[EN .KLOMPJE 3LANKEN' EN DE ZWARTE MASSA IENSDAO 9 APRIL 1969 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 Het vorige artikel verscheen in de PZC van saterdag S april JL Bantoes in Durban: de woonwijk Kwa-Mashu. KAAPSTAD Minister dr C. P. Mulder be- irt de portefeuille van inlichtingen en emigra- en is een gedecideerd man. Hij spreekt vlug en ider aarzelen: het beleid van de gescheiden wikkeling vindt in hem een vurig verdediger, ls een ,Afrikaner-seun', die zijn opvattingen lodig met de bijbel in de hand wil en kan ver- igen. Bovendien is hij oud-leraar: zijn geschie- islessen moeten boeiend zyn geweest, want hij t beeldend vertellen, verhalen over de blanke Ikanerstrijd om de eigen mensen bij elkaar te agen, mensen-met-harde-koppen. Iet was hier maar een klompje blanken', zegt de minister, ,een klompje blanken aan de zuid punt van dit onmetelijk zwarte continent. Dat schept een gevoel van eigenwaarde en van vast beradenheid. Stelt u eens voor: een jonge boer van zestien, zeventien jaar. Hij trouwt met de dochter van een buurman laadt een ossenwagen vol en trekt een mijl of zes weg van het ouderlijk huis naar een ,waterplekkie of fonteintje om daar syn huissie te bouwen'. Zo ging dat vroeger. Die jongen was dan heer op zijn eigen hoeve, baas op z'n plaats, hij had het gezag in zijn hand, moest besluiten nemen die golden voor zijn hele gemeen schap. Dat schept zelfstandige mensen, individua listen. Dat is onze erfenis. Ik ben er trots op.' inister Mulder is nakomeling van .klompje mensen", hij voelt zich lerder van de erfenis en is daar- fel voorstander van de politiek, dr Verwoerd heeft ontworpen: beleid van de gescheiden ontwik- ig. ,Wij weten dat de meerder- van de Zuidafrikaanse bevolking blank is en daarmee hebben we ning te houden. Dat wil zeggen: ve één staat zouden aanvaarden, zou er hier automatisch een •te regering komen. Waar moe wij dan heen? Wij hebben geen rland in Europa of waar ook, villen dat ook niet hebben. Ons rland is hier, in Zuid-Afrika'. aar vergis u met: de blanke is bereid zich in een vestiging te Shansen, hij gaat geen blanke at van Zuid-Afrika maken. Zo is is hij niet. Wij kennen de lit van het nationalisme, het leeft is hart, het leeft ook in het hart de niet-blanke. Daarom kozen lier voor een praktische oplos- waa rin alle na tional ismen een s kunnen vinden. Dat wil zeg- wlj beschouwen Zuid-Afrika niet als één staat, maar als een sa- joeging van volkeren, zoals rond na Christus er een conglomera- an volkeren in het Heilige Room- ,ijk bestond.' lehler onze oplossing in de prak- we verdelen het land in aparte in, scheppen aldus eigen landen de diverse bantoegroepen, waar Ich kunnen ontwilckelen volgens I opvattingen en met behoud eigen tradities en taal. Zo zal land uiteindelijk acht of negen n omvatten, waarvan er één f#al zijn, de andere daarente- nlet-blank. We moeten die niet je landen in de gelegenheid stel- sich naar eigen vermogen en in 1 tempo tot volle soevereine sta te ontwikkelen. Wy willen geen •slaaf-verhouding jegens de an- Irassen. Wij geloven slechts in baasschap van de blanke in zijn l gebied en in het baasschap van ■antoe in het bantoegebied. .uister Mulder is ervan overtuigd le wereldopinie Zuid-Afrika lang- ïrhand gelijk zal gaan geven, denk eerlijk: ons ontwikkel uit lonker uit, haat en vijandschap in langzaam plaats voor begrip, i en,ls dat 0ok een gevolg van ueursl.elling, die de blanke we- toch wel moet voelen over wat de rest van Afrika is gebeurd, noeilijk ligt bijvoorbeeld de ver- oig der rassen in Amerika. Ook land heeft sinds kort zijn zwa den. Ik geloof oprecht, dat de d langzamerhand bereid zal zijn ie situatie in ons land met ob- we ogen te bekijken. Vroeger ielde men zonder ook maar de 1 te kennen." GANGSPUNTEN niet alleen door de bril van een kabi netsminister, hoe welsprekend en hoe vriendelijk deze bewindsman ook mo ge zijn. Objectief gezien kunnen de uitgangspunten van het apartheids- beleid als volgt worden aangegeven: Rassenvermenging is onverant woord. Met name het blanke ras moet zuiver worden gehouden en dient zijn vooral economisch be langrijke positie te handhaven. Er kan derhalve geen sprake zijn van een multi-raciale maatschappij, waarin aan elk Individu, ongeacht ras of kleur, stemrecht wordt ge geven: de positie van de blanke zou daardoor volledig ondermijnd worden. Dat kan niet worden toe- Er kan evenmin sprake zijn van een ongereglementeerde en buiten parlementaire oppositie, die ras senvermenging voorstaat of de blanke positie wil verzwakken. Er dient derhalve een siluitend veilig heidssysteem te worden opge bouwd en alleen legale oppositie wordt toegestaan. bevolking daarentegen met honderd zesenvijftig procent. Met andere woorden: economisch gezien is er geen sprake van gescheiden ontwik keling, maar juist toenemende ver menging. Dit aspect maakt duidelijk, dat de regering op dit stuk van zaken reeksen maatregelen moest nemen, teneinde de apartheid te kunnen handhaven. Deze maatregeler te geven: zijn als volgt aan t objectieve ogen. Dat wil zeg de situatie in Zuid-Afrika zake- sn feitelijk bekijken, bovendien In deze tijd van moderne c nicatie en snelle verstedelijking is het onmogelijk de grote aantal len bantoes, die nog in stamver band leven, in hun primitieve staat te laten. De blanke heeft bovendien een morele plicht hen op te voeden. De ontwikkeling van de bantoestammen dient dan ook op grote schaal ter hand te worden genomen, met inachtne ming echter van twee principes. In de eerste plaats moet de ont wikkeling van onderaf worden op gebouwd, dat wil zeggen: het feo- daal-traditionele stamverband dient het uitgangspunt te ztfn van de opvoeding. In de tweede plaats moet deze ontwikkeling zich af spelen binnen bepaalde' geografi sche grenzen, namelijk die van de eigen bantoegebiederi. Dat is de theorie, op basis waar van een beleid kan worden opge bouwd. De praktijk ligt wat moeilij ker, de natuur is nu eenmaal sterker dan de leer. In dit geval: de econo mie sterker dan de apartheid. In de verstedelijkte samenlevingen van Zuid-Afrika is er namelijk sprake van een zéér verscheiden rassenpa- troon, omdat zwart nu eenmaal blank helpt bij de economische ontwikke ling van het land en daarbij ook niet gemist kan worden. De totale stede lijke bevolking van Zuid-Afrika telt ruim zevenenhalf miljoen, waarvan hier ligt het probleem ten voeten uit slechts tweeënhalf miljoen blank is. Vierendertig procent van de stedelijke bevolking van Zuid-Afrika is blank, daarentegen is meer dan zesenveertig procent circa drieën half miljoen) zwart! Het ziet er bo vendien naar uit, dat dit percentage in de komende jaren nog zal toene men, zoals ook in het verleden het geval was. De blanke bevolking van de stedelijke agglomeraties nam na melijk tussen 1936 en 1960 maar met éénentachtig procent toe, de bantoe Het verkeer van de bantoes tussen de stedelijke gebieden en het plat teland wordt streng in de hand ge houden en gecontroleerd, opdat niet meer zwarte werkers naar de steden trekken dan strikt nodig is voor de ontwikkeling van de blanke industrieën. Bovendien worden de bantoe-arbeiders bijeen gebracht in bepaalde stadswijken. Het tewerkstellen van bantoes is afhankelijk van een uitgebreid vergunningstelsel, opdat hun aantal niet hoger wordt dan strikt nodig. Een bantoe zonder werk zal als regel worden overgebracht naar een ,thuis'-land, een gebied aangewezen als toekomstige ban- toestaat. De bantoes krijgen geen politieke rechten in de blanke gebieden met uitzondering voor de stads wijken, waarin zij wonen. Binnen bepaalde grenzen wordt aan deze wijken zelfbestuur gegeven. De bantoe mag geen concurrent worden voor de blanke arbeiders. Er is daarom een stel sel van functiereservering in het leven geroepen: bepaalde beroepen zijn alleen voor blanken bestemd, tenzij een uitzonderingsvergun- nimg wordt verleend. Er wordt naar gestreefd zwarte werkers zo mogelijk door blanken te vervangen, zodat de zwarte ar beider kan worden overgebracht naar een thuisland. Zolang de zwarte arbeider in de blanke ver stedelijkte gebieden woont, wordt hij als .gastarbeider" beschouwd, ook al is hij in aantal verre in de meerderheid. Deze punten maken het beeld van Zuid-Afrika uit: er is een omstandige wetgeving opgebouwd, die het hele leven beheerst. De politiek van de geseheiden ontwikkeling wordt na melijk niet alleen In hoofdlijnen toe gepast, maar tot in allerlei details. En juist deze details vallen de be zoeker op. Zij worden meestal aan geduid met een verzamelnaam .klei ne apartheid'. Zo zijn er afzonderlijke taxi's voor blanken en voor niet- blanken, aparte ingangen aan post kantoren, stations en bij banken, af zonderlijke zitplaatsen in de openbare vervoermiddelen, geen plaats voor niet-blanken in de meeste hotels en restaurants. In fabrieken en werk plaatsen zijn afzonderlijke kantines voor elk ras. Cultuur en sport wor den apart bedreven. Er zijn regels voor het aantal zwarte bedienden, dat in blanke huizen mag werken. Er is een strikt verbod om een gemengd huwelijk aan te gaan of intieme rela ties te onderhouden met leden van een ander ras. Wie als blanke dit verbod overtreedt lieeft kans aan de schandpaal te worden genageld: de kranten maken uitvoerig melding van de zaak en geven naam en adres van verdachte. Er zijn gelukkig - nogal wat mensen in Zuid-Afrika. die inzien dat deze kleinè apartheid heel kwalijke kanten heeft, althans de blanken die zich ,de verligtes' noemen. Hun te genvoeters, de .verkramptes', vinden echter al deze maatregelen juist. Zij betogen, dat het principieel onjuist is te spreken over kleine en grote apartheid. Er is een beleid van afzon derlijke ontwikkeling, zeggen zij, een politiek die men nu eenmaal in alle consequenties moet aanvaarden. Wanneer men echter wél de onder scheiding .grote' en .kleine' apartheid accepteert, wat moet dan onder de eerste categorie worden verstaan We geloven dat het bij de grote apartheid om de volgende hoofdlijnen Ontwikkeling van .thuislanden', dat wil zeggen gebieden waar men de bantoes tot zelfstandigheid ont wikkelt. Het ligt in de bedoeling deze thuislanden te zijner tijd vol ledige onafhankelijkheid te geven, zij moeten tevens economisch zo sterk mogelijk worden om zoveel mogelijk zwarte arbeiders te kun nen aantrekken, die nu in de blanke gebieden werken. De politiek van gescheiden ont- wikkeling voorziet in stemrecht voor blanken in blanke gebieden. De bantoes ook die in de blanke gebieden wonen en werken krijgen alléén stemrecht in hun thuisland. In de praktijk komt dit erop neer, dat het landsbeleid een blanke aangelegenheid is. De kleurlingen en Indiërs hebben 1 evenmin stemrecht. Evenmin heb ben zij een thuisland, zoals die voor de bantoes zijn aangewezen. Er is derhalve een raad voor kleurlingzaken benoemd en een nationale Indiërraad. Deze raden worden beschouwd als een basis voor wat te zijner tijd een kleur- llngenparlement en een Indiër- parlement kan worden. Dr. C. P. MULDER, klompje mensen' Bantoe-journalist Moerane van het Engelstalige dagblad The World uit Johannesburg het wordt voorna- tnelijlc door ae verstedelijkte bantoes gelezen belichtte in een gesprek, dat ik met hem had, al deze feiten van zijn kant, een belichting die een enigszins andere indruk gaf dan het geestdriftige oerhhal van minister Mulder. Dit zei namelijk Moerane: Slechts dertien procent van Zuid- Afrika bestaat uit rhuislanden Be grijpt u wat dat betekentDat ze venentachtig procent van Zuid-Afri ka voor ons als buitenland moet worden beschouwd, een gebied waar wij slechts met een speciale vergun ning mogen komen. Waarom Ik be schouw Zuid-Afrika als één geheel, ik zie mezelf als burger van dit land. Zeker, ik erken dat er veel goeds is in de politiek van de regering om de bantoes te ontwikkelen. Maar ik ge loof tevens in het onverdeelde Zuid- Afrika'. ,Als men sommige politici hoort praten, dan klinkt het allemaal zo logisch, iedereen heeft dan neiging om te accepteren, dat de zwarte man in het blanke gebied geen rechten mag hebben en de blanke niet in het zwarte gebied. Maar is dat nu wel realistisch?' Een retorische vraag. Het ant woord is niet moeilijk, de cijfers zijn duidelijk: ruim achtenzestig procent van de Zuidafrikaanse bevolking is bantoe, het gebied van hun thuislan den heeft de regering op slechts dertien procent gebracht. Moerane: ,Ik vraag me bovendien af of de vrees, die de blanke voor de zwarte overmacht koestert wel reëel is. De zwarte bevolkingsgroepen zijn over het algemeen heel loyaal, zij zul len er de blanken niet uitgooien, geen sprake van. Bovendien ,de conse quenties van de huidige politiek op het stuk van de kleine apartheid zijn vervelend en onnodig kwetsend. Het hele beleid is er kennelijk op gericht zo weinig mogelijk sociaal contact tussen de verschillende ras sen toe te laten. Jammer. Ik be schouw dat niet als een reëele poli ties.' -te ■ie Er zijn er meer die er zo over den ken. Toen minister-president Johan Vorster onlangs een zekere reserve uitsprak over de mogelijkheden van territoriale scheiding tussen blank en zwart op korte termijn, leek het hele land op zijn grondvesten te schudden. De minister zei in de se naat: ,Een algehele scheiding tussen blank en zwart komt niet in mijn of in uw tijd tot stand. Wij kunnen slechts de grondslag voor ons ideaal leggen'. De Engelstalige kranten over het algemeen tegen de doctri naire apartheidspolitiek scham- Serden over .Honest John', zoals zij e minister-president noemden: waarom niet toegeven dat deze poli tiek tot mislukken is gedoemd? zo vroegen zij. In één krant stond een Minister-president Vorster ....Honest John.~ cartoon afgedrukt, waarop Vorster als notaris was afgebeeld tijdens het voorlezen van een testament. Aan een kleuter legateerde hij ,de erfenis van de complete apartheid'... De rege ringskranten betoogden echter, dat er niets aan de hand was: de minister had niets nieuws gezegd. SOCIALE STRIJD Eén krant echter Dagbreek en Landstem wees zonder de rege ringspol itiek af te vallen integen deel precies aan waar het nier tenslotte om gaat. Het blad stelde, dat de .hogere kringen' onder de blanken niet erg met de politiek be zig zijn. De gewone blanke arbeiders daarentegen wel. Hij ziet namelijk in de regeringspolltiek zijn eigen be houd; de arbeider immers komt in rechtstreeks contact met de zwarte man en hij voelt de bedreiging. Dat Ls niet meer het geval met de hogere professionele kringen, aldus deze krant. Inderdaad, hier komt de aap uit de mouw: de rassenpolitiek is in feite een stuk sociale strijd en heeft eigenlijk niets met kleur te maken. Dat houdt tevens ln dat de economi sche ontwikkeling van Zuid-Afrika met de daarbij gepaard gaande in schakeling van zwarte arbeiders de doodsteek kan zijn van de apartheids politiek. Ook de architect van deze politiek, dr Verwoerd, heeft dat in- fezien. In 1951 betoogde hij ,dat het ehoud van de blanke beschaving belangrijker is dan de industriële ontwikkeling'. Een andere keer stelde hij: ,Als we moeten kiezen tussen rijk zijn ln een gemengde-rassen maatschappij of arm in een blanke maatschappij, dan kies ik voor het laatste.' Het kwam erop neer, dat de toenmalige minister-president niet bereid was het .Afrikanerdom' op te geven voor de dertig zilverlingen van ae integratie. Dat was toen een gedurfde uitspraak van Verwoerd, maar vele Afrikaners zullen het hem zonder enige twijfel vandaag de dag weer nazeggen. Maar het is de vraag of de keus al niet lang gemaakt is, namelijk de keus van de economische integratie. In werkelijkheid gaat het thans in Zuid-Afrika om ae strijd van een blanke ideologie tegen een economi sche integratie van blank en zwart. Ziehier een reeks feiten om deze conclusie te staven: Men ontwikkelt thuislanden op basis van de feodale 6tam- mengemeenschappen en men wenst, dat de bantoestedelingen daarheen verhulzen. Maar in Jo hannesburg is meer dan vijftig procent van de bantoes verstede- Lijkt en elke generatie voelt min der de dwang van het oude stam verband. De stadbantoes verliezen de identiteit, die de basis moet worden van de thuislanden en van de apartheidspolitiek. In het Tomlinson-rapport een demografische studie, op basis waarvan een aantal apartheids maatregelen zijn genomen wordt berekend dat er in het jaar 2000 ruim éénentwintig miljoen bantoes zullen zijn en nog geen vijf miljoen blanken. In dat geval zullen er circa achttien miljoen bantoes in de blanke gebieden wo nen, waarvan vyftien miljoen in de steden. Met andere woorden: tussen nu en 2000 moeten vyftien miljoen bantoes in de thuislanden worden ondergebracht wil de zwarte invloed enigszins geneutra liseerd worden. Vermoedelijk zyn deze schattingen aan de te lage kant: recente berekeningen ge ven aanzienlijk hogere uitkom sten. Alle deskundigen zyn het er over eens dat de bantoe in aanleg pre cies dezelfde eigenschappen heeft als de gemiddelde blanken. In een economisch integratieproces wordt bovendien zyn culturele achter grond steeds meer westers. Professor Rhoodie socioloog aan de universiteit van Pretoria erken de in een boeiend gesprek, dat lk met hem had: ,We zullen in Zuid- Afrika moeten erkennen, dat de ver absolutering van kleur niet ls te handhaven'. ,Maar in dat geval Ls het rassen vraagstuk sterk sociaal-economisch bepaald, professor, het wordt dan een zaak van getallen.' Professor Rhoodie: ,Ik geloof dat de apartheid in ons land niet zal sla gen als de ontwikkeling van de ban toe-thuislanden niet drastisch zal worden versneld en als niet teven* sprake zal zijn van een mentale ver andering bij de kiezers. Ik moet in derdaad bekennen: als ik de getal len zie van de demografische ont wikkeling, dan ben ik pessimistisch, we zijn nu al achter op het schema in het creëren van arbeidsplaatsen in de thuislanden.' ZWARTE URBANISATIE Dat is inderdaad de praktijk: een zwarte urbanisatie, een verstedelij king van de bantoebevolking in de blanke gebieden. Ik kreeg van het gemeentebestuur van Johannesburg ven'. Het ging over Soweto, de wel nieuwe bantoes tad van Johannes burg, waarin een zevenhonderddui zend bantoes wonen: een immens ge bied, waarin kleine, over het alge meen nieuwe hulzen dicht op elkaar staan. Er wordt veel gedaan aan so ciale verzorging, aan ontspanning en het onderwijs staat op redelijk peiL Het gemeentebestuur van Johannes burg vindt Soweto een voorbeeld van goede bantoehuisvesting en nodigt iedere gast uit om het te gaan zien. En men moet toegeven: het is ook wel de moeite waard, vooral als men in aanmerking neemt dat Soweto in de plaats kwam van afschuwelijke slums. Maar men vraagt zich af bij het rijden door de straten van deze uitgestrekte voorstad of er nog wel enig verband is tussen de zwarte mensen, die hier wonen in een vol strekt verstedelijkte wereld, en hun stamverwanten ergens in Transkei- Als men kennis neemt van de mis daadcijfers in deze stad enige ja ren geleden was er sprake van het optreden van gewapende gangs en men schatte het aantal moorden te gen de duizend per jaar dan moet men erkennen dat bantoestad en bantoeplatteland wel heel ver uit elk aar liggen. Zal terugkeer naar een thuisland hier een realiteit zyn Het is ondenkbaar,.. Minister Mulder had het mij zo duidelijk uiteengezet: een klompje blanken aan dë zuidpunt van het Afrikaanse continent was er mee be gonnen, met het brengen van de westerse beschaving naar Zuid-Afri ka. De blanke van thans is daarvan de erfgenaam. Ik heb tijdens deze reis door Zuid-Afrika nog vaak de woorden van de minister moeten den- «en, vooral als ik de cijfers zag over de bevolkingsaantallen en kennis nam van de prognoses. Er is maar één conclusie mogelijk: het. klompje blan ken wordt niet groter, integendeel, relatief wordt het steeds kleiner. Me nigeen heeft het mij in een persoon lijk gesprek toegegeven: het ontstaan van een (zwart) arbeidersproleta riaat in de blanke gebieden is het grootste gevaar voor de apartheids politiek. Men zal die verstedelijkte bantoes de burgerrechten in tie blan ke gebieden niet kunnen onthouden, ook al denkt men daar nu nog niet over. Het klompje mensen' kan maatregelen nemen zoveel het wil. er begint zich nochtans nu al een econo misch patroon af te tekenen dat een ander is dan de doelstellingen van de officiële politie: de economische na tuur is sterker dan de rassen leer... Hier en daar wordt het in Zuid-Afrika erkend. Schoorvoetend. G. A. DE KOK verstedelijkte bantoes: een woonhuis bij Johannesburg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 11