EEN GOUDEN
HANDDRUK
VOOR
.PROLOOG'
HET WILDE
WESTEN, EEN
AMSTERDAMSE
ROMAN DOOR
ANDRE KUYTEN
activiteiten
dépendance
onmenselijk
zeeland
subsidie
Zaterdag 15 maart 1969
Kommer 't Mannetje
,We moeten midden tussen de mensen staan. De buitenstaan-
dersfunctie van de kunst moet omgedraaid worden. Toneelspelers
zijn niet langer sjacheraars die even langs komen om hun num
mertje te verkopen en dan weer maken dat ze rats! in de randstad
komen. Een toneelgezelschap is een creatief centrum, een middel
punt, een ingezetene, een gewoon sociaal wezen dat luistert en
praat'.
Aan het woord: ir Kommer 't Mannetje (31landbouwingenieur,
TONEEL IS EEN CREATIEF CENTRUM
EEN MIDDELPUNT
EEN INGEZETENE
DIE MEELUISTERT EN PRAAT
bedrijfseconoom, zakelijk leider van de toneelwerkgroep .Pro
loog', de man achter de nota Zeeland die deze werkgroep drie
dagen geleden op verschillende hoogpolitieke en hoogstculturele
Zeeuwse bureaus heeft gedeponeerd.
Doel :een steekhoudende toelichting verschaffen op het verzoek
van Proloogaan het provinciaal bestuur om subsidie voor het
vormingswerk in dit gewest.
.Proloog" heeft bewezen de zaak van de kunstzin
nige vorming degelijk aan te pakken. .Proloog*
wil dat ook in Zeeland, 't Mannetje: ,Als Zeeland
de situatie van het moment handhaaft, de zaken
laat lopen zoals ze lopen, is er voor ons geen enkele
kans, We moeten geldelijke garanties hebben.
Daar staat tegenover dat we ons aan Zeeland wil
len binden. We krijgen er de nodige ruimte voor.
Zeeland ls een geweldig arbeidsterrein. We moe
ten er eigenlijk nog beginnen'.
De kunstzinnige vorming In Zeeland is nog lang
niet wat het zou moeten zijn. Het cultuurplan heeft
daar zeer nadrukkelijk op gewezen en gesteld dat
de provincie zich er uitgebreid mee zal moeten be
moeien. Begeleiding en vorming op toneelgebied zal
in en buiten de school in de geschetste ont
wikkeling van groot belang zijn.
Sinds 1964 houdt .Proloog' zich met dit soort vor
ming bezig. Zeeland heeft daar al kennis mee
kunnen maken tijdens de instructie-introductiepro
gramma's en de schoolvoorstellingen van de toneel
werkgroep. Intussen zijn er contacten gelegd tussen
Zeeland en Proloog die alle kans van uitgroei in
zich hebben. Kansen zijn er niet in de eerste plaats
om verkeken te worden: nu zowel het rapport over
het schouwburgbezoek in Zeeland als het cultuur
plan aanbevelingen in die richting hebben gedaan,
verdient het meer dan alleen maar aanbeveling om
de voorstellen van een gevesitigd instituut (hoewel
dat wat star onlogisch klinkt) als .Proloog' zeer
goed te bestuderen.
De verrichtingen van deze werkgroep hebben de
voorzitter van de raad voor de kunst., professor
Idenburg, eind vorig jaar al laten zeggen dat Ne
derland in het geval .Proloog" met ,een instelling
van nationaal belang' te maken heeft. Dat deze in
stelling meedeelt op basis van Zeeuwse rapporten
de specifiek Zeeuwse belangen te willen dienen, be
tekent niets meer of minder dan een toegestoken
band. Als Zeeland de hand neemt, wordt het wel
een gouden handdruk. Vandaar onze vraag: waarom
deze liefde voor Zeeland
't Mannetje: ,We hebben nu als eerstaangewezen
werkterrein Noord-Brabant, Zeeland en Limburg.
Brabant, de provincie waar we begonnen zijn, krijgt
nu de meeste aandacht. Dat zal natuurlijk ook
wel zo blijven. In de naaste toekomst zullen we
ons uit Limburg moeten terugtrekken, omdat dan
het Groot Limburgs Toneel aan de vorming van de
jeugd toe is. Bovendien zijn we hard bezig ons uit
de op zich wel lucratieve vrije voorstellingensector
door het hele land terug te draaien. We krijgen
zo meer ruimte om naast Brabant ook Zeeland in
tensief te gaan bewerken en bespelen. Deze twee
provincies zullen in de toekomst samen onze werk-
regio vormen'.
Het cultuurplan Zeeland zegt ook dat ,Op langere
termijn zal bestudeerd moeien worden in hoeverre
voor Zuidwest-Nederland een beroepstoneelgroep ge
wenst en mogelijk zal zijn'.
't Mannetje: ,We zijn nu in Eindhoven gevestigd.
Je begrijpt dat een dergelijk vast punt voor een
goede bediening van Zeeland op de lange duur toch
wel problematisch zal zijn. Het Is toekomstmuziek,
maar ik kan wel zeggen dat we hier driftig,
gedachte spelen van een dépendance in bijvoorbeeld
Middelburg. Ik heb zonet al gezegd dat een toneel
groep geen reizend stelletje marchandeurs is maar
een creatief centrum dat temidden van zijn omgeving
staat. Ik dacht dat dergelijke dépendanceplannen
een aardig eind in die richting kwamen'.
,In Brabant draaien we momenteel goed. In Zee
land komen we om allerlei redenen nog niet toe
aan een fractie van het werk dat op ons ligt te
wachten. Dat is jammer. Juist nu men in Zeeland
steeds luider stemmen hoort opgaan die zeggen en
herhalen dat het tijd wordt met dit soort werk te
beginnen achten wij het van groot belang ons zelf
te presenteren als het gezelschap dat in die ontwikke
ling past'.
Om te kunnen vastellen wat .Proloog* voor Zee
land zou kunnen betekenen, is het nodig te weten wat
Proloog wil en doet. Volgens de stichtingsakte en
de daarin opgenomen doelstelling wil .Proloog* de
vorming van een nieuw toneelpubliek door:
het stichten en instandhouden van een werkgroep
van beroepsacteurs- en actrices;
het door deze werkgroep doen verrichten van
vormingswerk, onder meer het geven van kunstzin-
leidende, lessen, instructieprogramma's, voordrach
ten en lezingen;
het door deze werkgroep doen brengen van jeugd
toneel;
het door deze werkgroep brengen van toneel voor
jongeren en toneel voor volwassenen, dit laatste
voornamelijk op die plaatsen, waar weinig of geen
gevormd toneelpubliek aanwezig is. of waar geen
accommodatie is voor het brengen van toneel door
de grote beroepsgezelschappen wijkgebouwen. ge
meenschapshuizen. fabriekshallen en dergelijke;.
De huidige directie heeft eigen opvattingen over
het doel .vorming* en ziet dat in pedagogische
zin en niet als werven en formeren van een nieuw
afzetgebied voor toneelprodukten
Het repertoire zoals .Proloog' dat jaarlijks tracht
ie verwezenlijken bestaat uit:
A Kunstinleidende les voor de klassen 5 en 6 van
het lager onderwijs basisontterwijsDeze lessen
worden gegeven in Eindhoven en Tilburg en de
randgemeenten van deze steden.
B Introductie-programma van de klassen 5 en 6
van het lager onderwijs (basisonderwijs). Dit pro
gramma wordt samengesteld uit proza, poëzie en to
neelfragmenten en heeft tot doel niet te grote groe
pen (maximaal 350 kinderen) kennis te doer, ma
ken met de mogelijkheden van het woord, de dialoog
en het spel.
C Introductie-programma voor de onderbouw 'klas
sen 1 en 2 van alle soorten) van het voortgezet
onderwijs. In dit programma wat gespeeld wordt
voor groepen van maximaal 350 leerlingen is een
proloog of korte Inleiding opgenomen van een enigs
zins instructief karakter. Het programma vormt
een geheel waarmee getracht wordt de leerlingen
ontvankelijk te maken voor taalgebruik en spelple-
zier.
D Schoolvoorstelling voor de onderbouw var. het
voortgezet onderwijs. Deze volledige voorste'.l-.ng van
een (klassiek) speels stuk sluit aan op het intro
ductie-programma voor deze categorie en heeft ten
doel grote groepen leerlingen kennis te doen ma
ken met goed toneel via de ludieke aspecten van
theater.
E. Introductie-programma voor de middenbouw
(klassen 3 en 4 van alle soorten) van het voortge
zet onderwijs. Ook dit programma wordt gespeeld
voor groepen van maximaal 350 leerlingen. In dit
programma begint de confrontatie van de jeugd
met het eigentijds repertoir. een meer realistische
eenakter fungeert als startpunt voor de discussie
tussen publiek en toneelgroep over dit moderne to
neel.
F Schoolvoorstelling voor de middenbouw van het
voortgezet onderwijs. Deze volledige voorstelling
van een eigentijds stuk, met een eigentijds probleem,
heeft ten doel deze categorie in aanraking te bren
gen met goed toneel waarin voor de jonge mens een
mogelijkheid ligt zichzelf te herkennen.
G Voorstelling voor bovenbouw en avondpubhek.
Een eigentijds stuk van .serieuse' signatuur waar
mee getracht wordt de jonge volwassenen verder
te begeleiden en waarmee getracht wordt een on
wennig volwassen publiek in aanraking te bren
gen met eigentijdse uitingen van de toneelkunst.
Proloog streeft bij deze voorstelling naar een eer
lijke presentatie zonder effect-bejag.
H Voorstelling van een blijspel of thriller voor
de kleine podia. Met deze voorstelling wordt ge
tracht in de behoefte aan goed en gemakkelijk ver
staanbaar toneel voor een onwennig avondpubiiek in
de kleine plaatsen te voorzien.
Meestal kan de voorstelling voor de middenbouw
ook gebruikt worden voor avondvoorstellingen voor
groepen volwassenen die nog niet frequent voor
stellingen bezoeken.
Slechts drie van deze activiteiten zijn tot nu toe in
Zeeland te bespeuren geweest: de introductiepro
gramma's, schoolvoorstellingen en een enkele avond
voorstelling. Zeeland kent nog niet het verschijnsel
van de toneelspeler in de klas. Er zijn momenteel
wel onderhandelingen met het Scapinoballet om bal
letdemonstraties op de Zeeuwse scholen te komen
geven. Andere provincies zien de toneelspeler en
de sociaal-pedagoog van Proloog', Albert van der
Baan, allang niet meer als vreemde verschijningen.
Ze zijn deel van h'et lesprogramma, horen er bij
net als de vele andere dingen die samen iets van
het begrip .school' bepalen. Dat betekent voor de
Zeeuwse jeugd zonder meer een achterstand. In de
huidige situatie is het echter zeer moeilijk om de
Zeeuwse scholen op een dergelijke wijze vanuit .Pro
loog' te .bemannen'.
't Mannetje: .We zitten nu té ver van Zeeland van
daan om die organisatie soepel te laten verlopen.
We hebben er bovendien gewoon te weinig mensen
voor. Zonder een uitbreiding, maar daar hebben we
juist dat geld voor nodig, zal het niet gaan.
We kunnen denken aan auteurs die niet constant in
een stuk staan en aan Albert van der Baan. Maar
zoals de zaken nu liggen, zijn alle acteurs overbe
zet. Het lijkt zonder de nodige medewerking inder
daad nogal op verre toekomstmuziek, maar mis
schien wil Zeeland helpen'.
tfroioog upedi iiiUiiibuUici met 15 acteurs en ac
trices. «et zijn Men Bergneggu, Wiku* v.»u iviave-
jou, Thea Kutung, Lorry a.is. «una van Vv.jx,
Ion van Olwsrioo. Louis Longer o. Ban Lcaeepeos,
Eugar c/anz, Loos Vvijn, Kees w&i«H>eek, Jaap van
Dunaeiaar. «uo Beyers, jowan Kraboenoaiii en ar-
t.awex leider jurg .uoieriuar.
t Mannetje. zonaar uitbreiding van het werk zou
dit uuneau de ia troupe onziiiuueUJjK met twee tot
ur.c mensen moeten worden uitgebreid. We hebben
dit seizoen niet drie langdurige instortingen moe
ien kampen. Er wordt letterlijk roofbouw op deze
mensen sepieegd'.
,I)e acteurs zijn overwerkt. Het werk vreet mui ze.
Ze uoen liet graug. In wexen zijn ze dag iu dag uit
bezig mel de meent experimentele vorm van toneel
die er is. .Niet in de zin van liieaU-r, maar van vor
ming. Waar ik nu voor praat is een sanering van on-
iiiiuseiijke toestanden. Onze technici, twee jongens
per pioeg (we hebben er vier in totaal, ga er maar
aanslaan) fungeren na bun eigenlijke werk ook nog
eens als vrachtwagenchauffeurs. Onze acteurs be
sturen zelf de busjes. Waar vind Je dat'.
,Het zit allemaal vast op het geld. We z:.in inder-
tijd in Brabant- begonnen, omdat er in Brabant be
hoefte aan een dergelijk vormingsinstituut was. We
bit-ken de enigen In Nederland te zijn die op deze
wijze werkten. We werden ik citeer profc-vsor
Idenburg een instelling van nationaal belang.
Naast ons werkt ook Arena De Nieuwe Komedie
hard aan begeleiding en vorming, maar volgens een
andere doelstelling. Arena krijgt en ik gun het
zc graag een 90-procentige rijkssubsidie. Wij,
instelling van nationaal belang, tot nu toe niets,
helemaal niets. Brabant heeft het indertijd allemaal
alleen op zijn nek genomen. Het is billijk dat er
wat verschuiw,ng in de lasten komt. Willen we voor
Zeeland speciaal Iets betekenen dan zal ook die
Zeeuwse subsidie hard nodig zijn. We zijn overigens
al een gesprek met een ons niet ongunstig gezinde
minister Klompé begonnen Ik hoop er evenals van
de Zeeuwse zaak het allerbeste van'.
Of de Zeeuwse subsidie er zal komen Is een zaak
die voor .Proloog" en het provinciaal bestuur be
slist moeilijke kantjes heeft.
De subsidiëringsconstructie van dit moment laat er
geen ruimte voor. Men zou deze constructie voor
..nwilllging van het ,Proioog*-verzoek Ingrijpend moe
ten wijzigen. Zeeland kent immers alleen een eve
nementensubsidie. Het evenement wordt gesubsidi
eerd, eventueel op het tekort. De subsidiëring geldt
dus in feite de organiserende vereniging, de uitko-
per. niet de uitvoerder. Dit schema, hoewel wat
eenzijdig en star, heeft in het verleden juist voor
Zeeland met de vele verenigingen, waarvan de mees
te weliswaar gebundeld zijn In de stichting cultuur
spreiding Zeeland, altijd uitstekend gefunctioneerd.
Het cultuurplan laat er in zijn adviezen echter geen
twijfel over bestaan of een slagvaardig en terzake
doend cultuurbeleid zal op de eerste plaats flexibel
moeten zijn. Waar het gaat om de vorming van en
kele Zeeuwse jongelui tussen de 10 en 17 Jaar, dte nu
praktisch elke vorm van deze tegenwoordig graag
aanvaarde mogelijkheid tot zelfontdekking en ont
plooiing moeten missen, lijkt soepelheid op zijn
plaats, hoewel het de moeilijkheden zeker niet zal
verkleinen.
"t Mannetje: .We hebben daar zeker aüe begrip
voor. We voelen ook heel goed aan waar de moei
lijkheden zitten. Met onze nota Zeeland hebben we
die niet willen vergroten; we hebben enke! aan de
hand van in Ze<3and gesignaleerde behoeften wil
len wijzen op de mogelijkheden voor een vaste band
tussen Zeeland en .Proloog* en toegegeven
ook wat op onze eigen moeilijkheden, want die zijn
er te over'.
,Wat we kunnen bieden zijn mensen, die van hun
werk houden, mensen ook die zich bewust zijn van
hun werk. Ze proberen stuk voor stuk antwoord
te geven op de grote vraag: hoe functioneer je In
de maatschappij
Voor ons is toneel geen doel op zichzelf, toneel
is voor .Proloog* een middeL We geven de Jeugd
werkvormen in handen. Doen ze er wat mee. dan
zijn we er ook. Ik geloof dat als het grote toneel*
zich deze vraag ook eens zou stellen je uit zou
komen bij een antwoord dat in principe niet veel
van dat van .Proloog* zal verschillen. Daar kunnen
we dan blij om zijn, want dat betekent: toneel
tussen de mensen'.
ANDRfi OOSTHOEK
ANDRê KUYTEN is nu eon en dertig |aat en hij heeft een paar boeken
en enkele hoorspelen op zijn naam. ,Het Wilde Westen', met als onder
titel: ,Een Amsterdamse roman' is het werk waarmee uitgever Paul
Brand een nieuwe reeks belletrie, Parabolen genaamd, begint.
De titel en de ondertitel zijn zwaar geladen.
Het Wilde Westen is een begrip, een Amsterdamse Roman mogelijk
minder, maar in combinatie worden de gedachten in een bepaalde
richting gedwongen Het prospectus doet er een schepje bovenop
prostitutie, verdovende middelen, inbraak en moord Mei homoseksuah
teit wordt ook nog geschermd. He' loopt allemaal zo'n vaart niet en
laten we hel vergeten, want beide titels zijn au fond irrelevant Mei hei
Wilde Westen in de geijkte zin van het woord heeft het boek weinig
van doen en met Amsterdam haas' nog minder, al vindl een groot ge
deelte van de handeling in die stad plaats. Er is echter geen Amsler
damse sfeer, geen couleur locale: op enkele straatnamen na zou de
handeling in willekeurig welke Westeuropese stad plaats kunnep hebben
Nogmaals: het doei er niet zoveel 'oe. Zo het als lokvogel bedoeld is
de titels doen hef immers goed in deze tijd van voorliefde voo'
woest en ros vermaak dan krijgt men werkelijk nog wel waar voo'
zijn geld. Er zijn heel wal slechter geschreven boeken.
A ndré Kuyten heeft een vrij hoge gooi gewaagd, en ook al kunnen
we zijn werk niet erg geslaagd noemen (daarvoor hebben bovenal
zijn figuren veel te weinig reliëf), interessant is zijn poging toch zeker
Het is een soort kruising geworden tussen een thriller en een psycho
logische roman en de vaak uitstekende dialogen verraden de geoefende
hoorspel- en t.v. spel-schrijver.
Kuyten voert ons binnen in het, voor een hedendaagse roman haast
obligaat geworden, wereldje van stuur- en zedelozen, habituele dronk
aards, has|is|rokers lichtekooien en misdadigers. Men wordt al moe als
men er aan denkt, daar weer helemaal doorheen te moeten ploegen,
want een schrijver dient wel over een heel bijzondere toets en timbre
te beschikken om dan de aandacht nog gaande te houden, tenminste
wanneer de lezer wat meer eist dan doodgewoon ros leesvoer. Dit
alles is immers als materiaal gemeengoed geworden, over een kwart
eeuw zal men haast alle doorsneeboeken van deze tijd onmiddellijk
kunnen herkennen aan die grauwe kleur en toon, die nu haast onver
mijdelijk lijkt (behalve bij de heel groten), zoals men de doorsnee-
boeken uil de dertiger jaren en van omtrent de eeuwwisseling direct
herkent aan hun sfeer. (Andere tinten grauw, maar ook grauw, ove
rigensEn Kuytens boek is een typisch doorsnee-boek, goede doorsnee,
getuigend van talent, van serieuze wil er iets van te maken, van een
zekere dichterlijke gevoeligheid ook. Doch te veel gemakkelijke trucjes,
routinewerk, ondoordachte passages en opmerkingen, stop- en lapwerk
halen de intrigue telkens weer omlaag als het verhaal enige vlucht lijkt
te krijgen. Het grootste bezwaar is dat de personen geen enkele ronding
hebben, Het zijn platte schimmen, zonder enige dimensie, hoorspel-
schaduwen eerder dan romanfiguren. Op één na zijn alle personages
zonder enige signatuur.
Doch laten we het verhaal schetsen.
Zoals bij een thriller is de hoofdintrigue een moord en de oplossing
daarvan, maar geen enkele thrillerschrijver die zichzelf respecteert neemt
tegenwoordig enkel nog genoegen met hef simpele afwikkelen van. de
vraag wie het gedaan neeft. En Kuyten, die beslist veel meer dan zo
maar een thriller heeft willen schrijven, geeft ons de oplossing van het
raadsel dan ook vrijwel direct na de moord, al heeft hij wel een soort
rudimentaire aanlopen tot suspense gemaakt door het invoeren van een
paar personen die even verdacht kunnen lijken of mysterieus zijn.
Al blijkt dat dan au fond humbug, zoals de figuur Alf, die wel niemand,
op welke manier dan ook, au sérieux nemen kan.
Wordt in een moordroman het plan verlegd van ,wie heeft het gedaan'
naar het waarom is het gedaan' dan legt de schrijver zich een veel
zwaarder taak op. Ook Kuyten is daar dapper strijdend onder bezweken,
hij heeft er zich uiteindelijk met een heleboel psychologisch- en droom-
gegoochel en wat standaard-ontvluchtingen van af moeten maken.
Maar het was ook wel een heel zware opgave.
/"Ronnie Weder is vermoord. Een mooie jonge vrouw van goed-burger-
lijke afkomst, vier maanden de vriendin van producer Casper
Oostrom, voordien de vriendin van een Duitser, Detlef Schuhmacher, en
overigens een helemaal op drift geslagen allemansvriendin. Prostituee
is in dit geval een wat zwaar woord Zij wordt met afgesneden keel in
Oostroms flat aangetroffen, op de dag nadat ze met een nog al als
sinister getekende figuur, Alf, die beweerd had haar laatste minnaar
te zullen zijn, was meegegaan
Daar Alf door de auteur begiftigd is met een soort metaphysische taak,
kan hij licht wat wrange toespelingen maken
Degene die Gonnie zo aantreft, is haar broer Hans, zelf juist uit de
gevangenis ontslagen waar hij gezeten heeft wegens iets dat met ver
dovende middelen te maken had. In elk geval is hij direct na zijn vrij
lating weer aan de hasjisj. Hij treft de dode Gonnie aan, letterlijk om
ringd door juwelen en Amerikaanse bankbiljetten die hij alle empo-
cheert voor hij de politie belt.
Da» Hans zijn zuster niet vermoord heeft, is voor ieder direct duidelijk
Zelfs voor de insoecteur Martin Ros, een der onmogelijkste creaties
in hel boek, een gekke papieren'scnim die heel vlot handelt en spreekt,
maar verder volkomen een schaduw blijft. Wat, zoals gezegd, voor
vrijwel alle figuren geldt, behalve dan voor die Hans Weder, de vaag
artistieke, hasjisj rokende, intelligente nietsnut, de enige figuur van
vlees en bloed en geest, zij het dan zonder enige ruggegraat. Alle
andere figuren handelen als marionetten, trekt Kuyten, dan bewegen
ze, hoe gek ook. Bij Hans Weder krijgt men de indruk dat hij zijn
eigen weg gaat, dat Kuyten met hem heeft moeten vechten omdat hij
autonoom werd. Wat het enige goeie is. Maar Gonnie bij voorbeeld,
het slachtoffer, zij blijft een fraaie schim. Casper, haar huidige vriend,
is niet veel meer dan een dwaze bijfiguur, die dan ook meestal schittert
door afwezigheid. Alf dito, en doordat Kuyten hem belast heeft met
een metaphysische boodschap in dit verhaal, wordt het nog gekker met
hem. Hij is als een symbool voor het hogere, diepere en ongewetene,
eventueel zelfs Christelijke. Hij is dan ook het meest grandioos van allen
mislukt, al steekt Ros hem naar de kroon
Rest nog Detlef, de Duitser en eigenlijke hoofdfiguur, die Gonnie ver
laten had om naar Israël te vertrekken voor de vaagste aller taken.
Met hem houdt de schrijver zich lang bezig. Want Detlef is ook, on
danks zqn vermeende verblijf in Israël, de dader.
T^etlef is, zoals Gonnie en Hans, een volkomen ontspoorde. Ook hij
is van heel goede familie en voor alles mis ging, had hij interes
sant werk verricht Van zijn twee toekomstmogelijkheden: held of
heilige, heeft hij beide vermeld. Hij is een ontwortelde zwerver oe-
worden, van kwaad tot erger vervallend toen de deur naar de misdaad
eenmaal op een kier was komen te staan.
.Alles ivat hij in de kunst zocht was het smartelijke, en wat dat
smartelijke betrof, nam hij al met kitsch genoegen. Hij leefde op een
impuls die zich niet liet sublimeren. De tomeloze hartstocht, die hem
het aureool van de bezieling had moeten schenken, bleek tenslotte
niets anders te zijn dan gebrek aan zelfbeheersing, maar nog was
Detlef Schuhmacher in-staat zijn-ondergang tegemoet te zien met
gepaste bewondering.
Heviger leven! Misschien was het wel zo, dat iemand die heviger
wilde leven tn het sadisme móest belanden. De masochist was niet
het slachtoffer van de sadist, de sadist niet het slachtoffer van de
masochistze waren beiden slachtoffers van de wereld zoals die zich
gewoonlijk aan ons voordeed. Pijn icas een sprong die alle andere
ervaringen in intensiteit ver achter zich liet. De schoonheid begon in
verschrikking. Het waren de uitersten, tegenpolen, waartussen het
gewone leven zich voltrok. De verveling tenslotte was de dood' (pag.
Het is Kuyten evenwel niet gelukt, van Detlef meer dan de belang
rijkste marionet te maken. Ondanks de pogingen tot verdieping, de
brieffragmenten, de dromen, de familieherinneringen, de belevenissen
is Israël, blijft deze figuur zo plat als een cent, en zijn drijfveren en
daden blijven schimmig, zoals zijn dood, aan het slot, schimmig blijft.
Kuyten heeft die ontknoping ten huize van inspecteur Ros, waar Caspar
Detlef neersteekt met hetzelfde mes waarmee deze Gonnie de keel
afsneed, terwijl mevrouw Ros gezeKig eigengebakken koekjes bij de
thee presenteert, bepaald met serieus bedoeld. Of toch
Hoe dan ook: vervelen doet men zich niet met dit boek, al had er
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN'
onzes inziens in de afdeling dromen en droomtoestanden (voor ons
meestal de gruwpagina's in welk boek dan ook gerust flink geschrapt
mogen worden.
Wie wei houdt van een roman policier met wat ombouw en zijn eisen
met al te hoog stelt, kan een paar kalme uurtjes van verstrooiing met
deze Kuyten doorbrengen
Wat we het meeste waarderen in het boek Is de eerlijke poging, de
figuren enigszins ui» te diepen, al is dit dan, behalve bij Hans Weder,
niet gelukt.