KERKOPBOUW MET HET
OOG OP DE WERELD
EEN STUKJE
PROBLEEM
ROND DE
ZIELZORG
Wat gaat ons dat aan?
VORMINGSCURSUS VOOR KERKERAADSLEDEN
VAN HERVORMD ZEELAND
Zaterdag 15 maart 1969
MEVROUW VAN 3ERGEIJK:
niet vroom praten
Mevrouw W. van Bergejjk-Mortier is
ruim een jaar ouderling in een vrij
jonge wijk in Goes. Ze komt ook bij de
verpleegsters van Ter Valcke en Berg-
zicht. Bevalt haar dit ouderlingschap
,Het is een moeilijk iets. Ik houd ervan
om met mensen om te gaan. Ik vind,
dat als ik ergens kom, dat je dan niet
over oppervlakkige dingen gaat proten,
ik bespreek graag moeilijke" dingen, je
moet jezelf geven. Dat betekent niet dat
je moeilijkmoet praten. Er zijn men
sen die in de houding gaan zitten als
een predikant op bezoek komt. Dat moet
natuurlijk niet. Waar blijft dan het
werkelijke contact, de menselijke reac
tie. Dan wordt het een christelijk en
een vroom praten. Ik dacht dat je
zeker als ouderling uit een zeg maar
eenvoudige hoek moet praten. Je moet
jezelf durven zijn en durven vragen
Problemen moeten kunnen worden be
praat op gewoon menselijke wijze. Geen
hoogdravende woorden".
Heeft huisbezoek nog zin
,Ja. Ontzaglijk veel mensen zijn alleen
en eenzaam. Daar kom je pas op deze
manier achter. Ik ga niet vanwege die
hervormde kerk op bezoek, maar als
persoon. En een gesprek wordt heel
vaak wel gewaardeerd'. Zij is van me
ning dat het huisbezoek zal moeten
blijven, ook al is de kerkgang op de
helling: ,ik ga juist naar mensen die
niet in de kerk komen. De mensen die
aan de rand leven. Je moet niet pro
beren hen naar de kerk te krijgen. Dat
nooit. Je moet ze alleen opzoeken, con
tact leggen, opdat ze weten dat de kerk
ergens toch een taak heeft in de wereld.
En men stelt het echt op prijs. Men wil
dan juist graag over kerk en geloof
praten. Het blijkt dat het heel wat
mensen bezighoudt. Het ouderlingschap
is misschien een helpende hand, geen
evangelisatie dacht ik, in de oude be
tekenis van het woord. Maar als de
mensen een levensvulling zoeken, dan
kun je ,op het geloof wijzen. Een levens
vulling tegenover het alleen-maar ma
terial isme.'
P. W. C. VAN WESTEN:
overal kerk
Oud-Vossemeer: er is kansel-ruil tussen
hervormden en gereformeerden, de
nieuwe psalmberijming en de nieuwe
gezangen worden gezongen in de her
vormde gemeente. De kerkeraden der
gereformeerden en hervormden houden
samensprekingen. Oud-Vossemeer lijkt
een ideale plaats op een kerkelijk zo
verdeeld Tholen.
Er gebeurt in ieder geval iets sympa
thieks in Oud-Vossemeer. We horen er
iets over van de heer P. W. C. van
Westen (56), ouderling-kerkvoogd. Hij
was één van de vier deelnemers uit
Oud-Vossemeer aan de ambtsdragers-
cursus in Goes, waarover meer elders
op deze pagina.
Die cursus is hem bijzonder goed be
vallen. Suggesties voor de toekomst:
.graag met andere kerken samen, méér
avonden voor een cursus, alles was te
snel geëindigd'.
Vooral was hij erg bl\j met deze cursus
omdat men anderen zag uit de her
vormde kerk in Zeeland, mensen van
elders. Er kwam een uitwisseling van
gedachten en dat is stimulerend. Het is
duidelijk: het samen kerk-zijn Icomi
hier om de hoek kijken. ,De kerk leeft
nog te geïsoleerd en erg zelfstandig. En
dat is niet alleen op de dorpen zo. Voor
beeldje: kerk A bezit honderdduizenden
guldens, kerk B «n de plaats ernaast,
moet het geld bij elkaar schrapen om
een predikant te kunnen betalen. Daar
staat men nooit bij stil, maar de feiten
zijn er.'
Ander voorbeeld van de heer Van Wes
ten: het industriepasloraat kan in Zee
land nog niet beginnen, omdat er geen
geld is. Men weet in de plaatselijke ge
meente te weinig wat er eigenlijk moet
worden opgebracht voor zo'n zaak.
Nog een punt: de .controle' van de pre
dikant, de vrijheid van bijbanen. Mag
een predikant niets anders doen dan
zich inzetten voor zijn eigen gemeente
,We zijn overal kerk, maar we welen
het te weinig', zegt de heer van Westen.
.Men vergeet dat de tijd doorgaat, men
zit nog erg veel in de mist. Die mist
moet worden weggehaald. Het gaat om
de opbouw van een kerk, in een pro
vincie, in een wereld, voor die wereld,
sdmen met anderen.. Christus moet cen
traal staan, het gaat niet om confessio
neel, vrijzinnig, of gereformeerde bond'
Over interne kerkelijke zaken nog dit:
.kerken die niet zijn aangepast, hebben
een vrij grote achterstand en een te
kortkoming. Waar een kerkvoogdij
apart vergadert is er nog een tekort en
een isolement. Dan weet je nog niet
eens wat er in je eigen dorp leeft, laat
staan wat er elders aan de hand is'
De vormingscursus 1969 voor hervormde kerke-
raadsleden in Zeeland is achter de rug. Geestelijk
bepakt en bezakt zijn de ruim honderd deelnemers
van deze tweede cursus naar huis gegaan van de
vijf cursusavonden op vier plaatsen in dit gewest:
Middelburg, Zierikzee, Goes en Biervliet. Onder-
werp: ,Hoe staan wij met het evangelie in de wereld,
waarin wij nu leven
Reacties: ,Wat moet je nou uit jezelf, je hebt nooit on
derricht voor ouderling gehad. Waarvoor ik geen moed
had, heb ik die nu gekregen' (mevrouw Van Bergeijk-
Mortier, Goes) en: .Kerkeraden van plattelandsgemeenten
moeten weten wat er te koop is en wat er leeft. Het was
geen avondje uit, maar de ontmoeting met anderen uit
ae provincie was een stimulans. Ook kerkelijke problemen
in de diepste zin van het woord werden uitgepraat' (de
heer P. W. C. van Westen, Oud-Vossemeer).
Geen avondje uit, wel een avondje ,in' zijn voor kerke-
werk en voor de wereld, waarin dan dat samenlevings
verband dat kerk heet moet functioneren. Vandaar ook
die cursussen voor de ambtsdragers, de .kaderleden', die
in de plaatselijke gemeenten met elkaar de zaken van
die gemeente moeten bekijken.
Maar dal niet alleen. Die plaatselijke gemeente is niet
de enige. Met andere gemeenten samen vormt zij een
kerk en die kerk moet kunnen functioneren in een ver
anderende maatschappij, waarvan de Zeeuwse samen
leving deel uitmaakt. Zo'n veranderende maatschappij
vraagt een vernieuwde kerk, een zich vernieuwende kerk.
Een kerk van de uitnodiging, zoals bisschop Ernst van
Breda dat noemt. Daar vonden we bij mevrouw W. van
Bergeijk-Mortier, nu ruim een jaar ouderling, deze pa
rallel toen we over huisbezoek praatten: ,je moet liever
niet proberen de mensen na8r de kerk te krijgen. Nooit
naar .plichten' vragen, maar graag vanuit hun huwelijk
leren praten en belangstelling hebben. Of ze zich thuis-
voelen in een wijk; je moet als ouderling een helpende
taak vinden
Thuisvoelen in een wijk, thuisvoelen in de wereld. Een
.nieuwe wereld met opwindende vooruitzichten' en een
wereld .waarin mensen elkaar uitbuiten', zoals het word»
gezegd in het rapport van sectie III van de Wereldraad
van kerkenassemblee in Uppsala.
Wat moet de kerk daarin doen, wat kan de kerk in zo'n
wereld van uitersten nog betekenen, welk teken moet de
kerk zijn en geven Die kerk is: de mensen die zich tot
die kerk willen rekenen Dat kan binnen de kerk als
struktuur zijn, maar uit een grotere solidariteit met het
christelijk geloof misschien ook wel buiten de bestaande
struktuur.
Eén van de inleiders in zowel Goes als Biervliet was de
Middelburgse leraar drs. G. M. Kerkhof. (Voor wie het
interessant vindt om te weten: hij was één van de ge
reformeerde inleiders in deze cursus. Dat vonden de
cursisten erg plezierig. Niet alleen daarom werd ge
vraagd om volgend jaar een dergelijke vormingscursus
samen te doen met gereformeerden en rooms-katholieken.
Het logische argument is: wij, hervormden, kunnen het
niet alleen doen, in de andere kerken heeft men me» de
zelfde veranderende wereld te maken en met dezelfde
noodzakelijke inkeer, doorschouwing en noodzakelijke
informatie.)
Drs. Kerkhof wees op de ontplooiing en bedreiging, die
met elkaar worstelen in onze werelcT Natuurwetenschap
pen en sociale wetenschappen hebben het menselijke be
staan geweldige ontplooiingsmogelijkheden geschonken.
Maar de ontwikkelingen bevatten ook vele elementen die
dat bestaan bedreigen. Ontplooiing: wetenschap, vrijheid,
mondigheid, democratisering; bedreiging: afweer in tra
ditionalisme, tweeslachtigheid, sociale dwang, gevoel van
machteloosheid ie kan er toch niets tegen doen, anar
chie. En.- het geloof is een persoonlijke zaak.
De afweer in het traditionalisme de verontrusting op
allerlei gebied, bijvoorbeeld op kerkelijk gebied be
treft niet zozeer de technische alswel naast de theo
logische vooral de ethische en sociale zijden van de ver
anderingen. Technisch wordt het wel aanvaard, maar de
andere ontwikkelingen worden afgewezen. En dat roept
een gevaarlijke tweeslachtige houding op, aldus de heer
Kerkhof. Nogal wat reacties kreeg op een forumavond
de laatste cursus-avond in Biervliet, deze opmerking van
hem: ,een voorbeeld van een tweeslachtige levenshou
ding: het in Zeeland niet onbekende type boer, dat de
mechanisatie van het bedrijf snel en grondig aanvaardde,
maar dat geestelijk onveranderd en sociaal conservatief
bleef,- voorts de jongeren uit traditioneel denkende en
levende gezinnen, die op de middelbare school met een
geheel ander cultuurpatroon te maken krijgen'.
Op die forumavond in Biervliet, een klein gezelschap rond
een tafel, werd daar wat over voortgeborduurd, erg eer
lijk en openhartig. De boer móest wel mee, natuurlijk, hij
deed het, want het ging om zijn bestaan. De Zeeuwse
boer is wat dat betreft zeer helder van verstand. Waar
om zou hij dan geestelijk niét zo zijn meegegaan. De
boer staat misschien nog wat dichter bij de natuur, daar
door ook bij God Hij gelooft daarom mogelijk meer
dat God met de natuur bezig is, dus ook met die man
op dat land. Heet het niet, dat er zegen op moet rusten
Wordt nog niet in de kerk de biddag voor gewas en
arbeid gehouden (dat was deze week). Het gewas: dat
is duidelijk. Kan dan die arbeid slaan op de industrie,
heeft de biddag dan ook nog een functie in een ge-
industrialiseerde wereld .Natuurlijk kunnen we niet zeg
gen: als de oogst niet goed was, dan was dat het boze
oog van God', zei een ooer. Maar aan de andere kant:
,een góede oogst zie» men niet als zegen'. Een conclusie
voor West Zeeuwsch-Vlaanderen die ook voor andere
delen van dit gewest nog gelden: ,de kerk wordt ge
dragen door mensen in agrarische denkstrukturen.' Dat
kan betekenen: een minder snelle reactie op noodzake
lijke vernieuwingen Behoudzucht misschien.
Is geloven genade Het is in ieder geval niet helemaal
weg te cijferen: wat je meekreeg raak je nooit kwijt.
Maar het is óók een eigen beslissing. Het is niet of, of,
maar én, én. Tegenover de bevindelijkheid staat het
kiezen, de mondige gelovige heeft de vrijheid tot kiezen
gekregen. Je moet de genade pakken', zei Ds Kelling.
Op zo'n forumavond komt van alles aan de orde, vooral
wanneer daar aan voorafgaan intensieve praatavonden
over de wereld waarin men leeft, de wereld waarnaar
men tóeleeft en: welke God ontmoeten wij vandaag
Om iets te noemen: waar blijft de geloofwaardigheid
van politici, van christelijke politici. (Wat zijn dat eigen
lijk Ongeloofwaardigheden in de politiek. Onderwerp:
luchtverontreiniging. Opmerking van de heer Kerkhof:
,op de Zeeuwse Chemie-dag kwam de luchtverontreini
ging aan de orde Als je daar de provinciale politici
hoorde. Allemaal bla-bla, allemaal cliché's, iedereen
haalde er de schouders over op. Niks aan de hand met
vuile lucht, niemand wilde hen geloven. Want men weet
wel beter Men moet de geloofwaardigheid in de po
litici weer terugkrijgen' Crisis in de christelijke partijen
Waarin onderscheiden zij zich van anderen, was een
vraag op die forumavond in Biervliet. Die partijen zullen
zich weer geloofwaardig moeten maken. Dat vraagt
vooral de jeugd van vandaag. Terecht maar zij willen
die realisering ook dat is terecht dacnten wij zien
in de sociale strukturen.
De Oud-Vossemeerse ouderling-kerkvoogd P. W C. van
Westen vertelde ons dat juist dat openhartig uitpraten
hem zo was bevallen op die ambtsdragerscursus Je kon
nu eens uitpraten, zonder dat direct de dorpspraktijk er
aan te pas kwam: dat gaat over die en die. De vragen
werden algemeen. Zo'n algemene vraag kwam ook in
Biervliet: kan je in God geloven als je het vertrouwen
in de mens kwijt bent en omgekeerd: als je het ver
trouwen in God kwijt bent, kan |e dan nog in de mensen
Seloven Karl Barth had het eens over het feit, dat niet
et Godsvertrouwen weg was, maar wel het vertrouwen
in zijn grondpersoneel
Is het niet hard nodig, dat de kerk in wereldverband
wordt gezien, maar dat 't niét kan als je bij de plaatse
lijke moeilijkheden blijft staan, bij kleine dinsigheidjes,
bij hef klein-menselijke geharrewar. Is het niet hoog tijd
om aan de mondiale, de macro-strukturen te denken en
daaraan te werken: aan een rechtvaardige verdeling van
het wereldinkomen, is dat niet een christenplicht, waarbij
al die plaatselijke toestandjes in het niet verdwijnen.
Deze conclusie was, dachten wij, de belangrijkste op die
forumavond in Biervliet. Dat is de werkelijke taak van
de kerk, dat is een christen-plicht. Het begint er af en
toe op te lijken
WILL J. VERKERK
.Een ltd van één der gemeenten, die
zich op de classis beroepen had aan
gaande zondagsarbeid op een grote che
mische fabriek, wordt gehoord. Na uit
voerige bespreking deelt de classis hem
mede, dat zij zijn zienswijze niet kan
overnemen, duur deze tegen Gods
Woord is Hierin wordt duidelijk Gods
wil geopenbaard in het vierde gebod
Mede op grond van wat apellant aan
voerde, wordt hem geadviseerd om an
der werk te zoeken en te buigen vooi
het Woord van God'. .Aldus een stukje
notulen van de classis Goes der Ge
reformeerde Gemeenten in .Kerkelijk
nieuw# Het probleem is daarmee ken
nelijk van de baan.
Rooms-katholieken in Groot-Britan-
nië die het Associated Press-bericht
.progressief' noemde (moet men pro
gressief zijn om zoiets te eisen heb
ben geëist dat de r.k. kerk zich ontdoet
van overbodige rijkdom' en ,de Ita
liaanse mentaliteit' van de Romeinse
curie uitwist .Het bestaan van een
curie, geschoeid op de leest van het be
stuur van een ouderwetse politieke in
stelling en beheerst door één nationali
teit en de Latijnse geestesgesteldheid,
heeft gevolgen welke verder gaan dan
aantasting van de evangelische autori
teit bij haar uitoefening. Zolang het
pauselijke apparaat door rijkdom en
sociaal prestige omringd wordt gezien,
schijnen het document over de kerk, de
moderne wereld, de encycliek Populo
rum progressio en de pauselijke toe
spraak te Bogota lege woorden', aldus
deze Britten.
Per I januari 1969 waren er 88 stand
plaatsen in de hervormde kerk in Zee
land, die met elkaar 104 predikants
plaatsen telden. Daarvan behoren er
negen tot de modaliteit van de Gerefor
meerde Bond en uier tot de vrijzinnige
modaliteit, 91 tot de overige orthodoxe
groepering. Er waren 18 vacatures (één
daarvan Geref. bond). Van de 18 vaca
tures (één daarvan Geref. bond
tures zijn zeven onvervulbaar (maar
niet die ene GB), vijf zijn overig ortho
dox en twee zijn vrijzinnig.
,De Amerikaanse ambassadeur kwam
op het televisiescherm onder het drin
ken van champagne ons vertellen, dat
de maanreis de eenheid van de wereld
bevorderd had. Bij dit soort opmerkin
gen krijgt men een gevoel van onpasse
lijkheid. Ze zijn niet alleen dom, maar
ook weinig gepast voor de vertegen
woordiger van een land, dat oorzaak is
wan een diepe verdeeldheid in de we
reld. en van een land dat aan de voor
avond staat van een nieuwe burger-
Oorlog. Oppervlakkigheid is vrijwel al
tijd een kenmerk van diplomaten, maar
het is prettiger als ze dit alleen tentoon
spreiden op hun cocktail-parties en de
gewone burger er niet te veel deelge
noot van maken'. (Dr. H M. de Lange
in Wending, febr 1969).
,De zaak Indonesië, de ontwikkelin
gen die volgden op de onthullingen over
de oorlogsmisdaden in Indonesië tijdens
de politiële acties, zijn onderwerp van
een speciaal nummer van de bladen M3
en Kwik van respectievelijk de Her
vormde Jeugdraad en het landelijk cen
trum voor gereformeerd jeugdwerk.
0 De Tsjechische minister van cultuur
Miroslav Galuska heeft een vriend
schappelijke ontmoeting gehad met dr.
Richard Fedar, opperrabijn van de
Tsjechische joodse gemeenschap en met
Frantisek Fuchs, voorzitter van de
joodse raad voor Bohemië en Moravië.
Op dezelfde dag heeft mevrouw Erika
Kadleckova. directrice van het bureau
voor religieust zaken in het ministerie
van cultuur, een aantal moeder-over
sten ontvangen die de leiding hebben
van kloosterlingen die werkzaam zijn
in ziekenhuizen of in sociaal werk.
Hoezeer de problemen in alle kerken gelijk liggen in deze tijd, bleek ons onlangs ook weer
door een artikel van prof. dr. R. C. Kwant. Wanneer we het wel hebben, is hij hoogleraar
aan een r.k. theologische faculteit en als zodanig heeft hij direct te maken met de opleiding
van parochiegeestelijken. Om dit naar behoren te kunnen doen, moet men wel heel goed
weten wat er tegenwoordig in de parochies leeft en omgaat, en hoezeer ook hier verande
ringen optreden die op z'n minst een verwijdering betekenen van hetgeen men van ouder
op ouder gewoon is geweest.
Men zal als docent van a.s. geestelijken ook wel
goed op de hoogte moeten zijn van de verande
ringen die zich in de samenleving van ons volk
voltrekken, welke weer een gevolg zijn van de
wereld-economie. Het woord .schaalvergroting'
komen we tegenwoordig nog al eens tegen. Be
drijven gaan een fusie aan en gemeenten worden
samengevoegd en dan kun je nog al eens de
opmerking lezen dat dit samenhangt met schaal
vergroting.
Wat dit praktisch voor de kerk en haar pastoraat
betekent, lazen we in het Gereformeerd Week
blad van 7 maart. In de twintiger jaren zei men
in de Gereformeerde Kerken dat een gemeente
van 300 zielen in staat moest zijn een predikant
met zi|n gezin te onderhouden en daar deden ze
dit ook, zonder enige hulp van buiten en zonder
enig rijkstractement. Nu schrijft prof. dr. H. Rid
derbos: ,Een gemeente van minder dan 500 zielen
moet nauwelijks meer in staat geacht worden de
volle last van een predikanfsplaats te dragen. En
de gemeenten in de grote steden kunnen het zelfs
nog niet bolwerken één predikantsplaats per 1000
zielen in stand te houden.' Hij schrijft dit omdat
de eindredacteur van Administratie en Beheer,
het contact-orgaan van het landelijk verband van
commissies van beheer in de Gereformeerde Ker
ken tot deze conclusie is gekomen. Ook dit hangt
samen met die .schaalvergroting'. ,Een academisch
gevormd predikant wordt voor iedere gemeente
bij de huidige salariëring een te zware belasting;
ook het kerkverband kan dit via de onderlinge
hulpverlening niet oplossen, zullen andere taken
van de kerk voldoende behartigd blijvenProf.
Ridderbos tekent hierbij aan dat dit wil zeggen:
,meer werk voor minder werkkrachten'. Zij die de
zorg hebben voor de opleiding van predikanten
en parochie-geestelijken, mogen inderdaad ook
wel iets weten van de maatschappelijke verhou
dingen zoals die nu zijn en zoals zij zich naar
alle waarschijnlijkheid zullen ontwikkelen, opdat
zij de toekomstige pastores enigszins kunnen dui
delijk maken in welke wereld zij zullen moeten
werken.
We komen terug op het artikel van prof. Kwant
in ,De Bazuin' van 2 maart: .Impasse van de ziel
zorg'. Hij vindt het woord .zielzorg' een akelig
woord (en dit vinden we met hem) maar, zo con
stateert hij, er bestaat geen beter woord. In zijn
onmiddellijke omgeving heeft hij .diepgaande
veranderingen' kunnen gadeslaan wat betreft die
zielzorg. Het gaat hem niet om enkele gevallen.
,Mijn ervaringsterrein is wel iets breder; ik meen
dat ik spreek over feitelijke situaties die zich vrij
algemeen voordoen.' En dan vertelt hij dat het
.biechthoren' zeer veel tijd van de priester in be
slag nam. Hij schaf dit voor 1962 nog 18 uur per
week voor de omgeving waarin hij toen leefde. En
dan gaat hij voort: ,ook het z.g.n. spreekkamer-
werk is zeer teruggelopen'. Hebben protestantse
zielzorgers niet te maken gehad met dat .biecht
horen', dat .spreekkamerwerk' hebben ze wel de
gelijk gekend en die spreekkamer of wat er dan
voor diende, is ook nog al eens een biechtstoel
geweest. Al kunnen we het niet zo concreet stel
len als prof. Kwant het doet, we hebben met hem
het gevoel dat die spreekkamer steeds minder
betekenis krijgt. Dit is nochtans een diepingrij
pende zaak wanneer het gaat over de zielzorg.
Het is heel iets anders wanneer een pastor (r.k.
of prot.) achter zijn schapen aanloopt als er iets
mis dreigt te gaan, dan wanneer ze zelf met hun
vragen en moeilijkheden bij hem komen. In het
eerste geval zal hij, tien tegen één, een gesloten
mens aantreffen, die waarschijnlijk bij zich zelf
denkt: man, waar bemoei jij je mee. Misschien
maakt hij ook wel een opmerking in die richting.
En in het tweede geval kan hij er, tien tegen één,
op rekenen dat er iets uitgegoten wordt wat zwaar
op het hart ligt en in dat geval is er veel meer
kans voor waarlijke zielzorg, waar ook het Evan
gelie een plaats kan krijgen.
We geven weer het woord aan prof. Kwant.
Wanneer hij geconstateerd heeft dat individuele
personen veel minder dan dit vroeger hef geval
was, via de biechtstoel en de spreekkamer, con
tact zoeken met de individuele priester, vraagt
hij hoe het omgekeerd is; hef bezoeken van da
priester aan zijn parochianen. .Vroeger stond het
huisbezoek onder zielzorgers hoog genoteerd.
Het was da grote trots van de Nederlandse ziel
zorgers da» zij trouw hun huisbezoek deden en
soms werd schamper gesproken b.v. over Italië,
omdat men daar geen huisbezoek deed. Ook hier
heeft een ontwikkeling plaats gevonden. Voor
eerst maakt de afname ven het aantal priester»
het zo goed als onmogelijk olie gezinnen van
katholieken te bezoeken. Maar ook de houding
tenopzichte van het huisbezoek is veranderd. Ik
hoor er rondom mij niet meer, zoals tof voor
korf, over praten als over ,hef van je'. Ik hoor
veel meer praten over de moeilijkheden er van,
dat men b.v. de mensen niet thuis treft, dat de
mensen als ze wél thui» zijn, naar de televisie
kijken enz.'
Dit lezende hebben we natuurlijk weer gedachti
overal dezelfda problemen. Wanneer er met een
lang gezicht gezegd wordt: dan zullen we de
televisie maar afzetten, kan de zielzorger er
zeker van zijn dat hij niet de rechte sfeer treft
Er zijn bepaalde tijden op de avond en er zijn
zelfs hele avonden dat hij beter doet niet binnen
te komen, tenzij hij zelf ook een bepaalde uit
zending wil meemaken en misschien, daarbij aars-
knopende, nog iets van zijn zending kan ver-
richten.
Het getal der .zielen' welke hij te .verzorgen*
heeft is voor een pastor, van welke kerk dan ook,
heel wat groter geworden en deze tendens zal
STEMMEN UIT
DE KERKEN
i
zich nog wel voortzetten, zodat in de toekomst
dit getal nog groter wordt, met als gevolg dat er
steeds minder mogelijkheid komt tot een per
soonlijk contact tussen parochianen/gemeente
leden en hun zielzorger. Men klaag» wel dat men
de priester/predikant nooit ziet, maar als men
hem ziet, is men nog wel eens verlegen wat met
hem te doen. Wanneer we ean .vroeger* denken,
zit in onze gedachten vaak een ouderwetse dorps
samenleving, zoals we die in onze provincie heb
ben gekend. Zelfs wat zich ,sfad' noemde, had
hier nog een dorpskarakter. Alles had te maken
met hef agrarische dat heel de samenleving be
paalde. Laat men in eigen dorp nü eens nagaan
welk percentage van de bevolking nog direct
van de land- en tuinbouw leeft. En bovendien
nog: ook de landbouw heeft een industrieel ka
rakter gekregen, waarin de verhoudingen niet
meer zo liggen als dat vroeger vanzelfsprekend
het geval was Vroeger kon je als zielzorger zo
maar overal binnenlopen, stelt prof. Kwant. Hij
heeft da» voor zich zelf ,al sinds lang een beetje
vreemde zaak' gevonden. Het is dóór mogelijk
waar er een persoonlijke verhouding is of wordt
begeerd. De praktijk heeft echter gemaakt dat
we het nu wel met hem eens moeten zijn. Maar
daarmee is tevens aangegeven dat de aard van
dit bezoek een ander karakter heeft gekregen. En
daarmee hebben we tevens weer aangeraakt een
stukje probleem rondom de huidige zielzorg.
h.
Judas heeft Jezus verraden.
Dat weten we allemaal. Maar
dat htf daarna berouw heeft
gekregen, dat interesseert cms
minder. Wat gaai ons dat
verder aan Gedane zaken
nemen geen keer, zeggen we
dan, of: het heeft zo moeten
wezen. En we gaan over tot de
orde van de dag. Wy laten Ju
das alleen in de nacht, waarin
hij zichzelf gestort heeft. Toen
Jezus tegen hem gezegd had:
Wat je doen wilt, doe dal
haastig, was hij de duisternis
in gegaan. En alleen het
schijnsel van een flakkerende
fakkel was voldoende geweest
om zijn Meester aan de tegen
standers te verraden met een
kus. De vraag van Jezus:
Vriend, waarom heb je dit ge
daan had hem pas goed door
drongen van zijn nachtelijke
eenzaamheid Voor dertig zil
verlingen had hij Jezus over
geleverd aan de overpriesters
En wanneer in de vroege mor
gen Jezus wordt weggevoerd
om ter dood gebracht te wor
den, dan komt het berouw in
hem op. Als een radeloze haast
h\j zich naar de overpriesters.
.Ik heb 'gezondigd, onschuldig
bloed verraden '.'.Maar hij sfuir
op een muur van onverschil
ligheid. .Wat gaat ons dat
aan? Je moet zelf maar zien
wat er van komtJe hebt je
verdiende loon. Maar daar
wil Judas nu juist van af. Hij
wil gehóór vinden; hier ts een
mens in nood, die priesterlgke
aandacht vraagt. Maar hij
wordt teruggeworpen op zich
zelf. Hij gaat heen en hangt
zich op. Zijn laatste daad. Ten
einde raad. Zoals wel vaker de
omgeving mede schuld draagt,
wanneer iemand zichzelf het
leven ontneemt, zo ook hier.
Judas voelde zich door God -en
alle mensen verlaten Judas
kon nergens priesterlijke ont
ferming vinden. Voor Judas
kon niemand meer een goed
woord over hebben. Gelukkig
is een mens, die weet dat er
Iemand is geweest, die zichzelf
als het Goede Woord voor ons
overgegeven heeft. Daarom
moest Hg in alle opzichten aan
zijn broeders gelijk worden,
opdat Hii een barmhartig en
getrouw Hogepriester zou wor
den bij God. om de zonden van
het volk re verzoenen. Want
doordet Hij zelf in verzoekin
gen geleden heeft, kan Hij
hun, die verzocht worden, te
hulp komen'. (Hebr. 2:17 en
18).
Domburg.
N. H. J. E. Boomer