Seth Gaaikema:
NEDERLAND HEEFT GEWOON
TE WEINIG SMOEZZERS
HET DAGBOEK VAN
SAMUEL PEPYS
DANSEN ROND DE HOOIMIJT EN
ZIEN WAT ER VAN KOMT
Zaterdag 22 maart 1969
Het Nederlandse cabaret Is nog steeds eer
klein wereldje met grote goden. Wie over ca
baret spreekt, heeft het over Kan, Hermans er
Sonneveld. de grote drie. Hij kan wat verder
teruggaan en dan komen de verhalen van de
grote kleine man Louis Davids, de zwierezwaai
er Plsulse. Buziau die niet meer dan zijn wat
armetierig staketsel hoeft te laten zien om een
zaal aan het schateren te krijgen. Lange leuke
verhalen voor warme sentimentele wlnteravon
den met een bakje koffie en één groot na
deel: het vaderlands cabaret komt wat onge
lukklg In de sfeer van de legende terecht. En
dat terwijl er naast de levende en levendi
ge legende van de grote drie een nieuwe
groep jonge cabaretiers driftig bezig Is de
kaarten te schuden.
Kan. Hermans en Sonneveld blijven recht
overeind, maar onmiddellijk achter of naast
hen wordt aan het podium getrokken, door
Paul van Vliet, Seth Gaaikema, Lurelel. Fons
Jansen, Herman van Veen, Frans Halsema,
Gerard Cox.
Seth Gaaikema: ,De zaak is aan het ver
schuiven. Alle eerbied voor de drie, alle
eerbied voor Fons Jansen, die er-qua pu-
bl:ek-bijna een grote vier van maakt. De
kaarten worden geschud. Er komt een nieu
we laag boven. De belangstelling van het
publiek draait mee'
GAAIKEMA (29) zit in de hausse van
zijn carriëre. Avond aan avond staat hij
ergens in Nederland. De ochtenden en
zeer vee) middagen geeft hij schoolvoor
stellingen. Gaaikema is een van de weini
ge jongeren die in enkele jaren de formule
gevonden hebben om van het mateloos ver
velend met woordspelinkjes grappende stu
dentencabaret over te stappen op het ca
baret voor iedereen.
.Cabaret is er ook voor iedereen. Het is
niet langer iets geweldig exclusiefs. Ik
heb geprobeerd om er een vorm van thea
ter van te maken. Theater van het mo
ment wel te verstaan. Ik ben bewust afge
stapt van die regels die een programma
muurvast maken. Ik geloof dat improvisa
tie een sterke zijde van me is. Ik ga die
nog meer ontwikkelen. Dat klinkt mis
schien wat paradoxaal. Improvisatie heb
je of je hebt het niet, maar je moet op
het toneel wel naar eeD toegespitste vorm
werken'.
Gaaikema werkt op de dag, op de minuut,
op het moment. De geijkte mopjes voor
de laatkomers en de vroeg - en laatgiilers
ontbreken en hebben plaats gemaakt voor
een volledig aan de situatie aangepast .re
pertoire' dat op het moment ontstaat.
Gaaikema is er een meester tn. weet Intus
sen best wat hij in dergelijke situaties
zeggen en zwijgen moet en is gewoon blij
met elke gelegenheid. De rest van zijn
programma Is op tekst, muziek en timing
achter allerminst onvoorbereid.
Vroeger was het met cabaret zo dat je
m vde veronderstelling dat je een handi
ge jongen was maar even op een podium
ging staan, wat zei of zong of zingzei en
ifwachtte wat er gebeuren zou. Zo van
dansen rond de hooimijt en zien wat er
van komt. Die tijd ls over. Cabaret is een
ak. afwachten niet'.
student
Domineeszoon Gaaikema begon in 1957 zijn
studie te combineren met het cabaret. In
flat jaar richtte de student Nederlandse
taal en letterkunde het Groninger Studen
ten Cabaret op en kwam vrij spoedig
daarna in contact met Wim Kan die Gaai-
kema's teksten, scherp of poëtisch, best ge
bruiken kon. De oudejaarsluisteraars wis
ten toen nog niet zo best dat ze tussen
de oliebollen behalve Kan ook Gaaikema
hoorden.
Gaaikema bleef zich onderscheiden als
tekstleverancier. In 1960 maakte hij de Ne
derlandse bewerking voor de musical ,My
fair lady' Verder vertaalde hij de musi
cals .Oliver", .Kiss me Kate' .Carnival'
an .Sweet Zanty'
Brechts' .Dreigroschenoper' kwam als de
Driestuiversopera van zijn werktafel. In
tussen stond Gaaikema ook zelf op het
podium, bouwend aan een eigen carrière in
een oud vak, met nieuwe middelen
Jk heb natuurlijk ontzettend veel van dat
vertaalwerk geleerd. Ik ben bij de hele
produktie van de musicals betrokken ge
weest, ik heb op de eerste rij gezeten. A_ls
je dan ziet wat een artiest nodig heeft
aan tekst, als je ziet wat een stuk nodig
heeft aan tekst en je legt er naast wat je
aanvankelijk als zeer goed had bestempeld,
wordt het goed duidelijk wat je allemaal
nog leren moet. Het vak ls harder dan
je denkt. De Bühne vraagt ontzettend
veel aanpassing. Leuk dat het te leren is'.
positie
tn 1964 wordt Seth Gaaikema drs Gaaike
ma. Hij verdwijnt niet van het podium,
stapt niet voor de klas, maar blijft staan.
Het loopt net lekker. Als zijn eerste suc
cesshow .Kom kom, tuut tuut, ho ho', ge
vleugelde woorden voor Nederland ople
vert, heeft Gaaikema ook een cabaretposi
tie die de mogelijkheden voor meer in
zich heeft. Hij is dan al helemaal verge
ten als studentencabaretier.
Dat is eigenlijk maar goed ook. Ik heb er
nu af en toe nog mee te kampen. Woorden
zijn sfeerinstrumenten, je kunt er alles
mee doen. Toch heb lk van mezelf het
idee dat lk het nog te vaak op Ingewik
kelde woordgrapjes laat aankomen. Dat
moeten we natuurlijk niet hebben En tja,
die studenten. Kijk, er is niets zo opval
lend als het feit dat heel die Nederlandse
studentenproblematiek nergens weerklank
vindt buiten de studentenwereld. Niet in de
politiek, niet bij het publiek. Het spreekt
niet aan. gaat er finaal langs. Tn zo'n geval
kun je ook maar zeer moeilijk studenten
cabaret brengen Je begint er niets mee
doctor
Gaaikema is zijn studie overigens niei
nelemaal kwijtgeraakt of het moest aan
het cabaret zijn. Hij hoopt over niet a'
te lange tijd te promoveren (.niet vanwe
ge dat ,dr' voor mtjn naam want dat
schept alleen maar afstand. Titels moeten
worden afgeschaft. Ik zie die promotie
alleen als het afsluiten van de studie'.)
op Louis Davids. Alle mogelijke archieven
moeten er als het podium hem even
•ust laat onder door.
Louis Davids is meer dan een kleine groti
man alleen. Hij staat voor een hele perio
de. Niet een van de minst interessante
bovendien. Ik heb weinig tijd, maar ik ge
loof dat er een fijn boek uit kan komen.
Wat denk Je als lk alleen al de namen
noem van de mensen die samen Louis Da
vids hebben ,mee-gemaakt': Jacques van
Tol, Margie Morris, Rido, Speenhoff, Mey
er Hamel, Cor Lemaire. een hele periode'
groningen
Gaalkemo en Groningen liggen erg dichtbij
Elk programma kan daarvan getuigen
Gaaikema: ,Ik hou van Groningen maar
ik ben het kwijt. Ik woon in Amsterdam
Dat moet voor ons vak. Ik ben geen Toon
Hermans die kan zeggen .ik woon in Maas
tricht, als je me hebben moet, dan kom je
maar'. Ik woon in Amsterdam, ben Gro
ningen kwijt, maar ik ben het niet verge
ten. De mensen weten dat Gaaikema bij
Groningen hoort. Het ls mijn kleur. Daar
kan lk voorlopig niet vanaf. Gronings?
Ja. Nederlands is geen taal om leuke zin
netjes in te zeggen. Ik geef toe: ik heb
Groningen uitgebuit, maar dat moet ik
ook wel.
Vanuit Amsterdam gaat Seth Gaaikema
het land door. ,Het is vermoeiend, niet
vervelend om te doen. Ik wil voor elk
publiek optreden. De tournee 's de levende
leerschool. Ik zit nou tegen de dertig
ik kan nog opnemen, straks gaat dat alle
maal wat moeilijker. Bovendien wil lk er,
serieus echt iets van maken dus moet ik
ook helemaal door de molen. Je moet leren
wat je aan elk publiek hebt. Je moet daar
bij zelf aan het woord blijven en toch
moet er een sfeertje hangen van ,wat praat
dat publiek lekker mee'. Gladde cabaretiers
zijn er genoeg, Nederland zal het een paar
maandjes zonder Seth Gaaikema moeten
stellen. Over enkele dagen. 28 maart, ver
trekt hij naar Canada. Vmerika en de
West om er voor de tweede maal de
Nederlandse clubs ln contact te brengen
met ,Kom kom, tuut tuut, ho ho'.
Graag gedaan natuurlijk. Het is aange
paste vorm van het oude programma. Uit
eindelijk is daarmee voor mij zo'n beetje
de victorie begonnen .Vroeger kreeg ik
niet al te veel mensen en nu ben ik in de
grote steden wekenlang uitverkocht.
Een cabaretier heeft één geluk: hij be
paalt niet wat goed is. Dat doet het pu
bliek wel'.
TEKST ANDRE OOSTHOEK Q FOTO'S DICK FABER. PZC
DAGBOEKEN, mémoires, brieven behoren voor menige lezer lot de
lievelingslectuur. Hoe echter, hoe dierbaarder. Met dat .echT bedoelen
we dat de schrijver van die intieme geschriften niet in de eerste plaats
aan een latere lezer heeft gedacht. Dagboeken en brieven die al op
gesteld worden met het oog op later effect, missen die waarachtige
toets meestal, geven onherroepelijk een sterk vertekend, geidealiseerd
wensbeeld, het is als hel ware of de schrijver de toekomstige lezer al
over zijn schouder voelde kijken. Het werkelijke .geheime' dagboek dat
nooit bestemd is geweest voor andere ogen, de optekeningen die iemand
helemaal alleen voor zichzelf heeft gemaakt, om welke reden dan ook,
gunnen die latere lezer een blik in het waarachtige zelf zoals de schrijver
het althans zelf zag. Men voelt zich dan haast indiscreet als men
iemand zo in négligé kan bespieden. Mogelijk is het zelfs een van de
plezierige prikkels bij zulke lectuur. Over het algemeen wroet men im
mers graag in andermans intimiteiten.
"Liet Dagboek van Samuel Pepys (1632-1703) behoort tof die laatste
A categorie van echt geheime dagboeken. Het was zelfs zo geheim
dat Pepys het deels in een soort steno neerschreef (wellicht ooit vlug
heidshalve en verder vaak nog in een wonderlijk mengelmoes van
(vrij gebrekkig) Frans, Latijn en andere talen. Pepys nield het achter slot
in zijn bureau Niemand heeft er ooit iets van gezien en de enige keer
dat hij er een vriend iets van vertelde, had hij er spijt van. Na zijn
dood kwam het met zijn hele belangrijke bibliotheek in de universiteits
bibliotheek van Cambridge terecht, waar het tot in het begin van de
vorige eeuw heeft gestaan voordat iemand er blijkbaar naar keek. Een
dominé, John Smith, heeft drie jaar lang aan de omzetting van de
stenografische gedeelten gewerkt, hij moest eerst de sleutel ontdekken
Zo verscheen dan in 1825 een eerste, gedeeltelijke druk van het Diary
Later, tegen het einde van de eeuw, ontdekte men pas (hoe is het moge
lijk, vraagt men zich af) dat het stenografiesysteem dat Pepys gebruikte
het systeem van zijn tijdgenoot Shelton was, dat óók in Pepys' biblio
theek stond Ondertussen was John Smith al gestorven en hij heeft dus
nooit geweten dat al zijn werk min of meer overbodig was geweest
He» complete Dagboek, dat de jaren 1660-mei 1669 bestrijkt en heel
erg uitvoerig is, werd voor zover we weten nog nooit uitgegeven
Bijna alle edities zi|n óf een soort bloemlezingen in de smaak van de
tijd, óf slaan enkele oassages over die .onmoqelijk gedrukt konden
worden'
Tegenwoordig kan alles gedrukt worden en Pepys maakt het werkelijk
niet te bont. Een groot bezwaar is dat hij vaak erg wijdlopig is en
zoveel vertelt wat haas» niemand meer interesseert, zodat een werkelijk
complete uitgave van zijn Dagboek een ongelezen boek dreigt te wor
den da» men wel in de kast heeft staan, maar zelden of nooit inziet
Terwijl een met smaak en overleg gedane keuze tot de verrukkelijkste
lectuur kan behoren.
Zoals het boek waarvoor we vandaag uw aandacht vragen, .Geheim
dagboek van een puritein' door Samuel Pepys, vertaald en gekozen
door Heieen ten Holt. De enige kritiek die we op de uitgave zelf heb
aardig meisje of aardige jonge vrouw zien zonder zijn kansen te pro
beren en dikwijls had hij succes. Hij was, getuige zijn portretten, een
aantrekkelijke man met een innemend, zelfs wel knap gezicht. Daarbij
had hij later een zeer hoge positie en werd hij ook nog rijk en de
vrouwen die hij probeerde te verleiden waren meestal uit lagere stan
den of zelfs van het personeel, zodat zijn .successen' niet zo erg impo
nerend zijn Aan koninginnen heeft hij zich niet gewaagd, tenzij ze
al lang dood waren. Hoogst merkwaardig is zijn notitie van 23 feb. 1669,
als hij de graven in Westminster Abbey bezichtigt: ,and here we did
"atherir
Abbey
see, by particular favour, the body of Queen Katnerine of Valois; and
I had the upper part of her body in my hands, and I did kiss her
ben, is, dat in de inleiding niet duidelijk wordt gezegd dat dit boek
inderdaad slechts een zeer beperkte en heel persoonlijke keuze is
Heieen ten Holt heeft alleen maar datgene opgenomen wat haar boeide
en boeiend leek, ze heeft Pepys afgestoft en gemoderniseerd, maar hem
helaas niet helemaal intact gelaten. Zij had té grote aandacht voor
de ongemeen boeiende petite histoire, het tekenende détail, maar he1
zwaartepunt is daardoor wel een beetje verlegd Tenslotte was Pepys
ook nog een belangrijke man in zijn tijdsgewricht en een uiterst oe
kwaam ambtenaar. We zien hem nu als het ware meer onder rokken
graaien dan op zijn post en dat is met helemaal correct f Wel is hii
in de presentatie van Heieen 'en Holt een springlevend mens, een man
die ons haast lijfelijk mee terugvoert naar het midden van de zeven
tiende eeuw. Op zichzelf is dat knap, maar de bewerkster had het iet-
duidelijker moeten maken wat zij precies gedaan heeft voor die lezer
voor wie dit de eerste kennismaking is met Pepys' (tussen haakjes, mer
spreek» uit: Pieps) Diary. Overigens lijden vrijwel alle uitgaven aan het
zelfde euvel en zijn er ook edities waaruit al dit intieme, vroeger tri
viaal geachte, het speelse en lichtelijk scabreuse dat ons nu zo amu
seert, weggelaten zijn. En nogmaals: waar het oorspronkelijke bij tijd
en wijle een ontzaglijk langdradige aangelegenheid is, blijk» deze
versie van begin tot einde verrukkend en sprankelend van leven. Een
uitgave als deze kan honderden mensen op de allerplezierigste wijze
nader tot Pepys brengen en het lijk» dan ook wel erg ondankbaar al-
men toch zijn bezwaren tegen een dergelijke adaptie formuleert.
Wat overblijft in deze vorm is zo prachtig en interessan», dat het ,Ge
heim dagboek van een puritein' tot de sterk aanbevolen boeken be
hoort I
Camuel Pepys was afkomstig ui» de nette middenstand. Zijn vader wa;
kleermaker en wat beneden zijn stand getrouwd. Pepys had in
Cambridge gestudeerd, zijn BA gehaald en hi| was jong gehuwd me'
de nog maar veertienjarige doenter van Franse emigrés, een beeld
schoon meisie dat mógelijk van voorname afkomst was, maar in iede
geval straatarm en weinig ontwikkeld en dat daarbij neigingen toonde
tot gemakzucht, slordigheid en verkwisting. Pas toen hij getrouwd wa?
las Pepys, die zelf ook geen geld bezat, in een boek dat het le. dom
was om te trouwen, 2e. nog dommer om een vrouw zonder enorme
bruidschat te trouwen, 3e het allerdomst om een beeldschone vrouw te
trouwen. Hij heeft het allemaal ondervonden. Zijn vrouw en hij waren
in ieder opzicht antipoden en de ruzies waren niet van de lucht, mae-
Pepys hield van zijn vrouw en hij bleef haar schoonheid bewondere-
(al was dat uiteindelijk wel zo ongeveer het enige wat hij nog aa
haar waardeerde) Wel werd hij soms boos als zij voor het behoud van
die schoonheid de nieuwste schoonheidsmiddeltjes toepaste en bijvoor
beeld haar gelaat insmeerde met de urine van jonge hondjes.Vrede
heeft hij er eerder mee als ze voor een nacht over naar Woolwich gaat
om 's morgens vroeg meidauw te verzamelen: .Mevrouw Turner bad
haar namelijk verteld dat da» het ie van het is om ie gezicht mee te
wassen; ik vind het al lang goed' (28 mei 1667)
Nu gaf Pepys zijn vrouw wel veel reden voor jaloezie Hij kon geen
body ic
mouth, reflecting upon it that I dia kiss a queen, and that this was my
birth-day, thirty-six years old, that I did kiss a queene'.
Dehalve van vrouwen, was Pepys ook bezeten van een verlangen om
L' rijk te worden. Hij telt onophoudelijk zijn geld en noteert met
groot genot hoe zijn vermogen toeneemt, dank zij de protectie van
een invloedrijk ver familielid, de Earl of Sandwich, die zorgt dat
Pepys een paar zeer hoge posten bij de Marine krijgt. Deze posten
brachten met zich mee dat hij vaak prachtige en heel kostbare ge
schenken kreeg van mensen die van hém weer een gunst verwachtten.
Als ambtenaar is Pepys hoog gewaardeerd en door vrijwel iedereen
geprezen. Er zijn tijden geweest, zoals tijdens de grote pestepidemie
en de enorme brand van Londen in 1666, en tijdens de tweede oorlog
met de Hollandse Republiek, da» de leiding van de Marine eigenlijk
geheel bij hem berustte. Door de keuze van Heieen ten Holt lipct het
wel eens of Pepys zich in zulke moeilijke uren en op zulke belangrijke
momenten enkel en alleen met persoonlijke beuzelingen bezig heeft
gehouden. Da» is een van de nadelen van zo'n eenzijdige presentatie.
Zeer zeker was Pepys ook geneigd tot overdadige genietingen, tot
drank, lekker eten, schouwburgbezoek, feesten. Met een beetje berouw
noteert hij dan weer hoeveel dat allemaal heeft gekost, hij beloof»
zichzelf beterschap en legt tegenover God geloftes af, dwingt zich
een bepaalde tijd geen wijn bij het diner te gebruiken, of de schouw
burg voorlopig niet te bezoeken De geest w3s gewillig genoeg, maar
het vlees Vaak viel hij de dag daarop al weer.
Welk een verrukkelijk beeld geeft dit boek van het dagelijkse leven
van onze voorouders in de zeventiende eeuw. Is er geen po 's nachts te
vinden, dan water» Papys heel gemoedereerd in de schouw. Komt er een
dame op bezoek (een Lady nog wel) dan neemt ze als ze even wachten
moet omdat de gastheer er nog niet is, ook al doodgemoedereerd
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
iaa»s op het stilletie (pott, staat er), wel zqn gas» en gasfheei
- reselijk confuus door de situatie als laatstgenoemde plotseling de
kamer binnenkomt. Het gesprek vlot met meer zo En de lucht, vraagt
men zich af, ook al was my Lady er bijtijds afgeweest Men sliep heel
vrolijk bij elkaar in bed, kamde eikaars naar en ving eikaars luizen. In
de pruiken zaten vaak al neten als ze door de kapper werden afge
leverd, en ten tijde van de pest durfde men geen pruiken kopen omdat
men bang was dat het haar van pestlijders afgesneden was
Knechts en zelfs meiden werden afgerost als hun werk niet beviel,
3epys ziet er geen been in midden in de nacht de meid te laten op
gaan als hij dorst heeft na het overmatig eten van zoute ansjovis, en
hij geeft de meid een schop en een draai om haar oren als ze de
voordeur open laat staan. Zijn vrouw heef» blijkbaar minder ontzag
zij wordt teruggeslagen door haar kamenier I
/~\ver het natuurgebeuren laat Pepys zich de grootste onzin wijs-
maken. O.a. dat er in Lancashire slangen zijn die alleen van
leeuweriken leven ,die ze als volgt vangen: ze wachten tot de leeuwerik
zijn hoogste vlucht heeft bereikt en dan kruipen zij precies onder de
plaats waar de leeuwerik is en richten hun bek naar boven; men neemt
aan dat ze dan vergif naar boven spuwen, went de leeuwerik komt
plotseling naor beneden cirkelen en valt precies in de muil van de
slang; heel vreemd' (pag. 72). Ook op het gebied van de geneeskunde
was het, zoals bekend, in de zeventiende eeuw nog een zeer droeve
zaak. Daarbij had Pepys het ongeluk aan nierstenen te lijden (Hij zou
er in 1703 toch nog aon sterven). Toen hij 25 jaar was, had men hem ven
de steen geopereerd en ieder jeer was de 26ste maart voor hem een
feestdag: hij had de toen werkelijk levensgevaarlijke operatie over
leefd. Maar wet deed hij verder niet: hij droeg zelfs een hezepoofie
rond zijn hals, net als de middeleeuwers, (frisse geur verspreidde zo n
ding) en schrijft bijvoorbeeld in vol vertrouwen: .Vandaag heeft een
kennis mij erop attent gemaakt dat aan mijn hazevoetje het gewricht
ontbreekt. Hij verzekerde mij dat hij sinds hij het zijne heeft, nooit meer
last van koliek heeft gehad; het is vreemd hoe de fantasie iemand kan
beïnvloeden, wan» zodra ik zijn hazevoetje aanraakte, begon mijn buik
te rommelen en moest ik een wind laten en ik voelde mij meteen een
stuk beter. Heb dus onderweg naar huis een haas gekocht' En de dog
daarop: Heb me vandaag de hele dag uitstekend gevoeld; dat moet
ik wel aan mijn nieuwe hazevoetje toeschrijven'
Later heeft Pepys erg aan zijn ogen geleden en gevreesd, volslagen
blind te worden. Het was zelfs de directe reden dat hij in mei 1669
zijn dagboek beëindigde:het is me daarbij te moede alsof ik
mijzelf naar mijn eigen graf zie gaan: moge God mij hiervoor en voor
alle ongemakken die met mijn blindheid gepaard zullen gaan, bereid
maken'
Pepys is echter nooit helemaal blind geworden, wel bleven zijn ogen
tamelijk zwak. Ook over de ademhaling wist men in die tijd nog niets,
getuige een verbijsterende notitie als: ,Maar wal mij het meest interes
seerde was wa» sir George En» vertelde over de ademhaling: dat de
artsen tot op deze dag nog niet weten waar die voor dient en hoe
hij tot stand komt'
Typerend voor de tijd is ook dat men naar een terechtstelling en vieren
deling ging kijken en daarna lekker ging eten, dat de vrouw van Pepys
voor een verzetje eens ging zien toen ze het stoffelijk overschot van
Cromwell opgroeven om het nog eens aan de galg op te hijsen. Of
men ging als verstrooiing de gekken in Bedlam bezichtigen.
Bijzonder interesanl zijn ook de talloze notities over het theaterbezoek,
vooral Pepys' kijk op Shakespeare. Hij vertel» ook hoe hij voor het eerst
een echte vrouw op de planken zag (voordien waren dat altijd jongens
in travestie).
Beroemd terecht zijn de onveraeteli|ke beschrijvingen van de
grote pestepidemie en van de grote brand van Londen. Dat laatste
is een adembenemend ooggetuigeverslag, enkel maar te vergelijken
me» de beroemde brief van Plinius de Jongere over de uitbarsting van
de Vesuvius. Pepys' eigen huis bleef maar op het nippertje gespaard,
het begin van de straat brandde reeds. Ook de tocht naar Chatham
en het breken van de kettmgdam door De Ruyter wordt in deze bladen
uitvoerig verhaald.
^Ifas Pepys inderdaad een puritein, en was hij vroom We weten he»
met Hij geloofde in God, maar hoe zwaar .zondigde' hij steeds.
In de kerk viel hij steevast in slaap, al toen hij 27 was, ofhij
keek er naar mooie vrouwen, viel ze zelfs tijdens de preek lastig, zodat
één zich eens wapende met spelden die zij uit haar kleding trok om
hem vinnig af te weren.(pag. 199) Maar speelde hij luit op zondag,
dan vroeg hij God om vergeving.
In mei 1669 vreesde hij blind te worden, in oktober van hetzelfde jaar
stierf zijn vrouw, nog maar negen en twintig jaar oud. K nderen hadden
ze met. Zij had waarschijnlijk typhus opgelopen in Frankrijk
Heef» hij zijn dagboek werkelijk nooit meer voortgezet o: s een even
tueel hernomen dacboek vernietigd, verloren gegaan Want dat men
in Cambridge zijn bibliotheek noa niet helemaal heef» nagekeken, zou
niemand durven veronderstellen.
Een ongemeen boeiend boek. een van de beste introducties tot het
zeventiende-eeuwse leven die men zich kan indenken.
Samuel Pepys: Geheim dagboek van een puritein
Arbeiderspers, Amsterdam, Klassieke Curiosa 4