KERKOPBOUW MET HET OOG OP DE WERELD EEN STUKJE PROBLEEM ROND DE ZIELZORG Wat gaat ons dat aan? VORMINGSCURSUS VOOR KERKERAADSLEDEN VAN HERVORMD ZEELAND Zaterdag 15 maart 1969 MEVROUW VAN 3ERGEIJK: niet vroom praten Mevrouw W. van Bergejjk-Mortier is ruim een jaar ouderling in een vrij jonge wijk in Goes. Ze komt ook bij de verpleegsters van Ter Valcke en Berg- zicht. Bevalt haar dit ouderlingschap ,Het is een moeilijk iets. Ik houd ervan om met mensen om te gaan. Ik vind, dat als ik ergens kom, dat je dan niet over oppervlakkige dingen gaat proten, ik bespreek graag moeilijke" dingen, je moet jezelf geven. Dat betekent niet dat je moeilijkmoet praten. Er zijn men sen die in de houding gaan zitten als een predikant op bezoek komt. Dat moet natuurlijk niet. Waar blijft dan het werkelijke contact, de menselijke reac tie. Dan wordt het een christelijk en een vroom praten. Ik dacht dat je zeker als ouderling uit een zeg maar eenvoudige hoek moet praten. Je moet jezelf durven zijn en durven vragen Problemen moeten kunnen worden be praat op gewoon menselijke wijze. Geen hoogdravende woorden". Heeft huisbezoek nog zin ,Ja. Ontzaglijk veel mensen zijn alleen en eenzaam. Daar kom je pas op deze manier achter. Ik ga niet vanwege die hervormde kerk op bezoek, maar als persoon. En een gesprek wordt heel vaak wel gewaardeerd'. Zij is van me ning dat het huisbezoek zal moeten blijven, ook al is de kerkgang op de helling: ,ik ga juist naar mensen die niet in de kerk komen. De mensen die aan de rand leven. Je moet niet pro beren hen naar de kerk te krijgen. Dat nooit. Je moet ze alleen opzoeken, con tact leggen, opdat ze weten dat de kerk ergens toch een taak heeft in de wereld. En men stelt het echt op prijs. Men wil dan juist graag over kerk en geloof praten. Het blijkt dat het heel wat mensen bezighoudt. Het ouderlingschap is misschien een helpende hand, geen evangelisatie dacht ik, in de oude be tekenis van het woord. Maar als de mensen een levensvulling zoeken, dan kun je ,op het geloof wijzen. Een levens vulling tegenover het alleen-maar ma terial isme.' P. W. C. VAN WESTEN: overal kerk Oud-Vossemeer: er is kansel-ruil tussen hervormden en gereformeerden, de nieuwe psalmberijming en de nieuwe gezangen worden gezongen in de her vormde gemeente. De kerkeraden der gereformeerden en hervormden houden samensprekingen. Oud-Vossemeer lijkt een ideale plaats op een kerkelijk zo verdeeld Tholen. Er gebeurt in ieder geval iets sympa thieks in Oud-Vossemeer. We horen er iets over van de heer P. W. C. van Westen (56), ouderling-kerkvoogd. Hij was één van de vier deelnemers uit Oud-Vossemeer aan de ambtsdragers- cursus in Goes, waarover meer elders op deze pagina. Die cursus is hem bijzonder goed be vallen. Suggesties voor de toekomst: .graag met andere kerken samen, méér avonden voor een cursus, alles was te snel geëindigd'. Vooral was hij erg bl\j met deze cursus omdat men anderen zag uit de her vormde kerk in Zeeland, mensen van elders. Er kwam een uitwisseling van gedachten en dat is stimulerend. Het is duidelijk: het samen kerk-zijn Icomi hier om de hoek kijken. ,De kerk leeft nog te geïsoleerd en erg zelfstandig. En dat is niet alleen op de dorpen zo. Voor beeldje: kerk A bezit honderdduizenden guldens, kerk B «n de plaats ernaast, moet het geld bij elkaar schrapen om een predikant te kunnen betalen. Daar staat men nooit bij stil, maar de feiten zijn er.' Ander voorbeeld van de heer Van Wes ten: het industriepasloraat kan in Zee land nog niet beginnen, omdat er geen geld is. Men weet in de plaatselijke ge meente te weinig wat er eigenlijk moet worden opgebracht voor zo'n zaak. Nog een punt: de .controle' van de pre dikant, de vrijheid van bijbanen. Mag een predikant niets anders doen dan zich inzetten voor zijn eigen gemeente ,We zijn overal kerk, maar we welen het te weinig', zegt de heer van Westen. .Men vergeet dat de tijd doorgaat, men zit nog erg veel in de mist. Die mist moet worden weggehaald. Het gaat om de opbouw van een kerk, in een pro vincie, in een wereld, voor die wereld, sdmen met anderen.. Christus moet cen traal staan, het gaat niet om confessio neel, vrijzinnig, of gereformeerde bond' Over interne kerkelijke zaken nog dit: .kerken die niet zijn aangepast, hebben een vrij grote achterstand en een te kortkoming. Waar een kerkvoogdij apart vergadert is er nog een tekort en een isolement. Dan weet je nog niet eens wat er in je eigen dorp leeft, laat staan wat er elders aan de hand is' De vormingscursus 1969 voor hervormde kerke- raadsleden in Zeeland is achter de rug. Geestelijk bepakt en bezakt zijn de ruim honderd deelnemers van deze tweede cursus naar huis gegaan van de vijf cursusavonden op vier plaatsen in dit gewest: Middelburg, Zierikzee, Goes en Biervliet. Onder- werp: ,Hoe staan wij met het evangelie in de wereld, waarin wij nu leven Reacties: ,Wat moet je nou uit jezelf, je hebt nooit on derricht voor ouderling gehad. Waarvoor ik geen moed had, heb ik die nu gekregen' (mevrouw Van Bergeijk- Mortier, Goes) en: .Kerkeraden van plattelandsgemeenten moeten weten wat er te koop is en wat er leeft. Het was geen avondje uit, maar de ontmoeting met anderen uit ae provincie was een stimulans. Ook kerkelijke problemen in de diepste zin van het woord werden uitgepraat' (de heer P. W. C. van Westen, Oud-Vossemeer). Geen avondje uit, wel een avondje ,in' zijn voor kerke- werk en voor de wereld, waarin dan dat samenlevings verband dat kerk heet moet functioneren. Vandaar ook die cursussen voor de ambtsdragers, de .kaderleden', die in de plaatselijke gemeenten met elkaar de zaken van die gemeente moeten bekijken. Maar dal niet alleen. Die plaatselijke gemeente is niet de enige. Met andere gemeenten samen vormt zij een kerk en die kerk moet kunnen functioneren in een ver anderende maatschappij, waarvan de Zeeuwse samen leving deel uitmaakt. Zo'n veranderende maatschappij vraagt een vernieuwde kerk, een zich vernieuwende kerk. Een kerk van de uitnodiging, zoals bisschop Ernst van Breda dat noemt. Daar vonden we bij mevrouw W. van Bergeijk-Mortier, nu ruim een jaar ouderling, deze pa rallel toen we over huisbezoek praatten: ,je moet liever niet proberen de mensen na8r de kerk te krijgen. Nooit naar .plichten' vragen, maar graag vanuit hun huwelijk leren praten en belangstelling hebben. Of ze zich thuis- voelen in een wijk; je moet als ouderling een helpende taak vinden Thuisvoelen in een wijk, thuisvoelen in de wereld. Een .nieuwe wereld met opwindende vooruitzichten' en een wereld .waarin mensen elkaar uitbuiten', zoals het word» gezegd in het rapport van sectie III van de Wereldraad van kerkenassemblee in Uppsala. Wat moet de kerk daarin doen, wat kan de kerk in zo'n wereld van uitersten nog betekenen, welk teken moet de kerk zijn en geven Die kerk is: de mensen die zich tot die kerk willen rekenen Dat kan binnen de kerk als struktuur zijn, maar uit een grotere solidariteit met het christelijk geloof misschien ook wel buiten de bestaande struktuur. Eén van de inleiders in zowel Goes als Biervliet was de Middelburgse leraar drs. G. M. Kerkhof. (Voor wie het interessant vindt om te weten: hij was één van de ge reformeerde inleiders in deze cursus. Dat vonden de cursisten erg plezierig. Niet alleen daarom werd ge vraagd om volgend jaar een dergelijke vormingscursus samen te doen met gereformeerden en rooms-katholieken. Het logische argument is: wij, hervormden, kunnen het niet alleen doen, in de andere kerken heeft men me» de zelfde veranderende wereld te maken en met dezelfde noodzakelijke inkeer, doorschouwing en noodzakelijke informatie.) Drs. Kerkhof wees op de ontplooiing en bedreiging, die met elkaar worstelen in onze werelcT Natuurwetenschap pen en sociale wetenschappen hebben het menselijke be staan geweldige ontplooiingsmogelijkheden geschonken. Maar de ontwikkelingen bevatten ook vele elementen die dat bestaan bedreigen. Ontplooiing: wetenschap, vrijheid, mondigheid, democratisering; bedreiging: afweer in tra ditionalisme, tweeslachtigheid, sociale dwang, gevoel van machteloosheid ie kan er toch niets tegen doen, anar chie. En.- het geloof is een persoonlijke zaak. De afweer in het traditionalisme de verontrusting op allerlei gebied, bijvoorbeeld op kerkelijk gebied be treft niet zozeer de technische alswel naast de theo logische vooral de ethische en sociale zijden van de ver anderingen. Technisch wordt het wel aanvaard, maar de andere ontwikkelingen worden afgewezen. En dat roept een gevaarlijke tweeslachtige houding op, aldus de heer Kerkhof. Nogal wat reacties kreeg op een forumavond de laatste cursus-avond in Biervliet, deze opmerking van hem: ,een voorbeeld van een tweeslachtige levenshou ding: het in Zeeland niet onbekende type boer, dat de mechanisatie van het bedrijf snel en grondig aanvaardde, maar dat geestelijk onveranderd en sociaal conservatief bleef,- voorts de jongeren uit traditioneel denkende en levende gezinnen, die op de middelbare school met een geheel ander cultuurpatroon te maken krijgen'. Op die forumavond in Biervliet, een klein gezelschap rond een tafel, werd daar wat over voortgeborduurd, erg eer lijk en openhartig. De boer móest wel mee, natuurlijk, hij deed het, want het ging om zijn bestaan. De Zeeuwse boer is wat dat betreft zeer helder van verstand. Waar om zou hij dan geestelijk niét zo zijn meegegaan. De boer staat misschien nog wat dichter bij de natuur, daar door ook bij God Hij gelooft daarom mogelijk meer dat God met de natuur bezig is, dus ook met die man op dat land. Heet het niet, dat er zegen op moet rusten Wordt nog niet in de kerk de biddag voor gewas en arbeid gehouden (dat was deze week). Het gewas: dat is duidelijk. Kan dan die arbeid slaan op de industrie, heeft de biddag dan ook nog een functie in een ge- industrialiseerde wereld .Natuurlijk kunnen we niet zeg gen: als de oogst niet goed was, dan was dat het boze oog van God', zei een ooer. Maar aan de andere kant: ,een góede oogst zie» men niet als zegen'. Een conclusie voor West Zeeuwsch-Vlaanderen die ook voor andere delen van dit gewest nog gelden: ,de kerk wordt ge dragen door mensen in agrarische denkstrukturen.' Dat kan betekenen: een minder snelle reactie op noodzake lijke vernieuwingen Behoudzucht misschien. Is geloven genade Het is in ieder geval niet helemaal weg te cijferen: wat je meekreeg raak je nooit kwijt. Maar het is óók een eigen beslissing. Het is niet of, of, maar én, én. Tegenover de bevindelijkheid staat het kiezen, de mondige gelovige heeft de vrijheid tot kiezen gekregen. Je moet de genade pakken', zei Ds Kelling. Op zo'n forumavond komt van alles aan de orde, vooral wanneer daar aan voorafgaan intensieve praatavonden over de wereld waarin men leeft, de wereld waarnaar men tóeleeft en: welke God ontmoeten wij vandaag Om iets te noemen: waar blijft de geloofwaardigheid van politici, van christelijke politici. (Wat zijn dat eigen lijk Ongeloofwaardigheden in de politiek. Onderwerp: luchtverontreiniging. Opmerking van de heer Kerkhof: ,op de Zeeuwse Chemie-dag kwam de luchtverontreini ging aan de orde Als je daar de provinciale politici hoorde. Allemaal bla-bla, allemaal cliché's, iedereen haalde er de schouders over op. Niks aan de hand met vuile lucht, niemand wilde hen geloven. Want men weet wel beter Men moet de geloofwaardigheid in de po litici weer terugkrijgen' Crisis in de christelijke partijen Waarin onderscheiden zij zich van anderen, was een vraag op die forumavond in Biervliet. Die partijen zullen zich weer geloofwaardig moeten maken. Dat vraagt vooral de jeugd van vandaag. Terecht maar zij willen die realisering ook dat is terecht dacnten wij zien in de sociale strukturen. De Oud-Vossemeerse ouderling-kerkvoogd P. W C. van Westen vertelde ons dat juist dat openhartig uitpraten hem zo was bevallen op die ambtsdragerscursus Je kon nu eens uitpraten, zonder dat direct de dorpspraktijk er aan te pas kwam: dat gaat over die en die. De vragen werden algemeen. Zo'n algemene vraag kwam ook in Biervliet: kan je in God geloven als je het vertrouwen in de mens kwijt bent en omgekeerd: als je het ver trouwen in God kwijt bent, kan |e dan nog in de mensen Seloven Karl Barth had het eens over het feit, dat niet et Godsvertrouwen weg was, maar wel het vertrouwen in zijn grondpersoneel Is het niet hard nodig, dat de kerk in wereldverband wordt gezien, maar dat 't niét kan als je bij de plaatse lijke moeilijkheden blijft staan, bij kleine dinsigheidjes, bij hef klein-menselijke geharrewar. Is het niet hoog tijd om aan de mondiale, de macro-strukturen te denken en daaraan te werken: aan een rechtvaardige verdeling van het wereldinkomen, is dat niet een christenplicht, waarbij al die plaatselijke toestandjes in het niet verdwijnen. Deze conclusie was, dachten wij, de belangrijkste op die forumavond in Biervliet. Dat is de werkelijke taak van de kerk, dat is een christen-plicht. Het begint er af en toe op te lijken WILL J. VERKERK .Een ltd van één der gemeenten, die zich op de classis beroepen had aan gaande zondagsarbeid op een grote che mische fabriek, wordt gehoord. Na uit voerige bespreking deelt de classis hem mede, dat zij zijn zienswijze niet kan overnemen, duur deze tegen Gods Woord is Hierin wordt duidelijk Gods wil geopenbaard in het vierde gebod Mede op grond van wat apellant aan voerde, wordt hem geadviseerd om an der werk te zoeken en te buigen vooi het Woord van God'. .Aldus een stukje notulen van de classis Goes der Ge reformeerde Gemeenten in .Kerkelijk nieuw# Het probleem is daarmee ken nelijk van de baan. Rooms-katholieken in Groot-Britan- nië die het Associated Press-bericht .progressief' noemde (moet men pro gressief zijn om zoiets te eisen heb ben geëist dat de r.k. kerk zich ontdoet van overbodige rijkdom' en ,de Ita liaanse mentaliteit' van de Romeinse curie uitwist .Het bestaan van een curie, geschoeid op de leest van het be stuur van een ouderwetse politieke in stelling en beheerst door één nationali teit en de Latijnse geestesgesteldheid, heeft gevolgen welke verder gaan dan aantasting van de evangelische autori teit bij haar uitoefening. Zolang het pauselijke apparaat door rijkdom en sociaal prestige omringd wordt gezien, schijnen het document over de kerk, de moderne wereld, de encycliek Populo rum progressio en de pauselijke toe spraak te Bogota lege woorden', aldus deze Britten. Per I januari 1969 waren er 88 stand plaatsen in de hervormde kerk in Zee land, die met elkaar 104 predikants plaatsen telden. Daarvan behoren er negen tot de modaliteit van de Gerefor meerde Bond en uier tot de vrijzinnige modaliteit, 91 tot de overige orthodoxe groepering. Er waren 18 vacatures (één daarvan Geref. bond). Van de 18 vaca tures (één daarvan Geref. bond tures zijn zeven onvervulbaar (maar niet die ene GB), vijf zijn overig ortho dox en twee zijn vrijzinnig. ,De Amerikaanse ambassadeur kwam op het televisiescherm onder het drin ken van champagne ons vertellen, dat de maanreis de eenheid van de wereld bevorderd had. Bij dit soort opmerkin gen krijgt men een gevoel van onpasse lijkheid. Ze zijn niet alleen dom, maar ook weinig gepast voor de vertegen woordiger van een land, dat oorzaak is wan een diepe verdeeldheid in de we reld. en van een land dat aan de voor avond staat van een nieuwe burger- Oorlog. Oppervlakkigheid is vrijwel al tijd een kenmerk van diplomaten, maar het is prettiger als ze dit alleen tentoon spreiden op hun cocktail-parties en de gewone burger er niet te veel deelge noot van maken'. (Dr. H M. de Lange in Wending, febr 1969). ,De zaak Indonesië, de ontwikkelin gen die volgden op de onthullingen over de oorlogsmisdaden in Indonesië tijdens de politiële acties, zijn onderwerp van een speciaal nummer van de bladen M3 en Kwik van respectievelijk de Her vormde Jeugdraad en het landelijk cen trum voor gereformeerd jeugdwerk. 0 De Tsjechische minister van cultuur Miroslav Galuska heeft een vriend schappelijke ontmoeting gehad met dr. Richard Fedar, opperrabijn van de Tsjechische joodse gemeenschap en met Frantisek Fuchs, voorzitter van de joodse raad voor Bohemië en Moravië. Op dezelfde dag heeft mevrouw Erika Kadleckova. directrice van het bureau voor religieust zaken in het ministerie van cultuur, een aantal moeder-over sten ontvangen die de leiding hebben van kloosterlingen die werkzaam zijn in ziekenhuizen of in sociaal werk. Hoezeer de problemen in alle kerken gelijk liggen in deze tijd, bleek ons onlangs ook weer door een artikel van prof. dr. R. C. Kwant. Wanneer we het wel hebben, is hij hoogleraar aan een r.k. theologische faculteit en als zodanig heeft hij direct te maken met de opleiding van parochiegeestelijken. Om dit naar behoren te kunnen doen, moet men wel heel goed weten wat er tegenwoordig in de parochies leeft en omgaat, en hoezeer ook hier verande ringen optreden die op z'n minst een verwijdering betekenen van hetgeen men van ouder op ouder gewoon is geweest. Men zal als docent van a.s. geestelijken ook wel goed op de hoogte moeten zijn van de verande ringen die zich in de samenleving van ons volk voltrekken, welke weer een gevolg zijn van de wereld-economie. Het woord .schaalvergroting' komen we tegenwoordig nog al eens tegen. Be drijven gaan een fusie aan en gemeenten worden samengevoegd en dan kun je nog al eens de opmerking lezen dat dit samenhangt met schaal vergroting. Wat dit praktisch voor de kerk en haar pastoraat betekent, lazen we in het Gereformeerd Week blad van 7 maart. In de twintiger jaren zei men in de Gereformeerde Kerken dat een gemeente van 300 zielen in staat moest zijn een predikant met zi|n gezin te onderhouden en daar deden ze dit ook, zonder enige hulp van buiten en zonder enig rijkstractement. Nu schrijft prof. dr. H. Rid derbos: ,Een gemeente van minder dan 500 zielen moet nauwelijks meer in staat geacht worden de volle last van een predikanfsplaats te dragen. En de gemeenten in de grote steden kunnen het zelfs nog niet bolwerken één predikantsplaats per 1000 zielen in stand te houden.' Hij schrijft dit omdat de eindredacteur van Administratie en Beheer, het contact-orgaan van het landelijk verband van commissies van beheer in de Gereformeerde Ker ken tot deze conclusie is gekomen. Ook dit hangt samen met die .schaalvergroting'. ,Een academisch gevormd predikant wordt voor iedere gemeente bij de huidige salariëring een te zware belasting; ook het kerkverband kan dit via de onderlinge hulpverlening niet oplossen, zullen andere taken van de kerk voldoende behartigd blijvenProf. Ridderbos tekent hierbij aan dat dit wil zeggen: ,meer werk voor minder werkkrachten'. Zij die de zorg hebben voor de opleiding van predikanten en parochie-geestelijken, mogen inderdaad ook wel iets weten van de maatschappelijke verhou dingen zoals die nu zijn en zoals zij zich naar alle waarschijnlijkheid zullen ontwikkelen, opdat zij de toekomstige pastores enigszins kunnen dui delijk maken in welke wereld zij zullen moeten werken. We komen terug op het artikel van prof. Kwant in ,De Bazuin' van 2 maart: .Impasse van de ziel zorg'. Hij vindt het woord .zielzorg' een akelig woord (en dit vinden we met hem) maar, zo con stateert hij, er bestaat geen beter woord. In zijn onmiddellijke omgeving heeft hij .diepgaande veranderingen' kunnen gadeslaan wat betreft die zielzorg. Het gaat hem niet om enkele gevallen. ,Mijn ervaringsterrein is wel iets breder; ik meen dat ik spreek over feitelijke situaties die zich vrij algemeen voordoen.' En dan vertelt hij dat het .biechthoren' zeer veel tijd van de priester in be slag nam. Hij schaf dit voor 1962 nog 18 uur per week voor de omgeving waarin hij toen leefde. En dan gaat hij voort: ,ook het z.g.n. spreekkamer- werk is zeer teruggelopen'. Hebben protestantse zielzorgers niet te maken gehad met dat .biecht horen', dat .spreekkamerwerk' hebben ze wel de gelijk gekend en die spreekkamer of wat er dan voor diende, is ook nog al eens een biechtstoel geweest. Al kunnen we het niet zo concreet stel len als prof. Kwant het doet, we hebben met hem het gevoel dat die spreekkamer steeds minder betekenis krijgt. Dit is nochtans een diepingrij pende zaak wanneer het gaat over de zielzorg. Het is heel iets anders wanneer een pastor (r.k. of prot.) achter zijn schapen aanloopt als er iets mis dreigt te gaan, dan wanneer ze zelf met hun vragen en moeilijkheden bij hem komen. In het eerste geval zal hij, tien tegen één, een gesloten mens aantreffen, die waarschijnlijk bij zich zelf denkt: man, waar bemoei jij je mee. Misschien maakt hij ook wel een opmerking in die richting. En in het tweede geval kan hij er, tien tegen één, op rekenen dat er iets uitgegoten wordt wat zwaar op het hart ligt en in dat geval is er veel meer kans voor waarlijke zielzorg, waar ook het Evan gelie een plaats kan krijgen. We geven weer het woord aan prof. Kwant. Wanneer hij geconstateerd heeft dat individuele personen veel minder dan dit vroeger hef geval was, via de biechtstoel en de spreekkamer, con tact zoeken met de individuele priester, vraagt hij hoe het omgekeerd is; hef bezoeken van da priester aan zijn parochianen. .Vroeger stond het huisbezoek onder zielzorgers hoog genoteerd. Het was da grote trots van de Nederlandse ziel zorgers da» zij trouw hun huisbezoek deden en soms werd schamper gesproken b.v. over Italië, omdat men daar geen huisbezoek deed. Ook hier heeft een ontwikkeling plaats gevonden. Voor eerst maakt de afname ven het aantal priester» het zo goed als onmogelijk olie gezinnen van katholieken te bezoeken. Maar ook de houding tenopzichte van het huisbezoek is veranderd. Ik hoor er rondom mij niet meer, zoals tof voor korf, over praten als over ,hef van je'. Ik hoor veel meer praten over de moeilijkheden er van, dat men b.v. de mensen niet thuis treft, dat de mensen als ze wél thui» zijn, naar de televisie kijken enz.' Dit lezende hebben we natuurlijk weer gedachti overal dezelfda problemen. Wanneer er met een lang gezicht gezegd wordt: dan zullen we de televisie maar afzetten, kan de zielzorger er zeker van zijn dat hij niet de rechte sfeer treft Er zijn bepaalde tijden op de avond en er zijn zelfs hele avonden dat hij beter doet niet binnen te komen, tenzij hij zelf ook een bepaalde uit zending wil meemaken en misschien, daarbij aars- knopende, nog iets van zijn zending kan ver- richten. Het getal der .zielen' welke hij te .verzorgen* heeft is voor een pastor, van welke kerk dan ook, heel wat groter geworden en deze tendens zal STEMMEN UIT DE KERKEN i zich nog wel voortzetten, zodat in de toekomst dit getal nog groter wordt, met als gevolg dat er steeds minder mogelijkheid komt tot een per soonlijk contact tussen parochianen/gemeente leden en hun zielzorger. Men klaag» wel dat men de priester/predikant nooit ziet, maar als men hem ziet, is men nog wel eens verlegen wat met hem te doen. Wanneer we ean .vroeger* denken, zit in onze gedachten vaak een ouderwetse dorps samenleving, zoals we die in onze provincie heb ben gekend. Zelfs wat zich ,sfad' noemde, had hier nog een dorpskarakter. Alles had te maken met hef agrarische dat heel de samenleving be paalde. Laat men in eigen dorp nü eens nagaan welk percentage van de bevolking nog direct van de land- en tuinbouw leeft. En bovendien nog: ook de landbouw heeft een industrieel ka rakter gekregen, waarin de verhoudingen niet meer zo liggen als dat vroeger vanzelfsprekend het geval was Vroeger kon je als zielzorger zo maar overal binnenlopen, stelt prof. Kwant. Hij heeft da» voor zich zelf ,al sinds lang een beetje vreemde zaak' gevonden. Het is dóór mogelijk waar er een persoonlijke verhouding is of wordt begeerd. De praktijk heeft echter gemaakt dat we het nu wel met hem eens moeten zijn. Maar daarmee is tevens aangegeven dat de aard van dit bezoek een ander karakter heeft gekregen. En daarmee hebben we tevens weer aangeraakt een stukje probleem rondom de huidige zielzorg. h. Judas heeft Jezus verraden. Dat weten we allemaal. Maar dat htf daarna berouw heeft gekregen, dat interesseert cms minder. Wat gaai ons dat verder aan Gedane zaken nemen geen keer, zeggen we dan, of: het heeft zo moeten wezen. En we gaan over tot de orde van de dag. Wy laten Ju das alleen in de nacht, waarin hij zichzelf gestort heeft. Toen Jezus tegen hem gezegd had: Wat je doen wilt, doe dal haastig, was hij de duisternis in gegaan. En alleen het schijnsel van een flakkerende fakkel was voldoende geweest om zijn Meester aan de tegen standers te verraden met een kus. De vraag van Jezus: Vriend, waarom heb je dit ge daan had hem pas goed door drongen van zijn nachtelijke eenzaamheid Voor dertig zil verlingen had hij Jezus over geleverd aan de overpriesters En wanneer in de vroege mor gen Jezus wordt weggevoerd om ter dood gebracht te wor den, dan komt het berouw in hem op. Als een radeloze haast h\j zich naar de overpriesters. .Ik heb 'gezondigd, onschuldig bloed verraden '.'.Maar hij sfuir op een muur van onverschil ligheid. .Wat gaat ons dat aan? Je moet zelf maar zien wat er van komtJe hebt je verdiende loon. Maar daar wil Judas nu juist van af. Hij wil gehóór vinden; hier ts een mens in nood, die priesterlgke aandacht vraagt. Maar hij wordt teruggeworpen op zich zelf. Hij gaat heen en hangt zich op. Zijn laatste daad. Ten einde raad. Zoals wel vaker de omgeving mede schuld draagt, wanneer iemand zichzelf het leven ontneemt, zo ook hier. Judas voelde zich door God -en alle mensen verlaten Judas kon nergens priesterlijke ont ferming vinden. Voor Judas kon niemand meer een goed woord over hebben. Gelukkig is een mens, die weet dat er Iemand is geweest, die zichzelf als het Goede Woord voor ons overgegeven heeft. Daarom moest Hg in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hii een barmhartig en getrouw Hogepriester zou wor den bij God. om de zonden van het volk re verzoenen. Want doordet Hij zelf in verzoekin gen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen'. (Hebr. 2:17 en 18). Domburg. N. H. J. E. Boomer

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 23