m üüflflöflüflüfl ÜÜÖÜÜQÜQQQ flflüüOQÜQÜQ ÜOÜQQQÜÜÜ !ül»L»_LgJ flü ÜÜÜflQQÜQÜÜ! AVONDMAALSVIERING KERN VAN EXPERIMENTEN Anders zijn Looooo ioOOOO Zaterdag 26 april 1969 zaterdagnummer 0V-L^gvi Columbia - het land van de koffie - moet vandaag 39 balen koffiebonen exporteren om één vrachtwagen uit de industrielanden te kunnen kopen. In 1950 waren dat er 15. welvaart 1100 miljoen mensen Wf armoede 2200 miljoen mensen r\ Tegen elke ff yi 11 gulden die wij MII verdienen, yTr verdienen de armen slechts 1 gulden ,0e machtsverhoudingen zijn op langere termijn in de internationale politiek doorslaggevend. De ver houding Noord-Zuid (rijke-arme landen) is niet zo belangrijk. De zuidelijke landen beschikken nog niet over een begin van industrie, die zullen nog tien tallen of misschien wel honderden jaren door onder linge conflicten heengaan. Nee, Hét probleem is China en het grootste deel van de wereldpolitiek houdt op langere termijn al rekening met de aan wezigheid van China'. Aldus kon men vorige week in Vlissingen horen zeggen het eerste kamerlid mr H. van Riel (vvd). Hel is een standpunt. Een ander standpunt kon men ook op die avond beluisteren van de heer J. W. Hupkes, voor- zitter van de Schelde-directie, die als koopman vond dat Nederland zich beter wat kan terugtrekken uit het grote politieke spel en meer de richting op kan gaan van het handelspolitieke spel'. Dat is ook een standpunt. Beide gezichtspunten zijn maar deeltjes van het hele vraagstuk, dat men kon noemen wereldontwikkeling. Die wereldontwikkeling wordt bepaald door een eerlijker welvaartsverdeling en door wereldvrede. De twee V's, Verdeling en Vrede hangen nauw met elkaar samen en vormen zelfs een bedreiging van elkaar, direct en in direct. .Indirect, omdat de drie andere grote bedreigingen ven de wereldvrede: de bewapeningsinspanningen, de rassendiscriminatie en de Oost-West tegenstellingen er ten eerste door worden verscherpt'. Elk van deze drie Eentièle oorzaken van een volgende en dan ook de Isle wereldoorlog zou op het ogenblik een minder ernstige bedreiging voor de wereldvrede vormen zij onafhankelijk van elkaar zouden zijn. Zij staar onathankeliik SÜPSPflK )t op zichzelf, doch zijn alle zowel onderling als met hel vraagstuk van het welvaartstekort in het Zuiden ver bonden', aldus drs J. P. Pronk van de Ned. economische hogeschool in Rotterdam in .Welvaart en armoede', cahier GEEN SPLITSING N'j yjl'st er terecht op, dat deze vier zaken niet zijn te scheiaen: de Oost-west-verhouding, de rassendiscriminatie en de verhouding Noord-Zuid leiden tot opvoering van oe bewapeninsinspanningen en het gevaar van die inspan ningen is nu al dat men het zelf ontwikkeld geweld niel meer de baas 's. Ook de rassendiscriminatie heeft belang- e raakvlakken met de Noord-Zuid-tegenstellingen. Om een voorbeeld te nemen: Amerikaanse negerorganisaties |ae have-nots) zoeken kontakt met andere ,have-nots' in oe landen van het zuiden, Afrika bijvoorbeeld en Zuid- merika, maar de VS zelf achten zich niet voldoende in «aar om het .negerprobleem' in eigen land beter aan te paKKen omdat men oorlogsinspanningen elders heeft, Vietnam bijvoorbeeld. ,De Oost-West tegenstellingen ten slotte, in wezen een meningsverschil omtrent het juiste sociaal-economisch stelsel, wordt al jaren niet meer in Europa uitgevochten doch in Afrika, Azië en Latijns- Amerika. En het is duidelijk dat China, zowel behorend tot het Oosten als tot het Zuiden maar nog niet tot de door het Noorden en het Westen in het leven geroepen volkerengemeenschap die de Organisatie van de Verenig de Natie wil zijn het reusachtige scharnier vormt waar omheen vele internationale spanningsrelaties draaien', al dus de heer Pronk, die daarna nog op de directe bedrei gingen van de wereldvrede wijst door het grote verschil In arm en rijk: spanningen tussen de .haves' en de ,have- not', de bezitters en degenen die niets hebben, kan met ongestraft in een samenleving blijven bestaan. En het is overal te zien dót de zaak in beweging komt. Overal ont staan sociale bewegingen met een steeds meer revolutio nair karakter, revolutionair in de zin van met wapens, de negerbewegingen in de VS als de Zwarte panter, de guerilla-aktiviteiten in Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen. SOCIALE REVOLUTIE In sommige gevallen, lang niet alle, zijn het christenen, veelal niet de gevestigde kerken zelf, maar individuele leden, die of zelf met de sociale revolutie beginnen, in eerste beginsel vrijwel steeds geweldloos, of sociale ge welddadige bewegingen met man en mankracht steunen. De kracht der overtuiging is, daar komt men meer en meer achter, niet zo sterk als het erom gaat om systemen te veranderen. Dat men daarom meer en meer de wape nen ter hand neemt is niet zo onlogisch: de voorbeelden van de rijke (oost en west) landen, aie hun eigen systeem en door hen gesteunde systemen, op hun manier ver dedigen tegen vernieuwing en verbetering, zijn legio. Waar het echter om gaat is, dat de revolutionaire be wegingen, burgeroorlogen, guerilla-aktiviteiten e.d. be paald niet altijd, meer niét dan wel, interne zaken zijn van jonge staten, van arme landen, maar dat er een duide lijk verband bestaat met de verhouding haves en have- nots. Het Israël-Arabische conflict heeft er mee te maken, de Nigeria-Biafra-oorlog is niet alleen een stammenstrijd, maar er zijn duidelijk ook oliebelangen in het spel. Waar men uitgaat van de status quo, van een onverander lijk dezelfde blijvende situatie, die niet kan (of wil, of moet) worden veranderd, komt men tot uitspraken als van de heer Van Riel. De opmerking van de heer Hupkes ging in een andere, een betere richting. Noodzakelijk is, louter al om hel voortbestaan van de mensheid, dat opheffing van hel welvaartstekort in het Zuiden bovenaan de lijst van regeringsprogramma's komt te staan. (En dus van de sta ten in hun geheel, dat zijn ook de burgers). De ontwikkelingshulp moet meer en beter worden ge organiseerd. Niet het belang van noordelijke landen moet daarbij op de voorgrond staan (bijvoorbeeld de redenatie: wat krijg ik terug voor mijn dure geld], maar er moet naar de behoefte van de zuidelijke, oe arme, landen worden gekeken. De binnen- en buitenlandse politiek van de rijke landen moet daarom worden afgestemd op een snelle en versnelde economische groei van de ontwikke lingslanden. Dat vraagt allemaal om een struktuurwijziging in de wereldeconomie. Niét om een status quo, om een bevriezing van de huidige toestand en een voorzichtig laveren om er zelf beter van te worden. Dat kan alleen door boven-nationale organen tot stand worden gebracht, door een instantie als de Verenigde Naties en haar economische organen. Er wordt natuurlijk al het één en ander gedaan, in de vorm van ontwikkelingshulp en ontwikkelingsfinanciering, maar het is veel te weinig. De ontwikkelingslanden vra gen om een eerlijke handel. Zij krijgen de kans niet om hun produkten in te voeren in de rijke landen, want die beschermen eigen produkten met torenhoge invoerrechten, De ontwikkelingslanden worden door die twintig tot dertig procent invoerrechten bepaald niet geaktiveerd. Wat de kapitaalhulp betreft: de arme landen krijgen haast de kans niet om met de hen geleende kapitalen te gaan werken. De renten van deze doorgaans korte termijn leningen zijn hoog en ze moeten nu al het ene gat met het andere vullen: met de ene lening de rente en aflos sing van een vorige lening afbetalen. De schuldpositie van de gezamenlijke ontwikkelingslanden aan de in dustrielanden is bijvoorbeeld van 1955 tot 1965 gestegen van 10 tot 36,5 miljard dollar. De jaarlijkse rente en af lossing is ongeveer de helft van de ontvangen kapitaal hulp. Het is daarom niet zo gek sis de arme landen vragen om en zij worden daarin gesteund door VN- organen en internationaal befaamde deskundigen als pro fessor Tinbergen en dr H. M. de Lange om kapitaals- giften, om leningen met langere looptijden en met renten die niet zo exorbitant hoog zijn. Meerjarenplannen zijn nodig voor ontwikkeling van hun economie. Van bijzon der groot belang is voorts de terugbetaling van leningen met eigen produkten. VRAAGTEKENS Deze en andere wensen kan men ook vinden in een evalutatierapport van de ontwikkelingshulp dat aan de Nederlandse regering is uitgebracht. Daarin zijn overi gens vraagtekens gesteld ten aanzien van de hulp aan Indonesië. Er wordt met twee maten gemeten bij de Nederlandse hulp aan de ontwikkelingslanden-, en Indo nesië krijgt daarbij de inhoud van de grootste maat In donesië ontvangt bijvoorbeeld tweederde van de bilate rale (van land tot land) hulp en daarmee dreigt uitbouw van de hulp van India en Pakistan te stagneren, aldus het rapport. Bovendien: een deel van die bilaterale hulp be staat uit giften. De andere hulp-ontvangende landen moe ten rente betalen van de niet geschonken maar geleende gelden. Dr Laqerberg van het instituut ontwikkelingsvraag stukken in Tilburg zei daarom onlangs niet ten onrechte: ,het is alsof in het kader van ontwikkelingshulp v Jerlana. In donesië nu alles mogelijk is vanuit Nederland'. Hij zag een duidelijk verschil in behandeling met andere landen. Dat heeft te maken met het feit dat het bedrijfsleven nog al wat mogelijkheden ziet in Indonesië. Er zijn nogal eens wat handelsdelegaties heen geweest. Hier wordt de laat ste tijd de vraag gesteld en dat geldt ook voor andere landen of geen neo-kolonialisme dreigt in ontwikke lingshulp' liever: samenwerking ontaard in be voogding van het ene grote, rijke fand ten opzichte van het arme, kleine. Als particulier en overheidskapitaal te veel verstrengeld worden waarbij particuliere kapitaal op het behalen van winst voor het eigen bedrijf uit is dan dreigt in ieder geval neo-kolonialisme, onder het mom van ontwikkelingswerk. Als bovendien als voorwaar den wordt gesteld door het .gevende' land dat de ge leende kaptialen worden gebruikt om produkten uit dat gevende land te kopen (dan is dat ook een vorm van uitbuiting) op op economische schaal al duidelijk. Het ontvangende land heeft dan riet de kans om goedkopere produkten elders te kopen, bijvoorbeeld in een ander ontwikkelingsland. Ontwikkelingssamenwerking is niet een zaak van de eco nomen en van de economie alleen, die samenwerking be gint al bij een mentaliteitsverandering bij de gewone burger', want die moei ermee akkoord gaan dat, en moet weten, hoe het zou kunnen, wat er moet gebeuren De kerken hebben hier wat althans de wereldraad van kerken betreft al sinds 1954 een taak gezien. En die wordt wat Nederland betreft de laatste jaren meer en meer begrepen. De interkerkelijke vredesweek, september dit jaar, wordt aan de rijke-arme landen gewijd. Er is in middels in dit gewest, werkgroep interkerkelijke vredes beraad, die onder auspiciën van de Zeeuwse kontakl- groep jeugd en oecumene aktiviteiten zal ontplooien. Ter voorbereiding van de interkerkelijke vredesweek is er zaterdag 10 en zondag 11 mei een weekeind op Hede- nesse voor jongeren en ouderen En morgenavond, zon dag, wordt in de Koorkerk te Middelburg een dienst door jongeren georganiseerd, die op bijzondere wijze gewijd ;s aan ontwikkelingssamenwerking. Daarbij zal zowel met verwelkte als met frisse bloemen worden gewerkt, met rietsuikerzakken en met Leen Jongewaard. In de inier- kerkelijke vredesweek zal op 28 september in Goes een provinciale manifestatie worden gehouden, waar zal spreken drs J. P. Pronk. Er komt een mimegroep van de rijkskweekschool, Dimitri van Tooren heeft medewerking toegezegd, er zijn cabaretplannen van Freek de Jonge en de expositie van de katholieke werkende jongeren, die tijdens de vastenakfie de ronde deed in Walcherse en Bevelandse kerken zal weer te zien zijn. Ook op het plaatselijk vlak gaat dus waf beginnen aan informatie over ontwikkelingswerk, aan een mentaliteitsverbetering Men mag echter nog meer verwachten van de plaatselijke kerken in Zeeland .Parochies en kerkeraden ontsieren hun agenda's niet met deze wereldpolitieke vragen, akti viteiten en uitdagingen: zonder deze agendapunten ont sieren ze het evangelie', kan men lezen in ,Aan de wer kers van het elfde uur', van de werkgroep kerk en ont wikkelingssamenwerking van de Raad van kerken. WILL. J. VERKERK. Kan dat allemaal nu zo maar? Zo ongeveer is ons tweemaal gevraagd en men doelde daarbij op wat wij in deze tijd gewoon zijn geworden .experimenten' te noemen en daaronder wordt dan voornamelijk verstaan het gezamenlijk viereh van de eucha ristie, het Avondmaal (het geeft niet hoe men het noemen wil) door protestanten van verschillende kerken en rooms-katholieken. Hierbij verzorgen gewoonlijk pries ters en predikanten gezamenlijk de liturgie. Wanneer het tweemaal tot zo'n hoorbare vraag komt, kan men er zeker van zijn, dat het heel wat meer keren wordt gevraagd en zeker wan neer men er ook nog bij rekent de vragen die leven ln het hart zonder dat ze ln woorden worden omgezet. Deze vraag zal wel sterker zijn geworden toen er ook uit onze provincie berichten over dergelijke gemeenschappelijke vieringen in de pers kwamen, waarover u ln dit dagblad hebt kunnen lezen. In een klooster kapel is gezamenlijk het Avondmaal gevierd door een aantal predikanten en priesters. Bedienaar van het sacrament was een gereformeerd pre dikant. Bedienaar van het Woord was een pa ter. De liturgie was van gemengden bloede, zoals men ln dit gezelschap kan verwachten. Het brood werd in ouwel vorm uitgereikt, wat aan de r-k-eredienst herinnert. De beker met de wijn gaven de deelnemers aan elkaar door, wat weer herinneringen oproept aan het protestant se avondmaal. Er stond nog bij vermeld dat van r-k-zijde geen prijs werd gesteld op de naam .eucharistie'. Maar, al stelde men dan geen prijs op die naam, wilde dat ook weer niet zeggen dat men er ntet aan mocht denken. Het ls misschien voor de rk-priesters vooralsnog voorzichtiger ook deze naam te vermijden. Doch, kan dit nu allemaal zo maar? Zoals bekent is het sacrament van het H. Avondmaal en het sacrament van de H. Mis (tegenwoordig meestal eucharistie genoemd) niet bepaald het teken van de hereniging ron dom Christus geweest. In de tijd van de Refor matie lag hier een van de belangrijke breuk lijnen en het is niet teveel gezegd dat door de aantasting van de mis en de gehele gedachten- wereld die daarmee samen hing, in de 16e eeuw de RK kerk uit z'n voegen is gelicht. Het sa crament dat voor de kerk het teken van her eniging zou moeten zijn, Is geworden tot teken van strijd en verwijdering. In die tijden gebruik te men bovendien nogal krasse bewoordingen om te zeggen wat men precies van de opvat tingen van de ander dacht. Zo staat in vraag en antwoord 80 van de Heldelbergse Catechis mus wat men dacht over de .Paepsche Mis'. En dat in een leerboek dat ln die tijden buiten gewoon irenisch van inhoud was. Tegenover de Heldelbergse Catechismus staat de pause lijke bul .Exurge Domine', die Iets eerder was verschenen dan vraag en antwoord 80 werden geformuleerd. In de eerste druk van de Heid. Cat. zfln ze niet te vinden. Voor de tweede druk werden ze geformuleerd, geïnspireerd door de pauselijke bul, die ln even krasse woorden sprak over het H. Avondmaal. Er ls wel eens het voorstel gedaan dit gedeelte uit de Held. Cat. te verwijderen. Dit heeft, menen we, weinig zin, evenmin als het nu nog veel zin zou hebben wanneer de banvloek tegen Luther werd her roepen. Wanneer de kerken alles zouden moeten inslikken wat ze zo al in de loop der tijden tegen elkaar hebben uitgebraakt, zouden ze in onpasselijkheid ten onder gaan. We leven niet meer in de 16de, maar ln de 20ste eeuw en gelukkig liggen de dingen tegen woordig geheel anders dan dat vier eeuwen geleden het geval was. Toch blijft de vraag natuurlijk of er verschil is tussen M1b en Avondmaal. Om het iets anders te stellen: zij die aan het .experimenteren' zijn zullen niet ln grote oppervlakkigheid lets van de mis en van het avondmaal door elkaar heen hebben ge klutst. Zij zullen met elkaar gesproken hebben over de betekenis van het sacrament. Zij zullen ook met elkaar gesproken hebben over de achtergronden van vraag en antwoord 80 van de Heid. Cat., ook al is deze misschien niet eens genoemd. Zij zullen gesproken hebben over het gebonden zijn aan Christus en door hem over de gebondenheid aan elkaar. Gebonden aan Christus staat men niet meer vrijblijvend tegen over elkaar en zo, om daaraan uitdrukking te geven, heeft men dan t es amen in die klooster kapel het H. Avondmaal gevierd. Men heeft het gedaan op zulk een w|jze dat men de ele menten van het sacrament, zoals men dat kende in beide kerken, heeft laten samenvloeien. Van het Zeeuwse experiment is ons verder officieel niets meer bekend dan wat we ervan hebben gelezen. Des te meer is dat het geval met het experiment in de Utrechtse studenten parochie, dat vermaardheid heeft gekregen door de ontheffing uit hun ambt (zij het dan ook tijdelijk) van de drie rk-8tudentenpastores, omdat zij, gezamenlijk met him protestantse collega's de Eucharistie vierden en bij deze viering de. Itturgische woorden en handelingen door een predikant lieten uitspreken en ver richten. Op het Pastoraal Concilie ln de week na Pasen, was de Utrechtse kwestie de oor zaak van heel wat spanningen, totdat er een verklaring kwam dat deze zaak een oplossing nabij was. Daar, op het Pastoraal Concilie kregen we ook de verklaring van het convent van Utrechtse studentenpastores en van de parochieraad van de Utrechtse studenten parochie. Uit deze verklaringen Interesseert ons vandaag vooral de redenen waarom men ge komen ls tot die gemeenschappelijke vieringen. We halen deze aan omdat we menen dat hier motieven naar voren komen die telkens weer in het geding zijn. Allereerst reeds de vraag of het Avondmaal en de Mis het teken ls .van een organisatorische eenheid' (een bepaalde kerkorganisatie dus) of dat het meer ls. De Utrechtse christen-studenten hebben sinds de oorlog voortdurend hun ergenis gemanifesteerd over de opgeelotenheid van christenen binnen hun kerken'. Daarom hebben hun .pastores" elkaar opgezocht, gesteund en ,zich samen ver antwoordelijk gevoeld vanuit him ambt en opdracht voor de gelovige samenhang van christen-studenten'. Uit deze verbondenheid is voortgevloeid .eerbied voor en erkenning van eikaars ambt, allen delen ln de zending van de Ene Heer'. Met name de katholieke pastores voelen zich verlegen en betrapt als zij aan hun protestantse collega's niet mogen zeggen dat zij en hun gemeenten het ambt als gave en opdracht van de Heer ontvangen hebben'. De tien «tud en ten pastore* ln Utrecht van diverse kerken, .erkennen unaniem eikaars ambt en vinden deae vieringen onmisbaar in het kerke lijk leven van henzelf en van de studenten'. Zij hebben daarom da ruimte genomen een priester te laten voorgaan bij het H. Avond- STEMMEN UIT DE KERKEN mal en een predikant bij de H. Eucharistie. ,ZiJ wensen een dergelijke ruimte ook te krijgen voor een groeiend aantal gelovigen ln andere kerksituaties". Zij weten dat er ,niet onbelang rijke verechillen in accent' zijn, maar eveneens weten zij dat hün geloof ,op de wezenlijke punten overeenstemt'. Zo kunnen er nieuwe kerkelijke verhoudingen groeien zoals er inder daad bezig zijn te groeien, want .niet de theo logische formule geeft primair de garantie van echtheid en waarde maar een zoekend en tastend, maar tegelijk onbevangen antwoord op de uitnodiging van Christus'. Kan dit alle maal nu zo maar? In Utrecht heeft men ge vraagd: .Mogen wij het nalaten?' Experimenten hier en experimenten daar. We zijn er allemaal vóór, als men ze tenminste niet gedachteloos begaat en als zulke experimenten de kerken maar dichter bij elkaar brengen, want het gaat ln de kerk om een zaak die boven de kerken uitgaat; het gaat om de ge bondenheid aan Christus, de gebondenheid in waarachtig geloof. Toen we onlangs over deze avondmaals-eucharistievieringen spraken en de verschillen die hier ln het wederzijdse denken liggen, werd ons de vraag gesteld: bent u er zeker van, wanneer u in uw kerkelijke gemeente het Avondmaal viert, dat ze er allemaal dan gelijk over zullen denken? Daarop hadden we Qlet graag een bevestigend antwoord gegeven. Toen werd er verder gevraagd: wat is belang rijker, de eenheid in denken, of de gebondenheid aan Christus? Een vraag om er kerkelijk over na te denken. Natuurlijk liggen hier nog een heleboel kwesties, maar we menen dat we van daag zijn terechtgekomen ln de achtergronden van de experimentele kerkdiensten en dat was de bedoeling. H. Als je in deze dagen na Pasen van tijd tot tijd eens rustig de Handelingen van de Apostelen leest en op je laat inwerken, dan valt het je op, hoe de Ver rijzenis van de Heer het cen trale, fundamentele punt van de verkondiging van Petrus is. Voortdurend komt het terug: ,God heeft Hem uit de doden doen opstuan'. ,Hij is niet dood. was getuige zijn van de op standing. Hoe anders is dat in onze dagen. Kerstmifi. de nering van Zijn geboorte .doef ons veel meer 'dan Pa sen. De vraag ts maar in hoe ver wij hierin christelijk en bijbels denken en beleven. Door de Verrijzenis wordt atis duidelijk dat de Heer telkens weer anders' ts. Ze hadden Hem gedood en dachten: ,Zie- zo, dood is dood; dat is dus af gelopen'. Maar de werkelijk heid was anders: want toen begon het pas. En de aposte len en hun vogelingen zeiden JJood is niet dood, want Hij leeft'. En zo waren ze volko men in de stijl van Hem, die telkens zo anders wasdat Hij durfde zeggen; .Wie zijn le ven verliestzal het vinden'. Helemaal in de stijl van: Za lig de armen, zalig die schrei en'. En daarom kon van hem ook dat vreemde gezegd wor den, dat ze verheugd waren omdat zij waardig l zvonden waren smaad te lijden. Het »s allemaal zo helemaal anders dan je met je mense lijke redelijkheid zou denken Haaks erop. Je zou toch zeg gen: Als mens heb je toch recht op een redelijk bestaan, op voldoende comfort. Maar de christen die gedreven wordt door de geest van 4e Verreze- ne, is anders, zoekt de verpau perde en deelt. Het is toch zo redelijk: word je aangevallen, dan sla je terug en hard ook. Maar als je mei hart en ziel in de opstanding gelooft, dan doe je anders. Maar ei gelijk ben je toch gek als je dot doet. Dat klopt, wanr viel ook dat woord niet: ,d" dwaasheid van het kruis' f Een christen is iemand die an ders is, die zich niet leerlegt bij het haalbare, die nooit zegt dat iets-onmogelijk is, die er nooit ,is*, die steeds op weg is, die steeds anders wil, beter. Dat is de boodschap van de Verrezene. van Pasen. Zou den er onder de fihristenen' veel van die gekken zijn.' La ten we er voor bidden. J. de Bakker c.m., Vlissingen. Onder de korte overdenking van vorige week is de naam weg gevallen. Men diende daar te lezen: C. Mulder, Poortvliet. kerk tooi monerumf!j'""® bereidden deze week een speciale aan ontwikkelingssamenwerking gewijde dienst in de Koor- (De 'II i' L"avona om zeven uur, bovenaan de pagina zijn vtt Piet Reckmans Je geld of je leven', een Authosboek).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 25