f 9r J^il^-L©J L&J üj>^ ft/UijUe5fl^4l TYPOGRAFISCH PROJECT VOOR 280 MILJOEN ANALFABETEN EEN BOEIENDE TEGENSTELLING IN DE RK KERK De nieuwe tijd LaJ cüJ IinJ: J jJLi Jjó-iö dXb lAs ^JuXjLo^bLU «4-ÉT«J! ^aJlLd WISKUNDIGE ONTWIERP ZETMETHODE VOOR ARABISCH SCHRIFT Zaterdag 18 januari 1969 L^rfb louse/ Kufii uit Lybiè. Houtsnede een arabisch getijdenboekje op Europese wijze gedrukt in Venei te in 1-517. Buitenlandse industrieën leggen een stevige belang stelling aan de dag voor een typografisch projekt, dat volgens zijn ontwerper, Dr. E. B. Plooij, weten schappelijk hoofdmedewerker aan de universiteit van Amsterdam, dé uitkomst is voor éénderde van alle analfabeten op de wereld. Die éénderde is aangewezen op het Arabische schrift, dat zijn 280 miljoen analfabeten op een totaal van ruim 700 mil|oen. Ze wonen niet alleen in de eigenlijke Arabische wereld van Afrika en het Midden-Oosten, maar ook in nieuwe Moslimstaten als Pakistan. Ontwikkeling betekent voor deze mensen in de eerste plaats bestrijding van het analfabetisme. Een goed functionerende drukpers is voor die bestrijding een onmisbaar hulpmiddel. Voor hen echter is juist zo'n drukpers zelf voorwerp van studie en ont wikkeling. Voor het Arabische schrift geldt namelijk dat 't het scnrift is van de Koran, waarmee niet willekeurig kan worden omgesprongen. Zeker niet door de westerse wereld, die al eeuwenlang op de zwarte lijst staat wat het drukken van het Arabische schrift betreft. Dr. E. B. Plooij (64), wis- en natuurkundige, die promo veerde op een dissertatie over Griekse wiskunde in Ara bische handschriften en die na in verschillende plaatsen rector en leraar te zijn geweest (onder andere van 1950- 1952 leraar aan het Goese lyceum) sinds 1 december 1966 verbonden is aan de Amsterdamse gemeentelijke universi teit, heeft na jarenlange studie en uitproberen een zet- methode voor Arabisch schrift ontwikkeld. Via Arabisch en wiskunde is hij terecht gekomen in de typografische sector. Resultaat was allereerst een zetmachine voor het Arabisch, passend in het offsetprocédé waarbij geen schade wordt gedaan aan het karakter van het Arabisch schrift Dr. Plooij ondervindt belangstelling van de zijde van de universiteit en uit de wetenschappelijke wereld in binnen- en buitenland. De noodzakelijke (vooral ook fi nanciële) steun echter lieten tot dusverre te wensen over. ,Met dit projekt ben ik op eigen initiatief begonnen en ik geloof dat men niet goed begrijpt waarom. Men aan vaardt niet voetstoots dat de Arabische wereld werkelijk op dit projekt zit te wachten, de reacties daar geven mij grond om dit toch te zeggen', aldus Dr. Plooij. Hi| kreeg reacties van de Unesco in Parijs, van de Ver enigde Naties, in hel Egyptische weekblad ,AI Mussawwar' verscheen een zeer instemmend artikel, een drukker in Benghazi vroeg om informatie, een zeer sympathieke brief kreeg hi| ook van de Amerikaanse ambassadeur in Cairo. De heer A. Hashem van Radio Nederland Wereldomroep schreef ,Naar mijn mening zal het projekt als het eenmaal openbaar is een grote vooruitgang blijken'. Aan het instituut voor het moderne nabije oosten zegt de heer M Suudi, wetenschappelijk medewerker van Ara bische afkomst, zelf calligraaf, over Dr. Plooijs projekt: ,ik beveel dit projekt heel erg aan.' ,De eigen schoonheid van het Arabische schrift komt er volledig in tot zijn recht'. Er bestaat echter nog steeds ge vaar dal het ,projekt-Plooij' in het zicht van de haven zal stranden. Dr Plooij, die nu in Ruurlo woont, en daar in een oude boerderij een werkplaats voor Arabische typografie heeft ingericht, welke werkplaats is verbonden aan het insti tuut voor het moderne nabije oosten van de Amsterdamse universiteit, vindt zi|n projekt zélf belangrijker, waarbij hij zeer noodzakelijke assistentie heeft van de in Lybiè geboren Yousef Kafu (26) Deze studeerde aan de aca demie voor kunst en industrie in Enschedé en krijgt zijn verdere vorming voor dit projekt bij Dr. Plooij. Yousef Kafu is voor Dr Plooij onmisbaar in verband met de research voor het projekt, de moderne typografische vemgeving en voor de overdracht van de kennis. Dr Plooi| hoopt dat Yousef Kafu de kans zal krijgen om zoals in het projekt is voorzien trainees op weg te hel pen met de apparatuur, die overigens nog niet gereed is. Die trainees moeten komen uit de landen, die het Arabisch schrift gebruiken. Trainees opleiden is één punt uit het projekt. Een ander deel is het definitieve uilpro- beren in de praktijk Dat kan alleen in samenwerking met Arabische autoriteiten op het gebied van schrift en druk. .Het moet in dit opzicht een echt Arabisch projekt wor den', zo zegt Dr. Plooij. Centraal voor het Arabisch schrift staat het aantal letters: 73. Hiervoor zi|n echter in verband met de aard van het thrift in een ouderwetse letterkast zo'n 670 types nodig. hei systeem van Dr Plooij wordt dit aantal tot onge ler 180 teruggebracht. Het betekent dat de machine is aangepas! aan het schrift en niet omgekeerd Een andere facet van het projekt-Plooij is dat uit metaal gegoten letters elkaar niet kunnen overlappen. Dat kan wel bij schrijfmachines en bij een fotografisch zetprocédé. Voor het Arabisch is dit noodzakelijk in tegenstelling met de gedrukte kranteregels, zoals u die nu onder ogen hebt. De zetapparatuur van Dr. Plooij kan gebruikt worden als men bij het voorbereiden van offsetdruk het gebruik van met de hand geschreven tekst wil vermijden. De Arabisch-Moslimse boekcultuur is al eeuwenoud. Voor dat de boekdrukkunst werd uitgevonden (onder andere door Gutenberg en Coster) stond die cultuur pp dezelfde hoogte als de latijns-chrisfelijke. ,Maar de Arabisch-Moslimse wereld verzette zich tegen het drukken van Arabisch schrift op de wiize van Guten berg. Voor de Arabieren is het een heilig schrift, het schrift van de Koran, Allah's aan het Arabische volk ge geven eigen openbaring. Er kwam wel eens Arabisch drukwerk van westerse persen, maar het werd onbetaal baar. Vervolgens is men in het westen het Arabische schrift gaan vereenvoudigen. Maar daar stond men in de Arabische landen zeer gereserveerd tegenover,' vertelt Dr. Plooij. Na de oorlog wordt in Cairo opgericht de academie voor Arabische taal, die een prijsvraag uitschrijft voor vereenvoudiging van het Arabisch schrift. Er komen meer dan driehonderd inzendingen, maar ze worden alle af gewezen. Eind 1958 dringt minister Hussain van Egypte op spoed aan bij de vereenvoudiging van het Arabische schrift voor drukwerk. Niet worden toegestaan latinisering van het schrift (dus het omzetten in westerse tekens) en evenmin mogen losse, niet te verbinden lettertekens wor den gebruikt. Ook in Nederland, waar met name in Leiden een zekere traditie is in het drukken van oosterse talen, wordt naar een oplossing gezocht. Ook door Dr. Plooij, aanvankelijk louter uit interesse naast zijn drukke dagtaak als leraar wiskunde, maar al gauw ook uit een engagement met de Arabische wereld en een zekere passie voor en geobse deerdheid door dit projekt. Avonden, halve nachten en veel geld besteedt hij zelf aan het projekt. Dat engagement betreft vooral de biina 300 miljoen analfabeten, die in de Arabisch sprekende ontwikkelings landen in veraf gelegen dorpen (soms) onderwijs krijgen. Daarover Yousef Kafu. ,De Arabieren zijn trots op nun schrift, ons schrift siert gebouwen en er zijn academies voor calligrafie. Dat schrift moet bewaard blijven, ook in druk. Er zijn nu alleen dure apparaten te koop om te drukken. Wij kunnen niet anders krijgen. Er komt mis schien een zetmachine, die 170-000 gulden kost, de ma chine van Dr. Plooij zal ongeveer 3000 kosten en is daar om betaalbaar. En het schrift is goed. Dat is wat wij nodig hebben. Er is veel behoefte aan instruktieboeken, aan eenvoudige tijdschriften, cursussen. Als leraren hun eigen boek|es willen hebben, dan moeten ze erg lang wachten tot ze er zijn. En dan is het nog vaak van slechte kwali teit en duur.' De hoge kosten voor het drukken van Arabisch schrift in Leiden viel Dr. Plooij op toen hij aan zijn proefschrift bezig was. Hij ontwierp een sjabloonschrijfinrichting, waarvan het schrift een imitatie moest worden van het geen de Arabier met een rietpen of kalam maakt. Geld voor een werkend prototype was er niet meer. Toch zou die pen een uiterst nuttig instrument zijn voor het hele projekt, omdat daarmee onder andere boeken met weinig tekst, zoals schoolboekjes voor het eerste leer jaar en sommige technische boeken met veel tekeningen kunnen worden vervaardigd. Omdat de bestaande fotografische zetmachines te duur waren, vond Dr. Plooij dat het bepaald de moeite waard was om .opnieuw te beginnen' En hij deed dat. Gevolg, twee nieuwe fotografische zetprincipes, die goedkoper zi|n en die speciaal ziin ingesteld op zi|n nieuwe analyse van hel Arabisch schrift. Deze is een belangrijk deel reeds uitgeprobeerd en getest door deskundigen. Het hoort allemaal bij het pro|ekt van Dr. Plooij: de methode Gu tenberg loslaten (geen lood en losse letters) en letter tekenaars (calligrafen) de nieuwe methode leren be heersen (trainees). Bovendien wil hij een prototype van de nieuw uitgedachte apparatuur (fotografische zetma chines) door de industrie laten fabriceren en door de handel laten verspreiden in het Arabisch schriftgebied. Want door veel schade is Dr. Plooij wel zó wijs ge worden, dat hij nu weef, dat het moeilijk is min of meer belangstellende instanties voldoende le interesseren als niet de belanghebbenden zelf worden opgewekt mee te doen. 8 |aar geleden gaf Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek, ZWO, Dr. Plooij een beurs om naar de nationale biblio theek in Parijs te gaan in verband met zijn zoeken naar een nieuw ontwerp voor een Arabische boekletter. Bij de Unesco in Parijs vond hij .geïnteresseerde Arabieren' voor zijn projekt. Óp de dag van die ontmoeting kreeg hij meteen een contract voor een reis van vier maanden door de Arabische wereld. Hij sprak met ministers, in specteurs, kunstenaars, leraren, drukkers en andere des kundigen en probeerde zijn eigen ontwerp-Arabisch schift uit. ,lk moest op een keer vlekkenwater voor mijn jasje heb ben. Ik stapte een Arabische apotheek binnen en Let terloops tekst uit de Koran in mijn eigen ontwerp-schrift zien. De apotheker kuste de tekst. Dal was voor mij het bewijs, dat mijn schrift een goeie imitatie was'. Tegenover zijn nieuw ontworpen Arabische handschrift via de sjabloonpen en het drukken van die letters via fotografische zetmachines ziet Dr. Plooij staan de na delen van de huidige methode: .handzetsei dat mooi moet zijn is zeer duur, goedkoper handzetsel is vaak slecht, loodzetmachines eisen om vereenvoudiging van het schrift, waf tegen de eigen aard en schoonheid van het Arabisch indruist en wat ook op religieuze gronden niet verteerbaar is. De combinatie schrijfmachines met kleine offsetpersen kan niet worden gebruikt omdat het gang bare Arabisch machineschrift zeer slecht van kwaliteit is. Arabische schrijfmachines zijn een farce, alleen goed voor rekeningen. In Pakistan zitten soms honderden lui een krant te schrijven, die dan wordt samengeplakt voor re- produkfie en offset.' Toen in september 1965 bekend werd dat minister Bot van ontwikkelingshulp de Sjah van Iran een rijdende drukkerij cadeau zou doen, vreesde Dr Piooij, gezien zijn studies en ervaringen, het ergste: ,tk w.lde de ambassades vragen modellen te zoeken van het schrift dat men voor de scholen in Perziè plezierig vindt. De stijl verschilt namelijk van land tot land. Ik slaagde er aanvankelijk niet in de overheid tijdig te overtuigen van de moeilijk heden die het drukken van Arabisch schrift op de con ventionele wijze ondervindt Dat is begrijpelijk, maar aan de andere kant heb ik ook reden voor optimisme op een later tijdstip.' ,De eerste rijdende drukkerij is nog naar Perzië gegaan zonder d3t ik er bij betrokken ben geweest. Maar >n de toekomst verwacht ik toch wel meer inspraak mijnerzijds' Het projekt-Plooi| was intussen financieel een zeer moei lijke zaak geworden. Er waren contacten met de overheid en met de wetenschap, jn het bijzonder met het instituut voor 't moderne nabi|e oosten in Amsterdam. De research kostte onnoemlijk veel geld. Dr. Plooij slaagde er aan vankelijk in enige geïnteresseerden hiervoor te vinden De industrieën hadoen wel belangstelling, maar wilden afwachten. In talloze landen werden diverse patenten aangevraagd en verkregen van uitvindingen, die Dr. Plooij deed, zoals de sjabloonpen en de fotografische zetapparatuur. Ook dat kostte veel geld. De heer Plooij raakte nu en dan wat gedesillusioneerd, wat te begrijpen is, omdat hij hoofd, hart en handen', zoals hij zelf zegt, in zijn werk heeft gestoken. „Maar die drie zijn niet genoeg: er moet geld bij. Dat komt tot op heden zo nu en dan, maar naar mijn meninq nog veel te weinig' Eind 1966 werd Dr Plooi| door een initiatief van het mi nisterie van onderwijs en wetenschappen voor zijn pro jekt vrijgemaakt. Hij kwam in de wetenschappelijke staf van de universiteit van Amsterdam en werd ter beschik king gesteld van j*pt m n sterie van buitenlandse zaken, afdeling ontwikkelingshulp. ,Dit werd een nieuw beg n, maar ook nog niet veel meer dan dat'. Om vlotter te kunnen we-ken, kocht Dr Plooij zelf een oude ooerderi| in Rjurlu en lichtte daar de werkplaats voor Arabische typografie in, omdat in de Amsterdamse universiteitsgebouwen geen ruimte was. ,Er moet nog zoveel gebeuren, onder andere op het ge bied van het overleg met deskundigen en geïnteres seerden in de betrokken landen zelf Daarvoor zal ik toch weer op reis moeten. Het resultaat moet zijn een machine waarmee Arabisch drukwerk van hoge kwaliteit in de ambachtelijke sfeer met weinig kosten kan worden vervaardigd.' Bij het afscheid van de sympathieke, gastvrije idealist en realist bij zijn boerderij aan een afgelegen landweg in Ruurlo, wijst Yousef Kafu de Lybiè.-, die Dr. Plooij door weer en wind volgt, omdat hij in hem gelooft, op een tekstje in Dr. Plooijs auto: ,World peace through wo/Id law', wereldvrede door een wereldrechtsorde. Will J Verkerk. Toen het pastoraal concilie van de Rooms-Katholieke Kerk de vorige week gesloten moest worden, heeft kardinaal Alfrink dit gedaan met het lezen van enkele verzen uit Lukas 5. Hij deed dit op verzoek van een van de jongeren. Hij voegde er aan toe dat hij er zelf vol o en achter kon staan. En zo las hij dan: ,En niemand doet jonge wijn in oude zakken; an s doet de jonge wijn de zakken barsten, hij loopt er uit en de zakken gaan verloren. Maar jonge wijn moet men in nieuwe zakken doen. En niemand die oude gedronken heeft, wenst jonge; hij zal zeggen: de oude is best" (vers 37-39). Met een woord uit de bijbel is nog ai eens iets duidelijker en ook korter te zeggen dan met lange redeneringen en zo zullen deze enkele teksten voor allen die het hebben meege maakt een samenvatting zijn van hetgeen zij drie dagen lang hebben gezien en gehoord Waf is het alles anders dan vroegerDat kunnen we als buitenstaanders moeilijk zeggen. Tenminste, vroeger hadden we het gevoel buitenstaander te zijn. Dat waren we natuurlijk ook, want wie kon er hier in de keuken kijken Nu vindt er overleg plaats in een pastoraal concilie zo openlijk, dat via de pers iedereen er aan kan deelnemen. Daarenboven zorgen radio en televisie er voor dat bepaalde gedeelten en wel die gedeelten waarin een zekere ontlading tot uiting komt, de ether worden ingezonden, zodat ieder die wil, ze kan opvangen. Zoals we ons vroeger buiten staander voelden, zo doen we dat nu niet meer. We zijn hierbij betrokken, of we willen of niet. Verschillende malen hoorden we de uitdrukking gebruiken, die sinds het tweede Vatikaans con cilie een soort van wachtwoord is geworden: de kerk is Gods volk onderweg. Op het concilie in Rome werd dit volk ruimer gezien dan alleen het gedeelte dat in de kerk van Rome haar geestelijk tehuis kent In ons land stelt men er pri|s op met de anderen mee op te trekken. Op het pastoraal concilie is dit bij verschillende ge legenheden gebleken. In de commissies die de drie rapporten hebben voorbereid welke in be handeling zouden worden genomen, was soms een derde van de leden van niet-r.k. huize. Het is ook onze zaak wanneer er in een kerk, welke dan ook, gesproken wordt over de zedelijke levenshouding van de christen in de wereld en over huwelijk en gezin en over de jeugd. Wanneer er zo gedacht wordt dat het alles anders is dan vroeger, zal dit echter vooral gelden van het rk. volksdeel in ons land. We spraken een pastoor die ons verzekerde: tien jaar geleden zou ik zo iets voor onmogelijk hebben gehouden; zes jaar geleden zou ik het nog niet hebben aan vaard; nu sta ik er volkomen achter. Wie op zo'n pastoraal concilie, denkend aan deze kerk zo als zij zich vroeger vertoonde in haar geestelijk heid, een kleurige dracht van habijten had ver wacht, kwam bedrogen uit. Dat de pauselijke nuntius zich in zijn traditionele dracht vertoonde, waarin het paars van de kardinaal niet ontbrak, kunnen we als vanzelfsprekend zien. Hij behoort tot de Curieprelaten in Rome. Behalve deze nun tius was er slechts één van de geestelijken' die in oude kleding verscheen, een nonnetje, en zij zat.... op de perstribune. Zij vond deze kledi| zo gemakkelijk; geen last van mode. Ook de bis schoppen hebben het verkozen om in het pak dat vroeger een Engelse predikant gewoon was te dragen en dat je nu bij pastoors van oudere leeftijd nog veelal ziet, zich op het concilie den volke te vertonen Zij hebben daarmee te kennen willen geven dat zij in dit beraad niet meer wilden zijn dan één van de anderen, om met hen samen voort te trekken We hebben niet de indruk ge kregen dat het concilie in Noordwijkerhout ge weken is van een bepaalde opvatting omdat een bisschop of de kardinaal het niet wilde. Wel is men, na hun woord, op bepaalde formuleringen teruggekomen, omdat men de argumenten waar mee zij betoogden, steekhoudend vond en dat waren ze ook. Eer het concilie begonnen was, kondigde een van onze dagbladen in de kop van een artikel aan dat er vuurwerk in de lucht zat te Noord wijkerhout. Dat vuurwerk is gekomen De afvaar diging van de jeugd heeft geen blad voor de mond genomen. Over het rapport ,Ruimte tot menswording voor de jeugd', verklaarde zij bij monde van verschillende leden, dat ze daaraan geen behoefte had. De jeugd zou zelf wel zorgen voor de nodige ruimte En waarom moesten zij door de kerk als een bijzondere categorie worden behandeld Die ruimte tot menswording hadden ouderen evengoed nodig, welke mening met ap plaus vanuit het concilie werd begroet Deze bij val onderstreepte niet alleen wat door enkele jonaeren werd gezegd, maar eveneens wat door ouaere leden zij het dan op een ietwat be scheidener wijze naar voren was gebracht. Ze onderstreepte dat men genoeg had van de pater nalistische houding die vroeger zo kenmerkend was in deze kerk. De pastoor, de bisschop en uiteindelijk de paus weet het en bij hun woord hebben de leken' zich neer te leggen. Aan de bisschoppen werd ronduit gezegd dat zij op twee stoelen zaten. Aan de ene kant willen ze op dit concilie overleg met de gelovigen, maar aan de andere kant behoren ze tot de hiërarchie en .wan neer de kardinaal spreekt, gaat heel het conr.l door de knieën'. Is dit concilie me.' n hearing', een horen wat er onder het k leeft Kunnen wij hier werkei |r samen eer. be slissing nemen Kardinaal Alfrm< betoogde na mens de bisschoppen, dat z - e' r-e n zijn dan een deel van dit beraad e~ - - het hun kwalijk mocht nemen dat ook z breng hadden, doch dat de ie-J-van e niet moesten vergeten dat zij daar-a-: n verantwoordelijkheid hadden in de were d*erk. Toen daarna in een ietwat gep' 'keide st m ng werd opgemerkt dat de kardinaal cf - -> de bisschoppen altijd wel zorgt het laatste woord te hebben, kon met recht vanaf de tafel der bis schoppen worden opgemerkt dat zij alleen maar de bedoeling hadden ieder vrijuit te laten zeggen wat hij op zijn hart had. Wanneer de b sscho; pen eerst het woord namen, zou men nog meer pro testen horen dat een bepaaide mening werd op gelegd en dat er zó van een vrije men ngvor- g geen sprake kon zijn. Onbehagen op dit punt zal er voorlopig wel blijven, zoals trouwens jn :-e kerk van een zeker onbehagen gesproken kan worden bij een deel van hen die tot deze behoren, wanneer zij die leiding moeten gever, een bepaalde beslissing hebben genomen. Een pastoraal concilie is een beraad. We moeten in het oog houden dat het geen synode is wac r beslissingen kunnen worden genomen. Doch dit beraad is zó, dat de bisschoppen er moeilijk aan voorbij kunnen gaan, willen zij de band me et kerkvolk niet verliezen Het is nu 14 jaar geleden dat het zogenaamde Mandement van de Nede- STEMMEN UIT DE KERKEN landse bisschoppen werd uitgegeven. Voor zover ons bekend ij, kwam er toen voor het eerst in de 100-jarige geschiedenis van het opnieuw inge stelde episcopaat in ons land een cr,sis - het Nederlandse katholicisme tot uiting. Men nem het niet meer dat de bisschoppen zouden ver tellen welke de plaats van de kathc e n het openbare leven moest zijn. Sc-cc-c-'v z toen de bisschoppen geretireerd. Een mincer 1 in hun kerk ging beslist en doelbewus" n pre-. es de omgekeerde richting dan die, wei>:e in 'net Mandement werd gewezen. Zonder dit een concilieberaad als we nu hebben beleefd, on denkbaar geweest. En daarbij kwam dan ook nog de invloed van het tweede Vatikaans conn e Maar met dit alles wordt de vraag van de hiërar chie steeds dringender. In de kantlijn is daarop reeds gewezen. Deze vraag kwam in het ^zon der tot uiting toen hef ging om de verreed -g tot Rome. Op voorstel van de gezand ke schoppen is de aanbeveling verzacht, da' de argumenten waarmee de paus :n deze ene/: werkt, niet overtuigend worden genoemd Bi' a - gehele afwijzing (die zat er eigen!: du:c= ni zou een dialoog niet meer mogelijk zi n geweest en moeten we er in de kerk niet al-ijd voor blijven zorgen dat er nog de mogelijkheid van een ge sprek overblijft? Aldus kardinaal Alfrink Dit was ook inderdaad het verste waartoe de bisschoppen konden gaan. Het tweede punt waarin de verhouding tot Rome direct tot uiting kwam, was de strijd om de Nieuwe Katechismus. Hoe hoog daf'velen zat, bleek op het concilie. Grif werd dan ook ce met 2 aangenomen dat de Nieuwe Katech s.nus, ook zonder de toevoegingen uit Rome, een e:" c - bare gids is. Een stuk democratie in een kerk cie h e-a-H wordt bestuurd. Logisch kan dat niet, maar n het werkelijke leven blijken toch dingen te kunnen samengaan die elkaar eigenlijk uitsluiten. Ten slotte heeft iedere bisschop het in zijn diocees al leen te zeggen, maar we zien dat zij hun functie alleen kunnen vervullen wanneer zij door hef brede vlak der gelovigen worden gedragen De e tegenstelling is op het ogenblik het boeie- wat we beleven. Lukas 3 1-20. De kerst-tijd met alles wat daar aan vast zit. ligt achter ons. De blijde klanken van Lukas 1 en 2 zijn langzamerhand wel uitgeluid. F.en nieuwe tijd is aangebroken. Dan moeten ue opmerken, dat dr .nieuwe tijd' van Lukas 3 be gint met het baztiin-gcschal tan a n keiharde boete-prediking. Hel zijn verpletterende donderslagen die ons in de oren klinken. Door zijn uiterlijk herinnert Johannes de Doper aan F.Iia. door zijn pre diking aan Jesaja. Maar hij is tegelijk de heraut van de komen de Messias. Hij staat op de grens van oude en nieuwe tijd. De rivier Gods stroomt in een nieuwe bed ding. De gewetens worden wak ker geschud, nationalistische en religieuze vastigheden worden weggeslagen. De waarde van de afstamming van Abraham natio naliteit. ras en bestaande gods dienst) wordt in twijfel getrokken De mensen komen in beweging. Merkwaardig, dat juist tollenaren en soldaten door deze prediking worden aangeraakt. Zo iets maken wij ook mee 111 onze .nieuwe' tijd. Rustig Kerst feest-vieren' gaat ons maar moei lijk meer af. De vaart der volken is zo sterk, dat er gern sprake meer is van een werkelijk kerst- bestand". We hadden iemand on der ons, die ons in veel opzichten weer herinnerde aan Johannes de Doper. Hij, Martin Luther King, kwam ook op gewelddadige wijze om het leven, omdat hij de men sen niet naar de mond praatte.- Eén tan zijn uitspraken was: .Het oordeel Gods gaat over de kerk als nooit te voren. Als de kerk nu niet de opofferingsgezinde geert van de oudste kerk terug krijgt. zal ze het stempel 1 verliezen, de trouw 1 steeds sterker. De jeugd 1 ir. beweging. Hier en daar horen wij 1 ook dr vraag .Wat mCM dan doen?' Dr kern van d schap van Johannes wa vlees zal het heil Gods zie moeten wij terugkeren tot wonc bestaan, maar dan m ogrn en oren voor datg'. God in ons leven bood- i\ Wel 1 alle Chn anderen. Want God de strijd aanbindt kwade machten in de ze ouerirrnnen om h- laten uitmonden in het Oost-Souburg. R. D laten

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 17