DE ZEEUWSE BLAASMUZIEK
VERGANE GLORIE EN NIEUW PERSPECTIEF (II)
,HET PUBLIEK ZIET ONS NOG TE ZEER ALS
DE TOET EN BLAES ,CLUB VAN VROEGER'
MENINGEN
OVER
BLAASMUZIKALE
MOGELIJKHEDEN
EN
ONMOGELIJKHEDEN
VRIJDAG 7 MAART 1969 PÜOVINCIAIE ZEEUWSE COURANT
Wie de jeugd heeftheeft de toekomst. En wie een jeugdorkest aan zijn muziekvereniging verbonden heeft, zit op (muzikale) rozen
(FotoPZC)
Zaterdagavond. Een groot plein ergens in de
provincie. Duizenden mensen wachten op ,het
buitengebeuren Het blijkt een taptoe te zijn
wegens het jubileum van een plaatselijke mu
ziekvereniging. Drumbands, harmonie- en
fanfarekorpsen uit de plaats zelf en uit de om
geving voeren een show op; een programma
van populaire muziek, maar ook nu en dan
uxtt ernstiger klanken. Het publiek blijft twee
uur aan een stuk geboeid kijken en luisteren...
Een Zeeuws dorpje, met een muziek
tent. Zaterdagavond. Op de tent een
clubje van Iets meer dan tien blazers,
die zich vertillen aan een programma,
da" vér boven hun krachten gaat. Er
klinken meer valse dan zuivere noten
Het publiek bestaat uit nauwelijks tien
mensen. Maar aan het eind van het
.concert' feliciteert de voorzitter de diri
gent als gold het een ovatie-ontlokkend
optreden in de Rotterdamse Doelen...
In het buur-dorpje speelt de zondagmor
gen de collega-fanfare koraalmuziek...
ZIJ doet het zuiver. En dit wat ouderwets
gebeuren trekt wel belangstelling van
inwoners en... toeristen.
Dodenherdenking In Zeelanda hoofdstad.
Een blaasorkest marcheert naar de Abdij.
Nu geen dreunende drumband voorop,
maar met een simpele tik op de kleine
trom, totdat het korps een brede hymne
inzet en op de tonen daarvpn statig het
plein op komt. Het talrijlce publiek Is
onder de Indruk. .Stijlvol', schrijven de
kranten de andere morgen.
Stad op Walcheren. Nieuwbouwwijk.
Zaterdagmiddag. Pa's wassen auto's of
kijken tv. Ma's doen inkopen. Kinderen
spelen op straat hun luidruchtig spel.
Een muziekkorps stelt zich op en begint
een muzikale wandeling, wat zielig na-
gegaapt door ouderen en belemmerd
door kinderen. De dirigent struikelt over
een step. Hij wordt uitgelachen door
tieners, die niet de moeite nemen hun
.sll-translstor* af te zetten. Muzikanten
mopperen na afloop. ,Masr we hebben
weer honderd gulden subsidie verdiend',
zegt de voorzitter...
Een Bevelands 6tadje. Een kerkgebouw,
dat als concertzaal is ingericht. Drie
koperorkesten brengen gezamenlijk een
speciaal programma. De kerk cs welis
waar niet .afgeladen', maar wat recen
senten noemen .redelijk bezet'. Toch is
het zaterdagavond en de televisie biedt
wat verder in de avond Olympisch voet
bal. Eén der organisatoren kan later aan
Instanties, die om subsidie zijn verzocht,
.tot zijn genoegen' berichten dat men
dank zij de redelijke belangstelling uit
de kosten Is gekomen... De subsidie kan
tot later worden bewa;-d...
Zo zouden we door kunnen gaan met
.plussen en minnen', met het opsommen
van geslaagde en minder goede mani
festaties van de blaasmuziek in Zeeland,
een muzieksoort met veel vergane
glorie, want de dagen van Jan Morks
zijn voorbij. Ook met nieuw perspectief,
want meer vrije tijd zal moeten worden
gevuld.
Als vervolg op onze beschouwing van
vorige week vroegen wij een aantal be
kende figuren uit de Zeeuwse muziek
wereld naar hun mening over een aantal
aspecten van de blaasmuzlekbeoefenlng
in deze provincie.
SCHEIDSLIJN
Er loopt door die meningen een scheids
lijn: Aan de ene kant staan zij die bij
da beoefening van blaasmuziek het ac
cent leggen op het artistieke, het muzi
kale en daarvoor offert willen brengen,
desnoods door het verminderen van het
aantal korpsen (wat sommigen zelft als
een onvermijdelijkheid zien aankomen)
en het hierop richten van de subsi
diëring. Zij wijzen ook op de noodzaak
van andere repertoires en andere vor
men van manifestatie, en willen van het
beeld van de .hoempa-tetteret-ciub' af.
Anderen leggen de nadruk op de sociale
functie van ,de muziek', op de verbon
denheid daarvan vooral met de dorps
gemeenschap en op het handhaven van
die functie en die verbondenheid.
Merkwaardig is hot verschijnsel van do
trommel- en trompetterkorpsen, de drum
bands, na de oorlog hier uitgegroeid tot
dertig in getal, waarvan sommigen met
lange wachtlijsten. De instrumentatie
eerst eenvoudig, maar meer Ingew.kkel-
der wordend, vergt tot iu toe niet die
studie, die voor het' bespelen van een
Instrument In een .gewoon' muziekkorps
wordt verlangd. Ook het sterke show
element maakt deze groepen aantrekke
lijk voor een groter publiek zowel als
voor de speler.
Bij de steeds meer toenemende
vrije tijd zal de belangstelling voor
muziekmaken zeker toenemen. Wie
zal het winnen: het showende
blazende en trommelende exercitie
peloton, of het fanfare- en harmo
nieorkest De laatsten "geven we
zeker ook nog kansen, nog perspec
tieven, als men in die kring maar
voldoende beseft dat andere tijden
andere wegen vragen.
Gerard C. van Loo.
4) WEET het publiek de blaasmuziek naar waarde
te schatten?
VAN LIJNSCHOTEN: Dat hang! van de programmakeus af. We moeten
naar programma-vernieuwing toe, waarmee ik niet wil zeggen dat
die slechts gevonden kan worden in beperkingen van ,My fair Lady'
of zo. Er is een modern, eigentijds blaasmuziek-programma aan hel
groeien.
VAN BELZEN: Dat hangt van het peil van de korpsen en van het
repertoire af, ook van de wijze waarop, de vorm, waarin het concert
wordt gepresenteerd.
UITTERHOEVE en DEN TOONDER: Er is een lichte groei in de belang
stelling.
VAN WALLENBURG: Ik vind de publieke belangstelling voor con
certen en dergelijke niet zo goed.
BURGER: het publiek ziet ons nog te zeer els de ,foet- en blaesdub'
van vroeger: een aantal muzikanten (de besle) speelden toen de
melodie, de mindere krachten hadden een ,hoempa-pa'-begeleiding.
Dat beeld is blijven hangon. Hedendaagse componisten als Van Lijn
schoten, Boedijn, Boekel on Ball maken wel geheel andere werken,
maar dat is nog niet voldoende doorgedrongen.
CEVAAL: Ik wil gezien de tijdsomstandigheden niet klagen over
de belangstelling van hel publiek voor de beide bands, die ik dirigeer.
Ik geloof dat dit aan je programma ligt en aan je presentatie.
Is het optreden van de blaasorkesten nog wel van
deze tijd?
CEVAAL: Van mij mag men gerust welen dal ik niks zie in het zonder
enige aanleiding door de straten marcheren, zomaar omdat het moet
vanwege je subsidie. Net zo min als dat we voor een paar kinderen
op een tent zitten spelen. Dat is volkomen uit de tijd. Ik wil wel
buiten optreden met de band, maar dan moet het een doel hebben:
een herdenking of zo, of een officiële gebeurtenis. Je publiek is er
dan ook op ingesteld Maar niet met een paar man voor iedere
kleinigheid de straat op
UITTERHOEVE: In de dorpsgemeenschap heeft het buitenoptreden van
een blaasorkest, bij een jubileum of andere feestelijkheid wel zin. Dal
wordt ook gewaardeerd. Maar verplichte tentconcerten en verplichte
marsrondjes zonder meer Neen Dat kan zelfs iets minderwaardigs
krijgen.
DEN TOONDER: Breng de muziek daar waar de omstandigheden de
muziek vragen.
BURGER: Zomaar op een tent zitten spelen Zinloos De muzikanten
hebben er een broertje aan dood, net als aan het zomaar marsen
maken
Wordt subsidie niet onverantwoord besteed door
deze aan kwijnende korpsen te schenken?
VAN LIJNSCHOTEN: Prestaties van een muziekkorps moeten, hoe
eenvoudig en amateuristisch ook, onder het begrip .kunst' kunnen
vallen. Als dat begrip er volledig dood is, kan men net zo goed gaan
ping-pongen. Sommige gemeenten houden een slecht korps in stand
vanwege de toeristen of zo Dat is niet juist. Het publiek krijgt een
verkeerde beeldvorming van blaasmuziek als men die gebruikt uit
sluitend als een soort folkloristische klompendans-aangelegenheid.
VAN BELZEN: Ik wil mi| over subsidie-beleid niet uitlaten. Bovendien
slechte korpsen, die stuiptrekken, sterven als ze zelf geen pogingen
doen niveau en ledental op te voeren.
DEN TOONDER: Een muzikaal niet al te best korps kan in zijn ge
meenie toch nog een functie hebben Geef ze een kans I
UITTERHOEVE: Hei onthouden van subsidie aan een minder goed.
wat kwijnend korps zou ik verkeerd vinden. Het zou de doodsteek
kunnen zijn, terwijl de prestaties van zo'n orkest in de gemeenschap
waarin hel staat, toch waardering genieten. ,De muziek hoort er nu
eenmaal bij' zegt men Een muziekkorps heeft naast een muzikale
ook een sociale functie, vergeet dat met I
VAN WALLENBURG: Sommige korpsen zitten in het slop en komen
er met uit omdal dit hen financieel niet mogelijk wordt gemaakt De
goede dingen!, die zo nodig is, kan niet worden betaald Het korps
is slecht omdat een goede leidende kracht ontbreekt en hij ontbreekt
omdat er vaak geen geld voor is.
Moet de subsidie gekoppeld worden aan de prestaties?
VAN WALLENBURG: Neen, een regeling, die de subsidie verbindt aan
de concoursafdeling, waarin je uitkomt vind ik verwerpelijk. Geef
ieder korps, ongeacht zijn sterkte een basis van ƒ2000,per jaar
En dan nog een bedrag per spelend lid. Daarboven nog een bedrag
per activiteit. Die ƒ2000,is niets te weinig als men bedenkt dat een
muzikant met een eenvoudig uniform en een niet eens zo heel besl
instrument al een investering van zeker ƒ500,vergt I Vandaar dat een
bedrag per musicerend lid ook nog gewenst is.
VAN LIJNSCHOTEN: Ik ben voor een subsidieregeling die verband
houdt met de prestaties. Die moeten op een festival of concours dan
wel zoals al gebeurt door een deskundige jury ziin geklassifi-
ceerd. Gemeenten en andere instanties zouden bij subsidiebepaling
een beroep moeten doen op een deskundig college, zoals men bij
voorbeeld in Rotterdam heeft, Zoiets moet ook regionaal mogelijk zijn.
BURGER: Voor zover ik kan beoordelen is de subsidieregeling thans
redelijk. Er moet voor de verenigingen zelf ook nog een stimulans
zijn de vereniging verder op te bouwen. Men moet niet aHes van
de overheid betaald willen krijgen De ledennood is mijns inziens
groter dan de geldnood
CEAAL: Ik zie samensmelting van een aantal korpsen in de toekomst.
Het subsidiebeleid van een aantal gemeenten zal daar zeker rekening
mee gaan houden. De college's van b. en w. zullen meer gaan af
wegen, het peil meer in de gaten gaan houden en bij het in beschou
wing nemen van de activiteiten minder naar de kaartavondjes kijken.
UITTERHOEVE: Ik zou erg gelukkig zijn als de gemeenten de nieuwe
subsidieregeling van de Stichting Overkoepeling Nederlandse Muziek
organisaties zouden overnemen. Die regeling varieert in bijdragen
van 1500,tot en met ƒ3500,al naar gelang de afdeling, waarin,
men speelt. Bovendien is er nog een verfijnde regeling voor cfirigenten-
bijdrage en instrumenten aan verbonden.
Hoe is de belangstelling van de jeugd en hoe zijn de
opleidingsmogelijkheden?
BERGMAN: Van de ongeveer 2500 leerlingen van de Zeeuwse muziek
school nemen er omstreeks 800 deel aan het basisonderwijs. Van de
ongeveer 1700 anderen hebben er 25°/n voor piano gekozen. Dan
volgen de strijkers, daarna koper en houtblazers. Op veel van onze
leerlingen verliezen we de greep na hun 15e jaar. We weten dan niet
wat ze met hun muziekstudie doen. Velen spelen dan nog alleen in
de huiselijke kring, maar dat is dus geen verlies, vooral als we ook
bedenken dat ook op muziekgebied het ,zelf-doen' toeneemt.
VAN BELZEN: Van een belangrijk aantal Zeeuwse korpsen leiden we
als muziekschool de leerlingen op. Beter gezegd: we leiden ze op in
nauwe samenwerking met die korpsen. We volgen drie richtingen
opleiding voor harmonie, fanfare en brassband" Die laatste kun je
niet bij de fanfare onderbrengen, gezien het verschil in stijl en toon
Tot het vijftiende jaar is de jeugd over het algemeen wel enthousiast.
Dan komt er bij velen een soort van crisis Als ze die door komen
zitten er wel vaak blijvertjes in. Ik geloof dat de bekendheid me'
muziek vanuit de prille jeugd een belangrijke rol speelt Op de lagere
school wordt er veel te weinig aan gedaan.
CEVAAL: Ik vind de belangstell ing van de letigd nog vri| goed Kijk
maar naar de jeugdkorpsen
UITTERHOEVE: Dat de jeugd wel wil, blijkt wel uit de goede prestaties
van onze jeugdkorpsen, waarbij ik in dit verband het aandeel van
de Zeeuwse muziekschool wil noemen Maar waarom brengt men
onze jongens en meisje:- al niet op de lagere school de elementaire
kennis bij
BURGER: Muziekschool en Jeugdkorpsen bieden de jeugd mogelijk
heden. Die worden ook wel benut. Maar het geeft wel eens aanpas
singsmoeilijkheden als je mensen ui» het jeugdkorps met de oudere
senioren wilt laten meedoen.
VAN WALLENBURG: Uit do prestaties in jeugdkorpsen blijk» dat de
jeugd deze muzieksoort niet de rug hoeft toegekeerd. Het aanleren
van do eerste beginselen van do muziek op de lagere school zou een
grote winst zijn I Velen willen graag aan muziek doen, maar als ze
eenmaal aan voortgezet onderwijs bezig zijn, ontbreekt hen vaak de
lijd de grondbeginselen te leren. Dat vormt dan oen barrière tot
verdere muzikale groei. En wat die jeugdorkesten betreft: Het is mi|
een raadsel waarom de Federatie van harmonie en fanfaregezelschap
pen nog steeds geen jeugdafdeling met een eigen concours heeft in
gesteld. Dat zou een stimulans zijn
VAN LIJNSCHOTEN: De cursus voor dirigenten, die ik geef in samen
werking met de Zeeuwse muziekschool is een handreiking voor ge-
interesseerde amateurs. Een vijftien leerlingen, waaronder een aantal
die reeds dirigent zijn, bekwamen zich verder in algemene muziekleer,
instrumentenkennis, partituurlezen en dirigeren. Ongeveer twee jaar
Beleden begonnen we hiermee. Met zijn vijftienen. Die zijn er nog,
efgeen bewijst, dat de cursus goed is gevallen en in een behoefte
voorziet.
VUYCK: Met alle waardering voor de cursus voor dirigenten, waarvan
ik het nut geen moment betwijfel, zou ik gaarne een dergelijke cursus
zien voor drumbandinstructeurs. Ook daar is een sterke behoefte aan.
Geeft u de blaasmuziek nog toekomst?
BERGMAN: Zoals al opgemerkt neemt het muzikale ,zelfdoen', het
musiceren in kleinere kring toe, terwijl over het algemeen de belang
stelling voor het traditionele concert wat afneemt. We groeien near
nieuwe vormen, waarin ook wel voor de blaasmuziek een plaats is,
maar van de toekomstige ontwikkeling valt weinig concreets te zeggen.
VAN BELZEN: Ik geloof dat er ook over honderd jaar nog wel blaas-
ensembles zullen zijn, waarschijnlijk echter veel minder in aantal en
wellicht op een hoger peil. De amateurblaasmuziek zal wil deze
het publiek blijven boeien verder naar een eigentijds programma
moeten en naar aangepaste, moderne vormen van optreden, ofschoon
dit in een dorp anders ligt dan in de stad. Daarbij: een goed orkest
zal altijd meer belangstelling trekken dan een slecht. Wil men een
goed niveau, dan zal men ook voor een goede opleiding moeten
kiezen.
CEVAAL: Ik geloof dat het met de blaasorkesten zei gaan als met
de gemeentelijke herindeling, als U begrijpt wat ik bedoel. In die
ontwikkeling geef ik de Engels bezette brassband heel goede kansen,
gezien zijn structuur, waarmee ik echter niet gezegd wil hebben dat de
harmonie of fanfare weg moet, of ook maar weg zal gaan. Dat zou
trouwens een verarming zijn. En wat het optreden betreft: we moeten
naar vormen ais goed gerichte kerkconcerten en festivals en dergelijke
concerten
BURGER: Ik zie net als in het bedrijfsleven fusies ontstaan. Er zullen
wel een aantal orkesten verdwijnen. Ik geloof dat dit proces vergroting
van de animo en stijging van het niveau zal meebrengen. Want alleen
de muzikaal gogrepenen, de mensen die van de muziek bezeten zijn,
zullen het er voor over hebben naar een andere plaats te gaan spelen.
Zulke .bezetenen' zul je natuurlijk altijd houden.
UITTERHOEVE en DEN TOONDER: We geloven zeker in de toekomst
en zoals we al zeiden-, we menen dat de belangstelling aan het toe
nemen is. In onze jeugdkorpsen wordt door de jonge mensen met
plezier gemusiceerd.
VAN WALLENBURG: Hoewel het er soms waf pessimistisch uit schijnt
te zien, geloof ik toch in de toekomstmogelijkheden van onze muz ek,
die een middel is om de mensen uit de dagelijkse zorgen op te heffen
Maar nogmaals, dan meer kansen voor de jeugdkorpsen en het ele
mentair muziekonderricht al beginnen op de lagere school
VUYCK: Gezisn de groeiende belangstelling voor trompetterkorpsen
en drumbands we hebben er nu al dertig in deze provincie, geef
ik dit soort orkesten goede kansen voor de toekomst. Hot is beslist
niet zo, dat men het in deze ensembles zonder gevoel voor muziek
af kan Zij die graag muziek maken, zullen later vanuit dc drumband
en het trompetterkorps de weg naar de meer serieuze blaasorkesten
vinden, al weet ik, dat men in harmonie- en fanfarekringen die op
vatting niet overal deelt.
BLOK: Een muziekgezelschap kan niet zonder stimulans. De con
coursen dienen van die hoogtepunten te zijn, waar men naar. toe leeft.
Veel korpsen doen er echter niet meer aan mee. Ze vinden de ver
plichte werken niet aantrekkelijk. Maar met dat wegblijven is ook de
stimulans verdwenen. We moeten naar vrije zaalconcoursen zonder
verplichte nummers. Laat men zelf zijn nummer kiezen en dit door een
jury met punten laten honoreren. Men kan dan nummers uitzoeken
waar men zelf plezier in heeft. Ik acht die vrije concoursen nodig
om het Zeeuwse muziekleven te redden.
Over het wel en wee van de blaasmuziek in Zeeland,
over de publieke belangstelling, de opleiding, de toe
komst, de subsidiëring en nog enkele andere aspecten
vroegen wij de mening van een aantal bekende figuren
in het Zeeuwse muziekleven.
Zo spraken wij met de heren G- A. Bergman, directeur
van de Zeeuwse muziekschool, Paul van Belzen, ad
junct-directeur Zeeuwse Muziekschool Goes en leraar
koperen blaasinstrumenten, Henk van Lijnschoten, ex-
directeur Marinierskapel, muziekleraar, componist en
leider van een dirigentencursus in Zeeland, Jac. Uïtter-
hoeve, voorzitter van de Zeeuwse bond van harmonie-
en fanfareverenigingen, Ko den Toonder, secretaris van
de Zeeuwse bond en dirigent van de fanfares Excelsior'
te Kloetinge en Euterpe' te Heinkenszand.
A. L. van Wallenburg, penningmeester van de Zeeuwse
bond en dirigent van de Koninklijke Harmonie ,Ons
Genoegen' te Vlissingen, de fanfare Vlijt en Volhar
ding' te Souburg en de fanfare ,Apollo' te Domburg.
Cees Cevaal, dirigent van de Middelburgse brassband
,Onda' en van het Ritthemse fanfarekorps ,Onda'.
Daan Burger, dirigent van het fanfareorkest ,Excelsior'
te 's-Heer Arendskerke en van de fanfare ,Ons Genoe
gen' te Kapelle.
Over enkele speciale aspecten gaven hun opinie de
heren M. C. Vuyck, korporaal-tamboer Koninklijke
Marine en instructuur van diverse Zeeuwse drumband;
en de heer A. J. Blok, voorzitter van de muziekver
eniging Excelsior' in Kloetinge.