AARDENBURG GAAT FEESTEN
MET FITTE HONDERDJARIGE
Hervormde kerk van Schoondijke:
oud en nieuw
PROTESTZANG
VZOUWNkO C/T
V&ÏA
ER ZIT NOG VOLOP MUZIEK IN .AARDENBURGSCHE FANFAREN'
VAN D'EE
TOT HONTENISSE
De tcgomooordige hervormde kerk
24 maart was het alweer twintig jaar geleden dat de eerste steen gelegd
werd van de nieuwe hervormde kerk te Schoondijke, de kerk die karak
teristiek is voor de Dorpsstraat aldaar, dit ls de straat die loopt van het
centrum van de gemeente tn de richting Breskens. Zij voriift een waardi
ge afslutiing van deze straat.
De eerste werd op die datum gelegd door de heer H. Brakman,
toen president-kerkvoogd van de hevormde gemeente en door de heer
H. 4. Langevoort uit Voorburg. De heer Langevoort vetegenwoordlgde
de gemeente Voorburg. Deze gemeente had die van Schoondijke geadop
teerd. De oude kerk was tijdens de bevrijding In 1944 geheel verwoest.
De nieuwe kerk werd bekostigd door giften van de gemeenteleden, door
rijksbijdrage en door een som van 30.000 welke door die van Voorburg
werd geschonken. Door deze grote gift was het mogelijk deze taaie
kerk te bouwen. Architect was de heer Elbink uit Amsterdam, Korteweg
uit Breda terwijl de heer J. I. van Male uit Schoondijke toezicht had bij
de bouw.
De kerk heeft 342 zitplaatsen. Het haantje op de toren is geheel van
koper en ls 75 cm groot van kop tot staart.
Tegelijkertijd werd de pastorie gebouwd, welke u op de nieuwe foto even
voorbij de kerk ziet staan. Het lijkt net of ze tegen de kerk ls aange
bouwd, maar zij staat hier geheel los van.
Het gebouw rechte van de kerk, wel hier tegenaan gebouwd, was voorheen
de consistorie, maar werd later omgebouwd tot jeugdcentrum.
De wereldlijke gemeente Schoondijke verfraaide het geheel, enige ja
ren geleden, door de aanleg van een fontein.
De inwijding van de kerk had plaats op 11 februari 1950.
In het voorportaal is een steen aangebracht waarop de feiten van eerste
steenlegging, gift van Voorburg en inwijdingsdatum zijn vastgelegd.
Zoals reeds vermeld is deze kerk in de plaats gekomen van de' oude
kerk die werd verwoest. Deze oude kerk werd reeds gebouwd in 1656.
Omstreeks 1590 werd de streek waar nu Schoondijke ligt door het water
verzwolgen. Ruim zestig Jaar later, en wel op 22 april 1650 verleende de
staten-generaal octrooi om ongeveer 4000 gemeten land weer te doen in
polderen. Deze inpoldering is sedertdien bekend onder de naam Twee-
Ie Gedeelte van de Genenden Prins-Willem en werd in 1651 drooggelegd.
Zoals toen in die tijd gebruikelijk, vestigden zich alras gezinnen in de
lieuwe polder. In 1655 waren er reeds een zeventigtal gezinnen die zich
n en rond het dorp hadden gevestigd. Wanneer deze bewoners ter kerke
bilden gaan dan moesten zij dit doen óf te ÏJzendijke. Breskens, Groede
>f Oostburg. De wegen waren in die tijd van zodanige aard dat dit
.oor vrouwen en kinderen nagenoeg niet doenlijk was, zeker niet In de
.lintermaanden. Vandaar dat een verzoek werd ingediend zoals toen ge
bruikelijk aan de heren van het Vrije en de classis Walcheren om door hun
bemiddeling tot een kerkgebouw en een predikant te geraken. Bij resolu
tie van de staten-generaal van 23 maart 1655 werd door deze besloten
dat aan Schoondijke werd toegestaan dnt zij een eigen predikant en
schoolmeester kregen. Als eerste predikant werd toen benoemd Baldui-
nus de Kousemaker en wel op 13 juni 1655.
H. Prent
Tegenover alle negatieve geluiden die men over de
hoofden van de hedendaagse jeugd uitstort kunnen
zij althans één positief pluspunt stellen: WIJ rijn
jong en dat ls fijn. Deze laatste woorden vormden
eens de sluitregel van een lied dat de AJC zong.
Weet u wat dat was,, de AJC? Het waren de be
ginletters van de Arbeiders Jeugd Centrale, de or
ganisatie van de jonge, taaie, rooie rakkers.
Aha. zegt u nu, nu weet ik uit welke hoek de wind
waait. Doch. zijt niet bevreesd, de PZC is hoewel
een veelgelezen blad. toch een neutrale krant, wat
dit begrip dan ook moge inhouden. Niet. dat de
jeugd niet altijd in het verdomboekje van teleur
gestelde en vergramde ouderen heeft gestaan. Daar
niet van. Als alle onheil en ramp, waarvan, toen
ik jong was, de jeugd als aanstichters en voltrek
kers door gedesinllusionneerde oudere mensen werd
aangewezen, in werkelijkheid zou zijn geschied, dan
bestond de wereld waarschijnlijk niet meer. Helaas
maakt zich bij sommigen, met het grijzer worden
der haren ook een zekere vijandigheid meester te
gen allen voor wie het leven nog moet beginnen.
Vrienden, deze aanloop nam ik om de voor mij
als een der meest sympathieke vormen van aktie
als onderwerp te kiezen. Ik bedoel de protestzang.
Het Vn liederen uitdrukken van wat je bezielt, wat
je idealen zijn, wat je schandelijk vindt, wat je an
ders zou willen. Alleen moet ik de hedendaagse jon
geren de illusie ontnemen dat zij de pretentie mogen
bezitten de protestzangen te hebben gelanceerd.
Niets is minder waar. Vroeger had met name de
socialistische arbeidersbeweging maar daar was
het dan ook een arbeidersbeweging voor haar
protestzangen. Men noemde ze toen strijdliederen.
Eens komt een klare schone dag, als 't voik zijn
boeien breekt. .En, hoe vindt u deze: .Ga, ga, Ma
rianne, voer ons aan.'verlos de maatschappij' enz.
Maar er werden ook individueel protestzangen ge
bracht. In de jaren twintig, toen de radio met veel
spoelen en accu's hortend en stotend aan een aar
zelende opmars begon was het een bloeiende tijd
voor de straatzangers. Begrijpelijk, dit waren te
vens de jaren toen de uitzichtloze werkloosheid zich
aandiende. Men had tijd om te zingen en er een
schamel stuk brood mee trachten te verdienen en
men had ook tijd om ernaar te luisteren en erdoor
te worden ontroerd.
Een beurtschippersknechtje kwam fluitend uit Rot
terdam terug met een melodie. De wijs sloeg aan
en vond haar weerklank naar stoepen schrobbende
dienstmeisjes die het lied in de huizen brachten.
Het ontstond, als het begin van een fluisterend ge
rucht, tot de hele stad of het hele dorp het kende,
het zong, neuriede, floot, tot vervelens toe. De com
municatie was minder snel doch wel doeltreffend,
al wisselden de woorden van het liedje nog al eens
naarmate het langer in de circulatie was. De straat
zangers kwamen waar vandaan wist niemand
en ze zongen, met of zonder muzikale begeleiding
die bestond uit een harmonika (men sprak toen niet
van accordeons), of mandoline. De straatzangers, ze
vonden hun weg, doch uitsluitend naar de arbei
dersbuurten. Want daar was het, dat hun lied ge
hoor vond, daar kregen ze de luttele centen voor
welke ze de gedrukte tekst aanboden in de handen
gedrukt, daar vonden ze een bewogen gehoor, staan
de in de huisdeur, langs de straat, soms zelfs, een
eind meelopend, omdat hun protestzang weerklank
vond.
Want steeds weer was het levenslied een pleidooi
voor de gekrenkten. de minder misdeelden, de maat
schappelijke verongelukten en de verdrukten. ,Kind,
lk voel zo'n angst om eens te sterven, als ik naar
je blinde ogen kijk'. In deze woorden lag een we
reld van bewogenheid en angstige zorg om het lot
van een door de natuur minderbedeelden. Een pro
test tegen een samenleving die deze gehandicapten
liet verkommeren. Het lied van de meid van de
straat', nu ben je nog mooi, maar dat duurt maar
heel kort, verlept ben je voordat je 't weet', drukte
de deernis uit met de prostituée die men toen zag
(en is ze dat eigenlijk nu nog niet?) als slacht
offer van menselijk onvermogen tot geluk en sociaal
onrecht. Veelvuldig werd ook het trieste lot van
de veel gesmade en vernederde ongehuwde moeder
bezongen. Zonder uitzondering werd in zulk een lied
de laffe verwekker van het kind genadeloos bekri
tiseerd. Tegenwoordig zou men deze liedjes smart
lappen noemen, vroeger heetten ze levensliederen,
maar het waren in wezen felbewogen protestzan
gen, voortkomend uit hetzelfde gevol, dat thans
de jongeren ertoe drijft de hunne te zingen. Natuur
lijk zat er met de Liefde toen nog met een hoofd
letter geschreven ook vaak iets mis. Dan werd
er gezongen: .Waarom loop je mij zo stijf voor
bij mijn schat?' Ook een protestzang, alleen niet
tegen de maatschappij, maar slechts tegen een per
soon gericht.
%»ÖENSDAG 26 MAART 1969
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
s voltallige ^Lardenbui
Voorzitter J. van Daalen (1) en bestuurslid W. M. Bruijnooge: graag majoretten.
AARDENBURG Aardenburg staat 15, 17 en 18 mei in het
teken van de muziek. En dat dankt het historische stadje aan
een bijzonder fitte bejaarde: de koninklijke muziekvereniging
,De Aardenburgsche Fanfaren' inderdaadmét een -n), die
op die data officieel het eeuwfeest viert. Voorzitter J. J. van
Daalen en zijn medebestuursleden hebben het er nu al druk
mee. ,'t Moet een feest worden waar niet alleen Aardenburg,
maar heel de streek bij betrokken is. Wij zijn altijd bijzonder
zuinig met onze centjes omgesprongen, hebben ze in nieuwe
uniformen en instrumenten gestoken, maar nu geven we het
geld uit voor een grandioze jubileumviering'zegt Van Daalen.
Op. Hemelvaartsdag, 15 mei, worden
er zo'n 10 Zeeuwse muziekge
zelschappen verwacht in de Sint
Baafs, net decor voor een bondscon-
cours van de Nederlandse federatie
van harmonie en fanfaregezelschap
pen. De uitnodigingen zijn de deur
al uit: elk muziekgezelschap m de
provincie kreeg er een. Op 17 me:
gaat de .muziek' van Aardenburg
volksspelen houden waaraan waar
schijnlijk ook een muziekkorps uit
Limburg meedoet. Het festijn wordt
besloten met een volksbal. Op 18 mei
tenslotte marcheren er zo'n 12 mu
ziekgezelschappen uit de naaste om
geving en België door het stadje in
het kader van een festival. In een
tent op het Kaaiplein zullen ze con
certeren, er treedt een cabaretgroep
op en het feest wordt besloten met
een enorm vuurwerk. Tot zover het
programma. Nu het geld, dat ligt
namelijk nog niet op tafel. Van Daa
len: .We denken ongeveer 5000 no
dig te hebben. Het gemeentebestuur
zegde al 1500 toe, waarmee we heel
blij zijn, en de rest willen we bij
elkaar krijgen door een bazaar in het
sociëteitsgebouw aan de Weststraat.
Die wordt 11, 12 en 13 april gehou
den. Overigens merken we nu al dat
Aardenburg echt wel wat voor de
fanfare overheeft. Neem nu onze
oud-papieractie: die loopt al meer
dan 10 jaar en nog spaart iedereen
trouw. Onze penningmeester, de heer
C. Quist. is eigenlijk de grote man
bij die inzameling'.
Belangstelling
De .Aardenburgsche Fanfaren' telt
momenteel 55 actieve leden. Die zijn
verdeeld over het .grote korps' (25)
en de drumband met het jeugdkorps
(30). De heer A. Verschuur uit Oost
burg (sinds juli '65 bijzonder ge
waardeerd directeur) leidt momen
teel 10 jonge muzikanten op. Het
korps speelt in de derde afdeling van
de federatie, het jeugdkorps in de
vierde. We bezoeken sinds kort weer
concoursen', vertelt Van Daalen. .Dat
lag een poosje stil'.
Ongetwijfeld niet de eerste Inzinking
in net lange leven van de .Fanfaren'.
Het muziekgezelschap werd in 1869
opgericht door onder anderen Ko
van de Plassche. een markante Aar-
denburgse figuur, wiens foto nog
steeds in het oefenlokaal hangt. Men
startte met 10 tot 15 muzikanten.
Veel meer is er over die beginperiode
niet bekend: het archief van de .mu
ziek', tijdens de oorlog ondergebracht
in het huis van de toenmalige secre
taris P. Cam been ging bij brand ver
loren.
Sindsdien doet Aardenburg het met
een Jevend archief": de heer W. M.
Bruijnooge (77 j), oud-muzikant en
als lid nog steeds actief achter de
bestuurstafel. .Ik kwam in 1908 bij
de vereniging' vertelt hij. Toen had
den we toch al 45 leden. Ik herin
ner me dat we in 1912 voor het eerst
naar een concours gingen. Dat was
in Gent. We speelden er in de eer
ste afdeling. Je wist toen natuurlijk
nog niet wat een concours was. La
ter, in 1923, werd er voor het eerst
een gehouden ten behoeve van de
Zeeuws-Vlaamse verenigingen. Dat
den we een eerste prijs'.
rij diriglnten. die kortere
re tijd hun stempel drukten op de
.Fanfaren'. Enkele nament Adolf
DoBbelaere, Jakob Ros, Willem Ver-
nooys, Piet de Graaf. J. Legrand,
J. Joosse en tenslotte Verschuur,
Zelf nam hij ook enige tijd net di
recteurschap waar. Ik heb altijd bij
zonder vee! plezier gehad In de mu
ziek. Eerst blies lk solopiflton en la
ter tuba. Vijf jaar geleden ben ik er
mee opgehouden. Nu doe lk alleen
bestuurswerk', aldus deze vitale oud
muzikant.
Uniformen
De ontwikkeling na de oorlog werd
aanvankelijk gekenmerkt door een
inzinking. Pas in 1950 kwam de .Aar
denburgsche Fanfaren' die te boven.
In '59 kreeg het korps dankzij de
medewerking van het Anjerfonds en
een plaatselijke textielfabriek
nieuwe uniformen en zowel oudere
als jongere leden werden in de loop
\-an de tijd voorzien van uitstekende
instrumenten. Het tegenwoordige be
stuur bestaat uit de heren Van Daa
len (voorzitter). A. de Baere secre
taris). C. Quist (penmngmeef
Bruijnooge, D. Lère en W.
Helden (leden). Bij een Jubileum
hoort ook een wens voor de toekomst,
wellicht de kómende 100 jaar. Voor
zitter van Daalen heeft er twee: ,In
de eerste plaats hoop ik dat we een
goed majorettenkorps krijgen. We
zijn al bezig met plannen in dia
richting en als alles meezit, maken
de meisjes op ons jubileum hun en
tree. En verder: dat verenigingsvaan
del is wel érg versltea. Misschien
kan er een nieuw komen, 't LijTct
me een aardige taak voor de bevol
king*. Inderdaad: nu kun je wel 100
worden, maar waarom zou je je ijdel-
heid verliezen En zeker met in ge-
Hürv: KetK Sclioonciyhe