EEN GOUDEN HANDDRUK VOOR .PROLOOG' HET WILDE WESTEN, EEN AMSTERDAMSE ROMAN DOOR ANDRE KUYTEN activiteiten dépendance onmenselijk zeeland subsidie Zaterdag 15 maart 1969 Kommer 't Mannetje ,We moeten midden tussen de mensen staan. De buitenstaan- dersfunctie van de kunst moet omgedraaid worden. Toneelspelers zijn niet langer sjacheraars die even langs komen om hun num mertje te verkopen en dan weer maken dat ze rats! in de randstad komen. Een toneelgezelschap is een creatief centrum, een middel punt, een ingezetene, een gewoon sociaal wezen dat luistert en praat'. Aan het woord: ir Kommer 't Mannetje (31landbouwingenieur, TONEEL IS EEN CREATIEF CENTRUM EEN MIDDELPUNT EEN INGEZETENE DIE MEELUISTERT EN PRAAT bedrijfseconoom, zakelijk leider van de toneelwerkgroep .Pro loog', de man achter de nota Zeeland die deze werkgroep drie dagen geleden op verschillende hoogpolitieke en hoogstculturele Zeeuwse bureaus heeft gedeponeerd. Doel :een steekhoudende toelichting verschaffen op het verzoek van Proloogaan het provinciaal bestuur om subsidie voor het vormingswerk in dit gewest. .Proloog" heeft bewezen de zaak van de kunstzin nige vorming degelijk aan te pakken. .Proloog* wil dat ook in Zeeland, 't Mannetje: ,Als Zeeland de situatie van het moment handhaaft, de zaken laat lopen zoals ze lopen, is er voor ons geen enkele kans, We moeten geldelijke garanties hebben. Daar staat tegenover dat we ons aan Zeeland wil len binden. We krijgen er de nodige ruimte voor. Zeeland ls een geweldig arbeidsterrein. We moe ten er eigenlijk nog beginnen'. De kunstzinnige vorming In Zeeland is nog lang niet wat het zou moeten zijn. Het cultuurplan heeft daar zeer nadrukkelijk op gewezen en gesteld dat de provincie zich er uitgebreid mee zal moeten be moeien. Begeleiding en vorming op toneelgebied zal in en buiten de school in de geschetste ont wikkeling van groot belang zijn. Sinds 1964 houdt .Proloog' zich met dit soort vor ming bezig. Zeeland heeft daar al kennis mee kunnen maken tijdens de instructie-introductiepro gramma's en de schoolvoorstellingen van de toneel werkgroep. Intussen zijn er contacten gelegd tussen Zeeland en Proloog die alle kans van uitgroei in zich hebben. Kansen zijn er niet in de eerste plaats om verkeken te worden: nu zowel het rapport over het schouwburgbezoek in Zeeland als het cultuur plan aanbevelingen in die richting hebben gedaan, verdient het meer dan alleen maar aanbeveling om de voorstellen van een gevesitigd instituut (hoewel dat wat star onlogisch klinkt) als .Proloog' zeer goed te bestuderen. De verrichtingen van deze werkgroep hebben de voorzitter van de raad voor de kunst., professor Idenburg, eind vorig jaar al laten zeggen dat Ne derland in het geval .Proloog" met ,een instelling van nationaal belang' te maken heeft. Dat deze in stelling meedeelt op basis van Zeeuwse rapporten de specifiek Zeeuwse belangen te willen dienen, be tekent niets meer of minder dan een toegestoken band. Als Zeeland de hand neemt, wordt het wel een gouden handdruk. Vandaar onze vraag: waarom deze liefde voor Zeeland 't Mannetje: ,We hebben nu als eerstaangewezen werkterrein Noord-Brabant, Zeeland en Limburg. Brabant, de provincie waar we begonnen zijn, krijgt nu de meeste aandacht. Dat zal natuurlijk ook wel zo blijven. In de naaste toekomst zullen we ons uit Limburg moeten terugtrekken, omdat dan het Groot Limburgs Toneel aan de vorming van de jeugd toe is. Bovendien zijn we hard bezig ons uit de op zich wel lucratieve vrije voorstellingensector door het hele land terug te draaien. We krijgen zo meer ruimte om naast Brabant ook Zeeland in tensief te gaan bewerken en bespelen. Deze twee provincies zullen in de toekomst samen onze werk- regio vormen'. Het cultuurplan Zeeland zegt ook dat ,Op langere termijn zal bestudeerd moeien worden in hoeverre voor Zuidwest-Nederland een beroepstoneelgroep ge wenst en mogelijk zal zijn'. 't Mannetje: ,We zijn nu in Eindhoven gevestigd. Je begrijpt dat een dergelijk vast punt voor een goede bediening van Zeeland op de lange duur toch wel problematisch zal zijn. Het Is toekomstmuziek, maar ik kan wel zeggen dat we hier driftig, gedachte spelen van een dépendance in bijvoorbeeld Middelburg. Ik heb zonet al gezegd dat een toneel groep geen reizend stelletje marchandeurs is maar een creatief centrum dat temidden van zijn omgeving staat. Ik dacht dat dergelijke dépendanceplannen een aardig eind in die richting kwamen'. ,In Brabant draaien we momenteel goed. In Zee land komen we om allerlei redenen nog niet toe aan een fractie van het werk dat op ons ligt te wachten. Dat is jammer. Juist nu men in Zeeland steeds luider stemmen hoort opgaan die zeggen en herhalen dat het tijd wordt met dit soort werk te beginnen achten wij het van groot belang ons zelf te presenteren als het gezelschap dat in die ontwikke ling past'. Om te kunnen vastellen wat .Proloog* voor Zee land zou kunnen betekenen, is het nodig te weten wat Proloog wil en doet. Volgens de stichtingsakte en de daarin opgenomen doelstelling wil .Proloog* de vorming van een nieuw toneelpubliek door: het stichten en instandhouden van een werkgroep van beroepsacteurs- en actrices; het door deze werkgroep doen verrichten van vormingswerk, onder meer het geven van kunstzin- leidende, lessen, instructieprogramma's, voordrach ten en lezingen; het door deze werkgroep doen brengen van jeugd toneel; het door deze werkgroep brengen van toneel voor jongeren en toneel voor volwassenen, dit laatste voornamelijk op die plaatsen, waar weinig of geen gevormd toneelpubliek aanwezig is. of waar geen accommodatie is voor het brengen van toneel door de grote beroepsgezelschappen wijkgebouwen. ge meenschapshuizen. fabriekshallen en dergelijke;. De huidige directie heeft eigen opvattingen over het doel .vorming* en ziet dat in pedagogische zin en niet als werven en formeren van een nieuw afzetgebied voor toneelprodukten Het repertoire zoals .Proloog' dat jaarlijks tracht ie verwezenlijken bestaat uit: A Kunstinleidende les voor de klassen 5 en 6 van het lager onderwijs basisontterwijsDeze lessen worden gegeven in Eindhoven en Tilburg en de randgemeenten van deze steden. B Introductie-programma van de klassen 5 en 6 van het lager onderwijs (basisonderwijs). Dit pro gramma wordt samengesteld uit proza, poëzie en to neelfragmenten en heeft tot doel niet te grote groe pen (maximaal 350 kinderen) kennis te doer, ma ken met de mogelijkheden van het woord, de dialoog en het spel. C Introductie-programma voor de onderbouw 'klas sen 1 en 2 van alle soorten) van het voortgezet onderwijs. In dit programma wat gespeeld wordt voor groepen van maximaal 350 leerlingen is een proloog of korte Inleiding opgenomen van een enigs zins instructief karakter. Het programma vormt een geheel waarmee getracht wordt de leerlingen ontvankelijk te maken voor taalgebruik en spelple- zier. D Schoolvoorstelling voor de onderbouw var. het voortgezet onderwijs. Deze volledige voorste'.l-.ng van een (klassiek) speels stuk sluit aan op het intro ductie-programma voor deze categorie en heeft ten doel grote groepen leerlingen kennis te doen ma ken met goed toneel via de ludieke aspecten van theater. E. Introductie-programma voor de middenbouw (klassen 3 en 4 van alle soorten) van het voortge zet onderwijs. Ook dit programma wordt gespeeld voor groepen van maximaal 350 leerlingen. In dit programma begint de confrontatie van de jeugd met het eigentijds repertoir. een meer realistische eenakter fungeert als startpunt voor de discussie tussen publiek en toneelgroep over dit moderne to neel. F Schoolvoorstelling voor de middenbouw van het voortgezet onderwijs. Deze volledige voorstelling van een eigentijds stuk, met een eigentijds probleem, heeft ten doel deze categorie in aanraking te bren gen met goed toneel waarin voor de jonge mens een mogelijkheid ligt zichzelf te herkennen. G Voorstelling voor bovenbouw en avondpubhek. Een eigentijds stuk van .serieuse' signatuur waar mee getracht wordt de jonge volwassenen verder te begeleiden en waarmee getracht wordt een on wennig volwassen publiek in aanraking te bren gen met eigentijdse uitingen van de toneelkunst. Proloog streeft bij deze voorstelling naar een eer lijke presentatie zonder effect-bejag. H Voorstelling van een blijspel of thriller voor de kleine podia. Met deze voorstelling wordt ge tracht in de behoefte aan goed en gemakkelijk ver staanbaar toneel voor een onwennig avondpubiiek in de kleine plaatsen te voorzien. Meestal kan de voorstelling voor de middenbouw ook gebruikt worden voor avondvoorstellingen voor groepen volwassenen die nog niet frequent voor stellingen bezoeken. Slechts drie van deze activiteiten zijn tot nu toe in Zeeland te bespeuren geweest: de introductiepro gramma's, schoolvoorstellingen en een enkele avond voorstelling. Zeeland kent nog niet het verschijnsel van de toneelspeler in de klas. Er zijn momenteel wel onderhandelingen met het Scapinoballet om bal letdemonstraties op de Zeeuwse scholen te komen geven. Andere provincies zien de toneelspeler en de sociaal-pedagoog van Proloog', Albert van der Baan, allang niet meer als vreemde verschijningen. Ze zijn deel van h'et lesprogramma, horen er bij net als de vele andere dingen die samen iets van het begrip .school' bepalen. Dat betekent voor de Zeeuwse jeugd zonder meer een achterstand. In de huidige situatie is het echter zeer moeilijk om de Zeeuwse scholen op een dergelijke wijze vanuit .Pro loog' te .bemannen'. 't Mannetje: .We zitten nu té ver van Zeeland van daan om die organisatie soepel te laten verlopen. We hebben er bovendien gewoon te weinig mensen voor. Zonder een uitbreiding, maar daar hebben we juist dat geld voor nodig, zal het niet gaan. We kunnen denken aan auteurs die niet constant in een stuk staan en aan Albert van der Baan. Maar zoals de zaken nu liggen, zijn alle acteurs overbe zet. Het lijkt zonder de nodige medewerking inder daad nogal op verre toekomstmuziek, maar mis schien wil Zeeland helpen'. tfroioog upedi iiiUiiibuUici met 15 acteurs en ac trices. «et zijn Men Bergneggu, Wiku* v.»u iviave- jou, Thea Kutung, Lorry a.is. «una van Vv.jx, Ion van Olwsrioo. Louis Longer o. Ban Lcaeepeos, Eugar c/anz, Loos Vvijn, Kees w&i«H>eek, Jaap van Dunaeiaar. «uo Beyers, jowan Kraboenoaiii en ar- t.awex leider jurg .uoieriuar. t Mannetje. zonaar uitbreiding van het werk zou dit uuneau de ia troupe onziiiuueUJjK met twee tot ur.c mensen moeten worden uitgebreid. We hebben dit seizoen niet drie langdurige instortingen moe ien kampen. Er wordt letterlijk roofbouw op deze mensen sepieegd'. ,I)e acteurs zijn overwerkt. Het werk vreet mui ze. Ze uoen liet graug. In wexen zijn ze dag iu dag uit bezig mel de meent experimentele vorm van toneel die er is. .Niet in de zin van liieaU-r, maar van vor ming. Waar ik nu voor praat is een sanering van on- iiiiuseiijke toestanden. Onze technici, twee jongens per pioeg (we hebben er vier in totaal, ga er maar aanslaan) fungeren na bun eigenlijke werk ook nog eens als vrachtwagenchauffeurs. Onze acteurs be sturen zelf de busjes. Waar vind Je dat'. ,Het zit allemaal vast op het geld. We z:.in inder- tijd in Brabant- begonnen, omdat er in Brabant be hoefte aan een dergelijk vormingsinstituut was. We bit-ken de enigen In Nederland te zijn die op deze wijze werkten. We werden ik citeer profc-vsor Idenburg een instelling van nationaal belang. Naast ons werkt ook Arena De Nieuwe Komedie hard aan begeleiding en vorming, maar volgens een andere doelstelling. Arena krijgt en ik gun het zc graag een 90-procentige rijkssubsidie. Wij, instelling van nationaal belang, tot nu toe niets, helemaal niets. Brabant heeft het indertijd allemaal alleen op zijn nek genomen. Het is billijk dat er wat verschuiw,ng in de lasten komt. Willen we voor Zeeland speciaal Iets betekenen dan zal ook die Zeeuwse subsidie hard nodig zijn. We zijn overigens al een gesprek met een ons niet ongunstig gezinde minister Klompé begonnen Ik hoop er evenals van de Zeeuwse zaak het allerbeste van'. Of de Zeeuwse subsidie er zal komen Is een zaak die voor .Proloog" en het provinciaal bestuur be slist moeilijke kantjes heeft. De subsidiëringsconstructie van dit moment laat er geen ruimte voor. Men zou deze constructie voor ..nwilllging van het ,Proioog*-verzoek Ingrijpend moe ten wijzigen. Zeeland kent immers alleen een eve nementensubsidie. Het evenement wordt gesubsidi eerd, eventueel op het tekort. De subsidiëring geldt dus in feite de organiserende vereniging, de uitko- per. niet de uitvoerder. Dit schema, hoewel wat eenzijdig en star, heeft in het verleden juist voor Zeeland met de vele verenigingen, waarvan de mees te weliswaar gebundeld zijn In de stichting cultuur spreiding Zeeland, altijd uitstekend gefunctioneerd. Het cultuurplan laat er in zijn adviezen echter geen twijfel over bestaan of een slagvaardig en terzake doend cultuurbeleid zal op de eerste plaats flexibel moeten zijn. Waar het gaat om de vorming van en kele Zeeuwse jongelui tussen de 10 en 17 Jaar, dte nu praktisch elke vorm van deze tegenwoordig graag aanvaarde mogelijkheid tot zelfontdekking en ont plooiing moeten missen, lijkt soepelheid op zijn plaats, hoewel het de moeilijkheden zeker niet zal verkleinen. "t Mannetje: .We hebben daar zeker aüe begrip voor. We voelen ook heel goed aan waar de moei lijkheden zitten. Met onze nota Zeeland hebben we die niet willen vergroten; we hebben enke! aan de hand van in Ze<3and gesignaleerde behoeften wil len wijzen op de mogelijkheden voor een vaste band tussen Zeeland en .Proloog* en toegegeven ook wat op onze eigen moeilijkheden, want die zijn er te over'. ,Wat we kunnen bieden zijn mensen, die van hun werk houden, mensen ook die zich bewust zijn van hun werk. Ze proberen stuk voor stuk antwoord te geven op de grote vraag: hoe functioneer je In de maatschappij Voor ons is toneel geen doel op zichzelf, toneel is voor .Proloog* een middeL We geven de Jeugd werkvormen in handen. Doen ze er wat mee. dan zijn we er ook. Ik geloof dat als het grote toneel* zich deze vraag ook eens zou stellen je uit zou komen bij een antwoord dat in principe niet veel van dat van .Proloog* zal verschillen. Daar kunnen we dan blij om zijn, want dat betekent: toneel tussen de mensen'. ANDRfi OOSTHOEK ANDRê KUYTEN is nu eon en dertig |aat en hij heeft een paar boeken en enkele hoorspelen op zijn naam. ,Het Wilde Westen', met als onder titel: ,Een Amsterdamse roman' is het werk waarmee uitgever Paul Brand een nieuwe reeks belletrie, Parabolen genaamd, begint. De titel en de ondertitel zijn zwaar geladen. Het Wilde Westen is een begrip, een Amsterdamse Roman mogelijk minder, maar in combinatie worden de gedachten in een bepaalde richting gedwongen Het prospectus doet er een schepje bovenop prostitutie, verdovende middelen, inbraak en moord Mei homoseksuah teit wordt ook nog geschermd. He' loopt allemaal zo'n vaart niet en laten we hel vergeten, want beide titels zijn au fond irrelevant Mei hei Wilde Westen in de geijkte zin van het woord heeft het boek weinig van doen en met Amsterdam haas' nog minder, al vindl een groot ge deelte van de handeling in die stad plaats. Er is echter geen Amsler damse sfeer, geen couleur locale: op enkele straatnamen na zou de handeling in willekeurig welke Westeuropese stad plaats kunnep hebben Nogmaals: het doei er niet zoveel 'oe. Zo het als lokvogel bedoeld is de titels doen hef immers goed in deze tijd van voorliefde voo' woest en ros vermaak dan krijgt men werkelijk nog wel waar voo' zijn geld. Er zijn heel wal slechter geschreven boeken. A ndré Kuyten heeft een vrij hoge gooi gewaagd, en ook al kunnen we zijn werk niet erg geslaagd noemen (daarvoor hebben bovenal zijn figuren veel te weinig reliëf), interessant is zijn poging toch zeker Het is een soort kruising geworden tussen een thriller en een psycho logische roman en de vaak uitstekende dialogen verraden de geoefende hoorspel- en t.v. spel-schrijver. Kuyten voert ons binnen in het, voor een hedendaagse roman haast obligaat geworden, wereldje van stuur- en zedelozen, habituele dronk aards, has|is|rokers lichtekooien en misdadigers. Men wordt al moe als men er aan denkt, daar weer helemaal doorheen te moeten ploegen, want een schrijver dient wel over een heel bijzondere toets en timbre te beschikken om dan de aandacht nog gaande te houden, tenminste wanneer de lezer wat meer eist dan doodgewoon ros leesvoer. Dit alles is immers als materiaal gemeengoed geworden, over een kwart eeuw zal men haast alle doorsneeboeken van deze tijd onmiddellijk kunnen herkennen aan die grauwe kleur en toon, die nu haast onver mijdelijk lijkt (behalve bij de heel groten), zoals men de doorsnee- boeken uil de dertiger jaren en van omtrent de eeuwwisseling direct herkent aan hun sfeer. (Andere tinten grauw, maar ook grauw, ove rigensEn Kuytens boek is een typisch doorsnee-boek, goede doorsnee, getuigend van talent, van serieuze wil er iets van te maken, van een zekere dichterlijke gevoeligheid ook. Doch te veel gemakkelijke trucjes, routinewerk, ondoordachte passages en opmerkingen, stop- en lapwerk halen de intrigue telkens weer omlaag als het verhaal enige vlucht lijkt te krijgen. Het grootste bezwaar is dat de personen geen enkele ronding hebben, Het zijn platte schimmen, zonder enige dimensie, hoorspel- schaduwen eerder dan romanfiguren. Op één na zijn alle personages zonder enige signatuur. Doch laten we het verhaal schetsen. Zoals bij een thriller is de hoofdintrigue een moord en de oplossing daarvan, maar geen enkele thrillerschrijver die zichzelf respecteert neemt tegenwoordig enkel nog genoegen met hef simpele afwikkelen van. de vraag wie het gedaan neeft. En Kuyten, die beslist veel meer dan zo maar een thriller heeft willen schrijven, geeft ons de oplossing van het raadsel dan ook vrijwel direct na de moord, al heeft hij wel een soort rudimentaire aanlopen tot suspense gemaakt door het invoeren van een paar personen die even verdacht kunnen lijken of mysterieus zijn. Al blijkt dat dan au fond humbug, zoals de figuur Alf, die wel niemand, op welke manier dan ook, au sérieux nemen kan. Wordt in een moordroman het plan verlegd van ,wie heeft het gedaan' naar het waarom is het gedaan' dan legt de schrijver zich een veel zwaarder taak op. Ook Kuyten is daar dapper strijdend onder bezweken, hij heeft er zich uiteindelijk met een heleboel psychologisch- en droom- gegoochel en wat standaard-ontvluchtingen van af moeten maken. Maar het was ook wel een heel zware opgave. /"Ronnie Weder is vermoord. Een mooie jonge vrouw van goed-burger- lijke afkomst, vier maanden de vriendin van producer Casper Oostrom, voordien de vriendin van een Duitser, Detlef Schuhmacher, en overigens een helemaal op drift geslagen allemansvriendin. Prostituee is in dit geval een wat zwaar woord Zij wordt met afgesneden keel in Oostroms flat aangetroffen, op de dag nadat ze met een nog al als sinister getekende figuur, Alf, die beweerd had haar laatste minnaar te zullen zijn, was meegegaan Daar Alf door de auteur begiftigd is met een soort metaphysische taak, kan hij licht wat wrange toespelingen maken Degene die Gonnie zo aantreft, is haar broer Hans, zelf juist uit de gevangenis ontslagen waar hij gezeten heeft wegens iets dat met ver dovende middelen te maken had. In elk geval is hij direct na zijn vrij lating weer aan de hasjisj. Hij treft de dode Gonnie aan, letterlijk om ringd door juwelen en Amerikaanse bankbiljetten die hij alle empo- cheert voor hij de politie belt. Da» Hans zijn zuster niet vermoord heeft, is voor ieder direct duidelijk Zelfs voor de insoecteur Martin Ros, een der onmogelijkste creaties in hel boek, een gekke papieren'scnim die heel vlot handelt en spreekt, maar verder volkomen een schaduw blijft. Wat, zoals gezegd, voor vrijwel alle figuren geldt, behalve dan voor die Hans Weder, de vaag artistieke, hasjisj rokende, intelligente nietsnut, de enige figuur van vlees en bloed en geest, zij het dan zonder enige ruggegraat. Alle andere figuren handelen als marionetten, trekt Kuyten, dan bewegen ze, hoe gek ook. Bij Hans Weder krijgt men de indruk dat hij zijn eigen weg gaat, dat Kuyten met hem heeft moeten vechten omdat hij autonoom werd. Wat het enige goeie is. Maar Gonnie bij voorbeeld, het slachtoffer, zij blijft een fraaie schim. Casper, haar huidige vriend, is niet veel meer dan een dwaze bijfiguur, die dan ook meestal schittert door afwezigheid. Alf dito, en doordat Kuyten hem belast heeft met een metaphysische boodschap in dit verhaal, wordt het nog gekker met hem. Hij is als een symbool voor het hogere, diepere en ongewetene, eventueel zelfs Christelijke. Hij is dan ook het meest grandioos van allen mislukt, al steekt Ros hem naar de kroon Rest nog Detlef, de Duitser en eigenlijke hoofdfiguur, die Gonnie ver laten had om naar Israël te vertrekken voor de vaagste aller taken. Met hem houdt de schrijver zich lang bezig. Want Detlef is ook, on danks zqn vermeende verblijf in Israël, de dader. T^etlef is, zoals Gonnie en Hans, een volkomen ontspoorde. Ook hij is van heel goede familie en voor alles mis ging, had hij interes sant werk verricht Van zijn twee toekomstmogelijkheden: held of heilige, heeft hij beide vermeld. Hij is een ontwortelde zwerver oe- worden, van kwaad tot erger vervallend toen de deur naar de misdaad eenmaal op een kier was komen te staan. .Alles ivat hij in de kunst zocht was het smartelijke, en wat dat smartelijke betrof, nam hij al met kitsch genoegen. Hij leefde op een impuls die zich niet liet sublimeren. De tomeloze hartstocht, die hem het aureool van de bezieling had moeten schenken, bleek tenslotte niets anders te zijn dan gebrek aan zelfbeheersing, maar nog was Detlef Schuhmacher in-staat zijn-ondergang tegemoet te zien met gepaste bewondering. Heviger leven! Misschien was het wel zo, dat iemand die heviger wilde leven tn het sadisme móest belanden. De masochist was niet het slachtoffer van de sadist, de sadist niet het slachtoffer van de masochistze waren beiden slachtoffers van de wereld zoals die zich gewoonlijk aan ons voordeed. Pijn icas een sprong die alle andere ervaringen in intensiteit ver achter zich liet. De schoonheid begon in verschrikking. Het waren de uitersten, tegenpolen, waartussen het gewone leven zich voltrok. De verveling tenslotte was de dood' (pag. Het is Kuyten evenwel niet gelukt, van Detlef meer dan de belang rijkste marionet te maken. Ondanks de pogingen tot verdieping, de brieffragmenten, de dromen, de familieherinneringen, de belevenissen is Israël, blijft deze figuur zo plat als een cent, en zijn drijfveren en daden blijven schimmig, zoals zijn dood, aan het slot, schimmig blijft. Kuyten heeft die ontknoping ten huize van inspecteur Ros, waar Caspar Detlef neersteekt met hetzelfde mes waarmee deze Gonnie de keel afsneed, terwijl mevrouw Ros gezeKig eigengebakken koekjes bij de thee presenteert, bepaald met serieus bedoeld. Of toch Hoe dan ook: vervelen doet men zich niet met dit boek, al had er Letterkundige kroniek door HANS WARREN' onzes inziens in de afdeling dromen en droomtoestanden (voor ons meestal de gruwpagina's in welk boek dan ook gerust flink geschrapt mogen worden. Wie wei houdt van een roman policier met wat ombouw en zijn eisen met al te hoog stelt, kan een paar kalme uurtjes van verstrooiing met deze Kuyten doorbrengen Wat we het meeste waarderen in het boek Is de eerlijke poging, de figuren enigszins ui» te diepen, al is dit dan, behalve bij Hans Weder, niet gelukt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 19