VERGANE GLORIE EN NIEUW PERSPECTIEF (I) ,DE BUIK VAN PARIJS' VERDWIJNT UIT HOOFDSTAD GIGANTISCHE MARKTHALLEN EINDELIJK LEEG DE BLAASMUZIEK IN ZEELAND: Zaterdag 1 maart 1969 zaterdagnummer ,Frisia non contat', Friesland zingt niet, stelde eens een Romeinse hoge Piet vast. En in zijn dagen strekte dat Friesland' zich uit vanaf de Vlaamse kust tot in ons huidige hoge noorden. Zeeland was toen ook Frisia, dat niet zong en niet speelde. Ook toen waren er de proble men van de delta, maar ze vergden zoveel tijd en inspanning dat er voor muziek en zang kennelijk weinig gelegenheid over bleef. Onze Romein zou, teruggekeerd in deze tijd, het deel van .Frisia' dat nu provincie Zeeland heet, niet herkennen. Niet alleen de deltawerken zouden hem verbazen. .Zeelandia cantat', zou hij wellicht nu uitroepen: En Zeeland kan dat, kan zingen, 6pelen, in zangkoren, muziekverenigingen, ook ln enkele j&zz-groepen en beatbands. Zeeland kan zingen, spelen, muziekmaken. Het leeuwendeel van de ama teuristische muziekbeoefening In deze provincie speelt zich af in de mu ziekverenigingen, waarmee men dan meestal de harmonie- en fanfarekorp sen bedoelt. Omstreeks 90 blaasorkesten telt de ze provincie:, vijftien harmonieën, drie brassbands; het merendeel is fanfare-orkest. En daarbij zijn dan ook de drumbands, omstreeks 30 in Jetal, inbegrepen. Telt men de le en van de jeugdkorpsen en die van de tamboerkorpsen, drumbands en trompetterkorpsen mee, dan komt men aan ongeveer 3000 musicerende, .werkende' leden van verenigingen in de Zeeuwse blaas- en trommelsec tor. Dat is gelijk aan één procent van de totale bevolking. Schat men het aantal ereleden, niet-werkende leden en donateurs op een tienvoud van het aantal werkende leden, dan komt men aan 30.000 Zeeuwen, of streeks met de amateur-blaasmu- ziek zijn verbonden. In kringen van de provinciale harmonie- en fanfare wereld is men het niet over dit cij fer eens. Met donateurs komen we zeker aan de 45.000 aanhangers', zo niet meer', meenden enkele notoire bestuursleden van de Zeeuwse bond van harmonie- en fanfare verenigin- Zeeland speelt, i t muziek, blaast, Is de fanfare niet op zijn Wint het show-orkest veld En moet men met dure subsidies wel kwijnen de muziekkorpsjes in leven houden? Heeft de jeugd alleen maar oog en oor voor de elektrische gitaar, of ls ook het blaasinstrument nog in tel? Is er belangstelling voor het muziekonderwijs RETOUR? door een stel speelkaarten of werp- peil boigen. Toch doen zulke groep jes met koninginnedag dapper tam rondgang. Met anderhalve man en een paardekop brengen ze soms hun serenade aan het gouden echtpaar. En ook zij kloppen wel bij him ge meentebestuur aan om geld voor een duur instrument... al is de glorie ver gaan. LEVEN De fanfare op rijn retour? Het is ontegenzeglijk een feit, dat de fan fare en het harmoniekorps vroeger vollere zalen trokken, het publiek rond de muziektent zagen drommen en op grote belangstelling bij een mars mochten rekenen. Die tijd is verleden tijd, hoewel men dat niet zou zeggen als men de kenne lijk nog ouderwetse wijze van optre den gerichte subsidieregelingen van sommige gemeenten bekijkt Televisie, radio, de ster Ier en de bandrecorder t gewenste muzieksoort op ent gewenst tijdstip in huis. Men hoeft er geen stap voor de deur uit. Ook de grote symfonieorkesten, de beroemde ka merorkesten ondervinden dat. Ook zij trekken niet meer die volle za len van vroeger. Wat dèt betreft zijn ook deze orkesten ,op hun re tour'. De fanfare op retour? ,De muziek' was vroeger één van de weinige ont- ploolings- en vermaaksmogelijkheden in stad en dorp. Ook dót is nu an ders, en in sommige blaasorlcestjes ontstaan uit die oude traditie zit ten leden, wie het om het even is als het bestuur zou voorstellen de baritons en de bugels maar aan de wilgen te hangen "en te vervangen Maar het is niet alleen de dood in de blaasmuziok-pot. Er is ook nog leven. Zeeland kent ook korpsen dié er zijn mogen: Daar is bijvoorbeeld de Zeeuwse kampioensfanfare .Excel sior* uit Kloetinge, een wat vreem de eend in de muzikale bijt wat bezetting betreft:, het korps heeft in zijn sectiegewijze opbouw veel van een Engelse brassband, maar houdt in de melodiesectie nog vast aan een gemengde bezetting van bu gels en cornetten. .Exelslor" be haalt succes na succes op concour sen. Als .Excelsior* daar speelt is the zaal vol! Het orkest zetelt al jaren ln de hoogsbe concoursafdeling:, de Vaandelafdeling. hemel. Een Hollandse fanfare met koper en saxen gemengd, ook 'n ver overaar van eerste prijzen in de Vaandel afdeling. Harmonie:. Die van Terneuzen en Zaamslag hebben een zekere faam. In Vlissingen is er de koninklijke harmonie .Ons Genoegen', een vrij goed bezette combinatie van hout en koperblazers uit de ere-afdeling (op één na de hoogste kwalifica tie). ,Ons Genoegen' ziet nog wel eens kans een Schelde-hal vol pu bliek te spelen. En ook Zeeland kent de laatste ja ren het verschijnsel brassband, een vooral na de oorlog uit Engeland overgekomen orkesttype:, koperbe zettingen van heel eenvoudige struc tuur, melodiegroep in hoofdzaak cor- nettisten. De belangstelling voor dit fenomeen groeit in de Nederland se blaaswereld. Met een vier en twin tig-mans harmonieorkest wórdt het al woekeren met de talenten. Maar met een vier en twintig mans brass- ls men al volledig bezet. De spe ciale arrangeerwijze kan van ieder buut maakte het korps vorig najaar voor een groter pubhek tijdens het Zeeuwse brassbandfestival in Goes, samen met de twee andere Zeeuwse brassbands: Het zeven jaar oude Vlissingse ,St-Caecillia' en het nog geen twee jaar oude Middelburgse ,Onda'. Het mioliek kwam naar dit festival, in redelijke mate zelfs, maar storm loopt het pas als er een band van overzee komt. Een ech te Engelse brassband met het speci fieke timbre trekt steeds uitverkoch te huizen. Het grote publiek wil ook wel ko men niuir de openlucht taptoe's, ook als die door niet-beroepsorkesten worden gegeven. In Goes, in Yerse- ke, in Vlissingen wisten dergelijke muziekfeesten honderden, duizenden mensen zelfs op de been te bren gen. Het kijkkastje werd toen wel in de steek gelaten! Was het omdat er spectaculaire koro- sen meededen? Groepen, die meer de nadruk leggen op excercitïe et» man een solist op zijn instrument maken, hoe eenvoudig de partituur ook mag zijn. Het Goese Leger des Heilsmuziek- korps is Zeelands oudste bestaande brassband, ondanks de jeugdige leef tijd van de muzikanten. Het bestond al in de twintiger jaren. Over .vol le zalen' geen klagen. Het korps mu siceert namelijk iedere zondag in do Goese legerdiensten, maar dan in een begeleidende functie. Een concertde pittige trommelmarsen en n kei ijk aanvaardbaar akkoord enspel van es-des- en beshoorns? Groepen mot .kranige' tamboer-maitres, han dige ten^r- en overslag trom-bespe ters en lieve, charmante majorettes Zeker is, dat de belangstelling voor dit soort muziek stijgende is. De Delta-band van de koninklijke har monie ,Ons Genoegen' in Vlissingen een bekend showkorps heeft een wachtlijst voor nieuwe leden. Het Goese Excelsior is letterlijk en figuurlijk vol leven en ook het Mid delburgse .Achilles' showt tot over de grenzen. De tamboei-s- en hoorn blazers van Vlijt en Volharding* uit Souburg weten niet alleen in de prij zen te komen op concoursen wat dat betreft staan ze niet alleen maar hun unieke solistenconcours voor tamboers en hoornblazers trekt publiek, en trekt deelnemers, ook van buiten de provincie. En dan de .gewone' solisten con coursen. Die tonen aan dat deze pro vincie nog steeds over een grote groep vaak jonge amateurmusici be schikt. die graag .spelen om het spe len" en dat doen op een niveau dat varieert van redelijk tot zeer goed. De leraren van de Zeeuwse muziek school hebben huu handen vol met het opleiden van Jeugdige pupillen. Er is dus ook nog leven in de Zeeuw se amateurmuziek-brouwerij. Er ls dut naast vergane glorie nieuw pers pectief. En als de dood hier en daar ln d« pot ls, dan niet alleen in de dor pen. Er zijn ook .stadsmnziekkorp- sen*, die nauwelijks die naam waar dig zijn. Op het platteland zijn no* korpsen, die hun naam .muziekkorps* (met nadruk op det eerste deel vas het woord) weten waar te maken. Ds eerste prijs op de Zeeuwse concour sen een veelvuldig verschijnsel in alle afdelingen. .Zeelandia cantat*. Zeeland zingt nog, speelt nog, al lijkt de fanfare soms op zijn ro- tour. In een volgend nummer laten we 'n aantal prominenten uit de Zeeuw se muziekwereld aan het woord over het .waarheen'? en ,hoe?' van da Zeeuwse blaasmuziek. GERARD O. VAN LOO. (Van onze correspondent) parijs is, vanaf donderdag, bezig een zijner werkzaamste en lucratiefste toe ristenmagneten op te heffen en uit te stoten. Werkzaam, lucratief, maar vooral ook hoogst storend en hinderlijk voor alle andere functies en facultei ten, zoals het verkeer, de volksgezondheid, de rust en de veiligheid. Want de twaalf gigantische markthallen die een hele wijk van Parijs beheersen en praktisch onbewoonbaar en onbegaanbaar zijn met al hun anarchronistische schilderachtigheid van grossiers, sjouwers (les forts des halles' die sedert de middeleeuwen een eigen statuut bezitten) clochards, publieke vrouwen, eet huisjes waar boemelstudcnten en andere feestvierders tegen zessen 's mor gens voor hun befaamde en ontnuchterende uiensoep terecht kunnen, znilen dan eindelijk de hoofdstad verlaten om naar Rungis, een 20 kilometer ver derop zuidwaarts te worden overgebracht. Een historische mijlpaal voor Parijs, waarover de vreemdeling enkele bittere tranen moge storten, maar die voor de grote meerderheid der Parijzenaars voorzover ze hun boterham in dit quartier tenminste niet zelf verdienden betekent, dat de klok voor de voedselvoorziening nu tenslotte dan toch eens gelijk zal worden gezet. De verhuizing van de hallen was alleen al een probleem waarover een hele brain- trust van verkeers- en andere experts de wijze hoofden sedert jaren hebben gebro ken. Want het is natuurlijk geen peule- schil, een complex van deze dimensies waar dagelijks, of beter nachtelijks, al het voedsel voor zo'n acht miljoen inwo ners passeert met haar bureaus, meubels, wagenparken binnen de kortst mogelijke tijden op de vlotst-mogelijke wijze van het hart van Parijs naar Rungis te ver huizen. Die verhuizing heeft zich dan ook Ln etappes voltrokken donderdag de bloe- menhal, vrijdag de zuivel, vandaag de groente en het fruit, dan het vlees en weer later de rest ln de hoop dat die massale evacuatie nu niet tevens het hoog ste toppunt wordt van alle verkeers- en andere misères die de hallen de Parij zenaars ln hun lange geschiedenis of lij densweg al veroorzaakt hadden. Die ge schiedenis van de hallen bestrijkt een tijd vak van een slordige acht eeuwen en slordig ls wel het woord. Lodewijk VI, alias de dikke, wees in de twaalfde eeuw even buiten de toenmalige muren van de stad de plaats aan waar ,1e marché aux légumes et aux herbes' (de groente- en grasmarkt) zouden worden gehouden: op het kruispunt van de helrwegen die naar Saint-Denis en De Foire du Lendit voer den. De vorst toonde dus al begrip voor .decentralisatie' te hebben, en taj dacht Parijs daarmee voor de eeuwigheid te hebben bediend. Maar na verloop van tijd had Parijs die hallen ook weer opgeslokt door zichzelf steeds verder uit te breiden, en zowel Napoleon de eerste als de derde ontwierp ambitieuze planken die voor het grootste deel nimmer werden uitgevoerd. De huidige twaalf hallen die voor een deel zullen worden afgebroken (de Ame rikanen hebben al een miljoenenbod ge daan) ofwel een bestemming als museum of theaterzaal te wachten staan, werden door architect Victor Baltard getekend met het doel zo'n anderhalf mijoen men sen van hun natjes maar vooral hun droog jes te voorzien. Dat aantal ls nu zeker vervijfvoudigd, terwijl iedere tijdgenoot zo ongeveer twintig keer möér groente en fruit pleegt te verorberen dan zijn voor zaat uit de vorige eeuw. Met het gevolg derhalve, dat deze buik van Parijs, zoals Zola de hallen in een stukgelezen roman eens noemde, tot een wanstaltig orgaan Ls uitgedijd, dat ook hygiënisch gespro ken, al lang geen zinnebeeld van frisheid meer was. Nergens tieren de ratten zo welig als tussen de etensresten die hier vooral ln de zomermaanden aan de snelle verrotting prijs worden gegeven, en al twee maal vonden pestepidemieën hun bron ln ditzelfde pittoreske doch stinkende hallenkwartier. Wat het schildersoor in de hallen te ver liezen staat, zal door Rungis aan moder nisme en efficiency met hoge interest wor den terugbetaald. Monsieur Libert Bou. een landbouwkundig Ingenieur, die al tien Jaar geleden door de toenmalige premier en huidige minister van buitenlandse za ken, Michel Debré, met de verwezenlij king van de nieuwe markthallen werd be last, heeft zich eerst In vele buitenlandse steden, Düsseldorf, Philadelphia, Milaan, New York, uitvoerig op de hoogte gesteld alvorens zijn eigen plannen op papier te zetten. Aan geld was er voor één ker, eens geen gebrek en Rungis, dat op de Parijse groei gebouwd is, heeft de staat en de grossiers, die er ook wat penningen ln heb ben gestopt, tenslotte het bagatel van zes honderdenvijftien miljoen franken gekost. Maar voor dat bedrag heeft Parijs dan nu ook een marktcomplex waaraan zelfs New York niet meer tippen kan, met een centrale uitzichtstoren waar monsieur Bou zichzelf heeft geïnstalleerd, een net van te levisiezenders en ontvangers waardoor van af leder punt alle koersen gevolgd kunnen worden, een eigen treinstation en een di recte verbinding met de Parijse luchtha ven Orly. Plus dan nog zo'n zestigduizend vierkante meter aan bureauruimten die in Alle leed ls ondertussen, ook op korte ter mijn, zeker nog niet geleden. En het zwaarste probleem ls dan wel, dat de trans porteurs met hun mastodonten om Parijs voor een hongersnood te kunnen blijven besparen, vanuit Rungis de zuidelijke au toroute zullen moeten berijden die nu het verkeer al op geen stukken na meer ver werken kan. En alleen de werkelijk onge neeslijke optimisten schenken nog enig vertrouwen aan de belofte van de minis ter van wegenbouw die hoopt dat ln... 1971 Rungis door een eigen snelweg met Parijs zal zijn verbonden. Niettemin zal deze Parijse buiktransplantatie geboekstaafd blijven als één der historische wapenfeiten van het hedendaagse urbanisme. Plattegrond van het nieuwe hallenlcwartier een perspectief van tien Jaren ontworpen waren, maar nu al tot de laatste stoel en schrijfmachine zijn bezet. De weerstanden om deze mijlpaal te be reiken zijn Intussen niet gering ge weest. Tot op het laatste moment hadden de Parijzenaars gemeend en gevreesd dat ze wel tot ln eeuwigheid van dagen met hun buikkwaal zouden blijven zitten opge scheept. De enkele dozijnen groothande laars die onderling de prijzen van vlees, groenten en fruit bepaalden om zo nooit zelf onder de conjunctuurschommelingen te hoeven lijden waren machtiger geworden dan alle ministers bij elkaar, en hoe zou de staat hen zijn wil dus ooit op kunnen leg gen? Maar het ia dan toch gelukt, al had het ln 1965 nog maar net éön haar en drie stemmen gescheeld of de Parijse ge meenteraad zou op het laatste moment nog een stok tussen de wielen van het hal lenplan gestoken hebben. Toen ook dat ob stakel genomen was, bleken de meeste kroeg- en eethulsbazen nóg geen fiducie in Rungis te hebben, zodat ze zonder de markt, de hallen toch maar Liever trouw wilden blijven. De dametjes van de vlakte nebben meer avonturierszin gedemonstreerd door hun bedrijf wel naar Rungis over te plaatsen. Ook Ui Oei na ui de en ontnuchterende uiensoep dreigt met de natiën te verdwijnen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 16