J. G. VAN
BREDA:
AL
35 JAAR
EEN
.WEGGELOPEN
PATER'
iWEL BOMMETJE LATEN VALLEN, MAAR
GEEN VERWOESTINGEN AANRICHTEN'
OP ZOEK NAAR
EEN
PASTORAAL BELEID
Beata
passio
zaterdagnummer
T
Zaterdag 22 maart 1969
te doen te hebben. Hli vertelde haar dat het schilderijtje met
andere persoonlijke bezittingen aan familie van de dader was
gezonden. Het speet hem haar niet van dienst geweest te
kunnen zijn en hij zei tenslotte, dat zij, evenals voorheen,
altijd welkom was als zij het klooster wilde bezoeken. MeJ.
Van Hees, intussen verpleegster in Hilversum, deed dat later
eens Het gesprek dat zij toen met de overste had. resul
teerde in een spaarzame correspondentie.
Tot een dag In november 1933. Tot haar verrassing telefo
neerde overste Van Breda, met het dringende verzoek haar
de volgende zondag te kunnen spreken. Hij maakte haar
deelgenoot van zijn ernstige problemen en kondigde aan het
klooster en de orde te willen verlaten .Ik heb hem overreed
te wachten, en te blijven proberen de benoeming naar
Karachi ongedaan te maken', aldus mevrouw Van Breda .Een
maand later bleek de benoeming definitief en is hij naar
Hilversum gekomen'.
SCHANDE
,Een vrouw hier uit de stad schreef me: .Ik zal m'n
leven lang maagd blijven om goed te maken dat u uit
het klooster bent gegaan'.
,0p straat dramden de mensen zich om en dan hoorde
Ik ze tegen elkaar zeggen: ,daar heb je 'm'.
,Een plaatselijk katholiek blad zei het advertentie-
kontrakt dat ik er gesloten had, op. Anders verloor het
andere adverteerders en waarschijnlijk ook abonnees'.
,We hadden een katholiek dienstmeisje, maar er werd
voor gezorgd dat ze bij ons wegging'.
iDeze ervaringen had J. G van Breda (70), nadat hij in 193C
de orde van de Franciscanen had verlaten en zich in burger
ilijke staat in Zwolle had gevestigd
J.KiJk deze brief van de Franciscanen', zegt de oud-overste
ivan het klooster Alverna, .ze hopen me te mogen b'ijven be
[schouwen als lid van de broederschap. Als uitwonend lid,
idie wil meehelpen het kontakt met andere uitgetreden pries
ters te behouden Ik bezoek tegenwoordig allerlei bijeen
komsten. Die jongemannen kijken raar op als ze mijn er
varingen horen. Overigens mijn uittreden was geen celibaats
Jn zijn huis zitten we in de niet grote warm ingerichte woon
[kamer op de eerste verdieping Beneden heeft de heer Van
(Breda zijn pedicure-praktijk Een gedeelte heeft hij verhuurd
san een tandarts. In het ruime huis zijn nog drie kamers
verhuurd.
500 PREKEN
ELLENDE
|johannes Gerardus van Breda werd in 1899 In Den Helder
geboren. Zijn vader was burgemeester te Bovenkarspel. Hij
het vierde kind in een gezin met twee broers en drie
usters.
j,lk vond uniformen mooi en als ik niet het klooster gekozen
zou ik bij de marine zijn gegaan', glimlacht onze gast-
r. .Wij hadden een oom die priester was. de heeroom, en
w33 mijn grote held. Tijdens het gymnasium van de
Franciscanen in Megen (NB) heb ik er wel eens over gedacht
een andere richting te kiezen. Het werd gewoon uit je hoofd
gepraat. Je werd niet werkelijk opgevangen In je moeilijk-
jheden, maar je kreeg bijvoorbeeld een extra haantje. Thuis
durfde je er helemaal niet over te praten. Vergeet niet, het
was zo n andere tijd. Je durfde in de vakantie niet eens met
je nichtje op straat te wandelen, want dan werd direct de
overste gealarmeerd.
Het noviciaat (In Alverna bij Nijmegen) was eigenlijk een
geestelijke hersenspoeling. Je werd volkomen wereldvreemd.
Als Je een vrouw tegenkwam dorst Je haar niet goeiendag te
teggen. In het eerste jaar noviciaat mocht je geen stap buiten
.«Je poort zetten, anders moest Je onverbiddelijk het jaar over-
jdoen. Stel daar tegenover, dat priester-studendenten thans
pn huizen of flats wonen, stage lopen. Veel beter natuurlijk.
De oude kloostergeest gaat er uit, de kloosters zullen stuk
voor stuk verdwijnen.
Na twee jaren theologiestudie in Bleyerheide en nog eens
twee jaren in Weert werd J. G van Breda in 1926 tot priester
gewijd. Hij studeerde nog een jaar pastorale moraal in
Maastricht en werd toen assistentie-pater in Woerden Hel
betekende, dat hij van daar uit overal in het land missles
hield, triduums, retraites en andere akties tot bezinning, ver
nieuwing en verdieping. Wel 500 preken per jaar. Na zijn
uittreding koos hij met opzet Zwolle als vestigingsplaats,
omdat hij daar toevallig nooit op de preekstoel had gestaan.
Binnen een paar weken wist niettemin de hele stad wie hij
was.
Als 34-jarige werd pater Van Breda benoemd tot Gardiaan
ofwel overste van het noviciaatsklooster Alverna. Aanvanke
lijk wil hij niet ingaan op het conflict dat leidde tot zijn uit
treding Om valse schijn en geheimzinnigheid te vermijden
wil hij op ons aandringen in algemene termen de oorzaak
aanduiden .Ik had de opdracht een verbouwing uit te voeren
en de geest in het klooster te verbeteren Er waren twee
partijen Ik was de Jongste van de 120 paters, fraters en
broeders Na twee jaren, waarin alles goed verliep ging de
provinciaal van onze orde op wereldreis Met zijn waarnemer
kon ik niet overweg. Er waren allerlei conflicten en menings
verschillen Een voorbeeld: we hadden een jongeman van
een bekende familie, die de gelofte zou afleggen Zo nu en
dan liep hij evenwel weg. Hij werd teruggebracht, want de
familie wenste de priesteropleiding. Van invloed was ook.
dat hij een broer had die priester was. Op de ochtend, da:
hij de gelofte zou afleggen, sprong hij uit een raam op de
derde verdieping. Hij mankeerde gelukkig niets, maar Ik had
voldoende reden om te bepalen, dat het afleggen van de
gelofte niet zou plaats hebben. Ik meldde het telefonisch aan
de waarnemend-provinciaal, maar die stond er op dat het
toch door zou gaan'.
,Zo stapelde zich het een op het ander In de klooster
gemeenschap zelf waren beslist geen conflicten. Ze stonden
helemaal achter mij. De waarnemend-provinciaal regelde het
evenwel zo. dat Ik uitgezonden zou worden naar Karachi. Ik
weigerde. Ik wilde niet weggepromoveerd worden. Al wist
iedereen, dat ik na verloop van tijd er op mocht rekenen
bisschop te worden. De datum van mijn vertrek werd al be
paald: 6 januari 1934. Op 1 december 1933 heb ik echter het
klooster verlaten'.
De heer Van Breda: .Waar moest ik naar toe onder die om
standigheden? Thuis hoefde ik niet aan te komen, want het
was in die dagen immers een levensgrote schande als pries
ter weg te lopen Via de radio en per telegram hebben ze
me opgeroepen omdat mijn broer stervende zou zijn. Ik wist
dat het niet waar was, maar dat ze me desnoods onder
dwang teruggebracht zouden hebben. Ik had het meegemaakt,
paters die zes weken weg waren geweest. Ze verdwenen in
erg klooster, alle functies werden hun ontnomen. Ze werden
totaal uitgerangeerd. Ze mochten geen visitekaartjes maken
of iets dergelijks. Ze waren in feite gevangene. Dit uitzicht
had ik. In het kontakt met de familie in die eerste dagen
bleek, dat ze me ontoerekenbaar wilden verklaren. De familie
van mijn vrouw probeerde haar onder curatele te laten stel
len. Op een avond bespraken we de hele zaak met een be
vriende architect Hij zei tenslotte Weet je vat jullie moeten
doen? Trouwen We zijn toen op 21 december getrouwd.
Mijn vrouw had wat geld Niemand zat om je te springen.
En links en rechts stuitte ik op boycot. Mijn vrouw had juist
pedicure geleerd Vanuit Hilversum ben ik een jaar naar
Amsterdam gereisd en heb daar ook dit vak qeleerd We
vestigden ons in Zwolle Waar we de eerste jaren samen een
praktijk deden. Al spoedig heb ik het alleen voortgezet'.
De schok voor de familie was groot. Gaandeweg werd het
kontakt hersteld, met de vader eerst op diens sterfbed
Katholiek-Zwolle heeft de Van Breda's jarenlang geschuwd.
Zozeer dat zij twee jaren lang serieuze pogingen hebben
gedaan naar Zuid-Afrika te emigreren Omdat ze geen defini
tieve permit konden knjgen hebben ze het niet gewaagd
Met de officiële kerk is de strijd nog niet ten einde.
Ik wens dat mijn burgerlijk huwelijk wordt erkend', aldus
onze gastheer Rome heeft mijn terugkeer tot de lekestaat
goedgekeurd. Voor deze laisering had ik in zeven punten
mijn levensovertuiging neergelegd. Ze zijn geaccepteerd. Het
hoofd van de kerkelijke rechtbank in Utrecht weigert even
wel zijn fiat aan het vervolg te geven. Hij accepteert de
formulering van die zeven punten niet Ze ademen een te
humanistische levensvisie, heb ik tot antwoord gekregen.
Het loopt nu al vier jaren en mijn ervaring daarmee is bitter.
Het betekent, dat ik geèxcommumseerd ben A. die jaren al
In de kerk ben ik dus niet meer geweest Wat moest ik er
doen Aan het wezenlijke mag ik geen deel hebben'
Zou ex-pater Van Breda morgen weer op de preekstoel wil
len staan? Hij zegt ,Het is natuurlijk academisch gesteld.
Maar ik zou het willen. Ik heb een zeer religieus gevoel. Ik
zou de mensen iets willen geven. Zoals Ik op een gegeven
ogenblik voor Pro Juventute ben gaan werken. Zoals ik ook
na een lezing in 1952 de vrijmetselarij heb leren kennen, die
een symboliek heeft die erg overeen komt met het katholieke
geloof. Ik ben voorzitter van de Zwolse loge geweest en heb
er veel lezingen gehouden. Een katholiek mag tegenwoordig
lid van de vrijmetselarij zijn, maar misschien schrikt Utrecht
er alsnog hevig van. Ik zou echter morgen weer op de
preekstoel kunnen staan, want ik heb al die jaren de ont
wikkeling van de theologie geheel bijgehouden. En dat Is
wat anders dan in de priesteropleiding van tegenwoordig,
want daarin valt de nadruk in veel gevallen helemaal niet
meer op theologie maar op sociologie of iets anders'.
CORRESPONDENTIE
DISCRIMINATIE
Mevrouw Van Breda-Van Hees (66) vertelt In dit stadium hoe
zij haar latere echtgenoot leerde kennen. Ze werd geboren
in Grave en woonde later In Bergen op Zoom. Uit Grave
kende zij een bejaarde pater, die magister In het klooster
Alverda was. Zij correspondeerde met hem. over geloofs
zaken, want zij beschouwde zichzelf als buitenkerkelijk. Zij
had de pater eens een schilderijtje geschonken. HIJ overleed
in de tijd dat pater Van Breda overste was. Op verzoek van
een zusje, dat graag het schilderijtje wilde hebben, schreef
zij de kloosteroverste of hij het terug wilde sturen. Pater
gardiaan Van Breda begon zijn antwoord met .weledele heer',
want uit de brief had hij niet opgemaakt met een jongedame
Tenslotte: .uitgetreden priesters krijgen nu gelukkig alle aan
dacht en hulp. Er zijn er die beslist van niets meer willen
weten. Anderen schoppen verschrikkelijk hard tegen 't Insti
tuut. Velen willen echter hun idealen blijven verwezenlijken.
Dan Is het discriminatie dat ergens in een kerk een meisje
de communie uitreikt en dat de uitgetreden priester niets
mag doen. Als het zo doorgaat, ook in de verhouding met
Rome. voorzie ik een scheuring. Wij discussiëren daarover,
want Ik ben weer volledig geaccepteerd. Ik keer dan weer
snel terug naar mijn instituut voor voetverzorging, want al
ben ik zeventig, Ik moet werken. Ik heb geer pensioen.
Priesters die na 1 januari 1967 zijn uitgetreden en zeven jaren
In een bisdom hebben gewerkt krijgen het wel'.
GEREFORMEERD HERVERKAVELEN IN ZEELAND:
(Gereformeerd Zeeland gaat zich .her-
verkavelen' ais alles en iedereen ermee In
stemt. In West Zeeuwsch-Vlaanderen is, zo
als wij onlangs al op deze pagina schreven,
een plan de campagne gemaakt voor een
[federatieve samenwerking tussen de vier
[gereformeerde kerken daar. Op Schouwen-
Duiveland is thans een voorstel in bespre
king om In de nabije toekomst de classis te
[Verdelen in vier .samenwerkingsgebieden'.
[West Zeeuwsch-Vlaanderen en Schouwen-
|Duiveland zijn de meest recente resultaten
van in bijna alle classes gevormde struk-
tuurcommissles en van de deputaten ,Kerk
en Delta'. In de classes Goes en Tholen zijn
de commissies nog maar k'rt aan het werk.
Alleen de classis Middelburg houdt zich nog
op de vlakte. Daar speelt het probleem van
de (te) kleine gemeenten (non) niet.
De particuliere synode der gereformeerde
werken van Zeeland heeft deze week zoals
wort gemeld een rapport van de deputaten
LKerken en Delta' besproken, waarin de
(Schaalvergroting aan de orde werd gesteld
ERFGOED
[Rapporteur ds C. W. de Bruljne (Goes)
schrijft in dat rapport over schaalvergroting:
'.Met dit begrip zijn we in onze provincie nu
v<el vertrouwd geraakt, maar dat wil niet
pggen, dat het overal met groot enthousias
me wordt toegepast. De .zelfstandigheid van
(de plaatselijke kerk' is een dierbaar erfgoed
isn ook ten aanzien daarvan is voor menig-
ieen het devies ,Je maintiendral'. Hij vindt
dat ook begrijpelijk, want ,het is pijnlijk ge
noeg voor de betreffenden: wanneer de
pastorie leeg blijft staan, wanneer het kerk
bezoek achteruit gaat door vertrek van
[leden, wanneer de Inkomsten alsmaar dalen.
En is schaalvergroting combinatie met
andere gemeenten of een streekgemeente
de remedie?' Ds De Bruijne herinnert er
|aan dat er al op is gewezen dat schaal
vergroting tot gevolg kan hebben- een min
der bij de kerkelijke zaken betrokken zijn
Iminder medeleven en medewerking dalende
Inkomsten. Dat zijn natuurlijk kwalijke za
[Ren, maar: .dit mag ons er (echter) niet toe
brengen de bestaande toestand, die toch
'hier en daar haast onhoudbaar aeworden is
jte handhaven'
Het zal in een plaatselijke gemeente ook
bepaald niet altijd meevallen om In schaal
vergrotende eenheden te denken en over
Samenwerking, maar ds De Bruijne consta
leert toch: .Gelukkig is er In de kerken zeil
ook voldoende bereidheid om te zoeken
ta.r een oplossing, die gaat in de richting
zo niet van samenvoeging dan toch
wel van samenwerking'. Daarom zijn er nu
de struktuurcommis8ies in vier van de vijf
gereformeerde classes In Zeeland.
Ook de hervormde kerk In dit gewest heeft
uiteraard met de problematiek van de kleine
gemeente te maken, zoals bijvoorbeeld in
Zeeuwsch-Vlaanderen en de zak van Zuid-
Beveland. Op Schouwen-Duiveland is ook
een hervormde commissie aan het werk.
Deze commissie heeft tot uitgebreid gefor
muleerde taak gekregen een (gezien de vele
vacatures) bevredigende regeling te treffen
voor het godsdienstonderwijs op de open
bare lagere scholen (zoals wij uitvoerig be
richtten ontstond op dit punt enige tijd ge
leden kortsluiting, omdat de paar Schouwse
p edikanten overbezet waren). De commissie
.Schouwen-Duiveland' moet voorts de
wenselijkheid onderzoeken van samenvoe
ging. en 'of combinatie van gemeenten, en'of
vorming van (een) streekgemeente(n). De
R.K. kerk (bisdom Breda) heeft zoals men
ook op deze pagina heeft kunnen lezen een
ingrijpend reorganisatieplan ter discussie
gesteld.
Van deze zijpaadjes terug naar de rechte
straat van de gereformeerde deputaten ,Kerk
en Delta' en de struktuurcommlssies In de
diverse classes.
BEWEEGLIJKHEID
Wat moeten die struktuurcommissies doen?
.Het zal hun taak zijn te zoeken naar die
strukturen, die een goede voortgang van het
rapport voor de particuliere synode. Maar
kerkelijk leven (plaatselijk en regionaal)
waarborgen', aldus ds De Bruijne in het
het zal niet gaan ,om strukturen, die de
eeuwen verduren. Bij de snel veranderende
samenleving past beweeglijkheid. Wie zal
bijvoorbeeld zeggen of de nu leeglopende
dorpen in de toekomst niet een nieuwe Im
puls krijgen en als geliefde woonoorden
gaan fungeren?'
Een beslist niet zó visionair beeld als op het
eerste gezicht zou lijken. Want vroeg of laat
zullen inderdaad sommige aebleden in Zee
land die woon- en recreatiefunctie hebben
als Rotterdam tenminste niet dan al heef'
verordonneerd wat Zeeland moet doen.
Maar voorlopig zitten nogal wat dorpen te
kijken met een verminderd aantal inwoners
zakken de kerken langzaam aan naar het
nulpunt wat betreft de mogelijkheid van het
beroepen van een eigen dominee. Daar-
'egenover staat bijvoorbeeld het kleiner aan-
•al studenten theologie (vooral bij de rooms
katholieken telt dit erg).
ROEPING
In het rapport .Veranderend Getij" van het
gereformeerd sociologisch Instituut (oktober
1964) kan men vinden dat de gereformeerde
kerken in 1981 1591 predikanten nodig zul
len hebben. Als het predikantenkorps niet
wordt aangevuld, dan zijn het er in dat Jaar
maar 541, zodat de noodzakelijke aanvulling
moet worden gesteld op 150. In de periode
1976 tot 1981 komt dat neer op 56 dominees
per jaar aanvulling. En dat waren nog maar
minima. Daar werd nog niet gesproken van
nieuwe tak«n, die we nu langzamerhand wel
kennen: industrie, recreatie. Om nog een
maal iets te citeren uit Veranderend Getij
(samenvatting) .Zeker, wij soreken van ons
.goddelijk beroep', maar vooral in gerefor
meerde kring is er vaak zo'n sterke con
centratie op de beroepsarbeid dat men vaak
te weinig oog heeft voor de roeping daar
buiten. Het kan daarom ook een taak van de
kerk zijn stimulerend en eventueel daad
werkelijk bezig te zijn met die vormen van
.vrijetijdsbesteding', die het duidelijkst de
eenheid van arbeid en ontspanning laten
zien (kunst, ontwikkeling, sport).'
In dat rapport wordt al met ere genoemd
Schouwen-Duiveland met zijn strandpasto-
raat. We kunnen er al sinds enkele jaren
aan toevoegen Walcherens kust, west
Zeeuwsch-Vlaanderen en het Veerse Meer.
Het krijgt allemaal ook organisatorisch ge
stalte, ook op provinciaal gebied. Zoals ge
meld is een provinciale interkerkelijke re
creatiecommissie. een PIRK, in de maak en
plaatselijk is men op sommige punten al
heel wat verder. We denken daarbij vooral
aan West Zeeuwsch-Vlaanderen (inhoude
lijk) en Veerse Meer (organisatorisch).
Recreatie. Schouwse Westhoek. Het voor
stel voor Schouwen-Duiveland om de classis
te verdelen in vier samenwerkingsgebieden
(1. Zierikzee, 2. Hasmstede. 3. Nteuwerkerk-
Bruinisse, Oosterland en 4. Scharendijke-
Brouwershaven-Zonnemalre) dat gunstig Is
ontvangen door de kerkeraden, is al voor
een belangrijk deel gericht op d° taak van
de kerk in de recreatie. In het gebied van
Scharendljke-Zonnemaire-Brouwershaven
zouden volgens dit plan twee predikanten
werkzaam kunnen zijn, van wie een een bij
zondere opdracht voor het strandpastoraat
en de recreatie zou moeten krijgen. De pa
rallellen met het plan West Zeeuwsch-
Vlaanderen zijn duidelijk.
D e recreatie op Schouwen-Duiveland zal in
de toekomst ook te maken krijgen met hel
Grevelingenbekken, dat één groot recreatief
binnenmeer moet worden. De suggestie om
kontakt op te nemen met de kerken van
Goeree-Overflakkee. zoals gedaan in het
rapport van de deputaten Kerk en Delta is
daarom bepaald niet overbodig.
VOORUIT KIJKEN
De deputaten .Kerk en Delta' een club
van predikanten met één vrijgestelde, direc
teur L. A. Hartman van het Gereformeerd
sociaal centrum ir Zeeland, heeft zich de
eerste tijd wegwijs laten maken door des
kundigen In de verwachte ontwikkelingen
van Zeeland. Kwam vervolgens met de sug
gestie meer kontakt en overleg op het ge
bied van christelijk onderwijs dat resul
teerde in een vruchtbaar beraad en tracht
voorts de problematiek van de kleine ge
meenten in het gezichtsveld te krijgen Er
zijn voorts relaties gelegd met de commissie
voor Deltazaken van de Ned Hervormde
Kerk Men kan weten dat een interkerkelijk
beraad over de expansie van het Delta
gebied en de zorg van de mens tussen de
industrie op gang is gekomen
Deputatenvoorzltter ds A. G. van der Stoel
(61) In Bergen op Zoom wijst er op dat de
deputaten slechts een stimulerend orgaan
zijn, dat de ontwikkelingen in het Delta
gebied op de voet wil volgen en liefst wat
vooruit wil kijken om de kerken van advies
te kunnen dienen.
Over schaalvergrotingen en Schouwen-
Duiveland .vanuit die classis is men tot
het volledig inzicht gekomen: er moet wor
den samengewerkt. Als het aantal predi
kantsplaatsen van acht naar vier wordt
teruggebracht betekent dat voor een jonge
man een dagtaak en dat men waarschijnlijk
zonder enige steun uit landelijke kassen een
eigen predikant kan hebben.' Haamstede
krijgt dan zo'n 350 zielen, de tweede ge
meente, Scharendijke. Brouwershaven. Zon-
nemaire, zal dan bijna 700 zielen tellen. Zie
rikzee telt ruim 800 en Nieuwerkerk. Ooster
land. Bruinisse komt op Iets van 550.
BOMMETJE
Ds Van der Stoel merkt op dat men geen
heil ziet In het argument: de mensen rijden
wel 15 kilometer naar een andere kerk. ,Een
dorp is een leefgemeenschap. Je kweekt
geen gemeenschap als men elkaar alleen
's zondags In de kerk ziet.'
Uit zijn Westbrabantse ervaringen puttend
kan ds Van der Stoel aan de Schouwenaren
de raad geven: houdt catechisaties In de
eigen plaats, zorg ook voor huisbezoek en
als er kans van slagen is op verenigings
leven. houdt dat dan plaatselijk, kies ook
ouderlingen plaatselijk .anders komt er
geen fluit van terecht' en: de enige weg
om verder te komen Is uitgaan van bestaan
de situaties, éls die levensvatbaar zijn.
.Je mag wel een bommetje laten vallen, maar
geen verwoestingen aanrichten; de mensen
mogen wél schrikken, maar ze moeten het
zelf anders en samen gaan doen.'
Will. J. Verkerk.
NB. Op de particuliere simode bleek
een wijziging fn het plan Schouwen-
Duiveland te zijn aangebracht. Voorlo
pig houdt men het op vijf gebieden,
omdat Scharendijke nog zelfstandig zal
blijven en aan het beroepen is. (WV)
De zielzorg zit in een impasse, heeft prof dr
Kerk en bij wat hij schreef hebben we de v
men in de protestantse kerken in ons land
daar sprake is van de zielzorg. Ook daar kent
wat in de praktijk betekent dat een predikant
moet laten gaan dan vroeger het geval was
zetten- De priester en de predikant zijn-niet
hun gemeenteleden en parochianen om te ga
van vroeger het geval was.
De maatschappij heeft een andere structuur ge
kregen. En in de R K. Kerk zo stelde prof.
Kwant wederom vast zoeken de parochianen
ook niet meer, zoals dat vroeger het geval was.
het contact met hun priester. Het biechthoren is
niet verdwenen, ,maar het is wel in een onvoor
stelbaar snel tempo teruggelopen', evenals het
,spreekkamerwerk'. Voor de protestantse kerken
hebben wij gemeend ons daarbij te kunnen aan
sluiten, ook al ligt het daar dan wat anders en
al heeft men daar de biechtstoel niet gekend. Ook
de predikant persoonlijk wordt niet meer gezocht
zoals dat vroeger het geval was en zo komt er
een afstand, een verwijdering tussen de ziel
zorgers en hun gemeenteleden of parochianen
De schuld hiervan zal natuurlijk wel in de schoe
nen van de zielzorgers worden geschoven, maar
het is zeer de vraag of dit, althans voor 50 pro
cent, billijk is.
Prof Kwant gaat dan in zijn artikel verder spreken
over het meer algemene contact tussen de zie!
zorger en zijn parochianen, ,het openbare werk
in de kerk', de eucharistieviering, preken, lof,
kruisweg, plechtige avondoefeningen zoals tridua
enz.' Behalve het preken hebben de protestanten
niet veel van de opgesomde godsdienstige plech
tigheden. Slechts een enkele keer per jaar hel
avondmaal. Ook in zijn kerk zo onthult ons
prof. Kwant zijn de geestelijken ,er niet af
kerig van er een of ander bijbaantje bij te nemen
in een of ander organisch verband'. We zou
den op dit onderwerp niet nader zijn ingegaan
omdat ,het openbare werk' bij priesters en predi
kanten, hoewel er natuurlijk weer allerlei punten
van overeenkomst zijn, toch in de praktijk iets
anders ligt. Het zou ons eerder verwonderen
wanneer die twee soorten zielzorgers zo maar
naast elkaar konden worden gesteld. Daarvoor is
de historische ontwikkeling van de kerken een
andere geweest en bovendien is de structuur van
de R.K. Kerk een andere dan die van de pro
testantse kerken, wat vooral tot uiting komt in
dat openbare werk- We zouden verder over dit
onderwerp gezwegen hebben, ware het niet dat
de vorige week, ter voorbereiding van het Pasto
raal Concilie, een boekje was verschenen, ,ont-
werp-rapporten en discussie-nota'. Het eerste
rapport draagt de titel: hedendaagse geloofsbe
leving' en het tweede hoofdstuk luidt: ,op zoek
naar een pastoraal beleid'. Dit rapport lezende
moesten we telkens weer denken: zo is het bij
ons ook Bij de bezinning op het pastoraal beleid
is de commissie die dit rapport heeft amengesteld
er van uitgegaan dat we kunnen spreken van een
,hedendaagse geloofscrisis'. Reeds op de eerste
bladzijde wordt opgemerkt: ,Deze geloofscrisis
beperkt zich niet tot de Rooms-Kafholieke Kerk,
maar strekt zich uit over alle kerken. Men worstelt
met dezelfde problemen; het verschil is echter,
dat de Reformatorische kerken op dit gebied in
de voorgaande eeuwen een grotere ervaring heb
ben opgedaan'. Daarom is men in alle kerken ,op
zoek naar een pastoraal beleid'. Wanneer er hier
van een crisis gesproken wordt, betekent dit dat
,het bestaande evenwicht wordt verstoord'. En
daarom is er onrust bij vele gelovigen. Er is
onrust zowel bij hen die naar verdere ver
nieuwing streven als bij hen die menen dat de
vernieuwing in een verkeerde richting gaat'. ,Een
aantal traditionele waarheden' wordt door som
migen afgewezen, die voor anderen ,een inte
grerend (wezenlijk, onafscheidelijk) deel uitmaken
van het christelijk geloof'. Dat dit in niet geringe
mate van invloed is op de verhouding van ziel
zorger en gelovige, zal ieder zonder verdere uit
leg kunnen begrijpen. De vraag komt dan zo
licht op wat hebben we nog aan elkaar Het
houdt een stuk verwijdering in. Nu kunnen we er
wel weer over gaan praten dat een crisis, ook bi|
de kerk, een noodzakelijke fase is in de ont
wikkeling en dat is natuurlijk waar; middenin de
crisis zit men er maar mee. De één is voor ver-
R C. Kwant vastgesteld voor zijn eigen R.K.
orige week aangeknoopt om te zeggen dat
met dezelfde moeilijkheden worstelt wanneer
men de moeilijkheden van schaalvergroting',
over heel wat meer gemeenteleden zijn oog
»n deze tendens zal voorlopig nog wel voort-
meer in de gelegenheid op dezelfde wijze met
als dat in de zuiver agrarische samenleving
nieuwing en het kan hem niet vlug genoeg gaan
en de ander klemt zich vast aan hetgeen er van
ouder op oudet geweest is.
Dit alles maakt het zoeken naar een pastoraal be
leid nu niet bepaald gemakkelijk. De een zal met
argumenten aankomen ,dat het geloof naar in
houd en vorm in zijn wezenlijke elementen eens
voor al gegeven is' en dan komen schrift en tra
ditie, onfeilbaar kerkelijk gezag, paus en bis
schoppen die geroepen zijn rechte uitspraken te
doen, op de proppen. De ander zal komen aan
dragen met argumenten dat de wezenlijke inhoud
van het geloof iets anders is dan vasthouden aan
hetgeen er altijd geweest is Het gaat om een
.positieve proclamatie van de geloofswaarheden'
en om .de evangelische waarden' en hij zal aan
komen met recht .christelijke waarden' die m de
kerk niet de nadruk hebben gekregen zoals dat
nodig had moeten zijn, Zowel de behouder als
de vernieuwer weet weer dat hij moet uitkomen
bij ,de belijdenis van Vader, Zoon en H. Geesf.
De weg daarheen loopt bij beide nog al uit elkaar
en dat hier een niet gering pastoraal probleem
schuilt, is weer vanzelfsprekend
In de komende maand zal het Pastoraal Concilie
van de R.K Kerk ook dit rapport moeten behan
delen. Twee leden van de benoemde commissie
hebben dit opgestelde rapport niet kunnen onder
tekenen, omdat wij er het geloof van de Kerk
niet genoeg in herkennen' Deze twee zullen wei
nig vertrouwen hebben gehad in .personen en
groeperingen die nieuwe wegen opgaan'. In het
rapport wordt gevraagd: .Gelooft het Cone lie in
de positieve inspiratie van de profetische krach
ten; verklaart het zich daarom solidair met da
vernieuwing in de Nederlandse Kerk' De twee
die niet konden ondertekenen, zullen op die vraag
wel ontkennend hebben geantwoord. Zij zullen
wel van oordeel zijn dat de vernieuwing zonder
richting is. Is er van vernieuwing sprake .wan
neer christenen vergeten dat zij in Gods naam
onderweg zijn als Abraham en niet meer weten
dat hun leven een tocht is naar de toekomst van
het Koninkrijk Gods
STEMMEN UIT
DE KERKEN
,Op zoek naar een pastoraal beleid' is het tweede
hoofdstuk van het rapport .hedendaagse geloofs
beleving'. Dat pastorale beleid slaaf natuurlijk
allereerst op het Pastoraal Concilie. Doch dit
rapport zou aldaar niet zijn ingediend, indien er
in de parochies geen pastorale moeilijkheden
waren. Kritiek wordt er heel wat gespuid. Een
pastoraal concilie is alleen als zodanig reeds een
uitlaatklep. Doch, hef wil meer zijn. Zo'n concilie
zal ook een weg moeten zoeken voor het pasto
raat en voor een zeer belangrijk gedeelte daar
van, de zielzorg.
.Profetische inspiratie en profetische kritiek han
gen onverbrekelijk samen. Zij hebben hun oor
sprong in hetzelfde Woord van God Karak
teristiek voor de profeet is immers dat hij ,de
mond Gods' is, d3t hij dus niet spreekt cn han
delt, aanzegt en oproept uit eigen naam, maar
uit naam van Jahveh, die de Vader is van Jezus
Christus Evenals de profeet, zo zal het Pastoraal
Concilie de moed moeten hebben niet alleen de
weg te wijzen naar de ware God, maar ook de
mensen terug te roepen van de afgoden' Aldus
een paar kenmerkende zinnen uit het genoemde
rapport Over dat ,de weg wijzen' en terug te
roepen' zal menig woord worden gesproken. Zo
als de bisschoppen tussen twee moeilijkheden in
zitten, zo zal dit ook wel het geval zijn met hef
komende concilie wanneer het op zoek gaat naar
een pastoraal beleid.
h.
Zondag gaan wi) de Ujdenstijd
in, waarin wij in stérkere mate
aan het lijden van de Heer
gaan denken; het is de tijd
waarvan Christus zegt Als de-
bruidegom van hen wordt weg
genomen, dan moeten zij .vas
ten' (Matt. 9 15). Boe moei
nu deze gedachtenis aan het lij
den zijn f
Dan moeten wij denken aan het
grote onderscheid tussen de
oud-christelijke en de latere
opvattingen. De volksvroom
heid van de laatste eeuwen
stelde zich de afzonderlijke to
nelen van ,het bitter lijden
aanschouwelijk voor ogen, zij
weende over hem bittere tra
nen van medelijden. Zij vroeg
naar de deugden, die de Beer
bij iedere fase van zijn lijden
heeft beoefend. Boe zal ik Bern
navolgen, hoe léér ik van Hem.
Dat was de belangrijkste vraag.
Zij maakte het lijden van de
Beer tot het grote motief van
levensverbeteringMij is voor
mij aan het kruis gestorven en
i k heb zo zwaar gezondigd'.
Maar hoe doet het de ouü
christelijke vroomheid, waar
can de sporen nog hier en dam
in de 'liturgie te vinden zijn
Deze gaat geheel andere wegen
Zij stelt ook het verhaal van
Christus' lijden in het middel-
Dunt, maar blijft daarbij niet
stilstaan. Voor haar is van gro
tere waarde de gedachte en het
dóel van dat lijden: de ge
schiedkundige omkleding komt
pas op de tweede plaats.
Christus heeft ons door zijn lij
den verlost. Hij heeft ons daar
voor tot kinderen van God ge
maakt. Dat is het gelukbren
gende feit van het christendom.
Daarom weent ze niet zozeer
bittere tranen maar kan zich
zelfs verheugen. Op de schijn
baar droevigste dag van het
laar, op Goede Vrijdag, ziet
ze kans een jubelhymne te zin
gen: .Ziet door het hout. kwam
er vreugde over de gehele we
reld'. Ze spreekt daarom niet
gaarne van het bitter lijden,
maar van de .beata passio'. het
zalig of zaligmakend lijden: ze
ziet ons niet zozeer op de men
selijke kant, maar veel meer op
het doel van het lijden, onze za
ligheid.
GOES
C. P. M. HOLT KAMP