WET
zaterdagnummer
Zaterdag 1 februari 1969
(Door H. W. Filarski)
HOE weinig het bieden feitelijk als .kunst' wordt
beschouwd en hoeveel men waardering heeft voor
grandioze speeltechniek, blijkt wel uit het feit
dat in onze bridgewereld echte .spelers' zeer hoog
«taan aangeschreven, terwijl de bijzondere .bie
ders' het niet verder brengen dan waarderende
schouderklopjes. Eugenio Chiaradia mag dan de
geestelijke vader zijn van de Italiaanse biedsyste-
men, Giorgio Belladonna, Pietro Forquet en Be
nito Garozzo zullen als de groten der Italiaanse
bridgewereld de geschiedenis ingaan omdat zij
de toeschouwers in hoofdzaak fascineerden met
hun fantastische speeltechniek.
T*lt de Middeneuropese bridgehistorie rijzen figuren als
Karl Schneider (Oostenrijk) en Robert Darvas (Honga
rije) wegens hun prestaties op het gebied der speeltech
niek vér boven hun land- en tijdgenoten uit. Dichter bij
hui* treffen wij de reeds legendarisch geworden, jong
overleden Ernst Goudsmit, van wie in zijn jonge jaren
werd verteld dat hij per stel een slag méér maakte dan
ieder ander. In Engeland zyn er twee spelers geweest die
bijzonder tot de verbeelding hebben gesproken. Terence
Reese was (en is misschien nog) een fenomeen In speel
techniek dat nauwelijks zijn weerga vindt, maar de
vraag ie of hij in de praktijk fantastischer prestaties ge
leverd heeft dan de eenvoudige Londense jongen Adam
Meredith, die de laatste tien jaren zijn vaderland vaar
wel heeft gezegd om in Amerika zjjn geluk ln de apelers-
werekl te beproeven.
Adam Meredith was de speler die Jief had die altijd
datgene in een spel wist te ontdekken, wat niemand an
ders er in vond en zeker er altijd méér in vond aan de
bridgetafel, waar de bedenktijd nu eenmaal niet zo groot
te. Op rijn bieden viel meestal nogal wat aan te merken
niet zo onbegrijpelijk als men bedenkt dat Adam er
■elf ook van overtuigd was dat er op hem altijd méér
4 B 8 T
V 9 7 5 4
8
4> A H B 10 9
4 V 2
V AHVB
B 7 6 5
V 8
10
(Door L. Anderson)
■et veertiende toernooi om het kampioenschap van Rusland Is geëindigd in
mm gedeelde overwinning van Andreiko en Gantwarg met elk 25 punten uit
M parttien. Op twee punten achterstand volgen Agafonov en Tsjegolev, ter-
wjjl Koeperman genoegen moest nemen met de vijfde plaata. Alleen Andreiko,
Gantwarg en Tsjegolev bleven ongeslagen. De aandacht verdient, dat Gant
warg en Agafonov zich nu definitief bij de grote drie' Andreiko, Tsjegolev
<m Koeperman geschaard schijnen te hebben. In elk geval la het momen
tnel zo, dat dit kwintet de toon aangeeft ln dammend Rusland. Typerend
voor hun kracht is, dat deze vijf grootmeesters gezamenlijk S3 partijen won
nen, merkwaardig genoeg evenveel als de overigen veertien spelers bij elkaar!
Uit deze serie overwinningen kozen
wij een tweetal, dat zich door zijn
beperkte duur en pittigheid goed
leenden voor plaatsing in dezs ru
briek.
Eerst zien wij Agafonov aan het
werk, een speler die onder andere be
kendheid kreeg door het lanceren
van een naar hem genoemde variant:
35—30 20—25; 33—29 15—20; 29—
23 18x29; 34x23 25x34; 40x29 19x28:
32x23 met een stand die tot nu toe
als gunstig voor wit genoteerd staat.
Wit: Fedoroek
Zwart: Agafonov
1. 38—28 18—2
2. 8430 17—2
3. 80—25 21—2'
4. 40—34 11—1
39—33 121
m m
m s
m 9
w
«r
m
mm. SR
«g Hjf
0
'S
a
m
m
Q
m
u
w...
"mm
m
mr/^
d"
4:
0
3
p? 0
m m
m"9ir
0 0
§f
S'"P
g 0
'm
3
6. 44-
7. 34—30
Zwart verbreekt het
20—24
symmetrische
i zet-
t van
deze opening wordt door de bezetting
van veld 24 onderstreept.
8. 39—34 17—21
9. 34—29 23 x 34
10.30 x39 18—23
11. 4510 1— 7
Zwart zoekt ziln heil in het spelen
met zijn korte vleugel, terwijl de lan
ge vleugel om verdere ontplooiing
vraagt. Tegenover de massieve lan
ge vleugel van zwart betekent dit
optornen met enkele witte schijven
verzwakking van de eigen stelling.
31—27
35. 27 x 7
36. 7— 1
37. 35 x 44
38. 38 x 18
39. 1 x 21
40. 18—13
41. 13x24
11—17
3440
29—38
2— 7
16 x 47
8—12
47 x 15
De tweede party is van Andreiko,
eveneens tegen Fedoroek, een speler
die zich dus kennelijk goed leent voor
het uitvoeren van combinaties.
Wit: Fedoroek.
Zwart: Andreiko.
20—24
ANTWOORD
BRIDGEVRAAG
18. 2
t 14
14. 40—34
15. 34—30
16. 39—34
J 7. 3429
18. 29x40
19. 50—45
1. 32—28
2. 37—32
3. 41—37
4. 3429
5. 29 x 18
6. 39—34
7. 34 x 23
8. 35x24
10—14
18—23
12 x 23
23—29
5—10
Met zijn nu volgende zet begint wit
eindelijk aan de ontwikkeling van
rijn lange vleugel, terwfll die van
«wart is voltooid en klaar is voor een
aanval op de wat magere korte vleu
gel van wit.
20. 37—81 26x37
21. 42 x 31 24—29
22. 33 x 24 20 x 29
23. 40—34 29 x 40
24. 45 X 34 1014
25. 4742 21—26
26. 41—37 7—11
27. 43—39 1420
28. 34—30 20—24
29. 3025 1520
30.25x 14 9 x20
31. 39—34 2429
De inleiding tot een magere manoeu
vre, waarby wit het kind van de re
kening wordt.
(zie diagram)
Zwart vervolgt met 2025, waarna
het volgende verloop mag worden
verwacht: 28—22 25x34; 22—18 13x
22; 27x7 8—12: 7x18 23x12. Maar
hel zal anders uitpakken, ongetwij
feld tot grote verrassing van wit, die
als volgt snel ten onder ging.
32.
25 34
overigens
r zolang dit duurtEen spel-
beeld kan snel wy'zigen
8. 4439 7—12
10. 49—44 5—10
11. 4641 18—23
12. 39—34 15—20
18. 31—27 17—21
14. 36—31 21—26
15. 41—36 12—17
Zw.art neemt de gelegenheid te baat
om te trachten het driehoekje 16-21-
26 te formeren, waarvan wit niet an
ders dan last kan ondervinden. Deze
geeft echter geen krimp en gaat
schyf 23 bestoken, die door het weg
spelen van schijf 12 wat onbe
schermd is komen te staan.
16. 27—22 1— 7
17. 3329 812
18. 29 x 18 12 x 23
19. 43—39 2— 8
20. 39—33 7—12
21. 3329 1218
Het gaat nu hard tegen hard. Wit
moet het gat op 27 nu dichten en
zwart kan dan eindeiyk overgaan
tot bezetting van veld 21.
22. 31—27 17—21
23. 3833 1015
24. 4238 20—25
De variant 2924. 28x10 en 10 5
faalt wegens 1823 en 1722.
«lagen ln een «pel lagen te wachten dan voor iemand
anders. Waarop hij zich wel eens verkeek, maar met in
het onderstaande partijtje, dat lk altijd nog als één der
meest briljante operat.es uit de praktische speeltechniek
beschouwt:
4> A 9
V 6 3 2
A H V
,76542
H 10 6 5 4 8
V 8
10 9 4 3 2
4. 3
In robberbridge stond NZ kwetsbaar, met zuid als gever.
Adam opende het zuidspel met één harten west twee
klaver noord doubleerde oost twee schoppen
zuid twee SA (een typisch .Slecht' Meredithbod) west
paste noord drie SA oost paste zuid vier harten!
Een nogal dwaas biedverloop, niettemin een redelijk eind-
contract van vier harten, waartegen west met klaver
aas, klavertieer en klaverboer startte. Zuid troefde de
derde klaver en speelde toen hartenaas en hartenheer.
Nu bleek dat er viermaal troef getrokken moest worden,
waardoor zuid geen troef meer over zou kunnen houden
om later aan slag te komen. Het leek dus dat zuid .nooit'
de rultenboer meer zou kunnen maken, maar dit woordje
staat niet In Adams woordenboek. Na het troeven van de
derde klaver speelde zuid vier hoge hartens en deed in
noord schoppenaas weg! Hierna volgden drie hoge rui
tens op tafel (noord) en toen schoppen negen. Oost mocht
schoppenheer maken, maar zuid kreeg de laatste twee
slagen. Bedenk het maar eens aan tafel!
Bridgevraag van de week: west is gever. OW staan
kwetsbaar, men speelt paremvedstrijd en de zuidspeler
heeft:
4» V 8 4 2 y VS3 9 4. A B 7 6 2
west past noord past oost één ruiten zuid
doublet west redoublet noord drie harten -oost
drie SA wat moet zuid doen? Antwoord elders op
deze bladzijde.
Wit heeft veel minder bewegings
vrijheid dan zijn tegenstander, het
geen op korte termijn de directe oor
zaak vormt tot zijn verlies.
28. 5044 9—14
29. 40—35 49
30. 4843
PROBLEEM VAN DE WEEK
Op welke wyze voerde wit een win
nende combinatie uit? Tracht de op
lossing te vinden zonder de scha
ven aan te raken. Oplossing elders
op deze pagina.
Zuid kan er natuurlijk op specule
ren dat drie SA down zal gaan, maar
het lijkt er toch wel sterk op dat OW
met b v één hartenslag, zes ruiten
en twee schoppensslagen (dan wel
vijf ruiten- en drie schoppenslagen)
het drie SA-contract zal kunnen win
nen. Waar noord drie harten bood
kan er xoeinig risico gelopen worden
met vier harten. Noord had: 6 3,
W H B 10 9 7 5, O 'O 6, V 5 J,.
Daar klaverheer tweede goed zit,
gaat vier harten slechts én dov:n. OW
kunnen drie SA make i daar oost had
A B 10 5, V A 6, O A B X 5 2
Jk H 10, want schoppenvrouw kan
over zuid worden gesneden. Nemen
OW vier harten nog af met vijf
ruiten, dan zullen OW toch nog 600
scoren bij goed afspel. Maar dan ver
liezen OW geen 630 of 660, en boven
dien kunnen zij zeggen in elk geval
het beste gedaan te hebben mis
schien besluit noord zelfs nog tot vijf
harten, al gaat dat twee down.
(Door drs C. B. v. d. Berg)
Het spel van de onovertroffen strateeg Botwinnik heeft op het
Hoogoven schaaktoernooi veel bewondering en lof geoogst. On
danks zijn 57 jaren schaakt de oud-wereldkampioen misschien
sterker dan ooit. Het is bepaald jammer, dat Botwinnik na het
verlies van de wereldtitel in 1963 aan Petrosjan geen poging meer
heeft gedaan de hoogste schaakeer te heroveren. Zijn aangeboren,
fenomenale strategische inzicht en sublieme positiegevoel, ge
schraagd door een ruim 40-jarige wedstrijdervaring, doen hem
gemakkelijker spelen dan vele van zijn jongere collega-grootmees
ters. Deze moeiteloze, bijna tot een tweede natuur geworden per
fectie, maakt het leeftijdsverschil tot een punt van ondergeschikte
betekenis. In dit opzicht valt Botwinnik het best te vergelijken
met Lasker, die eveneens met het klimmen der jaren nauwelijks
aan kracht inboette.
Stelling na 25. Lb6-c5
1
w
1 1
I
I
1 1
i
i
a
1
t 3
al IS
4
#41
HÉ
1
tm
s
rijn tegenstander overgeleverd. De
rest van de party wordt door Bot
winnik met zijn bekende predate af
gedaan.
31.
Le8-d7
32.
ht-hS
h7-h«
33.
Kgl-ht
Dd8-gS
34.
Tdl-d2
Tc8-e8
35.
f2-f4
Dg.Vffi
36.
Lb4-eS
IM6-e6
37.
UM
I)e6-b3
38.
Td2-b2
Dh3xa4
39.
Tb2xb7
Te8-a8
40.
Leö-c8
Da4-c2
Stelling na 40.
r» Da4-c2
sef. dat zijn technische taak onder
deze omstandigheden lang niet ge
makkelijk zou zijn, besluit de grote
strateeg Botwinnik tot een kwali
teitsoffer. Hij elimeert de belangrijke
zwarte verdédlgingsloper Lcó, ver
overt een tweede waardevolle pion
en houdt de zwarte positie onder
constante, sterke druk.
Botwinnik is een geboren vechter, al
benadert hij het koninklijk spel be
paald op een wetenschappeiyker man
nier dan de meer improviserende
Lasker. Een partij die beide ele
menten, de wil tot winnen én het
streven naar perfectie, gelukkig
Wit:
M. Botwinnik
(Sowjet-Unie)
nationale kampioen
Zwart:
H. Ree
(Nederland)
Engelse opening
1. c2-c4
2. J'bl-r.3
3. g2-g3
4. Lfl-g2
5. Pgl-f3
6. 0-0
c7-e5
Pg8-f6
Lf8-b4
Deze variant, die de laatste jaren
nogal in de mode is gekomen, wordt
door beide tegenstanders graag ge
speeld. Dat wil zeggen door Bot
winnik met wit, door Ree juist met
zwart. Met de tekstzet wijkt Ree
evenwel ten onrechte af van het ge-
Stelllng na 6. Pb8-c6
I
1
W
i
4
1
I
l
A
1
1
I
A
1
i
■r
2
C:
5
lü
7
3
reeds direct aan het licht. Wan
neer zwart de paarden op de d5
ruilt, hetgeen hy vroegen- of later
wel moet doen, krijgt wit een sterke
centrumpion op d5, welke Pc6 aan
valt en in het nauw drijft. Ree meen
de ergens gelezen te hebben, dat
zwart op T. Pd5 zeer goed 7. ei
zou kunnen antwoorden. Bij nadere
bestudering achter het bord kwam
hy echter tot de conclusie, dat wit
na de gedwongen afwikkeling 8.
Pb4:, ef3: 9. Pc6:, de2: 10. Pd8:.
edl: D 11. Tdl:. Td8: de sterke zet
12. b3, benevens Lcl-b2. heeft, welke
hem van positief eindspelvoordeel
verzekert. Met name tegen Botwin
nik. die een expert ls in het han
teren van twee lopers, betekent het
spelen van zo'n eindspel allesbehal
ve een pretje. Ree kiest daarom een
andere voortzetting dan het oor
spronkelijk beoogde 7. e4, doch
moet thans positienadeel in het mid
denspel accepteren.
In aanmerking kwam 8. h6. om
de binding Lcl-g5 uit te schakelen
en aldus Pf6 nog niet te hoeven
ruilen.
0. c4vd5 Pc6-d4
10. Pf3-d2
Botwinnik ruilt natuurlijk niet op
d4, hij wil zwarts. Pd4 door e2-e3
kunnen verjagen en achtervolgen.
10.
26. Tc4xc5!
27. Dc2xc5
28. Tcl-bl
29. Ld2-b4
30. Tbl-dl
31. d5-d6
d6xc5
c7-c«
Iyd7-e8
Te7-f7
Ta8-c8
I
1
4
I i
at
Met zo'n machtige wig ln het cen
trale front la zwart volkomen aan
Ln deze stelling werd de party na de
eerste zitting afgebroken. Toen by
de hervatting Botwinniks krachtzet
41. Dc5-c4! uit de enveloppe kwam.
staakte Ree de strijd zonder verder
spelen. Zwart kan geen vin verroe
ren, zodat winst voor wit geen pro
bleem ls.
12. Pd2-c4
13. Lcl-d2
14. b2-b4
15. Pc4-a5
d7-d6
Pd4-f5
Lc8-d7
a7-a6
Lc5-a7
Ld7-c8
pion b~ te
7. PcS-d5!
Brengt het bezwaar tegen 6. Pc6
OPLOSSING
DAMPR0BLEEM
Andreiko won als volgt: 30
11-17; 31. 22x11 16x7; 32. 27x
16 18-22; 33. 28x17 24-29; 34.
13x24 19x30; 35. 35x24 23-28;
36. 32x23 14-19; 37. 23x14 9x49
tvint.
Een betere manier
dekken was vermoedelijk 15.Tb8.
Beide zwarte lopers komen nu wel
erg passief te staan.
16. Tal-el Pf5-h«
17. Tcl-eS f7-f5
18. Ddl-c2 Te8-e7
19. Tfl-el La7-b6
20. d3-d4! Ph6-g4
Na 20. ed4: 21. ed4:, Ld4: 22.
Tc7: zouden de witte stukken de
vijandelijke stelling binnendringen.
Meer kansen op tegenspel bood ech
ter 20. e4, met de boedoeling door
Ph6-g4-f6 wit's pion d5 te bedreigen.
21. d4xe5 Pg4xe5
22. Pa5-c4 Pe.5xc4
23. Tc8xc4 Lc8-d7
24. a2-a4
Botwinnik heeft zijn krachten syste
matisch en consequent tegen pion
c". hét kwetsbare punt ln de zwar
te linies, geconcentreerd. De drei
ging a4-a5 noopt zwart een pion
prys te geven.
24. nfi-aó
25. b4xa5 Lb6-c5
Ree had thans gehoopt op 26. Lb4,
b6 27. ab6:, cb6:, in welk geval
zwart met weliswaar een pion mln-
Er wordt wel eens gezegd dat iedere Nederlander wordt geacht de wet te
kennen.
Voor de sportvisser zyn er verschillende regels ln de wet die by zeker dient
te weten en voor diegenen die het helemaal precies willen weten, i» er een
uitgave van de Algemene Hengelaars Bond ,AIle hengelaars beet'.
Waar en wanneer mag men vissen 7
In de Ooster- en Westerschelde, Grevelingen. Eendracht, Zype en langs de
kust mag men het hele jaar vissen. Voor deze wateren geldt geen gesloten
seizoen, terw-yi men er ook 's nachts mag vissen.
In de wateren op Walcheren, Schouwen-Duiveiand, Tholen. Noord-Beveland.
het Kanaal van Zuid-Beveland, de haven van Goes en het Veerse Meer i*
het vissen met alle vistuigen het gehele jaar niet vry. Deze wateren worden
evenals de Braakman, de Vogel en andere wateren in Zeeuwsch-Vlaanderen
tot de binnenwateren gerekend. Voor het vissen in binnenwateren zijn .pa
pieren' nodig.
De wet kent twee akten, nL de kleine visakte en de grote visakte.
De kleine visakte geldt voor het vissen met één speciale hengel, of twee ge
wone hengels, of de peur. Met de grote visakte mag men met alle geoor
loofde vistuigen vissen, ongeacht het aantaL
Voor de kustvisserU is een consent nodig, indien men vist met meer dan
twee gewone hengels of één of meer speciale hengels.
Onder de gewone bengel wordt verstaan: een roede, al dan niet voorzien
van een opwindmechanisme, en aan die roede bevestigde lyn of snoer, al
dan niet voorzien van een of meer dobbers en ten hoogste drie vishaken,
voorzien van door .Onze Minister* aangewezen aas.
De aasoorten, welke volgens de wet voor een gewone hengel mogen worden
gebruikt, zijn:
1. Brood, aardappel, deeg, kaas, gekiemde of ongekiemde granen, zaden,
peulvruchten, fruit, slachtprodukten. zeepier, zager, mossel, afgeknotte
gaper (putschelp) steurkrab en garnaal, of nabootsingen van al deze pro-
dukten.
2. Insekten of Insektcnlarven of nabootsingen daarvan, voor zover de af
meting van de laatste niet meer dan 2'/i centimeter bedraagt.
3. Stukjes vis, voor zover de grootste afmeting niet meer dan 3 centimeter l«.
De omschrijving van een speciale hengel is volgens de wet: elke hengel niet
zijnde een gewone hengel.
Een speciale hengel is dus een hengel met meer dan drie baken, een peur. of
hengels die voorzien zyn van aas welke niet volgens de wet is vastgesteld,
b.v.: spinners, lepels, pluggen, silverpapier, kunstvliegen groter dan 2' '1 cm
of stukjes vis groter dan 3 cm.
Van één uur na zonsondergang tot één nur voor zonsopgang is het vissen
in binnenwater verboden.
Voor binnenwateren waarvoor geen vröstelling geldt, kent men een ge
sloten seizoen van 1 april tot 31 mei.
Voor de binnenwateren is naast een akte, een vergunning nodig van de recht
hebbende op het visrecht
Er zyn twee gevallen waarin men voor het vissen met één gewone hengel
vrijgesteld is van een bewys van bydrage, te weten:
1. Kinderen die de leeftyd van 15 jaar nog niet hebben bereikt.
2. Voor het vissen met één gewone hengel naast de speciale hengel.
C. H. VAN SCHELVEN
PUZZELEN
Horizontaal. 1 zinnebeeldige kente
kens, 6 weinig toeschietelijk, 10 eer
tijds, 11 tegenovergestelde, 12 tegen
het front gericht. 13 uitbouw
sel van een gevel. 15 aardewerk, 17
rondzwervende stammen, 19 ondege
lijk. 21 stellen. 22 wandluis. 24 ver
lept. 27 partisanengevechten. 28
rechtsgeding. 29 rivier in Rusland.
30 met veel snaren:
Verticaal. 1 ons aller stamvader. 2 be-
grafenismuziek, 3 Europeanen, 4
lange galm, 5 hemelgeest, 7 list.
loze streek. 8 het opnemen van geld
tegen interest, 9 naar zich toehalen
14 deel van openbaar vervoermiddel.
16 goudsmid, 18 bestuurder. 20 bouw
vallig gebouw. 21 zonnescherm 23
ongebruikt. 25 van ivoor, 26 staal
draad als steun.
Duhlx-le houten trappen zijn aan de Zeeuwse kusten geen zeldzaamheid. Al«
we dit nog niet wisten, zou het wel overduidelijk geworden zijn uit de hon
derden briefkaarten, die naar aanleiding van de laatste prijsplaat binnen
kwamen. Vrywel geen plaats aan de kust bleef ongenoemd. En tóch was het
de trap bij de camping Schelde-oord te Baarland. En dat had Hans Louisse.
eerweg 8, Hoedekenskerke ook op zyn briefkaart geschreven. Het tientje
gaat deze keer dus naar Hoedekenskerke.
Oplossingen voor de prijsplaat van vandaag moeten uiteriyk woensdag per
briefkaart worden gestuurd naar Redactie PZC, Walstraat, Vlis&ingen. Op
de briefkaart moet minstens de plaats zjjn vermeld, waar de foto werd ge
maakt.
olgende week bij de nieuwe opgave worden oplossing ea prijswinnaars rie
kend gemaakt.