem naar
de schuur hadden gedreven
Monnikendijk had een pasklaar antwoord:
de baron zou het wel niet eens zijn ge
weest met de leefwijze van z'n neefje. En
waar hij bovendien een sociaal voelend
mens was. die pachters in nood hielp en
geld schonk aan kerk en harmonie had
hij z'n fortuin zo. met deze Mauritsstich
ting. voor verkwisting willen behoeden.
Zo redeneerde men op Monnikendijk. En
al gauw wist men nog veel meer. De ba
ron woonde in Zwitserland. Daar had hij
het testament laten beschrijven, waarin
bij zelf, kort voor z'n dood, enkele wijzi
gingen had aangebracht. Voor de Zwitserse
wet zouden dde wijzigingen erkend wor
den, maar hier, en blijkbaar ln Engeland,
dacht men daar anders over. Lord Arran
was een proces begonnen om de schatten
van Monnikendijk. Als Inzet werd een be
drag van tweeëneenhalf miljoen gulden
genoemd.
De kranten begonnen de zaak nogal sim
pel te stellen. De miljoenen van de in 1961
overleden baron Huyssen gingen of naar
lord Arran of naar de inwoners van Kat
tendijke. Per hoofd van de bevolking
zou dat nog altijd neerkomen op zo'n
tweeëneenhalfduizend gulden, een leuke
meevaller, vooral in kinderrijke gezinnen
Men las koppen als ,Brit brengt sensatie ir.
Zeeuws dorp' en .Gaan de schatten Katten
dijke voorbij?' en zo'n bericht begon dan:
,In het Zeeuwse dorp Kattendijke wordl
al enkele jaren met spanning gewacht op
de uitslag van een ingewikkelde rechts
zaak over de erfenis van wijlen..'
In werkelijkheid was er noch in Katten
dijke, noch ln Monnikendijk sprake van
ook maar de geringste opwinding. Het
was vooral een zaak tussen lord Arran
en het stichtingsbestuur, waarvan de in
Aerdenhout wonende jhr J. P. A. van Len-
nep de leiding had. Won de stichting, dan
zouden enkele instellingen ln het dorp hier
zeker van gaan profiteren, maar men wist
in de gemeente maar al te goed, dat er
nooit sprake zou zijn van een rechtstreek
se uitkering aan de inwoners. Het gevecht
werd ergens ver weg tussen advocaten ge
leverd Kattendijke stond er buiten.
Err was alleen wat gespreksstof, als weer
eens een krant over het dorp en het na-
oijgelegen gehucht circuleerde, waarin he'
heroïsche gevecht van de dorpelingen om
.hun' erfenis werd beschreven En verwon
dering. zoals op de dag, toen zich een
Belg op het gemeentehuis aandiende, dn-
namens de Belgische verwanten van de
baron kwam informeren naar de erfenis
Lord Rrran heeft ten slotte afstand ge
daan van alle rechten op de erfenis zoal.»
men op Monnikendijk weet te vertellen
.tegen een groot bedrag", maar niemand
weet hoe groot.
Baron Huyssen van Kattendijke stleri
kinderloos. Hij was heed kort getrouwd ge
weest; zijn vrouw was tijdens de huwe
lijksreis al gestorven. Baron Huyssen
woonde sindsdien in Zürich, waar hij een
teruggetrokken bestaan leidde. Zo werd
hij de laatste ambachtsheer van Katten
dijke, de laatste van een regentengeslacht,
dan vele eeuwen lang grote bezittingen had
op Zuid-Beveland.
De eerste Huyssen van Cattendijke (met
C) wordt in Nagtglas' .Zelandia niustrata
met 1566 als geboortedatum genoemd.
.Het ambacht behoorde aan Hendrik van
Tuyl van Serooskerke, en kwam aan zijn
in 1658 ongehuwd overleden zoon Adriaan
van Tuyl. Door koop schijnt nu het gehele
ambacht, waarvan Johan Huijssen van
Cattendijke (1566-1634) reeds een deed be
zat, ln zijn geslacht te zijn gekomen. Jo
han Huijssen Johsz., heer van Kattendijke,
Vosmaar enz., raad te Middelburg, huwde
in 1656 Cornelia van der Nisse, vrouwe van
Zaamslag, waaruit Maria Suzanna Huijs
sen, vrouw van Kattendijke. Johan Hiero-
nimus Huijssen, heer van Vossemeer,
Zaamslag enz., burgemeester van Middel
burg, wiens zoon mr Alexander Johan
Hironimus Huijssen, in den .Tegenwoordi
ge Staat van Zeeland', als eigenaar wordt
genoemd. Op de laatste steenrol staat het
ambacht groot 936 gemeten, 298 roe
den, ten name van Anna Hurgronje, en
werd 11 October 1792 verheven op haar
zoon Willem Jacob Huijssen. In .Goessche
naamwijzer voor .1875' worden als eige
naars genoemd de erven van jhr J. M. ba
ron Huijssen van Kattendijke'.
Monnikendijk, gering deel van Kattendij
ke. waar het eigenlijk om ging, bleef in de
affaire rond de erfenis op de achtergrond.
Men vindt het aan de weg van Kapelle
naar Kattendijke, een nietig, verdroomd
gehucht aan een polderwatertje, waar bloe
sems en jong groen de weinige witge
kalkte huisjes een opgewekt aanzien geven
VLjf, misschien zeven huisjes bij elkaar,
wel dertig als men ze alle telt, verderop
langs de Monnikendijk in de richting
Kattendijke. Het begint met de boerderij
.Monnikenhof (voor paardenliefhebbers
een bekende naam, jarenlang werden hier
de kampioenen koudbloeds gefokt, uit de
stallen Timmerman) een naam die herin
nert aan een voor de dertiende eeuw op
merkelijke vooruitstrevende instelling, een
soort bejaardentehuis voor monniken. Het
was een dependance van een klooster te
Krabbendijke, waar monniken hun oude
dag mochten doorbrengen.
Zelandia ülustrata' onthult en passant,
dat het gehucht ook wel als .Monsterhoek'
bekend stond: .Monsterboek, den Monni-
kenhoek of het Monnikenhof. niet ver van
Wemeldinge, onder Kattendijke, was een
zogenoemd uithof van het klooster te Krab
bendijke door Hendrik van Schoten in 1187
aan de abdij Ter Doest, bij Brugge, ge
schonken.
Van dezer uithof wordt reeds in 1214 mel
ding gemaakt, toen Wouter van Cruimn-
gen eenige goederen In Zeeland aan ge
noemde Abdij afstond. In 1323 kregen
de geestelijken te Monsterhoek van den
graaf vergunning om enkele goederen in
dien omstrek te verpachten, mits aldaar
een priester stellende, om dagelijks de
mis te lezen. In de kerk te Krabbendijke
vond men een grafzerk met de namen van
geestelijken te Monsterhoek Den 31 De
cember 1582 werd Monster opgedragen aan
graaf Gunther van Zchwarzenberg. door
zijn huwelijk met Catharina van Nassau,
zwager van Willem I. in mindering van
hetgene de staten hem wegens oorlogs
diensten verschuldigd waren. Hij stierf
spoedig daarna, waarop de uithof in han
den kwam van mr Johan Huijssen van
Cattendijck, die het gebouw in 1629 liet
afbreken'.
Merkwaardig.is, dat een lage vlakte m de
omgeving van de boerderij ,Het Monniken-
hof' nog altijd ,de visserij' wordt ge
noemd. Als tijdverdrijf gingen de bejaarde
monniken hier vissen, zo wil de overleve
ring. De plaats, waar in Krabbendijke het
eigenlijke klooster stond, heet nog altijd
de Monnikenpolder.
De tijd gaat aan Monnikendijk niet voor
bij. Zoals in Kattendijke al dertien huis
jes in handen van Duitse rustzoekers zijn
overgegaan, zo zijn ook in het gehuchi
al verschillende pandjes voor recreatiedoel
einden in gebruik. En zoals overal in ver
gelijkbare gemeenschapjes zijn de Jonge
mensen weggetrokken. De oudere mensen
van Monnikendijk herinneren zich nog, hoe
ze aan het begin van deze eeuw op de
dompjes naar de school in Kattendijke
liepen Een groepje, dat onderweg aan
groeide tot vijftig, zestig kinderen. Nu zijn
het er nog drie. Op het jongste schoolreis
je heeft men zelfs de kinderen van de
eerste klas mee moeten nemen, andera
kwam het busje niet vol.
In de tijd van de kinderen op klompjes
was er nog allerlei vertier in Monniken
dijk- Een smederij en een wagenmakerij
zorgden voor bedrijvigheid en :n de jaren
twintig had men grote verwachtingen, toen
het locaalspoortje tussen Wemeldinge en
Goes werd aangelegd. Men kan nog het
oude spoorhuis aanwijzen, de halteplaats
Monnikendijk voor passagiers, maar voor
al voor het laden van aardappelen en
suikerbieten. In de tweede wereldoorlog
.s de spoorkjn afgebroken de rails ver
dween naar Duitsland en dat was defi
nitief het einde van Monmkendijks bewo
gen periode aan de spoorlijn.
Er was eigenlijk steeds een zeer con
stant aanbod van passagiers ge
weest: op alle werkdagen één. Wel
altijd dezelfde passagiere. Dat was
Pietje, een boerenvrouwtje in goeie
doen', dat dagelijks ging winkelen in
Goes en een eigen plekje' had in het
overzichtelijke treinstel. Op een dag
had een vreemde dame bezit genomen
van haar plaatsje. ,Ze moet d'r af',
commandeerde ze de conducteur, .an
ders zie je me nie meer'.
Pietjes plaatsje weerd haastig vrij
gemaakt. Het individu had, zich be
roepend op het gewoonterecht, een
mooie overwinning behaald op de op
dringerige massa. Het station Mon
nikendijk is helaas verloren gegaan.